Uit de hel naar India
v19
PZC Zaterdag 10 februari 2007
Natasja. ik lorxj altijd goed voor je.
Kan je misschien iets voor mij terug
doen? ik heb nóg een probleem,
Danny krijgt nog geld van me. Wil jij
met hem uitgaan? Dan is hij niet meer
zo lastig, als jij lief voor hem bent,
Nou ja, als ik je kan
helpen, o.k!
vergeet I
dat ik gek
Voor slachtoffers van
loverboys gloort in India
nieuwe hoop. Ze gaan daar
heen om zichzelf terug te
vinden. Ester is een van hen.
„Ik krijg nu weer het gevoel
dat ik besta."
door Rob Hirdes
illustratie Helen van Vliet/GPD
Ester, in India met een wees
meisje op schoot. „Lang
zaam begin ik weer in me
zelf te geloven."
Ester is zeventien, bijna achttien.
Een jonge meid uit het oosten
van het land met een heftig en
schokkend verleden. Haar ver
haal is even ongelooflijk als
waar. Als ze twaalf is, valt ze ten prooi aan
een mensenhandelaar met een circuit van
loverboys om zich heen. Ester is onzeker,
oogt verlegen en is daarmee het ideale
slachtoffer.
Ze geniet van de plotselinge aandacht en
laat zich gemakkelijk inpalmen. Voor ze
het goed en wel beseft, is ze verstrikt in
een fijnmazig web dat arglistig om haar
heen is gesponnen. Ze raakt verzeild in de
prostitutie, wordt gedrogeerd en ook nog
eens slachtoffer van groepsverkrachtingen.
Van haar eigenwaarde is dan al lang niets
meer over.
Ester keerde zich af van haar moeder, on
der voortdurende bedreiging sneed ze de
banden door. '...Mam, ik wil niets met je
te maken hebben. Ik voel niets voor je...',
zei ze haar ooit zonder enige emotie. Haar
moeder: „Het was alsof ze gehypnotiseerd
was. Verslaafd aan die kerels. Ik kon haar
gewoonweg niet meer bereiken."
Toch weet ze haar uit de klauwen van de
loverboys te redden. Crisisopvang na crisis
opvang volgt. Overwogen wordt Ester in
een gesloten inrichting te plaatsen. Uitein
delijk komt ze bij de Hoenderloo Groep te
recht. Haar moeder terugkijkend: „Was
dat niet gebeurd, dan had Ester nu achter
de ramen gezeten."
De landelijke instelling voor jeugdzorg in
Hoenderloo stuurt slachtoffers van lover
boys voor een halfjaar naar India. Om zo
aan de wurgende greep van de loverboys
te ontkomen en ze van hun obsessieve lief
de te verlossen. In India volgen de meisjes
een leer- en werkprogramma. Ester is, sa
men met nog vier anderen, de eerste die
aan het project meedoet. Ze vertrok afgelo
pen zomer.
Nu weer terug in Nederland, wil ze graag
over haar ervaringen vertellen, maar op
het laatste moment haakt ze af Ze kan het
nog niet opbrengen. Haar moeder wel.
Ze is vol lof over de Hoenderloo Groep en
over het project, maar weet ook dat haar
dochter nog een lange weg heeft te gaan.
„Ester wil graag, maar is er nog lang niet
Ze is nu ondergedoken. Want sinds ze te
rug is, schaduwen die pooiers haar onop
houdelijk. Het is pure intimidatie en be
dreiging. Ester heeft in het verleden niet
alleen zelf afschuwelijke dingen meege
maakt, maar ook gezien wat ze anderen
aandeden. Sadistische seks, pure martelpar
tijen. Het is niet onder woorden te bren
gen. Die gasten zijn als de dood dat ze ooit
als kroongetuige zal optreden. Ze is met de
dood bedreigd en ook haar familie als ze
ooit aangifte zou doen."
Op een dvd van de Hoenderloo Groep
zien we Ester in India. Een aantrekkelijk
meisje, dat een zorgeloze indruk maakt.
Maar dat is slechts schijn, de buitenkant.
Ze vertelt dat ze nu eindelijk niet bang
hoeft te zijn. Niet telkens achterom hoeft
te kijken uit vrees iemand uit het loverboy
circuit tegen te komen. Ze vertelt ook hoe
ze zichzelf, ver weg van alle schrijnende el
lende, stukje bij beetje terugvindt. „Ik had
totaal geen eigen mening meer. Ik had
niets meer. Ze hebben me alles ontnomen.
Mijn ik, mijn persoonlijkheid. Ik deed alles
wat anderen zeiden. Hier leer ik weer zelf
na te denken."
In dat halfjaar in India is er wekelijks
veel mail- en telefonisch contact tus
sen haar en haar moeder, gestimu
leerd door de uit Hoenderloo meege
reisde begeleiding. Onder invloed van de
loverboys verloochende ze haar moeder.
„Ze zag me in die periode als haar grootste
vijand, ze haatte me."
vijf meisjes, van wie er twee tussentijds te
rug naar Nederland moesten worden ge
stuurd. De tweede groep die nu in India
verblijft, bestaat uit maar twee meisjes.
Toch vindt directeur Hans Nieukerke van
de Hoenderloo Groep het over twee jaar
uitgesmeerde project nu al een succes. „Al
is het maar omdat we onze nek uit durven
steken. We willen die meisjes hun eigen
waarde teruggeven, we laten ze zien dat ze
best wat in hun mars hebben, dat ze be
slist een toekomst hebben. In hun hart wil
len al die meisjes een gewoon leven lei
den. In de trant van huisje, boompje, beest
je. Dat uitzicht proberen we ze te bieden."
De moeder van Ester is vol lof over het ini
tiatief Als ze eenmaal begrijpt in wat voor
een hel haar dochter terecht is gekomen,
stoot ze bij elke hulpverlenende instantie
haar neus. Staat ze telkens met lege han
den.
Tot het moment dat Jeugdzorg Ester voor
het India-project aanmeldt. „De begelei
ding is geweldig. Ze zijn erg zorgzaam en
hebben op elk vlak veel kennis in huis.
Dag en nacht kan ik ze trouwens bellen.
Ze helpen met het opbouwen van een
nieuw netwerk voor ons. Elke maand is er
een ouderbijeenkomst en nu wordt er ook
'Ze ontnamen me alles. Mijn ik, mijn persoonlijkheid'
Uit een mailtje van Ester vanuit India:
'...Lieve mama, Ik snap heus wel dat je
bang bent dat ik weer in verkeerde groe
pen terechtkom. Maar dat gebeurt niet. Dit
keer ben ik er zelfbij en ik moet het ook
zelf doen...'
En: '...Als ik je hulp nodig heb, kom ik
echt wel naar je toe. Maar je moet me wel
een kans geven. Er zijn al zoveel dingen
die ik zelf inzie, die ik zelf kan...'
Op de dvd vertelt Ester hoe welkom ze
zich voelt in India. 'De mensen zijn hier
heel aardig. Ik praat gewoon Nederlands
met ze en voor de rest gebruik ik gebaren
taal. De mannen hier benaderen me met
respect. Ik krijg ook steeds meer eigen ver
antwoordelijkheid in het weeshuis waar ik
help. Ik dans veel met de kinderen. Ik krijg
er zoveel dankbaarheid voor terug...'
Van de zijlijn is de nodige kritiek geweest
op het India-project van de Hoenderloo
Groep. Vooral omdat de doelstellingen te
hoog zouden zijn gegrepen. In plaats van
telkens acht loverboyslachtoffers uit te zen
den, bestond de eerste groep uit slechts
een oudergroep geformeerd. Ester volgt in
middels een therapie om met haar emoties
te leren omgaan en om de gebeurtenissen
uit het verleden los te laten. Dat is heel
zwaar voor haar."
Uit nog een mailtje aan haar moeder: '...Ik
zit nu met mijn hoofd in de luizensham
poo. Die moet even intrekken en dan ben
ik neet- en luisvrij. Maak je maar geen zor
gen. Geloof me, alles komt goed. Ik ben
sterk genoeg om de jongens van me af te
houden. Dag mam, Ik hou van je. Dikke
zoen...'
Haar moeder: „Ze heeft zich al die jaren ge
pantserd tegen de buitenwereld. Maar nu
zie ik weer een beetje de Ester terugko
men van voor ze twaalf was. Ik zie weer
emoties. Toch leven we nog steeds in een
doemscenario. Je moet dag en nacht op je
hoede zijn. Die loverboys zitten nog steeds
achter haar aan om weer contact met haar
te krijgen. Maar ik weiger onderuit te gaan
voor dit soort luiEster nu ook. Pas gele
den zei ze nog: 'Mam, Ik weet het zeker;
het gaat me lukken...'!"