Ilclclt, dwaling? Om overijling te voorkomen 'Het probleem is dat we slechte wetten soms wel willen invoeren' dr. Ben van den Braak PZC Zaterdag 3 maart 2007 1 5 Illustratie Ruben L. Oppenheimer afvragen of het goed is dat een niet-direct gekozen lichaam het laatste woord heeft bij wetgeving. Maar de Senaat is terughoudend, er worden niet veel wetsvoorstellen verworpen. Het is een goede zaak dat er nog een keer wordt gekeken naar wetge ving." Blijf de vraag of dat moet gebeuren door politici. De Eerste Kamer heeft een heroverwegingsfünctie. De senatoren buigen zich over de vraag of het wets voorstel kwalitatief goed genoeg is, niet strijdig is met de Grondwet of internationale verdragen en of de rechten van burgers niet onevenredig worden geschaad. Kan een commissie van deskundigen die raak niet op zich nemen? Van den Braak vindt van niet. „Het probleem is dat we slechte wetten soms wel willen invoeren. Dat was in de jaren tachtig het geval toen er werd gesneden in de sociale wetgeving. Er kwamen toen wetsvoorstellen met fouten. Stel dat bijvoorbeeld een orgaan als de Raad van State toen had ingegre pen, dan hadden die bezuinigingen niet door kun nen gaan. Daarom willen we dat een politiek or gaan de wetgeving controleert." En dan ontstaat een situatie als in de Nacht van Wiegel, waarbij het correctief referendum sneuvelt. Niet zozeer omdat de wetgeving juridisch niet deugt, maar meer omdat Wiegel altijd al uit politie ke overwegingen tegenstander van het referendum is geweest. Van den Braak: „De enige formele taak voor de Eerste Kamer is dat zij oordeelt over wets voorstellen. Welke maatstaven de senatoren daar bij hanteren bedenken ze zelf" De Eerste Kamer keurt niet veel wetsvoorstellen af Maar is dat juist niet een teken dat de Senaat over bodig is? „Daar moet de Eerste Kamer tussen schipperen", zegt Van den Braak, „als ze veel wetsvoorstellen verwerpt, willen we de Eerste Kamer niet. En als ze weinig verwerpt, vragen we ons af wat we aan de Eerste Kamer hebben. Maar de Senaat heeft ook veel indirecte invloed, door het afdwingen van toe zeggingen bij de minister kunnen wetsvoorstellen worden gewijzigd. De splitsing van de energiebe drijven bijvoorbeeld, die is door de Eerste Kamer tegengehouden." Het is nu even rustig rond de Eerste Kamer. Maar dat kan tijdelijk zijn. Van den Braak: „De discussie over nut en nood zaak van de Eerste Kamer kan weer terugkomen als er een Senaat komt die heel lastig kan zijn voor het kabinet." Kortom, veel zal afhangen van de vraag hoe goed de oppositiepartijen SP en WD scoren bij de ver kiezingen van de Provinciale Staten. De Eerste Kamer ontstaat, net als de Tweede Kamer, in 1815. Twee jaar daarvoor is er een eind gekomen aan bijna twintig jaar Franse bezetting van het gebied dat we nu Nederland noemen. De Fransen moeten door militaire nederlagen het veld rui men. Er vindt een vereniging van Noor delijke- en Zuidelijke Nederlanden plaats. De nieuwe staat heeft een nieuwe grondwet nodig en bij de vorming daarvan dringen de zuide lijken aan op een parlement met een aparte Kamer waarin hun adel een vaste plaats krijgt. Het noor den, waar niet zo veel adel zit, weet tegelijk gedaan te krijgen dat notabelen uit dat gebied ook een plek krijgen in zo'n Kamer. Een ander argument voor een ge splitst parlement, is de wens om de door Provinciale Staten geko zen Tweede Kamer in toom te hou den. Of zoals in de Grondwetscom missie werd gesteld: 'Ten einde al le overijling in de raadpleging te voorkomen, in moeilijke tijden aan de driften heilzame palen te stellen, (en) den troon te omrin gen door een bolwerk waartegen alle partijen afstuiten'. Het is de in 1815 gekroonde Wil lem I die de leden van de Eerste Kamer mag kiezen en dat zal later leiden tot veel ongenoegen. Om dat veel zuidelijke wetsontwerpen in de Eerste Kamer stranden spre ken de Belgen van een 'Ménagerie du roi': een dierentuin van de ko ning. Diens invloed is buitenge woon groot. Ook het noorden is ontevreden. De Eerste Kamer blijft toch in functie en vorm gehandhaafd, ook nadat België zich in 1830 afscheidt en de grondwet in 1840 wordt ge wijzigd. Echte verandering komt in 1848. Uit vrees voor een revolutie stemt koning Willem II toe in een nieu we aanpassing van de grondwet. Gevolg: de Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen en de leden van de Eerste Kamer worden geko zen door de Provinciale Staten. Wie de meeste belasting betaalt, is verkiesbaar voor de Eerste Kamer. Deze barrière verdwijnt pas in 1887. Dan mogen personen die een hoog ambt hebben bekleed voortaan ook worden gekozen. Zo kunnen ook hoogleraren, officie ren en rechters in de Senaat te rechtkomen. In 1917 vervallen alle beperkingen voor het lidmaat schap van de Eerste Kamer. Bevoegdheden De Eerste Kamer wordt ook wel Senaat genoemd. Het Latijnse sena- tus is afgeleid van senex dat 'senior' betekent. Senaat is dan een raad van ouderen. De taken van de Eerste Kamer liggen vooral op het gebied van wet geving Formeel kan de Kamer wetsvoorstellen alleen aannemen of verwer pen. Als de Eerste Kamer kritiek heeft op een wetsvoorstel kan een mi nister of staatssecretaris een wijzigingsvoorstel indienen. Een derge lijk tweede wetsvoorstel heet een 'novelle'. Het is ook mogelijk dat de regering het na kritiek niet meer op een stemming laat aankomen en het wetsvoorstel intrekt. Ook de Eerste Kamer kan zwichten na druk van de regering. Die kan dreigen met aftreden als de Senaat een wetsvoorstel verwerpt. Leden van de Eerste Kamer kunnen net als hun collega's van de Tweede Kamer vragen stellen aan de regering. Bij de behandeling van de begroting kan de Eerste Kamer met bewindslieden debatte ren over het beleid. Omdat de fracties in de Eerste Kamer formeel niet aan het regeerak koord zijn gebonden, staan zij verder af van de dagelijkse politiek. Het idee is dat de Eerste Kamer zich alleen met de hoofdlijnen van het beleid bezighoudt. Daardoor kan zij onafhankelijker opereren dan de Tweede Kamer. Parlement D66(3), SGP (2), Overige (2) Hl Regeringscoalitie infographic ANP Machtsverhoudingen in parlement aan vooravond Statenverkiezingen 7 maart 2007: Eerste Kamer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 15