verdeeld over slavernij Spectrum v21 PZC Zaterdag 1O februari 2007 Islamkenners debatteren al enige tijd verwoed over de vraag in hoeverre de slavernij een wezenlijk onderdeel van de islam was of nog is. Is er sprake van slavernij in de Golfstaten als je kijkt hoe buitenlandse arbeiders en huishoudsters daar behandeld worden? door Johan Lamoral illustratie CPD Sommige deskundigen herkennen in de Arabische wereld, met name in de Golfstaten, een moderne vorm van slavernij. Deze zou door de Ko ran zijn toegelaten. Een grove veral gemening, beweren anderen. Slavernij kan daar niet bestaan, want in de geschiedenis van de islam hebben regelmatig sterke stro mingen gepleit voor afschaffing van de slaver nij. Het strijdpunt over de slavernij is destijds aan gezwengeld door de befaamde Amerikaanse islamoloog Bernard Lewis, nu hoogbejaarde professor-emeritus van de Princeton Universi ty. Hij is al vele jaren de gewaardeerde advi seur voor het Midden-Oosten van het Witte Huis. Lewis kwam de afgelopen jaren nog in het nieuws met zijn studie over de frustratie en de woede van de Arabische wereld ten op zichte van de westerse wereld. Die frustratie, zegt Lewis, komt voort uit het politieke en culturele verval van de islam en richt zich tegen het westen als historische oor zaak van alle vernederingen. De aanslagen van 11 september ziet hij als een bewijs van de haat die de Arabische wereld al eeuwen lang tegen het westen koestert. „Het is in zekere zin normaal dat zij ons ha ten", aldus Lewis, „want er is die duizendjari ge rivaliteit tussen twee wereldgodsdiensten. Uit Arabisch standpunt bekeken, is de gods dienst van de ongelovigen op cultureel en po litiek gebied aan de winnende hand." Rond het thema botsing der beschavingen - de Engelse uitdrukking Clash of Civilisations komt trouwens van Lewis en niet van zijn col lega Samuel Huntington - mengde Lewis zich ook in de heftige polemiek rond islam en sla vernij. Hij publiceerde daarover een boek en verdedigde de thesis dat de afschaffing van de slavernij nooit een punt is geweest in de is lam. Uit islamitisch standpunt is een poging „om te verbieden wat God toelaat een bijna even grote belediging als toe te laten wat God verbiedt." Daarmee wijst hij erop dat slavernij door de Koran is toegelaten en geregeld en bovendien vast verankerd is in de sociale ordening van de islamitische wereld, zo stelt Lewis. Deze gewaagde stelling van de grijze eminentie stuit inmiddels op felle tegenstand van enkele jongere historici. Zo heeft William Gervase Clarence-Smith, een der topislamologen van de vermaarde School of Oriental and African Studies aan de universiteit van Londen, in een diepgaande studie aangetoond dat er in de geschiedenis van de islam wel degelijk belangrijke stromin gen voor afschaffing of een mildere vorm van de slavernij hebben bestaan. In zijn boek Islam and the Abolition of Slavery (uitg. Hurst Company, London 2006) ont kent de auteur niet dat de geschiedenis van de islam nauw verbonden is met slavernij. Hij stelt vast dat de islam geen monolithisch blok is met algemeen geldende regels voor ge lovigen en ook ongelovigen. Er bestonden in de islamitische wereld grote verschillen tussen wie slaaf werd, welke be handeling hij onderging en onder welke om standigheden hij of zijn familieleden weer konden vrijkomen. Zo bestond er in het isla mitische West-Afrika geen coherent systeem van institutionele slavernij en er bestond ook geen aparte slavenklasse. Slaven konden er zelfs carrière maken en hoge posten bekle den. Clarence-Smith waarschuwt er evenwel voor zich niet te laten misleiden door de belangrij ke ambten die afzonderlijke slaven konden bekleden in de geïslamiseerde koninkrijken in Afrika. Slaven die als generaals in strijd krachten optraden, leefden uiteraard beter en waren machtiger dan de vrije boeren en vee houders, maar ze ontleenden hun autoriteit steeds aan hun heer en meester, die te allen tijde naar willekeur over hen kon beschikken. De oppositie tegen de slavenhandel in islami tische samenlevingen begon niet, zoals vaak werd verondersteld, onder westerse invloed. De Droezen, die in de elfde eeuw in Caïro uit een islamitische sekte ontstonden, schaften reeds in diezelfde eeuw de slavernij af. Het ging hier evenwel om een kleine marginale groep die hoofdzakelijk in Libanon woonde en weinig invloed had. Belangrijker waren vijfhonderd jaren later de hervormingsbewegingen in diverse staten in Azië, zoals in het rijk van de Grootmogol in Hindoe stan, waar extreme vormen van slavernij wer den afgeschaft Bovendien ontstonden van het islamitische cultuurcentrum Timbuktu in Mali tot Sulawesi op Celebes opgemerkte be wegingen tegen bepaalde vormen van slaver nij en uitbuiting van slaven. Deze bewegin gen legden de basis voor een islamitische tra ditie waar later hervormers zich op konden beroepen. Het ontstaan rond het einde van de negen tiende eeuw van een zichtbare en invloedrij ke islamitische beweging voor afschaffing van de slavernij, is daarom niet alleen terug te voe ren op de druk van de toenmalige westerse koloniaalmachten, aldus Clarence-Smith. Her vormers uit uiteenlopende islamitische belij denissen begonnen de Koran op een meer in tensieve en kritische manier te lezen. Zij ont dekten tot hun verbazing dat de teksten met betrekking tot slavernij zeer dubbelzinnig en allesbehalve eensluidend zijn. Dat gaf rond het begin van de twintigste eeuw aanleiding tot het ontstaan van vaak radicale bewegin gen tot afschaffing van de slavernij in Nigeria en Niger, die eisten dat „deze schande met wortel en tak diende uitgeroeid." In de daaropvolgende decennia waren het vooral stedelijke middengroepen en intellec tuelen die meer gematigde protesten tegen de slavernij lieten horen. Clarence-Smith bekijkt echter met bezorgdheid de stijgende tendens in sommige islamitische landen, om slavernij als instituut in een nieuwe en modernere ver pakking weer in te voeren of te behouden. Hij stelt vast dat de islamitische wereld drin gend aan een open en eerlijk debat over dit onderwerp toe is. UtLAMP Uk 3 BV Pï 8LIC ftt'CTlU 'JA I IHth of MA In het islamitische West-Afrika konden slaven carrière maken

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 95