Geld en werk Fiscus dit jaar extra gespitst op bijleenregeling De beurs en de huizenprijs Spaar-, leven- of een beleggingshypotheek 14 Dinsdag 20 februari 2007 PZC De vraag die knaagt in het achterhoofd van iedereen die nu een huis - of een groter huis - wil kopen is: inves teer ik niet net nu de prijzen een piek hebben bereikt? Zitten we niet op een prijzenbubbel, aangejaagd door angst voor rentestijging, voor afschaffing van de hypotheekrenteaf trek, of door het modieuze idee dat een huis bezitten beter is dan het te huren? Begrijpelijk. Maar ik moet meteen denken aan die doorgewin terde huisjesmelker die ik ooit sprak. „Mensen vinden de hui zen altijd duur", zei die. „Als de prijzen een paar jaar aaneen gestegen zijn, zeggen ze: dit moet een keer ophouden. Als ze dalen is het: pas op, het zakt nog verder." In feite zegt deze 'ervaringsdeskundige': huizenprijzen weer spiegelen altijd wat mensen nét kunnen en durven te betalen. De jaarlijkse woonlasten in verhouding tot het inkomen, daar gaat het om. Althans voor huizen in lagere en middensegment van de markt; aan de bovenkant, waar huizen een miljoen eu ro of meer kosten, spelen andere factoren. In een grote stad als Amster dam, waar de huizenmarkt voor namelijk in handen is van wo ningbouwcorporaties, en waar minder dan twintig procent van de huizen beschikbaar is voor de vrije markt, zie je dat heel scherp. Het aanbod is klein en ligt vast. Er is schaarste. De vraag wordt bepaald door inkomens en rentestanden, maar óók door de financiële reserves van de potentiële kopers. En die hangen natuurlijk nauw samen met het beursklimaat, en de omvang van uitgekeerde bonussen. Neem een flink huis in de Amsterdamse grachtengordel of in Zuid. Als dat in 1999 een miljoen opbracht, kon het vier jaar la ter, toen de beurs een dieptepunt bereikte, met moeite voor ze ven a acht ton verkocht worden. Nu de rijke Amsterdammer weer tevreden zijn effectenoverzichten bekijkt, doet een derge lijk huis 1,3 miljoen euro. In de 'middenmarkt', waar huizen 3 tot 5 ton kosten zijn zulke heftige schommelingen niet aan de orde geweest. De huidige prijsexplosie in de top van de markt is eigenlijk een zuiver voorbeeld van wat economen 'assetinflatie' noe men: prijsstijging die veroorzaakt wordt door een overschot aan liquiditeiten (het geld in portemonnee en op de bank) bij een specifiek publiek dat zoekt naar beleggingsmogelijkheden. Als aandelen en obligaties duur lijken, komen onroerend goed, maar ook kunst in beeld. Dat overstroom-effect is een typisch kenmerk van assetinfla tie. Ook binnen de huizenmarkt. Om bij het Amsterdamse hui zenmarkt-voorbeeld te blijven: sinds de grachtengordel en Zuid zelfs voor 'gewone' vier- tot vijfmaal-modalers onbereik baar is geworden, gaan die zoeken in aanpalende sub-top loca ties. De prijzen stijgen ook daar. Het geknaag in de achterhoof den van degenen die in die opkomende wijken kopen, moet dus gaan over de vraag: is de welvaart van onze toekomstige buren tijdelijk of blijvend. Ik gok op het laatste. Bert Bakker is financieel-economisch journalist De vraag wordt óók bepaald door de reserves van kopers Elk jaar maakt de Belastingdienst een thema bekend waar ze extra aandacht aan gaat besteden. Dit jaar is de fiscus extra alert op de zogenoemde bijleenregeling. door Jos van Rijsingen illustratie Aleid Landeweerd Er is veel discussie of de hypotheekrenteaftrek wel in stand kan blijven. Stukje bij beetje is er ech ter al aan deze aftrek ge morreld. De bijleenregeling is daar een voorbeeld van. In grote lijnen komt de regeling er op neer dat bij verhuizen naar een nieuwe wo ning de overwaarde uit de oude woning moet worden ingebracht. Indien dat niet gebeurt, is de rente over dat stuk van de lening niet meer aftrekbaar. Omdat veel mensen niet hun hele leven in hetzelfde huis blijven wo nen, krijgen de meeste huizenbe zitters er wel een of meer keren mee te maken. Op zichzelf valt natuurlijk wel iets te zeggen voor deze beperking van de hypotheekrenteaftrek. Tot 2004 kon men naar een nieuwe woning verhuizen en weer een zo hoog mogelijke hypotheek afsluiten. De overwaarde kon dan lekker aan an dere zaken worden besteed. Ge noemd werd altijd het kopen van een boot, maar in de praktijk wer den vaak andere bestemmingen ge- Ruim 9 miljoen belastingplichtigen kregen dezer dagen het aangiftebiljet 2006 in de bus. Een goed moment voor tips om niet te veel belasting te betalen. We doen dat in een korte serie. Vandaag deel 2: Bijlenen: wie een nieuw huis koopt moet de overwaarde uit de oude woning inbrengen. vonden zoals een nieuwe auto, droomvakantie of het helpen van de kinderen met een schenking. In het belastingformulier - tegen woordig meestal het elektronisch aangifteprogramma - komt men automatisch de vragen tegen die betrekking hebben op de bijleenre geling. Men zou kunnen besluiten deze vragen niet naar waarheid te beantwoorden, maar het risico is zeer aanzienlijk dat de Belasting dienst toch een keer achter de waarheid komt. De fiscus heeft sys temen om de aangiften op bepaal de kenmerken te controleren, bij voorbeeld een ander adres, ander hypotheekbedrag, etc. Dit jaar worden de aangiften waar in sprake is van die bijzondere wij zigingen van een speciaal kenmerk voorzien zodat de inspecteur weet dat extra gecontroleerd moet wor den op toepassing van de bijleenre geling. Zonodig wordt de aangifte - met boete - gecorrigeerd waar door niet meer alle betaalde hypo theekrente mag worden afgetrok ken. Die correctie kan met terug werkende kracht worden toege past tot het jaar waarin 'de fout' is gemaakt. Degenen die in 2006 voor het eerst een eigen woning kochten, hebben niet met de bijleenregeling te maken. Deze starters hadden na melijk geen 'eigen geld' uit een vo rige woning in te brengen. Wel moesten ze goed nadenken (zie tip 2 en 3) hoeveel eigen geld ze in de woning stoppen, want dat be paalt mede hoeveel hypotheek ze op een volgende woning kunnen nemen. Het startpunt voor parti culieren in de aangifte is vraag 13: 'Als u of uw fis cale partner in 2006 een eigen woning verkocht of een ei gen woningreserve had'. Als de be lastingplichtige na 1 januari 2004 een huis verkocht - bij deze aangif te dus in 2006 - moet hij via de aangifte uitrekenen hoeveel over waarde hij realiseerde na aflossing van de hypotheek (zie rekenvoor beelden). In het fiscale jargon heet dat het vervreemdingssaldo eigen woning en dat bedrag blijft onder de naam eigenwoningreserve vijfjaar lang staan. Bij aankoop van een nieuwe woning of bij een verbouwing moet dat bedrag eerst worden inge bracht alvorens een lening kan worden afgesloten waarvan de ren te aftrekbaar is. Iemand zou kunnen besluiten na verkoop van de woning eerst vijf jaar een ander huis te huren en daarna pas een nieuwe woning te kopen. Dan staat de eigenwoning reserve weer op nul en kan een maximale hypotheek worden afge sloten. Maar jongere mensen zullen niet gauw tussentijds vijfjaar gaan hu ren; zij stromen meestal op zeker moment door naar een duurdere woning. Indien zij bij de start voor Rekenvoorbeelden en begrippen alle bedragen in euro's Wie een spaar-, le ven- of beleggings hypotheek afsluit, sluit naast de hypo theek ook een kapitaalverzekering af Met de kapitaalverzekering kan onbelast een bedrag worden ge spaard, waarmee de woningschuld kan worden afgelost. De fiscus noemt dat bedrag de kapitaaluitke ring. De uitkering is onbelast tot maximaal de schuld op de eigen woning, met een maximum per persoon van 140.500 euro. Voor de vrijstelling moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: - De kapitaaluitkering moet wor den gebruikt om de eigenwoning- schuld af te lossen. - De verzekering moet worden af gesloten bij een verzekeringsmaat schappij. - De verzekering heeft een loop tijd van minimaal 15 jaar of tot het overlijden van de verzekerde. - De premies worden ieder jaar be taald en de hoogste premie mag niet meer zijn dan tien maal de laagste premie op jaarbasis. - De woning is eigendom van de verzekeringnemer of van degene met wie duurzaam een huishou ding wordt gevoerd. ■Pjj Op www.belastingdienst.nl kan de brochure Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen worden gedownload. Vervreemdingssaldo eigen woning: het bedrag aan 'eigen geld' dat overblijft bij verkoop van de woning. Het is de opbrengst van de woning minus de schuld (meestal hypotheek). Dit moet bij de aangifte worden opgegeven (vragen P 13b-e). In het dagelijks spraakgebruik wordt dit ook wel 'de overwaarde' genoemd. Rekenvoorbeeld 1 Verkoopprijs 275.000 Af: hypotheek 150.000 - Af: verkoopkosten5.000 - Vervreemdingssaldo 120.000 Eigenwoningreserve: het in rekenvoorbeeld 1 berekende vervreemdingssaldo wordt in de fiscale terminologie 'eigenwoningreserve' genoemd. Dit is het 'eigen geld' uit de oude woning dat gedurende vijfjaar moet worden ingezet bij aankoop van een nieuwe woning of een verbouwing. Voor dat bedrag kan geen hypotheek worden opgenomen, althans geen waarvan de rente aftrekbaar is. Rekenvoorbeeld 2 Koop nieuw huis Bij: kosten aankoop Af: eigenwoningreseve 450.000 40.000 490.000 120.000 - Max. eigenwoningschuid 370.000 Eigenwoningschuid: Het begrip 'eigenwoningschuid' (zoals in rekenvoorbeeld 2 berekend) is voor de fiscus de schuld waarvan de rente mag worden afgetrokken in box 1. Men mag best een hogere hypotheek nemen maar het meerdere heet geen eigenwoningschuid en is niet aftrekbaar in box 1, maar wel in box 3. In die box levert het alleen voordeel op van 1,2 procent als men veel eigen vermogen heeft (bij echtparen/samenwoners wordt over circa 40.000 euro geen vermogensrendementheffing geheven; in rekenvoorbeeld 3 zou een echtpaar pas maximaal profiteren van de aftrek in box 3 bij een eigen vermogen van minstens 90.000 euro).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 14