Statenverkiezing
Haagse nachten
van Wiegel
en Van Thijn
een beste
1 4 Zaterdag 3 maart 2007 PZC
Het was mooie televisie. Sta
tig als een veldheer die de
overwinning voelde aanko
men, liep senator Hans Wiegel
naar de regeringstafel om minister
Peper van Binnenlandse Zaken en
premier Kok de hand te drukken.
Een prachtig beeld, maar premier
Kok en minister Peper konden
niet zo genieten van de Nacht van
Wiegel.
In het regeerakkoord was afgespro
ken dat er een correctief referen
dum zou komen. Burgers zouden
daardoor de mogelijkheid krijgen
om een door de Staten-Generaal
(Eerste- en Tweede Kamer) aange
nomen wetsvoorstel alsnog af te
wijzen. Nadat het wetsvoorstel
voor een correctief referendum
door de Tweede Kamer was aange
nomen, boog de Eerste Kamer
zich op 18 mei 1999 over het wets
voorstel. Om het voorstel aan te
nemen zouden gezien de krachts
verhoudingen in de Eerste Kamer
geen WD-leden mogen tegen
stemmen. Omdat lang onduidelijk
was welke WD'ers voor zouden
stemmen, oefenden WD-leider
Dijkstal en vice-premier Jorritsma
druk uit op de WD-ffactie om
het wetsvoorstel aan te nemen.
Om half twee 's nachts meldde
WD-fractievoorzitter in de Se
naat Ginjaar dat het voorstel voor
één lid onacceptabel was. Die te
genstemmer bleek Hans Wiegel te
zijn, waardoor het voorstel één
stem te weinig voor een tweeder
de meerderheid zou krijgen. Een
dag later bood het kabinet zijn ont
slag aan. Vooral D66 was zeer te
leurgesteld omdat het referendum
een van de 'kroonjuwelen' van de
partij was. Na een lijmpoging kon
het kabinet overigens weer aan de
slag. Ook PvdA-senator Ed van
Thijn heeft 'zijn' nacht gehad. Als
woordvoerder van zijn fractie ver
oorzaakte hij op 22 maart 2005 me
de de val van minister van Bestuur
lijke Vernieuwing Thom de Graaf
(D66). De PvdA-fractie stemde
(evenals GroenLinks en de SP) te
gen het wetsvoorstel om de geko
zen burgemeester uit de grondwet
te schrappen. Daarmee zou de
weg vrijgemaakt worden voor de
gekozen burgemeester. De tegen
stemmers vonden dat het kabinet
de gekozen burgemeester te snel
wilde invoeren. Een dag later trad
De Graaf af
Het is verkiezingstijd. Niet dat het opvalt,
want de strijd draait woensdag 7 maart
om de Provinciale Staten. Het
stemgedrag van de kiezer wordt vaak
beïnvloed door de landelijke politiek.
Logisch, want de Provinciale Staten kiezen
de leden van de Eerste Kamer. Over nut
en noodzaak van de Senaat.
De se
Senator Hans Wiegel geeft premier Kok een hand terwijl minister Peper toe
kijkt. foto Marcel Antonisse/ANP
Getrapte verkiezingen
De Eerste Kamer telt 75 leden, de Tweede
Kamer 150.
L- Sinds 1848 kiezen de leden van de Provincia-
Ie Staten de leden van de Eerste Kamer. Dit
worden getrapte verkiezingen genoemd.
Een volksvertegenwoordiger kan niet in zo
wel de Eerste- als de Tweede Kamer zitten.
Tot 1983 werden leden van de Eerste Kamer
voor zes jaar gekozen, waarbij om de drie
jaar de helft werd vernieuwd. Nu wordt de
Kamer in haar geheel voor vier jaar gekozen.
Binnen drie maanden na de verkiezingen
van de Provinciale Staten, wordt de Eerste Ka
mer gekozen.
De nieuwe Eerste Kamer wordt op 27 mei
gekozen.
De stemmen van de Statenleden wegen niet
even zwaar. Door 'weging' wordt een relatie
gelegd met het aantal inwoners van de pro
vincie. De provincies hebben allemaal een ei
gen stemwaarde. Een stemwaarde is het aan
tal inwoners van de provincie gedeeld door
het aantal Statenleden maal honderd.
door Joost Sijtsma
Het is tragisch, bestuurlijk gezien. De
bij de kiezer al niet bijster populaire
Provinciale Staten kiezen op hun
beurt de Eerste Kamer waarvan ve
len vinden dat die overbodig is.
De twijfel over het nut van de Eerste Kamer, ofwel
Senaat, zat er al vroeg in. De antirevolutionair
Groen van Prinsterer noemde de Kamer in 1840
'een mislukte copie naar Engelsch model'. Ook de
liberalen waren kritisch in die jaren, Thorbecke
vond de Eerste Kamer 'zonder grond en doel'. Mi
nister van Justitie Donker Curtius was in 1848 posi
tiever toen hij stelde dat de taak van de Eerste Ka
mer niet lag 'in het stichten van het goede, maar in
het voorkomen van het kwade'. De Kamer moest
waken tegen de waan van de dag door al te radica
le voorstellen van de Tweede Kamer, die sinds
1848 rechtstreeks werd gekozen, tegen te houden.
De discussie over nut en noodzaak van de Eerste
Kamer komt af en toe weer op. Zonder veel resul
taat overigens, alles blijft bij het oude. „Onder het
tweede kabinet-Kok was er een discussiestuk van
minister Peper van Binnenlandse Zaken", zegt dr.
Bert van den Braak, „er was wel een beetje over
eenstemming dat sommige dingen niet gelukkig
zijn, maar er is geen enkel uitzicht op verandering
omdat daarvoor de benodigde tweederde meerder
heid ontbreekt." Van den Braak is gepromoveerd
op de geschiedenis en betekenis van de Eerste Ka
mer. Als voorbeeld van de patstelling rond de Se
naat noemt Van den Braak het verlenen van een te
rugzendrecht aan de Eerste Kamer. Die kan dan
wetsvoorstellen voor wijziging terugsturen naar de
Tweede Kamer. Van den Braak: „Daar zou een
meerderheid voor te vinden zijn. Maar de vraag is
dan wie er over het gewijzigde wetsvoorstel het
laatste woord heeft, de Eerste- of de Tweede Ka
mer? CDA en WD vinden dat het voorstel dan te
rug moet naar de Eerste Kamer, de linkse partijen
vinden van niet."
Ook is niet iedereen gelukkig met de getrapte ver
kiezingen, maar ook hier geldt dat er geen meerder
heid is om dat te veranderen. Voorstanders vinden
rechtstreekse verkiezing van de Senaat democrati
scher, maar tegenstanders vrezen dat de Eerste Ka
mer minder afstand kan nemen tot de dagelijkse
politiek als ze tegelijk met de Tweede Kamer wordt
gekozen.
Waarmee het probleem van de getrapte verkiezing
blijft bestaan: als je, bijvoorbeeld, de PvdA-fractie
in de Staten slecht vindt en er niet op stemt, maar
wel wilt dat de PvdA in de Senaat sterk is, hoe
moet je dan stemmen? Van den Braak: „Je kunt je