Allochtone politici
Trage opmars naar
hoogste bestuur
Er is gekozen voor kwalitei
J
12 Vrijdag 23 februari 2007 PZC
De regering presenteerde zich gisteren op het bordes. Met
Aboutaleb en Albayrak zijn twee allochtone Nederlanders
doorgedrongen tot het hoogste bestuur. Niet-westerse,
allochtone gezagdragers, wethouders van grote én kleine
gemeenten, lijken allen verrukt over de staatssecretarissen.
Maar let op de valkuilen! En: waarom duurde het zo lang?
Orhan Kaya.
Abdellatif Cherribi.
Hatice Can-Engin.
Rabin Baldewsingh.
door John Jas
antastisch!" Rabin Bal
dewsingh, de Haagse
PvdA-wethouder voor
Burgerschap, Leefbaar
heid en Media, is in
zijn enthousiasme soms even luid
als Prem Radhakishun, de tv-per-
soonlijkheid die ook van Suri-
naams-Hindoestaanse afkomst is.
De benoemingen van Nebahat Al
bayrak (Vreemdelingenbeleid) en
Ahmed Aboutaleb (Sociale Zaken)
zijn voor Baldewsingh onvermijde
lijk. „Het is een onmisbare stap
voor de emancipatie van de al
lochtoon. Een doorbraak, zo u
wilt! Okay, ze hebben de tijdsgeest
erg mee nu integratie van moslims
zo belangrijk lijkt. Maar so what
Het zijn mensen met voortreffelij
ke kwaliteiten. Dat weet iedereen."
Dat het eerste staatssecretariaat
van een niet-westerse allochtoon
mislukte - Philomena Bijlhout
moest in 2002 al na zeven uur wij
ken - wordt bestempeld als be-
drijfsongeluk. Nu overheerst blijd
schap. „Aboutaleb en Albayrak
zijn zeer ervaren, sociaal erg intelli
gent." Dus dat zit goed, vindt Ab
dellatif Cherribi (PvdA), wethou
der in Amsterdams stadsdeel De
Baarsjes. „Een belangrijk gevolg
van deze benoemingen kan zijn
dat het in de toekomst ondenk
baar wordt een regering te vormen
zónder allochtonen. Nederland
vindt het gewoon dat er in de rege
ring een behoorlijke vrouwelijke
inbreng is. Dat wordt ook snel van
zelfsprekend voor allochtonen."
Cherribi wil zich niet laten vast
pinnen op een specifiek aantal al
lochtonen dat in een regering zou
moeten. „Maar door niet-westerse
allochtonen terug te zien in de bo
venste bestuurslaag, schep je het
gevoel dat iedereen, ongeacht kom
af, kan bijdragen aan dit land."
Dat veel allochtone jongeren wei
nig op hebben met de politiek,
baart veel bestuurders zorg. De
overheid is nog steeds een erg
blank apparaat met een blanke tra
ditie. Oudere Surinamers, Antillia-
nen, Marokkanen en Turken we
ten beter dan voorheen de stem
bus te vinden, maar laten we de
jeugd niet vergeten, zegt Orhan Ka
ya (GroenLinks), wethouder Parti
cipatie en Cultuur in Rotterdam.
„Die moet je het gevoel geven dat
de overheid ook hun overheid is.
Aboutaleb en Albayrak zijn pio
niers. We moeten nu zeggen: kom
op, we gaan voor aanwas zorgen.
Eigenlijk hadden die honderddui
zenden emigranten al veel eerder
zichtbaar moeten zijn in regerings
kringen, zegt Kaya. „Het is zo lang
krampachtig gegaan. Zo traag. Bij
veel politieke partijen kost het veel
tijd voordat een allochtoon ver
trouwd is met de mores. En daar
krijgt hij of zij niet veel hulp bij."
Hoewel de blijdschap bij alle wet
houders overheerst, plaatsen ze
wel degelijk ook kanttekeningen.
Vooral over het uitgebleven minis
terschap voor Aboutaleb. „Het
blijft vreemd", zegt Cherribi. „Als
iemand ministeriabel is, is hij het.
Ik vraag me af of ze de stap in Den
Haag te groot vonden." Voor Bal
dewsingh is het weer onbegrijpe
lijk dat er geen Surinamer is ge
vraagd. „340.000 mensen. Al tien
tallen jaren aanwezig en nog geen
kopstuk op het Binnenhof Dat
moet Den Haag zich aanrekenen."
Ook de recente discussie over de
dubbele nationaliteit van de nieu
we bewindslieden is een kwestie
die de lokale bestuurders niet vro
lijk stemt. „Bijna onfatsoenlijk dat
uitgerekend bij hun voordracht dit
ter sprake komt. Was er dan eer
der over begonnen", zegt Hatice
Can-Engin (PvdA), wethouder
van Gilze en Rijen. Ze heeft haar
partijgenoten gefeliciteerd met
hun nieuwe baan. Ze kent beiden.
„Dit is een geweldig signaal. Als de
ze mensen slagen, betekent het dat
we ook meer allochtonen op hoge
posten in het bedrijfsleven krijgen
en in een sector als de zorg."
Toch zullen er meer valkuilen zijn
dan voor anderen. Vooral allochto
nen zullen hoge verwachtingen
hebben, waarmee omzichtig zal
moeten worden omgesprongen.
Overig Nederland let waarschijn
lijk ook extra goed op. „Het wor
den rolmodellen die zich meer zul
len moeten bewijzen dan colle
ga's", zegt Baldewsingh. „Misstap
pen worden breder uitgemeten."
Cherribi heeft een tip: „Wees zo
transparant mogelijk." Can-Engin:
„Ga nooit uitsluitend af op wat je
ambtenaren zeggen. Vergeet zo nu
en dan de eigen (allochtone) ach
terban en vraag je Nederlandse
vrienden en kennissen gerust om
advies als je het nodig vindt tac
tisch te handelen in een zaak waar
het gaat om gebruiken en gewoon
tes. Of als je niet vertrouwd bent
met de sociale gevoeligheden. Zeg
dat ook gelijk, dat waarderen Ne
derlanders."
door Joost Bosman
De eerste niet-westerse al
lochtonen op het hoogste
niveau zijn Ahmed
Aboutaleb en Nebahat Albayrak
niet. LPF'er Philomena Bijlhout
(van geboorte een Surinaamse)
werd in de zomer van 2002 aange
steld als staatssecretaris voor
Emancipatiezaken. Maar het was
afgelopen, toen na enkele uren
bleek dat ze onjuiste informatie
had gegeven over haar lidmaat
schap van een Surinaamse militie
die mogelijk betrokken was bij de
Decembermoorden in 1982. Haar
opvolger was eveneens een allocht
oon: Khee Liang Phoa, van geboor
te een Chinees. Maar ook hij maak
te het niet lang, doordat het eerste
kabinet Balkenende al na drie
maanden uiteenviel door voortdu
rend gekrakeel binnen de LPF.
Aboutaleb en Albayrak lijkt een
langer politiek leven beschoren.
De vraag is echter, waarom in ie
der geval niet één van beiden een
hoofdprijs heeft gepakt, het minis
terschap. Aboutaleb was daarvoor
nadrukkelijk in de race. Toch koud
watervrees bij de PvdA om een al
lochtoon op de hoogste positie te
zetten? Lisette Dekker van het In
stituut voor Publiek en Politiek
(IPP) betwijfelt dat. „Aboutaleb
werd genoemd voor Sociale Za
ken, maar die post ging uiteinde
lijk naar het CDA. Daarna werd
Onderwijs genoemd, maar daar
voor had de PvdA met Ronald
Plasterk al een ijzersterke kandi
daat. En omdat Aboutaleb als wet
houder van Amsterdam wél de
praktijk van Sociale Zaken kende,
was hij uitermate geschikt voor
dat departement. Zeker om tegen-