ezondheid Help, heerst! Domineepastoorhuisarts 1 6 Woensdag 7 maart 2007 PZC Na jaren groeit de vertrouwdheid tussen huisarts en patiënt door Marieke van Schie ent u toch naar de praktijk gekomen?", vraag ik, als ik l-v mevrouw Visser binnen laat. „Ja dokter, ik weet dat 1—f de verpleegkundige ook thuis langs kan komen, maar ik wil u zo nu en dan graag zelf zien. Bovendien is het mooi weer. Mijn nichtje heeft me voor de deur afgezet, en zo dade lijk loop ik op mijn gemak naar de bushalte. De lente is vroeg dit jaar, ik geniet als ik naar het bottende groen kijk!" Al pratende is mevrouw Visser naar de stoel in mijn spreekka mer gelopen. Als ze gaat zitten valt haar stok om. Ik pak 'm op. „Tja, dat gebeurt me wel meer", zegt ze. „Sinds ik afhanke lijk ben van hulpmiddelen word ik wel met mijn neus op de feiten gedrukt. Ik heb een moeilijke knie, dat weet u. De artro se plaagt me al jaren." Toch loopt ze als het even kan van huis met de rollator naar het winkelcentrum in de buurt. „Ze zijn het prachtig aan het verbouwen. Maar weet u wat ik mis? Een bankje bij de slager of de kaasboer. Ik kan natuurlijk op mijn rollator gaan zitten, maar dat vind ik te gevaarlijk. Daar rust ik niet echt op uit. Mijn dochter zegt dan 'Maje wilt nog zo veel!' En dat is waar, ik wil graag zelfstandig blijven, al ben ik 85." Ik bewonder de onafhankelijke houding van mevrouw Visser. Het is een leuke dame, we ken nen elkaar al lang. Het ziekbed van haar man heb ik begeleid, dat schiep een band. Toen ze tachtig werd stuurde ze me een kaartje voor de receptie. Ik stond in dubio, maar ben toch tij dens het visiterijden gaan feliciteren. Ze straalde. „Zo dokter, dan kunt u eindelijk mijn kinderen zien. Dit is mijn zoon, en dat is mijn oudste dochter. En die blonde jongen is Kees-Jan, mijn kleinzoon." Ik gaf een hand en maakte een praatje. Al met al was ik een kwartiertje bij haar. Maar ze stelde het hoge lijk op prijs. „Fijn dat u de tijd genomen heeft om langs te ko men. Nu hebben ze u gezien, en u weet hoe mijn familie eruit ziet!" Waarom is het zo belangrijk dat ik dat weet? Vroeger was de huisarts vanzelfsprekend de gezinsarts. Doordat de kinderen dikwijls in de buurt van het ouderlijk huis bleven wonen, ble ven ze ook in de praktijk. Dat is veranderd. Voor de ouders, die in de praktijk blijven, is de huisarts vaak degene met wie ze de familieomstandigheden bespreken. De dominee en pas toor staan verder weg, soms hebben die helemaal geen functie meer in het gezin. Met name als een van de partners wegvalt, merk ik hoe groot die leemte is. Bij de consulten op de praktijk of de visites aan huis meet ik de bloeddruk en kijk de suiker na. Maar vooral luister ik naar het wel en wee van de mensen. We worden ver trouwd met elkaar. Zo ook bij mevrouw Visser. Haar bloed druk is vandaag erg hoog. „Mijn zoon komt de laatste tijd zo weinig", zegt ze. „We hebben geen ruzie, maar zijn vrouw ligt me niet zo. Ze vindt dat hij al zo veel weg is, de uurtjes die hij over heeft, wil ze hem graag bij zich hebben. Ik schiet er wat bij in!" We praten wat door. Dan komt de taxivergoeding ter sprake. „U kunt dat aanvragen, nu u zelf geen auto meer rijdt", zeg ik. Dan kunt u met die taxi helemaal naar uw zoon, zelfs buiten de stad. Is dat wellicht een mogelijkheid?" Dat opent een perspectief „Hij belt me wél", zegt ze. „Mijn schoondochter wil dat ik verhuis naar een verzorgingshuis, maar ik wil graag blijven wonen waar ik zit. Zonder afhanke lijk te worden." Het verzorgingshuis is aan het afbouwen. Bij ons in de buurt brengen ze het aantal kamer terug naar de helft. Ik zie steeds lege ruimtes, volgend jaar gaan ze verbouwen. Daarvoor in de plaats kan ik extra zorg aan huis inschakelen. „In het verzorgingshuis gaat u er niet altijd op vooruit", zeg ik. „Blijf voorlopig maar lekker thuis wonen. Als u extra zorg no dig heeft belt u ons maar! We hebben allerlei mogelijkheden." Ik meet na het gesprek opnieuw haar bloeddruk. Die is gezakt. Ze staat weer op, en ik help haar in haar jas. „Bedankt hoor!", zegt ze. „Ik heb weer even heerlijk kunnen praten. Ik kan er weer even tegen!" TT—5-T-T - ;f j HXmim .jj s s' m m m mm de griep De griepgolf heeft Nederland bereikt. Het aantal griepgevallen bedroeg eind vorige week 66 per 100.000 inwoners. Hoe houden we het influenzavirus buiten de deur? En wat te doen als je al bent geveld door deze ziekmaker? door Will Gerritsen foto Roland de Bruin Gammel, rillerig, tot niets in staat, lusteloos, een heftige droge hoest, een loopneus, keelpijn, hoofdpijn, pijn achter het borstbeen? En ook nog hoge koorts en spierpijn, voor al in de rug, armen en benen? Dik ke kans dat je dan de griep onder de leden hebt. En toch wordt een zware verkoudheid vaak verward met griep. Het grote verschil is echter dat griep in een mum van tijd toe slaat. Binnen een paar uur voel je je al hondsberoerd. Moe, slap en zo ziek dat je alleen nog maar diep onder de wol wilt wegkruipen. Griepvirussen Ofschoon het een schrale troost is, is alle misère een teken van de heil zame veldslag die in je lijf woedt: het afweersysteem voert een hefti ge oorlog tegen die brutale indrin ger die je ademhalingstelsel be laagt, het griepvirus. Nog een an der verschil: fikse koorts en spier pijn komen, bij wie een gewoon koutje heeft gevat, vrijwel niet voor. Verreweg de beste bescherming te gen griep biedt vaccinatie, die gra tis is voor de kwetsbare groepen zoals de ouderen. Volgens onder zoeksinstituut Nivel voorkomt de griepprik bij ongeveer 70 procent van de jonge mensen besmetting Wat te doen bij griep? Heeft het griepvirus je toch te grazen genomen? Dan zit er weinig anders op dan uit te zie ken. Drink in ieder geval veel: water, sapjes, soepjes. De ge leerden twisten over het heil zaam effect van kippensoep, maar het brouwsel kan zeker geen kwaad. Rust veel: slapen versterkt het immuunsysteem. Huisartsen leggen overigens gewoonlijk geen bedrust op, maar raden inspanning wel af. Pijnstillers/koortsverlagers als paracetamol bieden verlichting, geen snellere genezing. Be nauwdheid, het ophoesten van veel slijm, langer dan vijf dagen koorts of opnieuw koorts zijn redenen om contact met de huisarts op te nemen. 3. Virus dringt cel binnen door instulping in celmembraan. 4. Virus-RNA komt vrij, dringt celkern binnen en vermenigvuldigt zich, waarbij virus-RNA van samenstelling wijzigt. Geïnfecteerde slijmvlies cellen sterven af. 5. Membraan gastheercel plooit zich om gemuteer de virus-kopie, waarna deze zich 'losknipt' van cel. Vrijgekomen virussen kunnen weer nieuwe cellen binnendringen. infographic ANP 1Overdracht griepvirus doordruppeltjes in de lucht (hoesten, niezen). 2. Virus nestelt zich in slijm vliescellen van neus, keel en longen. a eiwit hemagglutinine Verzorgt binding tussen virusdeeltje en gastheer-cel waardoor virus de cel kan binnendringen. eiwit neuraminidase Zorgt dat nieuwe virusdeeltjes zich kunnen losmaken van geïnfecteerde gastheercel. slijmvlies cel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 16