Onderwijs Eerste hulp bij huiswerkstress Kinderen hebben liefde, maar ook grenzen nodig Aan griep doen we niet 1 8 Vrijdag 16 februari 2007 PZC door Annie de Vreugd Een ziek kind wordt door ouders ervaren als blok aan het been Zaterdag staat het dan eindelijk te gebeuren. Voor het eerst met het gezin naar de eeuwige sneeuw. Alle ge zinsleden zitten er warmpjes bij in nieuwe skipakken. De ski's staan te glimmen in de schuur en de winterhanden zitten al onder de auto. We hebben dure skilessen gevolgd, het gezin Hollandia is er helemaal klaar voor. Op naar de bergen, we hebben er zin in. Met alles is rekening gehouden. Reisverze kering, oppas voor konijn, woordenboek, hotel. We hebben overal aan gedacht. Behalve aan griep. Vrijdagmorgen zit de kleine Eva al wat pips aan het ontbijt. Geen trek, geen zin. Moeder brengt haar graag vandaag nog naar school, dan heeft ze haar handen vrij om de koffers te pakken. Ze geeft Eva een aspirientje, zo zal het wel lukken. Het is maar een paar uurtjes, dat overbrugt de kleine meid wel. En zo gebeurt het. De kleuter wordt op school afgezet en moeder gaat inpakken. Een uur later gaat de telefoon. De juf frouw. Of moeder haar dochter komt ophalen, Eva heeft over gegeven en heeft hoge koorts. Tja, ouders kunnen er over mee praten. Kinderen worden altijd ziek op momenten dat je dat niet kunt gebruiken. Net een nieuwe baan, je wordt inge werkt en moet echt op het werk verschijnen. Oma wordt 75 jaar, alle nieuwe kleding hangt al gestreken aan de kast. Er is een optreden ingestudeerd en het diner wacht. Of we hebben maanden geleden al toegangskaar ten gereserveerd voor een concert dat normaliter altijd is uit verkocht. En precies dan is ons kind ziek. Hoe krijgen die kin deren het toch voor elkaar. Ze mogen het hele jaar door ziek zijn, maar dan even niet. Moeder heeft nu geen tijd voor een zieke Eva. Morgenvroeg vertrekken ze, dan moet alles klaar staan. Boekjes voorlezen en kroelen zitten er even niet in. Het meisje wordt met nog een aspirientje op de bank gepar keerd. De lievelingsvideo gaat aan en knuffelbeer houdt gezel schap. „Mama gaat boven wer ken schat. Als er iets is, roep je maar." En weg is moeder weer. Een maal 's nachts breekt de griep pas goed uit. In plaats van nog een goede nachtrust voor de gro te reis begint, lopen vader en moeder bedden te verschonen. Ze weten ook wel dat hun kind er niets aan kan doen, maar wat komt die griep nu verdraaid slecht uit. De volgende morgen vertrekken ze volgens plan. Met Eva op een geïmproviseerd bed op de achterbank. De vakantie is geboekt, dus zal er gereisd worden. Een ziek kind wordt door ouders ervaren als een blok aan het been dat hun plannen doorkruist. Ziekte wordt gezien als een inbreuk op onze vrijheid om die dingen te doen die we willen doen. Bij ziekte hebben we het gevoel dat we geen baas meer zijn over ons eigen lichaam en over ons eigen leven. Een kind voelt het als zijn ouders zich dan aan hem ergeren. Hij mag niet ziek zijn, ze staan immers meteen met pillen en hoest- drank klaar. Ze lopen mopperend door het huis of negeren de ziekte en gaan gewoon op vakantie. Aan griep doen we niet. We leven in een tijd dat we vinden dat we de macht over ons eigen leven moeten hebben. Als ons kind ziek wordt, stuiten we op de grenzen van maakbaarheid en beheersbaarheid. Toch hoort griep er gewoon bij. Wie voor kinderen kiest, moet incalculeren dat die wel eens ziek zijn op momenten dat het niet uitkomt. Dat ouders regelmatig iets moeten inleveren voor hun kind. Veel werk kan wachten. De ouders van Eva kunnen een dag later afreizen. Natuurlijk is dat balen. Maar we moeten ziekte niet alleen zien als streep door de reke ning. Het is ook een kans. Ouders en kind gaan samen een paar moeizame dagen door, waarin ze de banden tussen el kaar kunnen verstevigen. Het is een ongeplande pauze in de hectiek van alledag en niet alleen een hinderlijke onderbre king van drukke werkzaamheden. Ziekte biedt ook de mogelijkheid om de kracht van het eigen lichaam te ervaren. Als we ons kind leren bij elk griepje een greep te doen in de medicijnkast, leert het daarvan dat hij op middelen buiten zichzelf moet vertrouwen. Als hij de tijd en de rust krijgt om ziek te zijn en zich daarbij geaccepteerd weet, zal hij daarna steviger in het leven staan. Laat ook andere tegenslagen in het leven dan maar komen. Haal het 'huis' maar uit huiswerk. Professionele begeleiding op een huiswerkinstituut haalt steeds meer moeizame schoolcarrières uit het slop. door Lindy Jense foto Sandra Peerenboom Kristel Schulte (16) moest flink werken, wilde ze niet blijven zitten in 3 ma vo. „Dat wist ik best. Maar het was vakantie, en mooi weer. Dus ik lag in het zwembad." Haar vriendin Suzette Vrielink (16, 3 havo) bracht de uren die ze aan haar huiswerk moest zitten, sta rend door voor de computer en de tv. „Ik dacht steeds, zo meteen be gin ik. Maar dat moment kwam dus niet." Hun ouders grepen in, trokken een kleine 300 euro per maand uit en stuurden ze naar een huiswerk instituut. Nu halen de dames geen krappe zesjes meer maar ruime achten. Doordeweeks gaan ze iede re middag direct uit school naar het Centrum voor Studiebegelei ding in het centrum van Den Bosch. Daar hebben ze de plan ning van hun huiswerk netjes in een klapper genoteerd. Voor de vakken waar ze mee bezig zijn is al tijd een overhoorder aanwezig die antwoord heeft op hun vragen en controleert of ze de stof echt be heersen. Persoonlijke opdrachten, boekverslagen en presentaties wor den desgewenst besproken, alle vorderingen worden bijgehouden op de computer. En, vooral: je kunt er geen geintjes uithalen. Daar zorgt directrice Els Nelissen wel voor. „Els ziet alles", lachen Kristel en Suzette. „Er han gen overal spiegels en er zijn came ra's die ze op de monitor in de ga ten houdt dus je hoeft niks te pro beren. )e mag niet praten en je tele foon gaat uit. En als je een keer niet komt worden gelijk je ouders gebeld." Internetten op de laptops is er in principe niet bij: dat moe ten leerlingen thuis doen, om te voorkomen dat het andere werk er bij inschiet. Els Nelissen, die ook voorzitter is van de Landelijke Ver eniging van Studiebegeleidingsin stituten (LVSI): „We geven geen slagingsgarantie. Maar de meeste van onze leerlingen gaan over en halen uiteindelijk hun diploma. We bestaan niet voor niets al bijna 25 jaar." Orde, toezicht en regelmaat. Het is het ouderwets degelijke antwoord op de huiswerkstress die steeds va ker toeslaat bij scholieren. Naar schatting krijgt een op de tien leer lingen in het voortgezet onder wijs, van vmbo tot gymnasium, op dit moment huiswerkbegelei ding. Dat zijn zo'n 110.000 scholie ren die vier, vijf middagen in de week onder toezicht hun huis werk maken. Het is een groei markt: er zijn nu in Nederland maar liefst 750 instituten waar scholieren huiswerkbegeleiding of bijles krijgen. „Huiswerkinstituten bestaan al tientallen jaren maar vroeger was het meer elitair", zegt Vincent van Dijk, sinds 1999 beheerder van de website Huiswerkbegeleiding.nl. „Er gingen rijkeluiskinderen heen die het niet op eigen kracht kon den. Nu zijn er steeds meer leerlin gen met gedrags- en concentratie problemen. Ze komen thuis en ploffen achter de computer waar msn en Hyves aanstaan, terwijl op het mobieltje de sms'jes pingelen." De invoering van het studiehuis in 1998, waarbij leerlingen werden ge acht om zelfstandig te kunnen wer ken, heeft de huiswerkinstituten veel werk opgeleverd. „Ook de snelle veranderingen in het onder wijs geven weinig rust", zegt Els Nelissen. „Daarnaast zien we nu ook de kinderen komen die van jongs af aan op het kinderdag- Huiswerkbegeleiding De Landelijke Vereniging van Studiebegeleidingsinstituten (www.lvsi.nl) heeft over het hele land verspreid 35 leden die aan strenge eisen moeten voldoen. Op de site van Huiswerkbegeleiding.nl staan ongeveer 120 bedrijven. Bij vele daarvan werken naast gekwalificeerde docenten ook studenten. Er is nauwelijks een schatting te maken van het aantal leerlingen dat bijles krijgt. Bijles concentreert zich meestal op één vak en is kort van duur. Huiswerkbegeleiding is veel intensiever en beoogt, naast de inhoud van de vakken, de scholier ook een betere studiehouding bij te brengen. Slechte studieresultaten kunnen ontstaan door faalangst, problemen thuis of specifieke leer- of gedragstoornissen zo als ADHD, dyslexie of een taalachterstand. Ouders gaan vaak af op mond-tot-mondreclame. Belangrijk is ook dat een instituut zowel de ouders als de school goed betrekt bij het oplossen van de leerproblemen. Opvoeden is nu in veel opzichten veel makkelijker dan honderd jaar geleden, vindt de Utrechtse pedagoog Micha de Winter. „Maar nu moeten we wel grenzen stellen." door Patricia van der Zalm Waarom voeden mensen hun kinde ren op een bepaal de manier op? Waarom krijgen opvoeders altijd de schuld van alle mislukkingen en waarom loopt het soms zo uit de hand dat krachtig ingrijpen van een supernanny nodig is? Over dat laatste kan Micha de Win ter, hoogleraar pedagogie aan de Universiteit Utrecht, kort zijn. „Het gaat in die tv-programma's bijna altijd over ouders die geen grenzen stellen. Ze zijn bang voor ruzie, hebben geen zin of weten niet hoe ze orde moeten houden. Of ze vinden het stellen van gren zen ouderwets. Die opvatting is ei genlijk verschrikkelijk. Het stellen van grenzen is bijna even belang rijk als het geven van aandacht en liefde." De Winter, voluit hoogleraar Maat schappelijke Opvoedingsvraagstuk ken, hield pas een studium genera- le-lezing over het onderwerp, met als prikkelende titel 'Van schatjes tot supernannies'. „De nannypro- gramma's vullen een gat in de markt. Ze worden goed bekeken omdat ze tegemoet komen aan de neiging tot voyeurisme, kijken bij de buren. Zo erg als op tv is het bij ons gelukkig niet, denk je na af loop. Iedereen vindt opvoeden en grenzen stellen lastig." Zulk 'grenzeloos' gedrag komt er gens vandaan. „Via de media wordt ouders en kinderen een grenzeloze wereld voorgespiegeld. Kinderen willen instant bevredi ging, fastfood, gadgets. Alles is be schikbaar en mogelijk. Het scala aan keuzes maakt opvoeden moei-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 18