Buitengebied Bij IJS vorst lag er op de dekens Natuurrijk erf is een uniek cadeau 1 6 Dinsdag 20 februari 2007 PZC De provincie wil een actieplan voor behoud van de historische Zeeuwse hoeves. Heel mooi, maar er is nog an der boerderij-erfgoed dat waard is voor het nageslacht bewaard te blijven: de geschiedenis van het leven en wer ken op de bedrijven. door Rinus Antonisse Als ik denk aan de huisjes waarin de knechten of ar beiders woonden en de omstandigheden waarin de mannen en vrouwen op het land moesten werken, dan krijg ik het wel eens benauwd. In ieder ge val was het werken in de bieten in de herfst met zijn natte weersom standigheden lichamelijk ontzet tend zwaar. Veel arbeiders deden dat om meer te verdienen 'in het aangenomene'; dan werden zij niet per uur betaald, maar naar de oppervlakte die zij bewerkt had den. Vrouwen en kinderen moes ten dan ook meewerken. Herinneringen van Chiel Smalle- gange aan zijn jeugd op hoeve Welgelegen. Die ontstond ruim vierhonderd jaar geleden in de Maagspolder bij Krabbendijke. Hij schreef ze op in een dik boek, spe ciaal voor de kleinkinderen van zijn ouders, Iman Johannis Smalle gange en Jacoba Janna Geertruida de Koeijer. Vanaf het ontstaan in 1596 tot de Februariramp 1953, om dat die voor hem als breuklijn in de tijd geldt. De omstandigheden tijdens het dorsen in de schuur waren nauwe lijks beter. „Ik weet nog dat een ar beider die veel last had van astma, elk jaar al na twee dagen dorsen ziek werd. Maar elk jaar ging het weer hetzelfde, er werd niet over nagedacht om voor die man ander werk te zoeken. Ook door mijn va der niet", schrijft Smallegange (1943), die tot zijn twintigste op Welgelegen verbleef en nu in Wad- dinxveen woont. Hij heeft de geschiedenis tot in de tail nageplozen. De verschillende eigenaren passeren, tot en met de huidige bezitter, de familie Lens hoek (sinds 1895) en de komst van de eerste Smallegange als bedrijfs leider op Welgelegen in 1913. Machiel en zijn vrouw Mariete Koeman kwamen van Oud-Sab- binge. Zij kregen dertien kinde ren; zoon Iman werd later bedrijfs leider. Officiële gebeurtenissen zijn altijd nog wel in de archieven terug te vinden, persoonlijke herinnerin gen doorgaans niet. Hoe was het leven op zo'n oude boerderij zes tig jaar geleden? Wonen in een echt boerenhuis, met een woonka mer met veel tegeltjes en een kas- tenwand waarin bedsteden en een kelder met opkamer erboven. En een grote zolder, waar slaapka mers waren. „We probeerden er over de balken heen te volleybal len. Mijn ouders vonden dat niet goed, want het leek net of het hele huis in elkaar donderde, zo geho rig was het." Bij vorst lag er altijd ijs op de dekens. Voor het huis no tenbomen en een kastanjeboom. Kort na de komst van Machiel op Welgelegen stortte Lenshoek zich op de verwerking van cichorei (voor bereiding van koffie). Er werd bij Krabbendijke een fabriek voor gebouwd, maar een succes was het niet. Bieten, tarwe, erw ten en aardappelen boden meer ze kerheid. Met rode oortjes keek Chiel toe hoe zijn vader met commissio nairs over de prijs van te verkopen gewassen onderhandelden. Loven en bieden en soms even met 'baas' Lenshoek bellen. En de mo menten als werd afgerekend. „Daarbij werd meestal wel gedron ken op de goede afloop. Dan kwam je iets meer te weten dan goed was voor de oren van een kleine jongen." Wel en Wee op Welgelegen in Krab bendijke. Nadere informatie bij Chiel Smallegange, 0182-614401 of chiel.smallegange@tip.nl. NAMEN De Papemuts De Tachtigjarige Oorlog speelt nog steeds een rol in al lerlei naamgeving. Die lange krijg was een strijd om onaf hankelijkheid én godsdienst oorlog. De protestanten in ons land vochten voor erken ning van hun visie op het Christelijk geloof Ook in de naamgeving van onze boerde rijen vind je allerlei sporen daarvan terug. De Papemuts - bij buurt schap de Koekoek in de Zak van Zuid-Beveland - is er een bewijs van. In de plaatsen waar de bevolking protestant was geworden, kwam ook de kerk in protestantse handen. De katholieken mochten - zij het oogluikend - diensten houden op boerderijen waar ruimte was (bijvoorbeeld op de zolder van het huis). Die aangewezen hoeves werden kerkhoeves genoemd. Op boerderijen die deze bestem ming niet hadden, mocht dat niet. Maar de praktijk was na tuurlijk sterker dan de regel, zeker zo'n 50 a 60 jaar later. Toen er op een zondag inspec tie kwam op een hoeve waar - zo dachten de wetsdienaars -illegaal een dienst gehouden was, troffen ze na lang zoe ken alleen een kerkelijk hoofddeksel aan. De boer die ze rondleidde liet hen hoffe lijk en in goed Zeeuws alle hoeken en gaten van de boer derij zien, maar behalve dat Roomse hoofddeksel was er niets te vinden. De dienders verdwenen gefrustreerd, nage wuifd door hun gids. Die laat ste begroette met vreugde de man die aan de achterdeur rammelde. Dat was de echte boer die de illegale kerkgan gers via allerlei paadjes wegge leid had. De pastoor, die de rol van de boer gespeeld had, zette z'n kerkeklak weer op, en verdween met een 'Wees gegroet'. Sindsdien heet die hoeve de Papemuts. Gerard Smallegange Moerbeibessen lijken op bramen. Ze zijn rijp tussen half augustus en eind september. Het was destijds typisch fruit van de welgestelden. wekker wordt vervangen door een con cert van zangvogels, 's Avonds klinkt in de poel het gekwaak van 'boerennachte- galen', de groene kikker. De seizoenen worden veel bewuster beleefd." Ze vergeet allerlei handige tips en huis middeltjes niet. Zo beschermt huislook tegen blikseminslag, weren walnotenbo- men vliegen en zijn brandnetels nuttig als waardplanten voor rupsen. Eens wat anders is een moerbei; vroeger het fruit van de welgestelden. Wel even geduld hebben, pas na vijf, zes jaar komen er voor het eerst vruchten aan. Per provincie geeft Egberts aan wat het meest streekeigen is. Typisch Zeeuws noemt ze de heggen. Met meidoorn, van lieverlee ook vlier, sleedoorn, braam, es en hondsroos. In aparte hoofdstukken be steedt ze aandacht aan onder meer aan leg en beplanting, het onderhoud. Het natuurrijke erf. Praktische handleiding voor aanleg en onderhoud. Door Thelma Egberts. Uitgave Tirion, Baarn. Prijs 14,95 euro. door Rinus Antonisse Een natuurlijk erf zit vol planten en dieren. Het is een uniek cadeau voor bewoners en omgeving, vindt Mieke van Heuven, directeur van Landschapsbeheer Nederland. Wie een beetje ruimte heeft rond huis en ge voel heeft voor historie en het streekeige ne, kan de proef op de som nemen. Het boek Het natuurrijke erf van Thelma Eg berts is daarbij een goede gids. Trouwens, ze zijn op veel plaatsen in Zee land, vooral op oude boerderijen, nog al tijd aanwezig. Die historische erven kun nen prima als voorbeeld dienen. Want waar gaat het bij een natuurrijk erf om? Inheemse beplanting, met in elk geval heggen en hoogstamfruitbomen. Een moestuin, een grasveld (bleek), een sier- tuin, een drinkput (vate), wat takkenril- len (musters). Ook wat huisdieren (kip pen, schapen) en de wilde dieren en in secten komen vanzelf Egberts schrijft er lyrisch over. „Wonen op een natuurrijk erf is een belevenis. De Hoeve Welgelegen foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 16