Het gaat om de schoonheid van het zand
PZC
Zand in Zeeland
Windkracht
Soorten
dinsdag 23 januari 2007
Ko'raalzand: resten
van koraalskeletjes, na
het afsterven van de ko-
raalpoliepjes.
Zand van vulkanische
oorsprong: lavazand, li-
parietzand (puimsteen),
obsidiaanzand.
Zwaar-mineraalhou-
dend zand. Zware mine
ralen heten zo omdat ze
een hoger soortelijk ge
wicht hebben: 2,9
g/cm3. Daarmee zijn ze
zwaarder dan kwarts en
veldspaat, de zogenoem
de lichte mineralen. Dit
zand kan bevatten: gra
naat (rose-rood), olivijn
(gelig, groen, rood
bruin), rutiel (rood
bruin), stauroliet (geel,
lichtoranje), toermalijn
(zwart), zirkoon (gelig,
bruin), hoornblende.
Alice Krull-Kalkman uit Oostburg, één van de circa honderd zandverzamelaars in Nederland: „Toen ik
onder de microscoop zanden ging bekijken, ging er een wereld voor me open." foto Peter Nicolai
Strand: hoofdzakelijk
kwarts, gesteentefragmenten,
glauconiet en na storm onder
meer bij Vrouwenpolder en 't
Zwin ook kleine hoeveelhe
den zware mineralen zoals de
granaatsoorten pyroop en
grossulaar, pyroxeen of amp-
hibool en olivijn. Het zijn de
door de zandverzamelaar fel
begeerde (half)edelstenen -
maar dan niet groter dan 2
millimeter. Verder bevat
Zeeuws strandzand mogelijk
fragmenten van (maar ook
complete) kleine zeediertjes,
al dan niet fossiel, en allerlei
tanden. Een monster van
strandzand moet je thuis al
tijd wassen om het zout eruit
te krijgen. De zoutkristallen,
die je onder de microscoop
ook ziet, werken in op de dier
lijke resten in het zand.
groep Zand ontstaan." Er zijn
nu 33 leden. Zo'n zes keer per
jaar ontmoeten ze elkaar. De le
den helpen elkaar de zware mi
neralen te determineren en on
dernemen onder meer excursies
naar zandgi'oeven.
Er zijn twee echt grote vereni
gingen, in Amerika en in
Zuid-Afrika, die een centrale
rol vervullen in een wereldwijd
netwerk van correspondentie en
zandruil. Want je hoeft voor een
nieuw zandje natuurlijk niet per
se zelf op pad, er kan ook zo
maar een monster op de deur
mat vallen.
„Ik ben geboren in een dorp
langs de Hollandse IJssel. Rivie
ren hebben me altijd geboeid.
We gaan elk jaar naar Zwitser
land en vanaf dat ik zand verza
mel, zoek ik natuurlijk ook
langs bergriviertjes. Het liefst
zo dicht mogelijk bij de oor
sprong, aan het eind van een
gletsjer bijvoorbeeld. Het begin
van de gletsjerrivier is meestal
nog natuurlijk, een woest mean
derend riviertje, waarin het wa
ter lekker hard stroomt. In die
bochten neemt de snelheid af en
vormen zich kleine strandjes: ri
vierafzettingen. In Zwitserland
langs de Hinterrhein zag ik op
eens een roze band over het grij
zige zand: granaatzand. Hele
maal geweldig!De ergste
vraag die je haar kunt stellen is:
hoeveel zanden heb je nu? Na
wat nadenken schat ze haar ver
zameling op zo'n vierduizend
monsters. „Het gaat mij echter
niet om de hoeveelheid, maar
om de schoonheid van het zand,
Meester Van der Heijden-
groeve (De Kauter): kwarts,
geoxideerd glauconiet (geeft
de okergele tot roodbruine
kleiu aan het zand) en veel fos
sielen. Het is de enige plaats
in Nederland waar de over
gang van Plioceen naar Pleis
toceen goed zichtbaar en zo
dicht aan de oppervlakte is.
De Kaloot: naast kwarts en
gesteentefragmenten bevat
het zand veel fossielen: bryo-
zoënkolonies (mosdiertjes), fo-
raminiferen, ostracoden (mos
selkreeft j es), schelpjes, slak
kenhuisjes, huidplaatjes en
stekeltjes van zee-egels, frag
menten van haaientanden
maar ook complete kleine
tandjes. De Kaloot is het eni
ge strand in Nederland waar
zo'n rijke combinatie in het
zand te vinden is.
de samenstelling, de ontstaans
geschiedenis. Dat is de geschie
denis van de wereld in microfor
maat."
Ondine van der Vleuten
Zie ook: www.gea-geologie.nl,
www.geologischevereniging.nl
en www.werkgroepgeologie.nl.
Studies wijzen uit dat vooral
na 1970 de getijslag en getij
doordringing in het Scheldebek-
ken zijn toegenomen. Ook bij
stormvloeden. Dat komt vooral
door verdieping en onderhoud
van de vaargeul in het oostelijk
deel van de Westerschelde en in
de beneden-Zeeschelde. Het ge
tij is in beweging.
Dat is het trouwens altijd al.
Achterin de Westerschelde bij
Bath is het grootste getijver-
schil van Nederland te vinden,
met een gemiddeld verschil tus
sen hoog en laag water van 4,8
meter.
Dat er meer water de rivier op
gaat, blijkt eens te meer bij
storm. In het mondingsgebied
van de Schelde kan het flink
spoken, zeker wanneer de wind
kracht 7 of meer bedraagt. Oer
krachten die schepen nopen tot
lijdzaam wachten op rustiger
water.
foto Ludo Goossens
Er zijn plekken op de we
reld waar bijna geen
zand is. De binnenlanden
van Spanje bijvoorbeeld.
Wel iets wat erop lijkt,
maar de naam zand niet
mag dragen. Te veel kalk en
daardoor te fijn of te veel
grind en daardoor te grof.
Zand, dat is wat er over
blijft van gebergten als de
elementen er goed hun best
op hebben gedaan. De basis
bestaat uit stukjes gesteen
te tussen de 2 millimeter en
1/16e millimeter. Onder de
microscoop zie je dat er
vaak van alles tussen zit:
piepkleine (fossiele) schelp
jes, fossielen, koraal,
(half)edelstenen.
Dat nederige zand waar je
overheen loopt zonder er
verder bij na te denken, blijkt
bij een vergroting van 20 tot 40
onder de microscoop van een on
gekende schoonheid klem- en
vormenrijkdom te zijn. Alice
Krull-Kalkman uit Oostburg is
één van de circa honderd zand
verzamelaars in Nederland. Zij
stond aan de wieg van de werk
groep Zand van de stichting
Geologische Aktiviteiten (GEA),
die dit jaar het tweede lustrum
viert.
Voor haar begon het vijfentwin
tig jaar geleden met een reis
naar een groeve in het Belgische
La Calamine, om versteend hout
te zoeken. Daar zag de amateur
geologe voor het eerst dat er ook
ander zand was dan het grijzige
Zeeuwse strandzand. Ze deed
iets van de bruine en gelige af
zettingen in een zakje: monsters
nummer 1 en 2. „Het was vooral
kwartszand en op zich niet zo
interessant. De afwijkende
kleur viel me op. Toen ik later
onder de microscoop andere zan
den ging bekijken, ging er een
wereld voor me open."
Om andere mensen te laten zien
hoe mooi zand is, maakt Krull
microfoto's. „Je fototoestel is
via een 'tubus' verbonden met
de microscoop. Je moet goed be
lichten en zorgen dat je alles
even scherp krijgt. Als je een
platte micakorrel en een ronde
kwartskorrel van wel vier, vijf
keer zo hoog als dat micakorrel
tje wil fotograferen, zit je al. Je
moet het zand dus zeven, om
een beetje gelijke korrelgrootte
over te houden."
Mengsel
Zand is bijna altijd een meng
sel. Zuiver kwartszand (zilver
zand) kan tot 98 procent be
staan uit kwartskorrels (sili-
ciumdioxide). Het bevat geen
klei, plantenresten of ijzer. In
Limburgse zandgroeven en
soms aan stranden is het wij
puur te vinden. Vaak is het ver
mengd met skeletjes van zeedier
tjes en fossielen.
In 1996 werd Alice Krull ge
vraagd om op de jaarlijkse mine-
ralenbeurs van GEA in Amster
dam een tentoonstelling in te
richten. „Op die beurs kon je je
opgeven als lid. Zo is die werk-
Strandzand uit Sardinië, Italië.
Strandzand uit 't Zwin. microfoto's Alice Krull-Kalkman
Bergrivierzand uit de Hinterrhein, Zwitserland.
Onderwaterzand uit Magawish, Egypte.
Rivierzand uit de Maas.
Strandzand uit Scheveningen.