'Dit is mijn wereld niet meer' 'Mensen zouden meer een eigen mening moeten hebben' v2 Zaterdag 17 februari 2007 PZC Over alles heeft ze een mening, en die draagt zij graag uit. Via ingezonden brieven in het ochtenblad, op internet, en in het wijkkrantje natuurlijk. Omgangsvormen en ontpoldering, een snoepreisje voor gemeentebestuurders, de wethouder die in beschonken staat een verkeerszuiltje omver rijdt, de oudedagsvoorziening; ze denkt overal het hare van. En schrijft dat vervolgens op. „Descartes zei: 'Ik denk, dus ik besta.' Ik zeg altijd: 'Ik communiceer, dus ik besta'." door Willem van Dam foto Mechteld Jansen Aan tafel met een eigenzin nig type, Martha Blom (6o jaar, Goes). Een wa terval. Twee uur lang praat ze bijna aan een stuk door. Over idealen en korfballen, over de zegeningen van tweedehands spullen en over luiers. „Als ik goed met gym was geweest, zou ik nooit gewor den zijn wie ik nu ben." Pas nog trof ze een interessant stuk in de krant aan. Ging over gezondheid en hormonen. Vooral de laatste zin sprak haar aan - dat de aanleg tot homofilie reeds voor de geboorte bepaald is. Niet uitgesloten dat ze daar een ingezonden brief aan wijdt. „Want zoiets lijkt me goed voor Rouvoet om te weten." Ze is - zoals ze het zelf eens omschreef - het product van een 'uit de hand gelo pen bevrijdingsfeestje'. Mooie man, die vader van haar, verwarmingsmonteur en later bankloper van beroep. Donker haar dat met een dot Brillantine in mo del werd geboetseerd, licht gebronsd - een echte charmeur, ja. „Hij had iets van Prins Bernhard, diezelfde uitstra ling." In de oorlog 'raakte hij een beet je op drift, en moest hij overal onder duiken'. Hij was lid van de Communis tische Partij, maar werd 'daar uit ge gooid omdat hij Trotskistische ideeën had'. Haar moeder: grote vrouw, rood haar, sproeten. Ze had 'een fatsoenlijke oplei ding': Mulo, een boekhouddiploma. „Ze was een van de eerste vrouwen die bij de PTT allerlei technische dingen deed - verbindingen maken enzo." Martha Blom bracht haar kinderjaren door in de Amsterdamse Pijp, dezelfde buurt waar André Hazes opgroeide. „Het was zo'n wijk waarvan je vroeger nauwelijks durfde te vertellen dat je er woonde." Het gezin Blom bewoonde een etage boven een kruidenierswinkeltje. „We hadden het redelijk goed. We hadden hele spullen, hele kleren, hele schoe nen, we gingen soms op vakantie en mijn vader had een bromfiets van zijn werk." Ze lazen Het Parool en op zater dag De Waarheid. „Tot mijn vader vond dat Het Parool te rechts was ge worden. Toen abonneerde hij zich op Het Nieuws van de Dag, want dat was de goedkoopste krant, zo pragmatisch was hij ook wel weer." Aan tafel werd alles en nog wat bespro ken; de dagelijkse dingen, maar ook de toestand in de wereld. „De Hongaarse opstand in 1956. Ik weet nog dat mijn vader zei: 'Goed dat die Hongaren een keer op hun sodemieter hebben gekre gen, die fascisten'. En toen op school de slachtoffers van de opstand werden herdacht en alle kinderen moesten op staan, bleven een vriendinnetje - ook uit een communistisch nest - en ik als enigen zitten. Dat was wel iets om te dóén hoor, voor een meisje van tien." Sproeten en springhaar, weinig vriend jes en vriendinnetjes, 'geen-speel-op- straat-kind'. „Ik heb als kind rachitis ge had - de Engelse ziekte hé, kromme beentjes. Daardoor was ik ook niet goed met gym." Bij het korfballen werd zij altijd als laatste gekozen, bij het softballen werd ze steevast ergens in het verre veld geposteerd. „Als ik goed met gym was geweest, zou ik nooit geworden zijn wie ik nu ben. Ik moest het compenseren met andere dingen. Ik las veel, ging schrijven in het blaadje van de speeltuinvereniging, organiseerde van alles." Eigenzinnig, jazeker, ook in die tijd al. „Toen mijn moeder zwanger was van mijn broertje, heb ik alle kinderen op straat verteld, dat kindjes echt niet uit de boerenkool of van de ooievaar ko men, maar gewoon uit de dikke buik van hun moeder. Dat heeft een hoop boze moeders opgeleverd; 'Zoiets ver tel je toch niet?' Maar bij ons thuis werd ook over dat soort dingen vrijuit gesproken." Zelf zou Martha Blom nooit kinderen krijgen. Een bewuste keuze, zegt ze. „Ik heb het idee dat ik geen goede moe der geweest zou zijn; ik kan me niet zo hechten. Ik heb ooit eens tegen Vik (de man met wie zij bijna 30 jaar het leven deelt) gezegd: 'Als je kinderen wilt, moet je niet met mij verder gaan'. Veel mensen vinden dat egoïstisch. Maar waaróm heb je kinderen - dat is toch ook uit egoïsme?" Op de Montessorischool leer de zij 'kijken, luisteren en genieten'. „We gingen naar het ballet, het theater, het museum." Na de Montessorischool volgde het 'roemruchte' Spinozaly- ceum. „Tim Krabbé, Hans Blankert van het NOCNSF, Job Cohen - ze heb ben allemaal op het Spinoza gezeten. Als er een reünie is, kom, je ook allerlei mensen tegen die bij de televisie zit ten. Het grappige was - bij de laatste reünie kwamen ze allemaal op mij af, omdat ik toen in Het Lagerhuis (discus sieprogramma van de VARA) zat." Het Amsterdam van toen was een roe rig Amsterdam; de bestorming van het Telegraafgebouw, de Maagdenhuisbe zetting, de rellen rond het huwelijk van Beatrix en Claus. Nee, zelfheeft ze nooit rond het Lieverdje gedanst. „Ik vond het prima, hoor, Provo en die witte fietsen enzo. Maar ik was meer politiek actief Ik was lid van de Socia listische Jeugd, protesteerde tegen de A-bom, zette me in voor de NVSH." Natuurlijk was ze wel eens te vinden op een teach-in en natuurlijk was ze - bloemetje op de wang gepenseeeld - present bij de hippiemanifestatie High in de Rai. Maar zelf een joint roken? Geen sprake van. „Ik heb nooit een stickie gerookt. Niet dat ik zo'n braaf meisje was, hoor. Ik ben heus wel eens wakker geworden naast iemand van wie ik dacht: wie is dat en waar ben ik?" Na drie jaar HBS had ze het Spinoza verlaten. Talloze baantjes, variërend van kassière bij een winkel in dame smode tot demonstratrice van kan toormachines. Twintig was ze toen ze trouwde. Tweeëntwintig toen ze scheidde. Eind jaren zeventig kwam Martha Blom in Zeeland terecht. Ze werkte bij de Dienstenbond FNV, in het ziekenhuis in Vlissingen, bij ar beidsvoorziening, bij de Bouwbond FNV, de SVRZ, uitzendbureaus. „Ik kon niet érgens komen werken, of ze gingen reorganiseren." Ze begon een eigen bedrijfje: de Lea se-Luier Express. In haar witte Mitsubishi-bestelbusje karde ze de hele provincie door om volgepoepte katoe nen babyluiers op te halen en schone af te leveren. „Het was hartstikke leuk, maar ook zwaar; het was zak er in, zak er uit. En volcontinu, hé? Nooit eens vakantie. In het begin was het lucra tief- Maar op een gegeven moment kwam er een nieuwe fabriek in Delf zijl, Huggies, en ontstond er tussen de papierenluierfabrikanten een grote prij zenslag. Toen was het gauw gedaan." Ze begon Het Laatste Woord, een on derneminkje - op humanistische grondslag - dat zich toelegde op uit- vaartbegeleiding. Erg hard liep dat niet. „Ik was niet zo wervend bezig." Koffie? Een tweedehands koffiepot komt op tafel. Gekocht bij het Leger des Heils. Dat zit hier vlak achter, altijd handig als er iets vervangen moeten worden. En kijk eens goed naar de ta fel - gemaakt uit oude vloerdelen van de gesloopte Prins van Oranje. Zo la veert het gesprek vanzelf naar de stich ting Zuinigheid met Stijl, een clubje dat het consuminderen prefereert bo ven het consumeren. Blom was in Zee land een paar jaar lang de ambassadeur van de 'vrekkenclub'. „Ik had me nooit gerealiseerd wat voor een media-effect dat zou hebben. Vik en ik zaten op het laatst voor een fotograaf van de Nieu we Revu met z'n tweeën met een spaarpot op de Oosterscheldedijk. Zo'n zuunige Zeeuwse van de vrekkenclub, ja, dat wilde wel. Tot en met de Russi sche radio hebben we aan de telefoon gehad, ja, echt. Nog niet zo heel lang geleden sloot ze zich bij de SP aan. „Toen ik in Zeeland kwam wonen, was ik lid van de PvdA, maar op den duur werd dat een beetje een regentenpartij en ben ik naar GroenLinks overgestapt. Daar liep ik met mijn moeilijke rug net zo lang foldertjes in brievenbussen te doen tot ik niet meer overeind kon, maar wie kwamen er op de verkiesbare plaatsen - allemaal mensen die ik nog nooit had gezien. Dus dacht ik: Ook dit is niet mijn club." Het milieu is haar altijd ter harte ge gaan. En nog. „Maar als de mensen nu een nieuwe kerncentrale willen, moe ten ze dat zelf maar weten. Het zal mijn tijd wel duren. Ik ben altijd actief geweest in allerlei dingen, nu mogen andere mensen dat doen. Dit is mijn wereld niet meer. Het zijn de jonge mensen die moeten bepalen wat er gaat gebeuren." Haar ideale samenleving? „Iedereen moet een fatsoenlijk bestaan kunnen leiden, een krantje kunnen lezen, af en toe eens kunnen genieten. Ik zie dat veel mensen niet krijgen waar ze recht op hebben. Een heleboel mensen heb ben het beroerd, terwijl dat nergens voor nodig is. Als ik zie wat we aan de fensie uitgeven, wat er in Irak gebeurt, hoeveel mensen achter allerlei figuren aanrennen; mensen zouden meer moe ten nadenken, ze zouden eens meer een eigen mening moeten hebben." Martha Blom Naam: Martha Johanna Blom Geboren: 12 april 1946, Amsterdam Woonplaats: Goes »- Opleiding: drie jaar hbs; Nederlands recht aan de open universiteit; socia le verzekeringen Burgerlijke stand: sinds '78 samen wonend met Viktor Meyer Werkte (onder meer) voor: Dien stenbond FNV, Arbeidsvoorziening, Bouwbond FNV, Lease Luier Express Greep uit andere functies: was voor zitter van Omroep Zeeland, coöridi- nator van de stichting Zuinigheid met Stijl Huidige bezigheden: vice-voorzitter van Wijkbelangen Goes-oost, secre taris van de Vrouwen Advies Com missie (VAC), hoofdingeland van het waterschap Zeeuwse Eilanden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 58