Donkere emoties hoeven niet per se negatief te zijn Literair happy hour in Goese cafés PZC Vrijdag 16 februari 2007 3 5 Fototentoonstelling van Martijn Doolaard in Antwerpen. door Jan van Damme ANTWERPEN - Martijn Doolaard is een fotograaf Portretfotograaf, om preciezer te zijn. Maar om nu te zeggen dat zijn portretten geschikt zijn om in een paspoort of een fa miliealbum op te nemen... Wie het werk in groot formaat ziet in Galerie Baudelaire in Ant werpen of kleiner in het oeuvre- boek Black celebration, kan snel on der de indruk raken. Donker en bewogen, een vreemde kopie van de echte wereld, grofkor relig. Zomaar enkele typeringen die allemaal bij het werk passen. Doolaard, in 1966 geboren in As senede, woont in Hoek omdat zijn 'Wat moet je als iemand eruit ziet als de dood? Dat is confronterend.' vrouw niet uit haar geboortedorp weg wil. Hij heeft er vrede mee, hoewel het voor hem jammer blijft dat zijn werk in een platte landsgemeenschap niet op veel be grip kan rekenen. „Ik kan hier niet naar dorpelingen gaan en zeggen: moet je nou eens kijken wat ik ge maakt heb. De mensen die iets met mijn werk hebben vind ik toch vooral in Antwerpen en Am sterdam." Vader Comelis Doolaard is schil der. Hij maakte portretten aan de hand van verzamelde fotootjes. In zijn jeugd heeft Martijn zijn vader aan het werk gezien. Met name de foto's hebben wat in hem wakker gemaakt. „De drang om beelden te maken is daar ergens ontstaan. On bewust." Doolaard werkt gewoon op film en in de donkere kamer. De 'dra matiek', zoals hij het noemt, zit meteen in het beeld. „Maar ik druk wel hard af, zodat de contras ten sterker worden. Het grofkorreli ge is het resultaat van een bepaal de combinatie van materialen: film, papier en chemicaliën." Als hij fotografeert neemt hij altijd lampen mee. Om de geportretteer de van onder- of bovenaf of van opzij uit te lichten. „Ik vertel voor af altijd wat voor soort werk ik maak. Ik schaam me soms om het resultaat te laten zien. Wat moet je als iemand eruit ziet als de dood? Dat is confronterend. Gelukkig krijgt mijn werk steeds bredere waardering. Ie moet nu eenmaal naar mijn foto's leren kijken." Veel beelden hebben een element van dreiging of angst, of beide, in zich. „Ik zoek spanning. Wat je ziet is het resultaat. Zelf heb ik er soms ook wel eens moeite mee. Ik heb mijn eigen werk moeten leren accepteren. In principe komt het uit mijn onderbewuste. Een don kere emotie als angst hoeft niet per se negatief te zijn. Ik zie in zo'n gevoel vooral de romantiek." Doolaard noemt zijn geportretteer- den geen modellen. Ze zijn wat hij noemt 'figuranten', die een rol mo gen spelen in zijn levensverhaal. Want dat is het wat er in zijn fo to's is terug te vinden: ze vertellen het levensverhaal van Martijn Doolaard. „Nu moet je niet den ken dat ik een vreselijk leven heb gehad of nog steeds heb. In de fo to's zitten gevoelens die voor mij belangrijk zijn. Bijvoorbeeld angst. Maar ik ben heus niet banger dan het gros van de mensen." „Kijk, ik kan wel ontkennen dat dit mijn werk is. Maar als ik iets anders maak, dan levert het een slap aftreksel op. Dus ga ik op deze weg door." 1^1 Fototentoonstelling Black Celebra- tion van Martijn Doolaard, tot 25 feb. in Galerie Baudelaire in Antwer pen. In april is zijn werk te zien in het CBK in Middelburg. foto Martijn Doolaard Vijfhonderd scholieren in gesprek met bekende jeugdboekenschrijvers. door Rolf Bosboom GOES - „De schrijver kennen geeft een extra waarde aan het boek dat je gaat lezen", predikt oud-wethou der Charles Linssen donderdagoch tend op de Grote Markt in Goes. „Later weet je nog dat je vandaag die auteur aangeraakt hebt." Zijn gehoor bestaat uit ruim hon derd scholieren, de eerste lichting van Leescafé 2007. Linssen kondigt de zeven deelnemende schrijvers aan, die een voor een hun entree maken vanuit het stadhuis. Ze worden begroet met bescheiden applausjes, waarna ze uitwaaieren over de diverse cafés aan het plein. De hele dag ontvangen Marjan van Abeelen, Elle van den Bo- gaart, Corien Botman, Dirk Rom Molemaker vertelt de scholieren over het schrijven, foto Willem Mieras Bracke, Theo Engelen, Rom Mole maker en Anneke Scholtens daar tweede en derde klassen uit het Goese voortgezet onderwijs. „Het is de zesde keer dat we dit doen en het wordt elk jaar groter", zegt Marian Koene van de Goese bibliotheek. „We zijn begonnen met één klas van het Goese Ly ceum. Nu hebben we rond de 500 leerlingen. Voor het eerst hebben we nu een officiële aftrap op de Grote Markt, om er nog wat meer sjeu aan te geven." In Mid City onderhoudt Rom Mo lemaker het eerste uur vmbo-leer- lingen van het Goese Lyceum. „Jul lie zitten erbij op een manier van: hoe sneller we wegkunnen, hoe beter", zegt de leraar. „Kom, doe de jassen uit. We gaan een gezellig uurtje in het café doorbrengen." Molemaker, die vroeger zelf voor de klas heeft gestaan, weet het ge hoor aan zich te binden. Hij ver telt boeiend over het schrijver schap. „Het gaat er niet alleen om dat je een goed verhaal kunt be denken. Het is ook belangrijk dat als een personage een bepaald ge voel heeft - vrolijkheid, verdriet - dat je dat niet alleen opschrijft, maar dat de lezer ook begrijpt wat diegene voelt en die vrolijkheid of dat verdriet kan meebeleven." Hij gaat in op zijn boek Een gang met gele deuren (2005), over het le ven in een jeugdgevangenis. De au teur bezocht daarvoor diverse ma len zo'n inrichting in Zeist en praatte er uitvoerig met de jonge ren die er verbleven. Molemaker heeft al 22 boeken op zijn naam staan. Toch is het geen vetpot, vertelt hij. „Als je alles bij elkaar optelt, ga je heus niet dood van de honger. Maar als je rijk wil worden, moet je geen jeugdboe kenschrijver worden." De meeste jongeren luisteren aan dachtig. Sommige stellen zelfs vra gen. Na afloop wordt er spontaan geklapt. Ricardo komt namens de klas even naar voren. „Bedankt dat we hier met z'n allen mochten zijn", zegt hij tegen de schrijver. De leraar glimlacht. „Ricardo is een man van weinig woorden."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 55