Jan Latten: 'Ik ben een dwarse denker' v10 'Ik heb een enorm inlevingsvermogen en 'n scherpe intuïtie' Zaterdag 3 maart 2007 PZC Jan Latten is het gezicht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ingewikkelde kwesties op het gebied van bevolkingsontwikkeling weet hij met aansprekende voorbeelden tot leven te brengen. „Ik stel me altijd voor wat er achter de kille cijfers zit." door Mayke Calis foto Harmen de Jong MT' ijn werk gaat over geld, liefde en baby's, en niet over huishoud- 1 i- inkomens, relatievor- cJL W JÊL. ming en levendgebo renen. Dat klinkt toch niet? Ik hoor het al iemand zeggen: Ik ben moeder geworden van een levendgeborene. Het hoeft niet zo ingewikkeld. Doe maar gewoon, dan wordt het ook wel duidelijk. Als wij als Centraal Bureau voor de Statis tiek aan mensen vragen of ze mee willen doen aan een enquête, wil ik ook dat ieder een weet wat de uitkomsten zijn. We zijn er niet alleen voor de hooggeleerde heren en dames. Met cijfers kun je laten zien hoe het werke lijk zit, die staan los van ideologie of poli tieke kleur. Ik stel me altijd voor wat er achter de kille cijfers zit Denk bij sterftecij fers bijvoorbeeld meteen aan iemand wiens partner zojuist is overleden. Probeer ook te achterhalen waarom mensen din gen doen. Hoe komt het bijvoorbeeld dat steeds meer mensen alleen blijven? Dat boeit me, in sociologische, niet zo zeer in psychologische zin. De eigen buurt of vriendenkring is te be perkt; de eigen persoonlijke ervaringen hoeven niet te kloppen met wat werkelijk gaande is. Dat ontdek je pas door ook bele vingen van andere mensen te onderzoe ken. Daarom is statistiek interessant. De cij fers zijn de samenvatting van al die per soonlijke levens. Troostend soms. Als je weet dat er steeds meer jongeren tobben over hun relaties, hoefje ook niet te den ken dat er iets met je mis is als je net weer ex bent geworden. Ik heb een enorm inlevingsvermogen en een scherpe intuïtie. Vroeger vond ik dat lastig, durfde ik er niet op te vertrouwen. Hoorde ik mezelf bijvoorbeeld ineens te gen iemand zeggen dat-ie meer in zichzelf moest geloven, maar dacht ik er meteen achteraan dat ik dat niet kon maken bij ie mand die ik nauwelijks kende. Zeg ik erbij: Ik zeg dat omdat ik denk dat je er wat aan hebt. Vaak vinden die mensen dat dan ook. Klinkt een beetje mediumachtig. Dat soort dingen meten we niet statistisch, hoor. Al helpt dit vermogen mij wel ver banden te zien in de cijfers. Sommige za kenmensen hebben dat ook, zij voelen in stinctief aan wat geld opbrengt. Zij hebben gouden vingers, anderen slagen nooit Mensen vergeten soms hun leven te relati veren. Dat wij toevallig in Nederland wo nen, bepaalt ons denken. Dat heb ik al vroeg geleerd. Ik heb een Tsjechische moe der, die na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland is gekomen. Wij gingen als kind vaak naar Tsjechië, toen nog commu nistisch. Ik zag al vroeg hoe mensen daar van overheidswege van alles werd wijsge maakt. Zo vertelde mijn oma tijdens specia le communistische buurtvergaderingen over haar bezoeken aan Nederland. Dat in Nederland, in tegenstelling tot Tsjechië, de winkels vol lagen met fruit. Zeiden ze te gen haar dat door de armoede niemand dat fruit kon kopen. Daarom lag het alle maal in de etalage. Een volkomen verdraai de realiteit. In tegenstelling tot mijn moeder was mijn oma overtuigd communist. Geboren rond 1900 kwam zij uit een heel andere tijd. Had twee oorlogen meegemaakt. Zij dacht dat het goed was zo. Mij maakte het al vroeg kritisch. Ik kom in opstand als ik denk dat mensen foute informatie krijgen. Daarom is het CBS voor mij een ideaal in stituut, zonder politieke of ideologische boodschap, dat met cijfers de werkelijk heid zo onverbloemd mogelijk wil weerge ven. Ik zeg altijd: Kabinetten komen en gaan, maar Jantje Latten blijft bestaan. Wij kun nen mensen helpen de samenleving beter te begrijpen. Mijn missie is: mensen laat je niet voor de gek houden. Mijn moeder is niet formeel gevlucht uit Tsjechië, maar ze had wel al vroeg de pest in over het communisme. Ze was ontsla gen omdat ze iets onwelgevalligs over de partij had gezegd. Na het huwelijk met mijn vader kwam ze in Zuid-Limburg te recht, waar hij vandaan kwam. Wij moe ten daar in het katholieke Limburg wel bui tenbeentjes zijn geweest, al heb ik me dat toen nooit zo gerealiseerd. Mijn vader was niet gelovig, ging nooit uit en dronk geen bier; werd hij ziek van. Hij is een sterke in dividualist. Dat heeft mij mede gevormd, mijn kritische kijk. Ik denk dat ik zelf ook een beetje afweek. Op de lagere school kreeg ik van mijn oma uit Tsjechië hoge witte schoenen. Die trok ik aan, terwijl niemand in Limburg zoiets droeg. Daar keken kinderen raar van op. Ik werd nooit gepest, zou niet weten waar om. Ik heb geen angst uit de groep te wor den gestoten. Dat gevoel ken ik gewoon niet. Ik ben geen groepsdier, voel me niet prettig in grote groepen. Die emotie vind ik gevaarlijk. Als duizend man het ene zeg gen en ik denk dat het anders is, zeg ik dat. Dat dwarse heb ik van mijn vader. Dwarsdenken is ook een inspiratiebron om dingen te onderzoeken, net als mijn in tuïtie. Mijn oratie over integratie die ik als hoogleraar aan de Universiteit van Amster dam heb uitgesproken was ook dwars. Nog steeds wordt door sommigen be weerd dat de integratie geslaagd is. Als je de cijfers ziet, ligt dat toch echt anders. Die boodschap sloeg in als een bom. Vaak heb ik al een vermoeden van het ant woord als ik ergens aan begin. Nu ben ik bezig met een artikel over emancipatie. In het gangbare denken zijn vrouwen finan cieel afhankelijk, verdienen ze minder dan mannen, dus stokt de emancipatie. Maar zit het leven niet ingewikkelder in elkaar? Ten eerste gaat het vaak niet om vrouwen, maar om stellen. Als je gaat onderzoeken wat die vrouwen echt willen, blijken dat vaak andere dingen te zijn. Bijvoorbeeld dat zij het gelukkigst is als hij vijf dagen werkt en zij drie. Heeft hij de voldoening van zijn carrière, zij tijd voor andere dingen. Samen verdienen ze meer dan een alleenstaande, dus missen ze niks. Bovendien beheert zij dat anderhalf inko men, dus dan denk ik: hoezo stagnatie van emancipatie? Zij hebben het mooi gere geld samen. Die tevredenheid mag volgens mij ook meewegen in een onderzoek. Ik heb zelf geen kinderen. Net als een on derwijzer die zegt dat hij dertig kinderen heeft, zeg ik altijd dat ik dit jaar 180.000 ba by's heb gehad en dat vind ik genoeg. Soms had ik wel zo'n ideaal kind willen hebben, zo eentje dat op zijn vierde al piano kon spelen, liefst klassiek. Voor hetzelfde geld was het een probleemkind geweest en of ik dat nou zo leuk had ge vonden... Of ik stel me voor dat ik ze iedere week naar zwemles moest brengen, moet ik niet aan denken. Het is beter zo, ik zou het vre selijk vinden ze te moeten achterlaten als ik dood zou gaan. Nu kan ik rustig denken: doei. Zonder kinderen heb ik natuurlijk ook meer tijd voor mijn werk. Ik heb soms wel moeite mijn eigen tijd te beheren. Vind ook alles op mijn terrein interessant. Soms denk ik: hoe krijg ik nog tijd voor andere dingen? Ik heb de afgelopen jaren veel van mijn vroegere hobby's geschrapt. Ik zong heel fanatiek klassieke aria's, maar daarvoor heb ik echt geen tijd meer. Schilderen doe ik ook niet meer. Nou ja, mijn werk is ook mijn hobby. Als contrast heb ik een boer derij in Tsjechië en ik kom daar vijf, zes keer per jaar om het onkruid uit de tuin te trekken. Heerlijk, me even terugtrekken uit de drukte, uit het rationele, abstracte en de cijfers. De statistiek laat zien dat hoe stabieler het gezin waar je uit komt, des te groter de kans is dat je zelf stabiel bent in een rela tie. Voor mij gaat dat op. Ik heb een part ner en een stabiele relatie. Wanneer je sa men bent, moet je de realiteit onder ogen willen zien. Als je een keuze maakt voor het een, kun je het ander niet meer doen. Het is geven en nemen. Nu ligt de nadruk vaak te veel op nemen. Het is de tijdgeest; komt door de opvoe ding uit de jaren zeventig. Toen is geleerd dat je vooral geen grenzen moet stellen in je eisen. Met een keurig woord heet dat: je zelf ontplooien. Maar het is niets anders Jan Latten 1952: geboren in Eygelshoven, Limburg. 1971: diploma gymnasium Rolduc. 1971-1976: studie sociologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, daarna demografie aan de Univer siteit van Tilburg. 1984: promotie aan de Radboud Universiteit. 1981 tot heden: onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sindsdien betrokken geweest bij veel soorten onderzoek, o.a. op terrein van wonen, leefsituatie jongeren en etnische minderheden, trends in bevolkingsontwikkeling, betrokken bij voorbereiding bevolkingsprognoses. Sinds vele jaren ook namens het CBS woordvoerder in de media voor sociale statistieken. 2004: hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Betrokken bij onderzoek naar verhuisstromen en de invloed daarvan op segregatie van bevolkingsgroepen; onderzoek naar stedelijke ontwikkelingen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 82