Roodborstje is geen lieverdje PZC wandelboulevard De Hooge Zoom is nu een Je fleuken uut en kelf je wezen op Nieuwe raadkaart dinsdag 30 januari 2007 De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In Na tuurlijk Zeeland doen me dewerkers van deze stich ting wekelijks verslag van wat er speelt in de Zeeuw se natuurgebieden: onver wachte vondsten en bijzon dere gedragingen passeren wekelijks de revue. En na tuurlijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. Een roodborstje duldt geen soortgenoten in zijn gebied. foto Chiel Jacobusse naar binnen wil, maar omdat hij de indringer uit zijn territorium probeert te verjagen. Met die ei genschap zijn al heel wat onder- zoekjes gedaan. Zo blijkt dat als een roodborstje een oranje lapje stof voorgehouden wordt, dat als indringer beschouwd wordt, zodat hij het agressief probeert te verjagen. Dat geldt ook bij een spiegel. De tactiek van het roodborstje is dat hij eerst pro beert om de rivaal zo te impone ren dat deze bang van hem wordt. Hij wipt naar de indrin ger, plaatst zichzelf demonstra tief voor hem, zet zijn borst uit, schudt zijn lichaam heen en weer en als de indringer hiervan niet onder de indruk blijkt, stormt hij al pikkend op hem af. Zijn oranjerode borst is hierbij een prima middel om de indrin ger af te schrikken. Het is niet toevallig dat jonge roodborstjes nog geen rode borst hebben. De eigen ouders zouden hen als indringers zien, en hen niet verdragen. De jon gen hebben een gevlekte borst, bleek van kleur met een bruine top. Om voor nageslacht te kun nen zorgen, moeten roodborsten even verdraagzaam zijn. Dat is in het vroege voorjaar, als het mannetje op zoek gaat naar een vrouwtje. Hij verleidt haar met een prachtig lied, dat vanaf fe bruari te horen is. Hij zingt met volle klanken een prachtig, hoog, parelend toontje. Met eni ge fantasie is het zingen te verge lijken met een watervalletje. Hij zingt volop en stopt dan plots, alsof de kraan dichtgaat. Dan gaat hij weer uit volle borst zin gen alsof de kraan weer in één keer hard opengezet wordt. Een roodborstmannetje kent heel veel tonen en melodieën. Zodra de keuze voor een partner ge maakt is, lokt het mannetje het vrouwtje door het aanbieden van voedsel. Het vrouwtje maakt het nest, meestal op een plek vlak bij de grond. De materialen die zij daarvoor gebruikt, zijn bijvoor beeld bladeren, gras en planten wortels. Het komvormige model wordt aan de binnenkant be kleed met zacht materiaal, bij voorbeeld haren. Tussen april en juli worden de eieren gelegd waar het vrouwtje tussen de elf en veertien dagen op blijft broe den. Het in deze tijd zo hoffelij ke mannetje vliegt af en aan om haar van voedsel te voorzien. Dat doet hij ook voor de jongen. Na veertien dagen is dat niet meer nodig, want dan kunnen de jonge bruinborstjes zelf op pad. Na een paar maanden Roodborstje tikt tegen 't raam, tin tin tin. Laat mij er in, laat mij er in... Wie kent dit liedje niet? Het spreekt tot de verbeelding. Buiten is het guur en te koud naar de zin van het vo geltje. Vermoedelijk dat hij daarom naar binnen wil, waar het behaaglijk is. Het roodborstje wordt hier liefe lijk neergezet, maar dat beeld komt niet overeen met de werkelijkheid. Het roodborstje is zelfs behoor lijk onverdraagzaam. Een roodborstje houdt er een eigen territorium op na, dat hij actief verdedigt. Hij duldt geen andere roodborstjes in 'zijn' gebied. Indringers van het eigen soort worden weggejaagd, waarbij het er soms fel aan toe kan gaan. Als hij in een raam kijkt, ziet hij zijn eigen beeld als een indringer. Agressief gaat hij hem te lijf. Het roodborstje uit het liedje tikt niet op het raam omdat hij ruien de jonge roodborstjes. Al le veren worden dan vervangen door het volwassen kleed. Ook deze vogeltjes zullen het groot ste deel van hun leven alleen doorbrengen. Het roodborstje zingt niet alleen in het voorjaar. Het is een van de weinige vogels die het hele jaar door te horen zijn. In de wintermaanden is de zang min der uitbundig dan in het voor jaar. Het lied wordt meestal van af een markante plaats ten geho re gebracht, zoals een pergola of opvallende tak. Die plaats en het volume compenseren zijn verder onopvallende verschij ning. Een roodborstje is een klein en, op zijn borst na, bruin onopvallend vogeltje. Hij leeft een redelijk verborgen bestaan. Carolien van de Kreeke Dit is de laatste aflevering van de rubriek van stichting Het Zeeuwse Landschap in deze vorm. Vanaf zaterdag 10 februa ri verschijnt wekelijks op de Bui tengebiedpagina's een rubriek van ecoloog Chiel Jacobusse van Het Zeeuwse Landschap. sel. Impersant ao Arjaen de fiet sen buten 'ezet en riep: „Lena, de paerden bin in'espanne. El- lee, op merote dan mae!" Veel dialectsprekers zullen bo venstaande moeiteloos begrij pen en kunnen vertalen, maar voor weinigen is dit nog alle daagse taal. D'n beer slachte betekent het le gen van de emmer uit de plee. Over waar plee vandaan komt, bestaan verschillende gedach ten: of van petit cabinet of van plaït-il. Dat laatste kennen we uit s'il vous plait, oftewel wat belieft u? Het is een fatsoenlijke manier om te vragen waar het kleinste kamertje is, Het ging van plaït-il naar pletie en van pletie naar plee. Weren is een woord met meerdere betekenis sen. Hij weert zich geducht, hij verzet zich kranig, maar het be tekent ook haasten. Voddere is voortmaken. Daoken komt van dadelijk. Fleuken staat voor oude of ka potte kleren. De herkomst van dit woord heb ik niet kunnen vinden. Misschien is het afge leid van vleugels, vlerken of ve ren. Kwellik komt van kwalijk in de betekenis van misselijk. Je wezen opkelve is een prachtige uitdrukking voor je gezicht was sen. Van Dale verwijst voor kei ven naar (af)kalven of graven. In het etymologisch woorden boek wordt ook verwezen naar een grondwoord dat smeren be tekent. Dat komt er dichterbij. Reêj'n aer is kam je haar. Ree komt van rij, in de reke legge. Het is ook mogelijk dat het komt van ge-ree-d maken. Klae- ransie maeke is klaar maken. Megoggel staat voor een slonzi ge vrouw. In het Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymolo gisch woordenboek is er bijna een halve bladzij aan gewijd en wordt het verklaard als afkom stig uit het bijbelboek Openba ringen (20 vers 8) waar gespro ken wordt over Gog en Magog, volkeren die door satan verleid zullen worden en verzameld om oorlog te voeren. Een prachtig voorbeeld van de invloed van de bijbel op onze taal. Nom {en moe) voor oom en tante is nog wel eens te horen. Wij ge bruikten het uitsluitend voor oudooms en -tantes. Dat komt natuurlijk omdat voor onze ouders dit toen de gebruikelijke aanduiding was voor hun ooms en tantes. Het woord is blijven kleven aan de oude generatie, want de broers en zussen van on ze ouders waren gewoon ooms en tantes. Prossen en prollen zijn woorden die morsen of knoeien en dik doen betékenen. Wie verkoever- eert, gaat vooruit of verbetert. Dit is afgeleid van 'een sporter recupereert', na een wedstrijd. Het woord komt via het Frans uit het Latijn. Wou ze niet is een typische uit roep in de betekenis van 'natuur lijk'. Ook hoor je wou'k niet. „Ei je dat dan nie 'ezie?" „Wou 'k niet!" De spinne is de provisie kast, meestal de kast tussen de twee bedsteden in de woonka mer. Het woord is te herkennen in spenderen. In het Latijn bete kent spendere uitdelen. Langen is ook een van de woorden die je steeds minder hoort. Het is een oud woord voor aangeven, aan reiken. Hier gebruiken we het als halen, pakken. Impersant is een verbastering van het Franse en passant, ondertussen. Ten slotte komt op merote van 'en route' en klinkt ook als het En gelse 'on my road' en betekent dus simpel op pad gaan. Hoewel het stukje dialect als 'echt Zeeuws' zal overkomen, herbergt het maar weinig woor den die alleen voorbehouden zijn aan ons dialect. Onze taal bestaat voor een groot deel uit woorden die uit andere talen zijn geleend. Maar omgekeerd is dat ook het geval. De plee is er een leuk voorbeeld van. Nog ouder dan plee is ons kak'uus en dat woord is via zeelieden in tal van talen in Afrika, Azië en In donesië terecht gekomen. Het Klein Uitleen Woordenboek van Nicoline van der Sijs staat vol met voorbeelden. In Singapore of in Sri Lanka kun je gewoon naar het kakkusu (kakuusje) vra gen. Zó ka je mie Zeeuws toch nog een ènde komme, is 't gin waer? Engel Reinhoudt Deze rubriek verschijnt vanaf 10 februari voortaan op de Bui tengebiedpagina's in de krant van zaterdag. Het opdiepen van woorden die sluimeren in het geheu gen blijft een leuke bezigheid. In het stukje van vier weken te rug behandelde ik er een aantal en dat riep onmiddellijk nieuwe vragen en oude woorden op. Een klein verhaaltje, waarin ik er een aantal verwerk. Arjaen ao amper d'n beer 'eslacht of Lena riep 'n in uus. „Je mó voddere Arjaen, wan daoken motte m'op verzite. Je fleuken uut, wan je zou kwellik worre van de stank. Kelf je we zen op, doe je 's zaèterdags goed an en reêj'n aer. Maèkt klaeran- sie, dan bi me net nog op tied. Arjaen zett'n d'n eêmer vrom in de plee, mae weerd'n z'n eigen langzaem. Die ao nie vee zin om bie. dat megoggel van nom Dies te ge prosse en te ge prollen. Ze was wè een bitje verkoevereerd mie die nieuwe vriend, mae het bleef een aorige troela. „Ver wacht ze oans toch echt?", vroeg 'n. „Wou ze niet", zei Lena, twint a ze de koekjes- doaze in de spinne zette'n en d'r een doasje mie sukeladetjes uut- langd'n om kedoo te doen. Ze stak het in d'r tasse tegaere mie nog twi riesdaèlders en d'r brei- De bijlage Buitengebied verdwijnt. Vanaf 10 februari verschijnt de rubriek Zeeland in de vorige eeuw, oftewel de raadkaart, op de Buiten gebiedpagina's in de krant van zaterdag. Dus ook de nieuwe raadkaart uit de collectie van Hans Lindenbergh, die betrekking heeft op een ooste lijk dorp. De vraag blijft als vanouds: om welke plaats gaat het? Nadere bijzonderheden over de situatie toen en nu zijn van harte welkom. Oplossingen kunnen tot en met donderdag 8 fe bruari worden gezonden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax 0113-315669; e-mail redactie@pzc.nl. Onder inzenders van een goede oplossing worden drie waardebonnen verdeeld. De raadkaart van vorige week dateert uit 1902 en laat een foto zien van de Hooge Zoom in Renesse, meldt M. J. Schaleven, zelf geboren en geto gen in het Schouwse dorp. „Het is een zeer sfeerbepalende opna me van een stille Hooge Zoom, niet meer vergelijkbaar met de situatie die we nu kennen. De kinderen dragen allen een hoofddeksel, een hoedje of pet. Bijna alle jongens 'wonen' op klompen." Schaleven en ook J. II. Blom uit Renesse, T. W. Rosmolen uit Zie- rikzee, L. J. de Ruiter uit Brui- nisse en C. P. Fase uit Sint An- naland geven een uitgebreide beschrijving van de situatie toen. Ze wijzen onder meer op de toren van de Jacobuskerk, die boven de bomen uitsteekt. „Dat is nu wel anders. Het dorpsplein is zonder bomen ge raakt door de iepziekte en thans beplant met kastanjebomen (die ook al door eeii ziekte zijn aan getast) en zomereiken", aldus J. H. Blom. „Door de rijke be groeiing van de iepen kon je vroeger Renesse al van verre herkennen." Rechts vooraan staat een dubbe le woning. In het rechterdeel woonde het echtpaar Bra- rechts de Wilhelminaweg, merkt J. M. Hanse uit Sas van Gent op. „Op de plaats van het huis van Kees Dag is later de showroom van garage Gillijam- se gekomen, ook al verdwenen." Inzender De Ruiter weet dat in het huisje op de voorgrond het echtpaar M. Verseput-Faling woonde en later hun zoons Leen- dert, Marinus Jacob en Hen drik. Familiebadplaats D. E. Tollenaar uit Terneuzen schrijft over de tijd dat Renesse nog een echte familiebadplaats was. „Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw kon men een badpak huren voor tien cent, met een handdoek erbij 15 cent. Een ligstoel huren kostte 25 cent." C. F. Stevense uit Middel burg noemt de plaats nu 'een pretpark voor de Randstad'. Hij herinnert aan de bouw van het Slot Moermond, omstreeks 1230. Toen was Renesse er al. De Jacobuskerk is gebouwd in 1506. Rinus Antonisse De waardebonnen gaan naar: J. M. Hanse, Sas van Gent, M. J. Schaleven, Renesse en E. F. Matthijsse, Heinkenszand. 3(ooge Joom te en esse ber-Verton met hun dochters Jannekee, Koos en Liesbeth. Links woonde Arjaan Wabeke. Later stond er een ander huis met een schilderswerkplaats van Kaashoek. Daarachter in het wat hogere huis woonde in 1902 het echt paar Van de Velde-Houtman, met hun zoon Leendert. Deze huizen zijn allemaal verdwe nen; nu staat er het Deltawaren- huis-Hubo van de familie Hoo- gerhuis. De linkerkant van de Hooge Zoom was grotendeels onbe bouwd (er stond alleen de boer derij van Hogerland. Nu is het de wandelboulevard van Renes se, met onder meer restaurant 't Seepaerdje, bar-discotheek 't Roefke, restaurant De Wig, Moerland modes. Wie goed kijkt, kan achter het huis van Van de Velde (boven het middel ste kind op de foto) nog net de koppen van de dampalen zien van het inrijhek van boerderij De Dreef, destijds van Roeland Steur. Ook nu woont er een Roel Steur. Ter hoogte van de jongen voor het witte huis - dat bewoond werd door jutter Kees Dag - is

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 22