Gezondheid
De dag van morgen:
'Eén groot zwart gat'
Cola, bier en haring: zo ga je
Een dagje op de dokterspost
1 6 I Woensdag 21 februari 2007 PZC
HUISARTS
door Marieke van Schie
Van de tientallen
patiënten konden er
vijf echt niet wachten
De dokterspost in het ziekenhuis waar ik geregeld een
weekeinddienst draai, is verhuisd. Ik zie bordjes in de
wachtkamer, waar begrip wordt gevraagd voor de te
verwachten wachttijden, die kunnen ontstaan kunnen vanwe
ge patiënten die doorgestuurd worden vanuit de EHBO van
het ziekenhuis. De wachtkamer is leeg, achter een glazen
wand zie ik de twee assistentes. bent op het juiste adres,
welkom", zeggen ze en gaan me voor naar de mij toebedeelde
spreekkamer. Een klein hokje, een onderzoekbank, bureau en
twee stoelen, een wastafel en een computer.
Ik log in en kom de namen tegen van patiënten die zich ge
meld hebben in het andere ziekenhuis hier in de stad en in de
loop van de middag hier verwacht kunnen worden. Het zijn
er niet heel veel. Dit is een soort luxe spreekuur in het week
end waar in tegenstelling tot mijn eigen huisartsenpraktijk
door de week, geen wachttijd is.
Het eerste kindje meldt zich. „Marion heeft oorpijn, ik geef al
twee dagen neusdruppels en pa
racetamol, maar ze heeft van
nacht slecht geslapen. De koorts
is overigens sinds vanmorgen ge
daald. Maar voor het vannacht
weer mis gaat, laat ik liever even
kijken", zegt moeder. Marion is
zeven jaar. Ze laat gedwee in haar oren kijken. „Het linkeroor
is doorgebroken, ik zie allemaal geelwit vocht, het rechteroor
is schoon", kan ik moeder vertellen.
„Antibiotica zijn niet nodig, ze heeft het ergste achter de rug.
Gaat u door op de ingeslagen weg, dan komt het waarschijn
lijk goed. Mocht ze dinsdag nog steeds klachten hebben, ga
dan nog een keertje langs bij de huisarts." Tevreden vertrek
ken moeder en kind. „Ik ben zelf ook tegen antibiotica", zegt
moeder nog als ze de deur uitgaat.
Dan zie ik een bekend gezicht. Vader, moeder en twee kinde
ren uit mijn praktijk. Khalid, de jongste van twee jaar, gilt van
ellende. Ze zijn doorgestuurd door de EHBO, waar ze binnen
waren gelopen. Khalid heeft kokende olie over zijn voet en
arm gehad. De huid is rood, ik kan hem door de pijn nauwe
lijks onderzoeken. Vader staat er boos en hulpeloos bij, moe
der tracht hem te kalmeren.
Khalid is een kind uit een probleemgezin. Vader is nog geen
veertig jaar, maar zit al jaren in de WAO. Hij komt uit een ge
netisch belaste familie met psychoses en schizofrenie. Moeder
heeft geen familie hier, ze kon door hem te huwen naar Neder
land wegkomen. Ze werkt in de ochtend en avond in de
schoonmaak. Khalid is het tweede kind. Watervlug, hij brengt
zijn moeder tot wanhoop, een kleine Ciske de Rat.
Het gezin is bekend bij Jeugdzorg, dat geen reden zag om hen
onder controle te houden. De buurtmaatschappelijk werker is
een schat en heeft hen onder zijn hoede. Vader is weinig
thuis, hij is of bij zijn moeder of in het koffiehuis. Hij is psy
chisch niet opgewassen tegen de situatie. Zijn vrouw is uitge
put. Er is geen geld voor een plaats op de crèche, wat juist
voor Khalid ideaal zou zijn. Hij leert thuis geen regels.
Nu heeft hij dus grote brandwonden. We koelen de plekken
eerst langdurig met water, en dan verbind ik het met brand
zalf „Paracetamol tegen de pijn en morgen langskomen op het
spreekuur ter controle", zeg ik als ze weg gaan. Ik neem me
voor morgen direct te bellen met de buurtmaatschappelijk
werker. Die crèche moet met voorrang gevonden worden.
In de loop van de middag stroomt het spreekuur vol. Een jon
ge vrouw meldt zich via de EHBO met de klacht dat ze per on
geluk thee heeft gezet van water met schoonmaakazijn en
daar een kopje van heeft gedronken. Kan dat kwaad? Ik kan
haar geruststellen.
Gek trouwens dat ze het niet heeft geproefd. „Bedankt hoor,
dat u even luisterde", zegt ze. Weer 76,40 euro! Een consult in
de huisartsenpraktijk kost slechts 9 euro, plus nog een bedrag
van minder dan twee tientjes per patiënt per kwartaal. Zou ze
beseffen hoe duur een dergelijk advies is? En een consult op
de EHBO is met 250 euro nóg veel duurder.
Van de tientallen patiënten die ik tussen 12 en 6 uur heb ge
zien, tel ik er hooguit vijf die niet konden wachten. De assis
tente moet vooraf in-
schatten hoe dringend
ze zijn. Maar niets is
moeilijker dan het be
oordelen van een ano
nieme groep patiënten
via de telefoon. Hoe het
wel moet? Dat weet ik
ook niet. Wel heb ik het
gevoel dat de drempel
om de dokter buiten
werkuren te consulteren
steeds lager wordt.
Ongewenst kinderloos, het
overkomt een op de twintig
stellen met kinderwens. Het
is een ingrijpende ervaring
die je wereld doet instorten.
Alphons en Suze uit Oss
zochten hulp bij de Stichting
Ambulante Fiom. „Je weet:
het blijft altijd zeer doen."
door Frank Hermans
illustratie Studio Tween
Alphons: „De vaste riedel
is dat je iemand tegen
komt, gaat trouwen, kin
deren krijgt en dan opa
en oma wordt. Als dit niet kan,
speelt dat je hele leven lang."
Suze: „Ik was 38 en had al twee
buitenbaarmoederlijke zwanger
schappen gehad. De gynaecoloog
zei: de kans dat u op een natuurlij
ke manier zwanger wordt is 60
procent, met ivf 30 procent. Dus
blijf maar proberen op de natuur
lijke manier. Terugkijkend zeg ik:
Onvruchtbaarheid: de cijfers
waarom niet allebei? Dan had ik
misschien wél een kind gehad.
Maar dat is achteraf"
Alphons: „We zijn er zolang mee
bezig geweest. We kennen elke gy
naecoloog in het ziekenhuis per
soonlijk."
Suze: „Sommigen zijn aardig,
maar er zitten ook absolute minku
kels tussen. Toen wij aandrongen
op verder onderzoek naar de oor
zaak, zei iemand: u gaat toch ook
niet met uw auto naar de garage
als-ie niks mankeert?"
Alphons: „Op haar 41e zei de arts
nog steeds: blijven proberen. Toen
zeiden wij: kom op, we hebben
het al drie jaar lang geprobeerd.
Zijn we niet gewoon te laat? Toen
bleek uit haar hormoonspiegel dat
ze geen goede eicellen meer had,
ook niet meer voor ivf Dat had
den we graag eerder geweten."
Suze: „Op het laatst hadden we
een vrouwelijke gynaecoloog. Heel
aardig, maar ze was hoogzwanger.
Dan denk je wel: waarom zij wel
en ik niet."
Alphons: „Er is bij familie en
vrienden soms maar weinig be
grip voor je verdriet. De minst
domme reactie die we hoorden:
'Aan wie ligt het?' De domste:
'Ach, dan zoek je toch gewoon een
andere partner'. Degene die dat
Stellen met kinderwens die na 1 jaar 'proberen' door de huisarts worden
doorverwezen: 1 op de 7.
Paren met kinderwens die uiteindelijk kinderloos blijven: 1 op de 20.
Heel grofweg ligt de oorzaak van onvruchtbaarheid voor een derde bij de
man, een derde bij de vrouw, een derde onverklaard.
In het UMC St Radboud, een van de dertien ivf-klinieken in Nederland,
zoeken 1100 stellen per jaar hulp. Van hen krijgt 70 procent alsnog een
baby: twee derde door ivf, een derde door andere behandelingen óf op
natuurlijke weg.
Niet alle vrouwen krijgen zomaar ivf omdat: dit duur is, er risico's aan kle
ven, en vooral omdat de kans om zwanger te worden op natuurlijke ma
nier zeker zo groot is als met ivf.
Vrouwen onder de 36 jaar met onbegrepen onvruchtbaarheid krijgen ivf
na minstens drie jaar 'proberen'.
Vrouwen boven de 36 jaar met onbegrepen onvruchtbaarheid krijgen ivf
na minstens twee jaar 'proberen'.
zei, hoort dus niet meer tot de
vriendenkring."
Suze: „Het is maar een select
groepje dat aardig en begripvol rea-
geert. De meesten vinden dat je
niet zo moet overdrijven, dat je je
er overheen moet zetten."
Alphons: „Stiekem in een hoekje
gaan zitten kijken naar de kinder
foto's, dat helpt niet echt."
Suze: „Ook zijn we vaker niet uit
genodigd voor sinterklaasfeestjes.
Mijn moeder die zegt dat ze met
de kinderen en kleinkinderen Sin
terklaas heeft gevierd, zonder dat
wij daar iets vanaf wisten... Men
sen hebben geen idee hoeveel pijn
ze je daarmee doen."
Alphons: „Het duurt lang voordat
je blij kunt zijn met de baby van ie
mand anders. Het is geen jaloezie,
maar het is toch onverdraaglijk als
alles bij die ander om die roze
wolk draait. Dat had jij ook zo
graag gewild."
Suze: „Je moet uitkijken dat het
niet je hele leven en je gedrag gaat
bepalen. Bij je broers en zussen is
dat wel het moeilijkste. Daar werd
ik bijna agressief Dat ik dacht:
hou op met dat gezeik over kinde
ren."
Alphons: „Bij elke reclame kun je
in tranen uitbarsten. Je hebt geen
idee hoeveel kinderen er op tv ko
men. Je moet ook eens opletten:
op elk formuliertje dat je invult,
vragen ze naar je kinderen."
Suze: „Misschien idealiseer je het
een beetje, maar wij weten ook
wel dat het lang niet altijd hosan
na is. Als ik een kind zie dreinen
en jengelen, denk ik ook: goddank
dat ik die niet heb. Maar ja, de
voordelen kenden we natuurlijk al
lang. Ook ouders met lastige kinde
ren zeggen toch: ik zou ze uiteinde
lijk niet willen missen."
Alphons: „Het is tussen ons wel
even moeilijk geweest, ja. Ik kan
me sessies herinneren dat we flink
gehuild hebben."
Suze: „Ik klampte me tot het laat
ste moment vast aan de kans om
zwanger te worden. Al was die
Gaat het nog een beetje? Of
voelen we ons zo gammel
als een uitgewoond pand na
een aardbeving? Tips van
carnavalvierende medici om
onze aswoensdagkater te
verjagen.
door Will Gerritsen
Het cliché der clichés als
het om katers gaat: voor
komen is beter dan gene
zen! Alleen hebben we
daar vandaag niets aan. Toen we
een eeuwigheid geleden aan carna
val begonnen, schuimden de heili
ge voornemens bijna over. Maar
toen we eenmaal goed aan de
gang waren, verdampten alle goe
de bedoelingen... Momenteel gaat
een regiment knuistige kerels met
een sloophamer onder onze sche
delpan tekeer. In de mondholte
ligt een uitgedroogde leren lap. In
de maag is in de nachtelijke uren
een krakende achtbaan opgetrok
ken waarop gierende treintjes af
en aan rijden. De darmen lijken te
zijn getransformeerd tot een spijs-
verterende Nürburgring.
De aswoensdagkater dus. Vraag:
hoe kunnen we dit monster verja
gen? Gelukkig bevinden zich on
der de fervente carnavalsvierders
ook medici, heelmeesters die na
de drie dolle dagen het klappen
van de Aswoensdagzweep kennen.
Over een trits tips hebben ze vrij
wel een unanieme mening, maar
een enkel discussiepunt blijft over.
Zoals de vraag of je vandaag één of
meerdere biertjes ter verdrijving
van alle onpasselijkheden zou
moeten nemen. De Maastrichtse
huisarts Frank Smits ontraadt de
carnavallist om vandaag te stop
pen met het bier. „Langzaam af
bouwen", is volgens hem het pa
rool. Plaatsgenoot Bary Bergh-
mans, gezondheidwetenschapper
en klinisch epidemioloog, ziet het
toch een slagje anders. Ja, hij kent
het vermeende 'recept' tegen de ka
ter: beginnen waarmee je geëin
digd bent. „Het is zeer de vraag of
dat zo goed is. Kijk eens, de kater
geeft toch echt aan dat je lichaam
wil dat je stopt met de veroorzaker
van diezelfde kater." De Roer-
mondse huisarts Dick Mooren
('fervent carnavalsvierder en ooit
jeugdprins') sluit zich hierbij aan.
Anderzijds moet volgens hem de
carnavalsvierder vandaag vette vis,
de traditionele haring, op het me-