Rombley wil vooral genieten v11 'Ik heb geen last van het imago van dat blije meisje' Edsilia koos voor liedjes van Tjeerd Biografie PZC Zaterdag 17 februari 2007 mensen, voor publiek, ben ik nooit bang. Ik schrik niet van een camera of een rood lampje dicht bij mijn gezicht. Mijn moeder vindt dat nog altijd ongelooflijk. Als kind hing ik aan haar been. Niemand mocht me aanraken. ]e hoefde maar naar me te kij ken of ik begon al te huilen." De grote ster thuis was haar zus, die in een Antilliaans bandje zong. „Ik was het kleine zusje dat tijdens repetities in de weg liep. Tot ik een keer hard meezong en iemand zei dat ik mijn mond moest houden. Ha! Dat was voor mij het moment om me te gaan bewijzen. Waarschijnlijk had ik al wel de klank, het geluid. Die valsigheid kwam omdat ik maar wat deed. Ik ging trainen, door eindeloos te luisteren naar gospelzangeressen en grote artiesten als Anita Baker." Ze durfde zelf in haar talent te geloven toen ze op haar dertiende meedeed aan een talentenjacht van haar voetbalvereni ging. „Ik zong een liedje van Oleta Adams, en iedereen stond versteld. Ik werd met een gevraagd op te treden tijdens een feest van vierhonderd man. Op mijn vijftiende zong ik in de meidengroep Dignity, een vriendin had me overgehaald. Ik ben altijd meegesleurd door anderen; mijn moeder gaf me later op voor de Soundmixshow." Waar was jij, al die tijd. Waar was jij, toen ik jou nodig had (uit: Waar was lij) „Ik was aan het koken en Tjeerd (Ooster huis, haar echtgenoot, red.) zat te pingelen op de piano. Hij speelde een melodie die schreeuwde om drama, drama. Opeens be gon ik te zingen: 'Waar was jij, al die tijd?' Ja, het lied gaat over mijn vader, maar ik ken nog veel meer mensen met geschei den ouders. Ik nam ook hun verhalen mee toen ik de tekst schreef." „Mijn moeder was een alleenstaande vrouw met drie kinderen, mijn vader ging al heel vroeg weg. Hij verdween niet hele maal uit mijn leven, kwam nog wel af en toe langs, maar je wilt je vader in de buurt hebben op het moment dat je je rapport krijgt of als je ziek bent. Het is leuk als hij een nieuwe fiets brengt, maar dat schept nog niet de band die je wilt hebben." „Die melodie van Tjeerd bracht dat gevoel naar boven. Ik wist zelf niet eens dat het in me zat, soms heb je ergens meer last van dan je zeifin de gaten hebt. Ik begon te zingen 'waar was jij' en dacht tegelijker tijd: Over wie heb ik het nu? Dat is best schrikken." "W" k ben nooit iets tekortgekomen. I Mijn moeder naaide wat moois I voor me als we geen kleren kon- I den kopen, en ik ben er heel zelf- •JL. standig en begripvol door gewor den. Als vriendinnen klaagden over hun ouders, zei ik: Jij hebt tenminste een vader die naar het voetbal komt kijken. Mijn ouders waren er niet. Antilliaanse ouders houden niet van kou, die gaan niet op za terdagmorgen vroeg langs de kant staan." „En mijn moeder was dan ook veel te moe van een zware werkweek. Ze ontwikkelde in een fabriek foto's. Als we uit school kwa men, was ze er niet. We hadden de wild ste kinderen kunnen worden, want we werden heel vrij gelaten. Als mijn moeder thuiskwam, had mijn zus al gekookt en mijn broer paste op me. 's Avonds gingen we met zijn drieën gezellig kaarten, dat mis ik soms." Het contact met haar vader blijft beperkt tot een enkele kerst- of verjaardagskaart. „Misschien dat hij Waar was Jij straks op de radio hoort en denkt: over wie gaat het eigenlijk?" Een beschuldiging is het niet. „Hij mag het ook zien als compliment. Misschien dacht hij wel: Ze hebben het toch goed met de moeder, ze hebben mij helemaal niet nodig." Waar is die kracht, waar men op wacht, een kracht die alle zorgen weghaalt (uit: Het Gaat Maar Door) „Veel mensen zien mij als dat giechelende meisje, maar ik besef heel goed dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. rig gaan zitten doen?" De waarheid bereikte me heel onverwacht, jij was dus veel dichterbij dan ik dacht (uit: Meer dan Ooit) Meer dan Ooit is volgens de platenmaat schappij een persoonlijk statement van een vrouw die weet waar ze voor staat, maar bovenal een liefdesverklaring aan echtgenoot Tjeerd Oosterhuis. „Ik ken Tjeerd via zijn zus Trijn (ook zangeres, red.). We kwamen elkaar tegen bij optre dens en deden soms jamsessies. Met Trijn had ik al het zusjesgevoel, lang voordat we familie werden." „Eigenlijk hebben Tjeerd en ik het keurig volgens het boekje gedaan. De eerste twee jaar waren we vrienden. Dat is heel goed, want dan leer je iemand in zijn gewone doen kennen. Als je verliefd bent, doe je je toch anders voor." Afgelopen zomer zijn ze na ruim zes jaar getrouwd. „Mijn vorige vriend studeerde medicijnen, hij kwam thuis met verhalen over proefjes die hij had gedaan. Dat was ook leuk. Het is fijn dat Tjeerd in de mu ziek zit Hij gaat nooit mee naar optredens, dus is er wel altijd iemand die vraagt hoe Het Gaat Maar Door heb ik geschreven op een maandagavond. Ik zag op tv dat asiel zoekers op een veldje in Winterswijk slie pen. Van een familie in de buurt hadden ze een tent gekregen, bij een ander gezin mochten ze tandenpoetsen, 's Avonds bracht een ander nog een bordje eten. Ver donk liet ze maar wachten. Het jongste kind was pas twee jaar. Vooral de blik in de ogen van de vader van het gezin trof me. Hij was zó kwaad, en ik begreep hem goed. Die onrust, dat je elke dag opstaat en niet weet of je mag blijven. Is dit Neder land, vroeg ik me af. Ik heb gehuild - joh, ik kan zó erg huilen - en ben gaan schrij ven." „Ik heb geen last van het imago van dat blije meisje. Ik bén ook een heel positief persoon. Van negativiteit word ik heel ver drietig. Het is oneerlijk verdeeld in de we reld. Als ik een tv-tje heb (Edsiliaans voor een gastoptreden in een tv-programma, red.), laat ik dat niet zien. Dat zijn leuke dingen, waarom zou ik daar zuurpruime- het was. Dit album hebben we samen op genomen, in de studio in ons huis. We hielden ons aan een strak schema. Meestal ging ik 's ochtends sporten, daarna doken we beneden de studio in. Om zes uur ging ik koken, na het eten gingen we om acht uur weer verder. Natuurlijk hebben we ook onze ruzietjes gehad. Ik kan enorm op mijn strepen staan. Lang duurt het nooit. Ik weet: we willen allebei het beste." Schoonzus Trijntje kwam soms ook wat inzingen. Vergelijkingen gaan mank. „We hebben een heel ander geluid: zij is heel sterk in het hoog, ik juist in het laag. Op al lerlei punten is ze veel verder dan ik; ze heeft honderdduizenden platen verkocht. Ik kan heel veel van haar leren, en zij ook wel wat van mij. Als ze met het Metropole Orkest optreedt, ben ik gelukkig voor haar. Ik ben niet eens jaloers op Marco Borsato die het Gelredome weet ik hoeveel keer heeft gevuld. Ik weet van mezelf ik maak geen grote stappen. Dat geeft niet. Zolang ik maar ieder jaar groei." Gemor bij enkele compo nisten over de opzet van het Nationaal Songfesti val, afgelopen zondag. Dat Edsilia Rombley uit gerekend voor drie num mers van manlief Tjeerd Oosterhuis koos, schoot hen duidelijk in het ver keerde keelgat. Compo nist Robert Fisher, eerder verantwoordelijk voor de inzending van Glennis Grace, My Impossible Dream, noemde het 'een merkwaardige vertoning' en vond dat hij en andere collega's van meet af aan kansloos waren. Ook com ponist Bruce Smith was uit zijn hum. Als we toch geen kans hebben, laat ons er dan geen energie in steken, morde hij. Edsilia Rombley reageer de nuchter. Zij had voor af bedongen dat ze zelf de keuze uit de voorselec tie van twintig liedjes mocht maken. Ze kon dus zelf bepalen welke nummers het beste bij haar pasten. En dat de keuze dan op echtgenoot Tjeerd valt, tja, dat is ei genlijk zo gek nog niet, vond Edsilia. „Hij weet het beste hoe ik me voel, wat bij mij past" Geboren op 13 februari 1978 in Amsterdam. 1996: wint Henny Huis mans Soundmixfinale als Oleta Adams. 1997: wint Europese finale van de Soundmixshow. 1998: Eindigt als vierde bij Eurovisie Songfestival in Birmingham met Hemel en Aarde. 2004/2005: Tournee met jazzmuzikant Michiel Borst lap, voorprogramma Bene- lux-tour Lionel Ritchie. Discografie: Thuis, Edsilia, Face to Face, Meer dan ooit. Sinds september 2006 ge trouwd met componist Tjeerd Oosterhuis.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 67