Op maandag werd
eeste beleend
De travaljes leven
nog bij de mensen
Jr
door Rinus Antonisse
Hij heeft er duidelijk veel ge
noegen aan beleefd. Bijna
twee jaar dook Jo de Ridder
in het archief van de Banck
van Leeninge of de Lombaert in Vlis-
singen. „Dat archief lag honderd jaar
te liggen, geen hond keek er naar om.
Het is machtig mooi materiaal om
wat mee te doen. Jammer dat je de
mondelinge geschiedenis mist. Echte
mensenverhalen kon ik er niet makke
lijk uithalen. En het verhaal van de
man in de straat - daar gaat het bij
een bank van lening toch vooral
om."
De Ridder, die eerder een
standaardwerk over de gil
den in de Scheldestad
schreef stelt zich wat te be
scheiden op. In zijn boek
Van Lombaert naar Micro
krediet is de menselijke
maat nadrukkelijk aanwe
zig, dikwijls in kleine fei
ten. Zo had de zeeheld
Johan Evertsen voor
(omgerekend) 100.000
euro aan obligaties van
de bank. Veelzeggend
is het lijstje van pan
den, waarachter men
selijk leed schuil gaat.
Halverwege de 19e
eeuw kreeg Mina
Zwarts 4,50 gulden
voor het belenen van
een karpet. Dat was
nog een vrij hoog be-
'rag, voor de meeste pan-
werd rond twee gul
den of nog minder gegeven.
Voor een wollen deken ont
ving N. Huisson 1,50 en een
baaien rok bracht B. Sebus
slechts 75 cent op. „Het wa
ren echt microkredieten, al
gebruikten ze die term toen
foto Lex de Meester nog niet", merkt De Ridder
op. De Vlissingse bank van lening be
gon in 1582. Twaalf jaar was Matthieu
del Corne bankhouder, zoals veel geld
schieters afkomstig uit Lombardije,
vandaar de bijnaam Lombaert, later
lommerd. Toestemming voor het op
richten van de bank kwam van de
Prins van Oranje (die ook een jaarlijk
se pachtsom kreeg). De bankier ver
diende aardig en het stadsbestuur be
sloot in 1645 de exploitatie zelf ter
hand te nemen.
„Door slecht beheer, onder meer forse
leningen zonder onderpand aan de
West-Indische Compagnie, ging de
bank omstreeks 1700 ten onder en
kwam het beheer weer in particuliere
handen", vertelt De Ridder. „In 1835
namen de instellingen van liefdadig
heid de bank over. Eind 19e eeuw
werd zoveel verlies geleden, dat het
werkkapitaal inteerde en in 1898 viel
het besluit tot opheffing van de bank.
Ik denk dat er daarna nog wel enkele
illegale pandjeshuizen ontstonden."
Hij heeft verschillende opmerkelijke
feiten ontdekt. Op maandagen wer
den de meeste panden ingeleverd en
op zaterdagen bijna geen. „Op zater
dag kregen de mensen hun werkloon.
Dan werden veel panden weer opge
haald, tegen betaling van de lening
plus rente. Voor kleine bedragen vaak
niet meer dan één of twee cent."
De bank voorzag in een behoefte. In
de 19e eeuw bedroeg het aantal bele
ningen wel 40.000 per jaar en dat op
een inwoneraantal van 8000 zielen.
De Ridder: „Er was ontzettend veel ar
moede. Na de komst van scheepswerf
De Schelde en de Stoomvaartmaat
schappij Zeeland nam het aantal inwo
ners toe, maar daalde het aantal lenin
gen. Het zou mooi zijn dat eens nader
te onderzoeken."
Van Lombaert naar Microkrediet. Drie
eeuwen Bank van Lening te Vlissingen.
Door Jo de Ridder. Uitgave Werkgroep
Leenbank, Boulevard Evertsen 84, 4382
AG Vlissingen. Prijs 16,50 euro.
20 Dinsdag 6 februari 2007 PZC
Wie vroeger in geld
nood zat, klopte met
een onderpand aan bij
de bank van lening, of
wel de lommerd. Ook
veel Zeeuwse plaat
sen hadden er een.
De geschiedenis
van de bank in Vlis
singen is door his
toricus Jo de Rid
der te boek ge
steld.
Historicus Jo de Ridder
NAMEN
't HofLegaf
Soms moet je ver op
reis om oude Zeeuw
se namen beter te be
grijpen. Legaf was
voor mij altijd een onbegrijpe
lijke term. Met enig peinzen
begreep ik wel dat je dat oude
woord als leg-af moest lezen,
maar wat moet je dan met
zo'n afleggertje als boerderij
naam?
In Brigdamme - tussen Mid
delburg en Sint-Laurens -
staat een hoeve met die
naam. Volgens deskundigen
zou de plaats al lang als
'Legaf worden betiteld. Pas
toen we vorig jaar door
Zuid-Afrika zwierven, viel
het kwartje bij mij. Want
daar tref je dit soort namen
aan. Zoals 'Afsaal' (pleister
plaats waar afgezadeld werd),
Vatmaar (dorp waar kleurlin
gen zich gratis mochten vesti
gen), Zoekmakaar, Afdraai,
enzovoorts.
Allemaal oude termen die ble
ven in een land waar zich om
streeks 1650 Nederlandse emi
granten vestigden. Zij leefden
daarna geïsoleerd in den
vreemde, zodat hun taal niet
veranderde. In dat licht ge
zien is dus Legaf een plaats
waar je iets af of neer moest
leggen. Dan is de rest gauw ge
vonden in de geschiedenis
van Walcheren.
Rond 1573 werd het Spaansge
zinde Middelburg belegerd
door de Prins van Oranje en
veroverd. Tijdens het beleg
deed een afdeling Spaanse sol
daten aan de noordkant van
de stad een uitval. Tevergeefs.
Het Oranjegarnizoen hakte
hen in de pan. De overleven
den werd bevolen de wapens
neer te leggen.
Die plek in Brigdamme heet
nog steeds Legaf Daar vlakbij
ligt de Spaanseput; dat was
het massagraf waar de gesneu
velde vijanden ingegooid en
begraven werden.
Gerard Smallegange
Een werkgroep
moet zich inzet
ten voor instand
houding van het
oude beroep van
hoefsmid en zijn
'werktuig' de tra-
valje.
foto Dirk-Jan
Gjeltema
door Rinus Antonisse
Hij is er aangenaam door verrast.
Zijn oproep, onlangs in Buitenge
bied, om de travalje ofwel
hoefstal te redden van de onder
gang, slaat aan. Goesenaar Wim Noorder-
meer kreeg heel wat reacties.
„Niet alleen van ingewijden die zelf nog
met travaljes gewerkt hebben, maar ook
van mensen die het toejuichen dat er aan
dacht geschonken wordt aan historisch
erfgoed dat verloren dreigt te gaan."
De belangstelling heeft hem gesterkt in
zijn idee om een werkgroep op te rich
ten. „Het moet ook een beetje een offici
eel karakter krijgen", zegt oud-leraar
Noordermeer. „Behalve goed in kaart
brengen waar er nog travaljes staan en in
welke toestand ze verkeren, moet ook ge
zorgd worden voor informatiebordjes en
opname in toeristische routes."
Aan de hand van de reacties heeft hij een
voorlopige lijst opgesteld van de nog be
staande hoefstallen: Wemeldinge, Bieze-
linge, 's Heer Abtskerke, Oudelande, Kwa-
dendamme, 's Heer Hendrikskinderen, 's
Heer Arendskerke (twee stuks), Hein-
kenszand, Kats, Kortgene, Dreischor
(twee stuks), Ellemeet, Haamstede (een
dubbele), Biggekerke, Grijpskerke, Kle-
verskerke, Westkapelle (in de smidse)
Veere, Gapinge, Tholen (een dubbele),
Sasput (de oudste) en Sint Anna ter Mui
den (in het museum).
M. Geschiere-van Sighem uit Grijpskerke
stuurde hem foto's van enkele travaljes
en de heer Poortvliet uit 's Heer
Hendrikskinderen reageerde met een fo
to van de travalje die hij in een schuurtje
in Zeeuws-Vlaanderen opduikelde en
thuis weer opbouwde.
Noordermeer: „Er blijkt voor de travaljes
nog een levendige belangstelling te be
staan. Het lijkt me de moeite waard er
mee verder te gaan."
Voorlopig is hij nog contactpersoon:
W. J. H. Noordermer, 's Gravenpolderse-
weg 9, flat 501, 4462 CD Goes, telefoon
0113-218214.