IC
Het opkomend tij geeft vleugels
Het zicht op de Oosterschelde is verdwenen
namen
V
jüe bijlagen: 0113-315680
jizc.nl
frsdactie@pzc.nl
^31,4460 AA Goes
«ntié-exploitatie:
j enMidden-Zeeland: 0113-315520;
^Vlaanderen: 0113-315570;
Sal: 020-4562500.
idag 30 januari 2007
Het Verdronken Land
van Saeftinghe in het
verre oosten van
Zeeuws-Vlaanderen staat
niet echt bekend als popu
lair gebied voor vogelaars.
Het ligt afgelegen en het is
moeilijk toegankelijk. Toch
zijn er het hele jaar door
veel vogels te spotten.
Het aardige van Saeftinghe
is dat de vogels meeglijden
met de seizoenen. In de winter
vragen vooral de duizenden gan
zen de aandacht. De laatste gas
ten zijn in het voorjaar nog
maar nauwelijks weg, of de
broedvogels dienen zich al aan.
Op het eind van de zomer arrive
ren de trekvogels, zoals lepe
laar, rosse grutto, groenpootrui-
ter. Een tussenstop om bij te tan
ken op weg naar het zuiden.
„Saeftinghe is voor vogels heel
belangrijk", zegt kenner Alex
Wieland. „Bijvoorbeeld een
kwart van de tureluurs in Neder
land broedt er. En een heel
groot deel van de overwinteren
de grauwe ganzen verblijft er.
Er zitten gigantisch veel vo
gels."
Door Saeftinghe trekken bete
kent modderige tochten door
een met geulen doorsneden on
herbergzaam schorrengebied.
Ook nog eens rekening houden
met het razèndsnel opkomende
water (het getijverschil is circa
vijf meter). Mede daarom is het
gebied grotendeels niet toegan
kelijk. Maar om vogels te zien is
het niet nodig om te gaan 'blub
beren'. Integendeel, de beste
waarnemingsplaatsen liggen
juist op de zeedijk die Saef
tinghe omringt, legt Wieland
uit. Beste moment is opkomend
tij. Dan trekken de vogels van
de geulen richting dijk.
Wannes Castelijns en Alex Wie
land presenteerden twee jaar ge
leden de resultaten van een uit
gebreide broedvogelinventarisa-
tie. Die is nog altijd actueel. Op
de eerste plaats in de top-tien
staat de zilvermeeuw. Vervol
gens de tureluur, de wilde eend,
gele kwikstaart, rietgors, gras
pieper, blauwborst, kleine kare-
kiet, scholekster en visdief. De
ze vogels zijn vooral in voorjaar
en zomer aanwezig.
Vogels passen zich (noodge
dwongen) aan. Saeftinghe is
steeds minder een verdronken
land, doordat de schorren ge
staag opslibben. Het water in
het oostelijk deel wordt zoeter
en riet rukt op. Kustbroedvogels
als kokmeeuw, strandplevier en
kluut houden daar niet van; riet
vogels (rietzanger, baardmanne
tje) uiteraard wél. In aantallen
en soorten treedt zodoende de
laatste jaren een verschuiving
op.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de
graszanger, die nu tot één van
de specialiteiten van Saeftinghe
gerekend kan worden. De vorst-
gevoelige vogel zit op de hogere
schorren en langs de dijk. Het is
de beste locatie in Nederland
om deze vogel te zien en vooral
te horen. De graszanger is de eni
ge broedvogel in ons land die in
hetzelfde jaar dat hij geboren is
zelf al broedt.
Een andere bijzondere vogel is
de bruine kiekendief, vertelt
Wieland. Vooral omdat het dier
in Saeftinghe overwintert en
dat is uniek. De meeste bruine
kiekendieven trekken naar het
zuiden om de kou te ontlopen.
„Bij de laatste telling begin ja
nuari kwamen we op 120 exem
plaren uit. Het waren bijna alle-
Scholeksters
Vogels spotten in Saeftinghe
Het hele jaar door zijn er in het Verdronken Land van Saeftinghe veel
vogels te zien. Stichting Het Zeeuwse Landschap heeft de tien beste
plekken in kaart gebracht.
B g-
Konijnenschor rg
O Q
Paa' ^Weede Platte Plaat p<
Graauwse v£ Q
Plaat
De Heuvel
Emu
1 bezoekerscentrum Emma-
dorp, binnen alle informatie
over Saeftinghe, over de dijk
korte route door het gebied
2 Baalhoek, in winter en na
jaar veel steltlopers; op de pla
ten van Valkenisse, 's zomers
veel ruiende bergeenden en
wat zeehonden
3 gemaal de Paal, vooral in mei
kluut en rosse grutto; 's zomers
zwarte ruiter en oeverloper; in
de winter veel smienten, win
tertalingen en pijlstaarten
4 bankje Paal, zelfde soorten
als bij het gemaal; kans op een
ijsvogel en in voorjaar rood-
borst-tapuit en grasmus
5 graszangerschor, naast de
graszanger ook broedende brui
ne kiekendief, blauwborst, riet
zanger en rietgors; mei-septem-
ber vlinders langs de dijk
6 de plasjes, zwarte ruiter,
groenpootruiter, kluut, wulp
en eendensoorten
7 kijkhut, steltlopers, roofvo
gels, ganzen
8 Sieperdasehor, wat soorten
betreft vergelijkbaar met kijk
hut; tijdens de trek onder meer
de buidelmees
9 bosjes, slaapplaats voor zeea
rend en visarend, soms plei
stert er een rode wouw
10 schor Ouden Doel, tijdens
trektijd veel zangvogels als pie
pers, kwikstaarten en paapjes;
ook riet-broeders
maal vrouwtjes en vooral jonge
vogels." Daaruit leidt hij af dat
de broedende en de overwinte
rende kiekendieven niet dezelf
de zijn. Wieland hoopt dat er
nog eens een proef met zenders
uitgevoerd kan worden om meer
te weten te komen over het ge
drag van de Saeftinghe-kieken-
dieven.
De beheerder van het Verdron
ken Land van Seaftinghe, stich
ting Het Zeeuwse Landschap,
Tellingen
yyeerwoord
Alle maanden
van het jaar
willen kou in
februaar
Dit is het laatste van de se
rie weerwoord in Buitenge
bied. Met dank aan de le
zers die in de loop der jaren
weerwoorden opstuurden.
heeft de beste observatiepunten
voor vogels in Saeftinghe in
kaart gebracht. Tiet zijn er tien,
met als beginpunt het bezoekers
centrum in Emmadorp en als
laatste - op Vlaams grondgebied
- het schor van Ouden Doel. Ze
zijn, op het centrum en een kijk
hut na, niet nadrukkelijk in het
veld gemarkeerd. Voor wie kij
ken wil: een verrekijker is nut
tig-
Rinus Antonisse
Maandelijks worden in Saeftinghe vogeltellingen uitgevoerd,
een keer bij laagwater en een keer bij hoogwater. Zodoende is
er het jaar rond een overzicht van wat er vliegt, eet, broedt en
slaapt.
Een momentopname van de recente laagwatertelling in december
geeft aan dat de grauwe gans royaal aan de top staat, met bijna
35.000 exemplaren. Daarna smient (17.000), kievit (9000), wilde
eend (2500) en kolgans (2400). Bij een iets eerdere hoogwatertelling
blijkt de kievit (13.000) het meest te zijn gezien, gevolgd door de
smient (6300), goudplevier (4600)en bonte strandloper (2100).
Websites voor meer informatie: www.hetzeeuwselandschap.nl;
www.steltkluut.nl;www.saeftinghe.be.
gMf
De naam Geldof, die
komt Trudy nogal
eens tegen. Een goeie vrien
din heet zo: Marijke, Marij
ke Geldof. Maar dat hoeft
niemand te weten. Er is
nog een reden dat ze Gel
dof goed kent: als Trudy on
derweg is, ziet ze afzettin
gen van wegwerkers, met
Geldof d'r op. Vandaar.
Meer dan tweehonderd Gel
dof-adressen moeten er in
Zeeland zijn. In Vlaande
ren, over de grens dus, le
ven over de 1100 families
Geldof. Ook bestaat daal
de variant Geldolf. In Zee
land zie je die nauwelijks.
Geldof berust op een Ger
maanse voornaam, een hele
ouwe. Zo'n naam bestond
toen als regel uit twee de
len. Bij Geldof en Geldolf is
het tweede deel wolf ge
weest. Wolf en De Wolf zijn
nu gewone achternamen.
Zoals allerlei andere dieren
namen families sieren: Vos,
de Mol, De Haas, Hengst,
De Leeuw, Schaap, Schim
mel, de Bok, Knol, de Beer,
Hond, de Hond en D'hondt.
Bij Geldof en Geldolf is het
geen gewone Wolf: de oude
voornaam was Geld-Wolf.
Niet in de betekenis van 'in
halig persoon, vrek'. Toe
nou. De oorspronkelijke be
tekenis van geld is 'waarde,
offer, vergelding'. Daarom
betekent Geldof'vergelden
de wolf'.
Zo, dacht Trudy, dat zit er
op. Alles had ze er voor
over gehad. Een nieuwe au
to, een andere bril, zo af en
toe een verkeersovertre
ding. Ze was op vakantie
gegaan als het zo uitkwam.
Ook al riep dat vragen op.
Ze wist dat ze alleen op pa
pier bestond. Dat deed
pijn. Ze had veel van zich
zelf prijsgegeven. En... mor
gen bestond ze niet meer.
Toen reed ze weg. Langs de
afzetting van Geldof.
Woest en vinnig, de slik
vloog alle kanten op. Ze is
nooit meer ergens gezien.
Lo van Driel
Dit is de laatste aflevering
van de rubriek Namen.
Zeeland grossierde vroeger in haven
tjes. Veel zijn er verdwenen, in onbruik
geraakt of hebben een andere bestem
ming gekregen. In de serie Aanmeren
aandacht voor dit maritiem erfgoed,
met illustraties van Adri Karman. Van
daag de laatste aflevering: de haven
van Colijnsplaat.
De bezwarenmakers hebben
gelijk gekregen. Met het
indijken van de oude landbouw-
haven is een stukje uit het hart
van het oude Colijnsplaat ver
wijderd. Een ernstige aantas
ting van de leefbaarheid.
De karakteristieke, ruim vier
honderd jaar oude Voorstraat,
met aan het begin de kerk, ein
digt niet meer aan het water,
maar komt uit op een parkeer
terrein met een dijk. De eeuwen
oude rechtstreekse band met de
Oosterschelde is in 1979 afge
sneden.
De provincie, het waterschap
en de gemeente waren destijds
echter voor het dempen van de
oude haven. Zij vonden vergro
ting van de veiligheid tegen
overstromingen een groter goed
dan behoud van het cultuurhis
torisch karakter. En dus onder
ging het waterfront van Colijns
plaat een ingrijpende gedaante
verwisseling. Er kwam wel com
pensatie in de vorm van een
nieuwe vissers- en jachthaven.
Achter de opgehoogde zeedijk.
Niet iedereen was even rouwig
om het verdwijnen van de land-
bouwhaven (die overigens op
het laatst vooral een recreatieve
functie - sportvisboten, plezier
vaartuigen - had). Menigeen her
innerde zich nog die angstige
nacht van 31 januari op 1 fe
bruari 1953. Alleen dankzij 'het
wonder van Colijnsplaat' bleef
het dorp gespaard voor een over
stroming. Letterlijk met man en
macht werden de planken in de
coupure op de kade overeind ge
houden. Doordat het water het
beurtschip Lead ervoor smeet,
lukte dat op het nippertje. Het
monument 'Houwen jongens'
herinnert daaraan.
De oorspronkelijke haven van
Colijnsplaat heeft het nog geen
vierhonderd jaar uitgehouden.
De voorziening, met spuikom
en kaai, kwam er in 1599, tege
lijk met de oprichting van het
dorp. Meteen ontstond een regel
matige veerdienst op Zierikzee.
Al snel verzandde de haven, een
bekend Zeeuws euvel. De spui
kom ofwel houwer werd van de
oostkant naar de westkant van
de haven verplaatst en dat was
een verbetering. Maar de aan-
zandingsproblemen zijn, tot op
de dag van vandaag in de nieu
we haven, altijd op de loer blij
ven liggen.
Voortdurend is er aan de haven
geklust. Een grote ingreep was
aanleg van een kade in basalt
steen (1883). In 1915 werd de
houwer bij de haven getrokken,
die daardoor een lengte van 120
meter kreeg. Dat was nodig van
wege het toenemende aanbod
aan te verschepen landbouwpro
ducten. Ook voerden beurtschip
pers diensten uit op Goes, Dor
drecht en Rotterdam. Het begin
van het einde kwam begin jaren
zestig door de bouw van een tij
loze nieuwe vissershaven. De
thuishaven voor vissers uit
Veere en Arnemuiden, die door
uitvoering van de deltawerken
hun rechtstreekse verbinding
met de zee verloren.
Nog geen twintig jaar later viel
het doek voor de eerste haven.
Op het groentje van de ge
dempte haven worden nu 's zo
mers markten van streekproduc
ten gehouden. En misschien
komt er een oude viskotter te
staan.
Rinus Antonisse