jezondheid
'Praten over kanker
'S
Een goed
is nu makkelijker'
Slikken of doorspoelen?
1 8 Woensdag 28 februari 2007 PZC
HUISARTS door Paul van Dijk
Het zal ongeveer drie uur 's nachts zijn geweest toen de
telefoon ging. Met moeite kon ik horen wie er belde.
Het was meer zijn afgeknepen ademhaling dan zijn
stem die ik herkende aan de andere kant van de lijn. Meneer
Alberts. Of ik wilde komen. Ik was meteen klaarwakker, want
als Alberts belde was het echt serieus. Toen ik zijn slaapkamer
binnenkwam stond hij voor het open raam naar lucht te hap
pen, beide armen steunend op de vensterbank.
Hij heeft die nacht niet overleefd. Ik was er kapot van, long
kanker, straffe roker en vooral een aardige vent. Geen poespas,
een levenlang hard gewerkt en dan op je 66ste gaat de lamp
uit. Hij was nog van de oude stempel. Als we iets afspraken zei
hij steevast: „Dokter, komt in orde." Keurig verscheen hij altijd
op de controles voor zijn copd en later longkanker.
De dag na het overlijden werd ik gebeld door zijn dochter of
ik 's middags tijd had nog even langs te komen in het huis van
haar vader. Ze wilde me iets laten zien. Bij aankomst bracht zij
me naar een kast in de voorkamer. Achter een stapel hemden
en onderbroeken lag een immense hoeveelheid medicijnen:
voor minstens tien jaar inhala-
Vppl nafipntpn vnlopn tors die 'e Sebruikt bi) c0Pd en
veel patiënten volgen genoeg plaspillen voor een half
de adviezen van de dozi)n zorginstellingen. Al die ja-
ren dat we elkaar elke paar
huisarts niet op maanden zagen op het spreek
uur, nam hij keurig zijn recept
mee, ging naar de apotheek, om de medicijnen vervolgens in
de kast op te slaan.
Het lijkt een bijzonder verhaal, maar dat is het niet. In Neder-
land wordt een groot deel van de medicatie die een arts voor
schrijft niet ingenomen volgens voorschrift. Een aanzienlijk
deel wordt zelfs in het geheel niet ingenomen. Recepten wor
den niet opgehaald in de apotheek of worden, zoals meneer
Alberts dat deed, bewaard om de dokter niet voor het hoofd
te stoten. Weer anderen spoelen ze door de wc.
Ik ben dan ook niet verbaasd door de uitkomsten van het on
derzoek dat afgelopen week werd gepubliceerd door Centerda
ta. De adviezen van de huisarts worden door 56% van de pa
tiënten niet opgevolgd. De ondervraagden gaven aan dat de ad
viezen niet bij hun levensstijl aansloten. Vooral jongeren slaan
de voorschriften van de huisarts in de wind.
Adviezen van de huisartsen gaan overigens niet alleen over
medicijnen. Ze kunnen ook gaan over leefstijlregels, preventie
ve maatregelen of verwijzing naar een andere hulpverlener.
Is het erg dat onze adviezen zo slecht worden opgevolgd? Ik
vind van niet. Het is goed dat mensen hun eigen keuzes ma
ken. De arts die voorschrijft wat er moet gebeuren is uit de
tijd. Ie kunt als dokter hooguit adviseren wat vanuit jouw ken
nis het beste is om te doen. Betrokkene zal uiteindelijk zelf
zijn pad moeten kiezen.
Uit een ander recent onderzoek blijkt dat patiënten tegenwoor
dig goed geïnformeerd de spreekkamer binnenstappen. Inter
net is de belangrijkste informatiebron, direct gevolgd door fa
milieleden met een medische achtergrond. Ook de know how
van patiëntenverenigingen speelt een steeds grotere rol in de
voorkennis van de patiënt. Huisartsen moeten niet de illusie
hebben dat hun adviezen altijd de juiste en de beste zijn. Pa
tiënten eisen dat ook niet, getuige het feit dat 90 procent van
de Nederlanders dik tevreden is met de eigen huisarts.
Bij Thea Poppema (60) uit
Alkmaar werd twintig jaar
geleden borstkanker
geconstateerd. Na de eerste
amputatie is tien jaar
geleden ook haar tweede
borst weggehaald.
ommige vrouwen van
mijn leeftijd kunnen
misschien minder dan
ik, toch voel ik me niet
net zo gezond als vrouwen zonder
kanker. Ik ben optimistisch en in
de loop der jaren ook minder ang
stig geworden, maar ik voel mijn li
chamelijke gebreken.
Twintig jaar geleden had ik een
klein knobbeltje in mijn borst. Er
zijn een mammografie en een
punctie gedaan - een echoscopie
deden ze toen nog niet.
Tijdens de operatie bleek dat er
een groot gezwel zat. Mijn borst is
toen geamputeerd en de lymfeklie
ren in mijn oksel zijn weggehaald.
Ik ben bestraald en heb chemothe
Mensen die kanker
overleven, zijn tevreden over
hun bestaan. Sterker nog:
vrouwen bij wie tien jaar
geleden borstkanker werd
vastgesteld, voelen zich nu
net zo gezond als vrouwen
zonder kanker.
Dat blijkt uit onderzoek van
medisch psycholoog Floortje
Mols.
door Jessica van Ceel
illustratie Simone Golob
Niemand zal beweren dat
kanker het beste is dat
hem ooit is overkomen.
De Amerikaanse tour
winnaar -en ex-patiënt van teelbal-
kanker- Lance Armstrong daargela
ten. Maar nu de ziekte steeds beter
te genezen is en de groep ex-pa
tiënten groeit, blijkt dat zij de kwa
liteit van hun leven als goed waar
deren.
Kanker is een van de belangrijkste
doodsoorzaken in Nederland. Jaar
lijks sterven bijna 37.000 mensen
aan de gevolgen van de ziekte. Te
gelijkertijd groeit het aantal men
sen dat na een zware behandeling
als chemotherapie, operatie of be
straling kanker overleeft. De medi
sche kennis verbetert, maar ook
de vergrijzing zorgt voor een toe
name van het aantal ex-kankerpa
tiënten.
In 2000 waren er 366.000 mensen
met een verleden als kankerpa
tiënt. KWF Kankerbestrijding re
kende uit dat deze groep in 2015 is
uitgegroeid tot 692.000 personen.
Dat betekent in vijftien jaar bijna
een verdubbeling van het aantal
ex-patiënten. Vooral de groep van
65-plussers neemt toe.
Logisch dat er dan ook onderzoek
wordt gedaan naar de gevolgen
van kanker en de behandelmetho
den op de lange termijn. Opval
lend genoeg was zo'n onderzoek
tot nu toe alleen in de Verenigde
Staten gedaan.
De Tilburgse medisch psycholoog
Floortje Mols is de eerste Neder-
rapie gekregen. Daarna heb ik tien
hectische jaren gehad, omdat in de
andere borst ook telkens tumoren
zaten. Uiteindelijk heb ik mijn
tweede borst helemaal laten weg
halen om af te zijn van de onrust.
In mijn lijf, maar ook in mijn ge
zin.
Nu, jaren later, heb ik nog steeds
last van mijn arm. Ik heb een dik
ke lymfoedeem arm waar ik altijd
een strakke kous omheen moet
dragen. Dus ik val wel op als ik in
een T-shirt op de camping rond
loop.
Maar ik heb ermee leren leven. Ik
kan geen zware boodschappen dra
gen en mijn kleinkinderen niet op
tillen.
landse wetenschapper die onder
zoek deed naar de levenskwaliteit
van kankerpatiënten. Zij keek zo
wel naar de psychische als fysieke
kant. Aanstaande vrijdag promo
veert ze op haar onderzoek 'Over
leven of leven? Kwaliteit van leven
na kanker'.
Mols onderzocht aan het Integraal
Kankercentrum Zuid in Eindho
ven ruim tweeduizend (ex-)kan-
kerpatiënten die tussen de vijf en
vijftien jaar geleden de diagnose
borstkanker, prostaatkanker, baar
moederkanker of lymfeklierkanker
kregen te horen. Ze koos voor de
ze soorten kanker, omdat ze rela
tief vaak voorkomen en betrekke
lijk goed te genezen zijn. Bijna
tachtig procent vulde de vragen
lijst in.
Mols: „Als er kanker wordt gecon
stateerd, krijg je alle aandacht en
behandelingen die nodig zijn.
Daarna is er ook wel wat nazorg,
in ieder geval meer dan vroeger.
Maar na tien of vijftien jaar word
je niet meer als patiënt gezien, ter
wijl je nog best klachten kunt heb
ben."
Toch gaan de belangrijkste conclu
sies van Mols' onderzoek niet over
Floortje Mols
foto CPD
In het begin voelde het alsof ik
moest leven als een vrouw van
tachtig, terwijl ik pas veertig was.
Door de chemotherapie kwam ik
versneld in de overgang. Ik was
vermoeid en had concentratiepro
blemen. Dat heb ik nu nog steeds,
maar ik kan er beter mee omgaan.
Het grote voordeel van nu is dat er
makkelijker over kanker gepraat
wordt. Je kunt nu best in een gezel
schap zeggen dat je borstkanker
hebt gehad. Dat was vroeger niet
zo. Mijn ouders bijvoorbeeld von
den het lastig om erover te praten.
'Het gaat nu toch goed', zeiden ze
dan.
Als je kanker krijgt, moet je je le
ven anders inrichten. Je moet wen
nen aan je nieuwe 'ik', zowel licha
melijk als geestelijk. Maar niet al
leen in negatieve zin. Want je leert
bijvoorbeeld ook de echtheid van
mensen kennen. Je leert wie je
vrienden zijn en wie niet. En je
gaat dingen doen die je anders
niet gedaan zou hebben. Ik moest
eerder stoppen met mijn werk,
waardoor ik tijd kreeg voor mijn
hobby'szoals keramiek en brons
bewerken.
In het begin - als er net kanker is
geconstateerd - zeg je 'ik maak me
nergens meer druk om'. Maar later
word je toch weer een normaal
mens. Iemand die zich net als ie
dereen druk kan maken om kleine
dingen."