Natuur helpt de schelpdierkweek Ophokplicht jaagt pluimvee in de pan door Rinus Antonisse Zo'n milieuprijs is natuurlijk best leuk, erkent Gijs van Zonne veld, hoofd Groene Ruimte van de ZMF. „We zijn altijd zoe kend naar manieren om te laten zien dat je ook opbouwend aan de slag kunt als het om natuur en milieu gaat, zoals met de kokkelproef. De prijs is een waarde ring hiervoor. Fijn dat er positieve aan dacht is voor een onderwerp dat we bij de kop hebben." De ZMF is in de eerste plaats belangenbe hartiger van natuur en landschap, zono dig een luis in de pels, de kat de bel aan binden. „Je zou haast vergeten dat we ook met andere dingen bezig zijn, met po sitieve nieuwe initiatieven", lacht Van Zonneveld. Met de kokkelproef wil de milieufedera tie het maatschappelijk nut van het pro ject Tureluur - nieuwe natte natuur langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland - verbreden; niet alleen natuur en recrea tie, ook economie. Van Zonneveld noemt het wervend 'de randen van de Scheldes benutten voor een mooie verweving van ecologie en economie'. Volgens hem zijn de overgangen tussen land en water, waar zoet en zout elkaar ontmoeten, ver schrikkelijk interessant. „Eigenlijk heb ben we een nieuwe kip met gouden eie ren te pakken. Je kunt met die overgan gen veel doen." Van Zonneveld ziet in het bijzonder kan sen voor aquacultuur, vandaar de kokkel proef Die wordt uitgevoerd op een stuk grond bij Moriaanshoofd, net even bui ten de afwateringssluis van het Tureluur- gebied. Dichtbij de dijk en met behoor lijk voedselrijk en zout water bij de hand, Het idee kwam aan de orde in het visse rij-initiatief Zeeland. De ZMF pakt het op, samen met stichting Zeeschelp (gespe cialiseerd in kweek van schelpdieren). De proef moet antwoord geven op de vraag of binnendijkse kokkelkweek moge lijk is met behulp van het natuurlijk aan wezige water. De opzet is vrij eenvoudig. Naast de wa terloop is een pomp gezet, die drie op ver schillende hoogtes geplaatste bakken con tinu van stromend water voorziet. In de bakken ligt een laag slib en daarin zijn kokkels gedeponeerd (in 2005 gevallen broed, dus eenjarige kokkels). Er zijn inmiddels zes maanden verstre ken. Van Zonneveld vertelt dat de kok kels aanvankelijk goed gedijden. Het en thousiasme steeg. Maar eind vorig kwam er de klad in door een dalend zoutgehalte van het water (dat werd beïnvloed door de winterafvoer van regenwater). „Ideaal is een zoutgehalte van 20-25 milli gram per liter. De kokkels kunnen tot 15 milligram nog wel hebben. We zitten nu op 11 milligram en de dieren komen niet toe aan groeien; ze zijn bezig met overle- Kweek heeft toekomst De kokkelproef bij Moriaans hoofd wordt uitgevoerd door stichting Zeeschelp (www.zee- schelp.nl), die een proefsta tion heeft aan Jacobahaven in Kamperland. k De stichting richt zich ook op mosselkweek; dit voorjaar be gint een proef op land. Gezocht wordt naar een plek in het Veerse Meer om tapijt schelpen te kweken. ven. Dat is lastig, we zoeken nu naar op lossingen. Bijvoorbeeld door brakwater kokkels te gebruiken. Die zitten onder meer in het Veerse Meer." Aan voedsel is geen gebrek. De algenpro- ductie is formidabel. Van Zonneveld: „Dat gaat goed. We moeten nog wel uit zoeken welk dieet de kokkels precies wil len. Het uitgangspunt om de algenbloei te bestrijden met kokkels werkt in elk ge val wel." De ZMF'er vindt dat de proefin feite niet kan mislukken. „Het gaat om het opdoen van gegevens en ervaring. Dat het eens te genzit hoort bij een proef" Dat natuurbe scherming en visserijkweek in deze sa men optrekken beschouwt hij als hét gro te winstpunt. Van Zonneveld hoopt dat dit op meer fronten gaat gebeuren. De Zeeuwse Milieu Federa tie wil graag aantonen dat na tuur en economie elkaar niet in de weg hoeven te staan, maar juist heel goed samen kunnen gaan. Een proef met binnendijkse kweek van kokkels op Schou wen-Duiveland, samen met Stichting Zeeschelp, moet het bewijs leveren. De ZMF kreeg voor het initiatief on langs de Zeeuwse milieu- prijs. Kerkwerve, proefopstelling voor binnendijkse kweek van kokkels in bakken. foto Marijke Folkertsma Ivo en Janette van Gaaien telen in een verre hoek van de Vroonlandseweg in Kapelle aardbeien onder glas en peren in verspreid liggende boomgaarden. We volgen de maatschap en hun zes kinde ren van week tot week door de vier seizoenen. door Mieke van der Jagt Gloort er een mooie dag, dan werkt de maatschap vanaf heden buiten. Dat is het voordeel van een gemengd bedrijf Met rot weer blijven ze in de kas en komt de zon door, dan spurten ze naar de boomgaard. Ook daar heeft Ivo herinrichtingsplannen, die moeten worden uitgevoerd voordat het groeiseizoen begint. Het beddensysteem, waarbij de bomen drie aan drie staan met overdwarse doorgangetjes, moet worden omgevormd tot een rijensysteem. De middelste rij bo men gaat eruit, zodat plukkers en de trekker voortaan in laan tjes werken. De bomen die blij ven staan, moeten daarom als het ware negentig graden draaien. Daarin gaat heel veel snoei-, zaag- en bindwerk zitten. Ivo zal de boompjes best een beetje missen. „Het was 22 jaar geleden Portugees plantgoed, want in de winter van 1985, toen er ook een Elfstedentocht werd gereden, is er in de kwekerijen veel doodgevroren. Portugese bo men houden volgens mij een siësta en daaraan heb ik me na tuurlijk netjes aangepast. Alle gekheid op een stokje: er zitten veel klapsen en lucassen tussen, daar is niet meer zoveel vraag naar. Ie moet je boomgaard lang zaamaan aanpassen aan wat de markt vraagt." Janette stelt nuchtertjes vast dat Ivo vreemd gaat met een rood-witte kater. „Red Bull is nog steeds niet terug. Ik hou het erop dat hij een huis heeft gevon den waar het eten lekkerder is en waar hij met rust wordt gela ten. In de schuur is een oude kennis verschenen, die een jaar of wat geleden ook al een paar maanden hier verbleef. Hij is zo mak als een lammetje, zo lui als een steen en hij gaat niet bij Ivo uit de buurt, wat die ook slijpt of boort of last: die kat blijft liggen. Dat is niet vreemd want Ivo heeft van de wollen binnenkant van zijn jas een dekentje voor op de trekkerstoel gevouwen. Die is die rooie Red Buil al weer verge ten." Nog meer dierenleed is er gespot aan de Vroonlandseweg: de ophokplicht geldt weer. Janet te: „Ivo heeft de omheining ver zet, dus nu is de uitloop onder het afdak veel te klein voor der tig kippen. Voor eventjes kan het nog wel, maar deze kippen zijn gewend, en eigenlijk ook be doeld, om vrij rond het huis te scharrelen." Er moeten er dus een stuk of tien weg, plus drie hanen, want er wordt gevochten. „Wie ze heb ben wil, mag ze komen halen maar ze mogen niet onder mijn neus worden geslacht. Dat wil ik niet zien. Als ik daar geen moei- j te mee had, stopte ik ze zelf wel in de pan."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 23