Van kwakzalver tot specialist Foto's tonen de Zeeuwse Delta vanuit de lucht Nu is ook de frambozentunnel naar de barrebiesjes 21 Geschiedenis van Walcherse medici dinsdag 23 januari 2007 De Delta biedt zeer geva rieerde vaarmogelijkheden voor zeilers en motorbootschip pers. Niet voor niets ziet het pro vinciebestuur de watersport als een groeisector die extra gepro moot moet worden. De zeear men, meren, rivieren en kanalen hebben alle een eigen karakter en dat geldt ook voor het omlig gende land. Veel (cultuurhisto rie in stadjes en dorpen, polders met hun seizoengebonden wisse lingen, een reeks verschillende natuurgebieden. Om de watersporters wegwijs te maken is door Rens van der Hammen de Vaargids Zuid-Hol land en Zeeland samengesteld. Die geeft vanuit een apart stand punt - namelijk via luchtfoto's - een beeld van de deltawateren. In vogelvlucht een tocht door het gebied. Met uiteraard veel informatie over havens, brug gen en sluizen en over beziens waardigheden. Het is het eerste deel van een serie Vaargids Ne derland uit de lucht. Volgende delen zijn gewijd aan het IJssel- meer en de Waddenzee. De titel is in zoverre een tikje misleidend, dat van Zuid-Hol land alleen het Haringvliet en Hollands Diep aan bod komen. De benaming Delta was juister geweest. Van der Hammen geeft van elk gebied een 'varende be schrijving'. Wat komt een water sporter allemaal tegen en waar kan hij na te zijn afgemeerd wat van zijn gading vinden? Met handige tips, zoals over het Haringvliet waar soms sprake kan zijn van een schijngetij doordat door de sluizen gespuid wordt. Het verschil in water stand kan dan wel twintig centi meter zijn en bij de spuisluizen kan het harder stromen. Hetzelf de geldt, maar dan permanent, voor de directe omgeving van de stormvloedkering Oostersehel- de. Natuurlijk komen alle deltawa teren aan bod, maar voor mis schien wel het mooiste en voor de watersporter meest uitdagen de recreatiewater, de Ooster- schelde, heeft Van der Hammen drie hoofdstukken uitgetrok ken: oost, midden, west. Stroom en wind maken het varen er elke dag anders. Door het getijver- schil ontstaat soms een sterke stroming. Daarentegen blijft voor de Wes- terschelde de informatie be perkt tot het mondingsgebied. Met een waarschuwing: „Als wa tersporter moet je goed uit je doppen kijken en vooral tevoren de tocht goed voorbereiden. Er geldt een afwijkend reglement." Dat heeft uiteraard alles te ma ken met het drukke be- roeps-scheepvaartverkeer van steeds grotere schepen. Anders dan vanaf het water ge ven de groot afgedrukte luchtfo to's een prima beeld van wat de bezoekende watersporter te wachten staat. De vaargids is daardoor een soort papieren na vigatiesysteem. Maakbaar land Ook met allemaal luchtfoto's maar van een heel wat kleiner formaat is het boekje De boven kant van Nederland. Deel drie van een serie waarin luchtfoto- graaf Karei Tomeï ons land zeer gevarieerd vanuit de lucht toont. Het boekje is tweetaling: Nederlands en Engels (Holland from the Top). De luchtfoto's moeten het maken, er is nauwe lijks tekst (alleen een loca tie-aanduiding). Per provincie wordt Nederland door Tomeï verkend (meestal vanuit een heli kopter, wat vergeleken met een vliegtuig het voordeel heeft dat er in de lucht even 'gestopt' kan worden). In een korte inleiding merkt Art de Vos op dat de luchtfoto's een maakbaar land tonen, dat zich voortdurend aanpast aan gewij zigde omstandigheden. Planma tig, geordend en weldoordacht. Met hier en daar een weeffoutje, zoals de sporen van een dijk doorbraak met bijbehorend na tuurgebied. In een vogelvlucht zijn ook sneller lijnen te onder scheiden, hoe een nieuwe wijk of weg zich in het landschap nes telt. Per Ongeluk Tomeï doet Zeeland alle eer aan, al wordt fort Ellewoutsdijk per ongeluk aangeduid als Wes- terschouwen en Sluis als Sint Anna ter Muiden. De foto van Villa Scaldia bij Hoofdplaat maakt in één oogopslag duide lijk waarom de verhuur van de huisjes zo tegenvalt. In twee rijen staan vlak achter de kale dijk huizen neergepoot. Saaier kan het nauwelijks. Vanaf de grond is het een hoop gras met wat hobbels, maar vanuit de lucht oogt voormalig fort Nas sau bij Retranchement als een fraai lijnenspel. Vervreemdend mooi is het con trast tussen boeren op het land en op het water. Twee foto's (toe vallig?) naast elkaar van een ha ven vol hangmosselcultuur bij Sint Philipsland en van het kleinschalig verkavelde heggen- gebiedje bij Nisse. Nieuwe visse rij en oude landbouw in één oog opslag. Transport Nauwelijks lucht en water zijn te zien in het boekje Ik heb m'n wagen vol geladen van Hans Pars. Het gaat over een eeuw transport in Nederland. De op zet is gelijk aan De bovenkant van Nederland, met dus veel fo to's en weinig tekst, maar daar houdt elke vergelijking ook mee op. Het zijn vooral oude foto's die een beeld geven van oude transportmiddelen in de eerste helft van de 20e eeuw. Nostalgische plaatjes over de overgang van paardentractie naar gemotoriseerd verkeer. En dan vooral het kleinschaliger vervoer, van hondenkar tot rij dende winkel, van kruiwagen tot tractor. Een bladerboekje om snel te vergeten. Rinus Antonisse Vaargids 1, Nederland uit de lucht, Zuid-Holland en Zee land. Door Rens van der Ham men. Uitgave De Alk Heijnen watersport, Alkmaar. Prijs 29,95 euro. De bovenkant van Neder land/Holland from the Top. Luchtfoto's van Karei Tomeï, tekst Art de Vos. Uitgave Scrip- turn, Schiedam. Prijs 16 euro. Ik heb m'n wagen volgeladen. Beelden van een eeuw transport in Nederland. Door Hans Pars. Uitgave Scriptum, Schiedam. Prijs 16 euro. In een verre hoek. van de Vroonlandseweg in Kapelle telen Ivo van Gaaien (40) en hnette.van Gaalen-Doppen- berg (38) aardbeien onder ruim een halve hectare glas. Ze telen ook kersen, frambo zen en bessen en verderop in het dorp peren en appels. De kinderen, Wilco, Lilian, Jan, Annemieke, Miranda en René helpen af en toe ook een hand je. In Onder glas volgen we het gezinsbedrijf van week tot week. Lucas van Steveninck, medisch doctor te Middelburg van 1769-1787. illustratie Zeeuws Archief Oud-huisarts en geschiedschrijver Jan Pel: „Het is aardig om te weten wie je voorgangers zijn geweest en hoe die het hebben gedaan.foto Dirk-Jan Gjeltema Toen de eerste ruiten in de kas sneuvelden, voerde de maat schap snel wat provisorische re paraties uit, maar vervolgens werd het toch te gevaarlijk. „Er waaiden een paar ruiten in, pal op het zuidwesten. Als zo'n storm, door de gaten die dan ontstaan, vat krijgt op de hele kas, doe je er niks tegen als de hele boel aan diggelen gaat." Ivo legt uit dat je dan beter kunt maken dat je weg komt. „Er kunnen grote stukken glas van een flinke hoogte vallen. Daar kom je niet heel uit. Met een beetje pech snijdt zo'n scherf je kop eraf, als een soort guillotine." Het echtpaar staakte dus ijlings de werkzaamheden in de kas om achterlangs, uit de wind, om te lopen naar het huis. Daar za ten ze al een poosje noodge dwongen niks te doen, toen Mi randa hen erop attent maakte dat de frambozentunnel van plan leek het luchtruim te kie zen. Ivo: het leek wel een para chute.'Aan een paar ankertjes zat hij nog vast, maar het wap perde geweldig. We zijn hem als de wind los gaan snijden om de schade te beperken. Je moet er niet aan denken wat voor scha de zo'n ding kan aanrichten aan vanalles en nog wat. Door het plastic kapot te snijden, hebben het skelet kunnen redden. Maar nu zijn er wel twee tunnels naar de barrebiesjes." Foute timing Janette wil nog graag even opge tekend zien dat Ivo gedeeltelijk schuld heeft bekend aan de te loorgang van de frambozentun nel. „Ja, ja, ik geeft het toe", zegt Ivo, „Ik heb de coniferen- haag gesnoeid, tot twee centime ter onder het maaiveld. Die haag hield de tunnel altijd uit de wind. Een foute timing mij nerzijds, maar ik weet ook niet van tevoren wanneer het zo ge weldig gaat stormen." Hoewel de wederopbouw van de twee weggewaaide tunnels zal worden uitgesteld tot het stormseizoen absoluut achter de rug is, is Janette toch gaan bellen overnieuw plastic. „Ik wil wel even weten wat dat kost, dus ik heb de telefoon ge pakt. Het werd eigenlijk nog best een leuk gesprek. Ik vertel de die man dat we een heleboel nieuw plastic nodig hebben van wege stormschade en dezelfde dag kwam de baas van het be drijf, Meeuwse uit Goes, langs. Toch leuk, als mensen een beet je meeleven. Ik had meteen heel duidelijk gemaakt dat. er voorlo pig aan ons niks te verdienen viel, maar die man stak er toch zijn tijd in." Inmiddels is het Citotoetssei- zoen begonnen en daarmee ook de oriëntatietocht langs de scho len voor voortgezet onderwijs. Gezien de voorlopige schattin gen hebben Jan en Lilian de keus uit twee Goese scholen: Pontes Goese Lyceum en Ostrea, waarin het Buys Ballot College en het Willibrord Colle ge zijn samengegaan. Janette: de kinderen mogen zelf natuur lijk kiezen, maar ze zitten hier in Kapelle op de christelijke ba sisschool. Het ligt in de lijn der verwachting dat ze dus voor Ostrea zullen kiezen. De meeste vriendjes en vriendinnetjes gaan daarheen en dat heeft toch de grootste invloed op de school keuze. De familie maakt niette min een tocht langs open avon den en open dagen, al hebben ze het met Wilco allemaal al eer der meegemaakt. Ivo: „Nu gaat het om twee kinderen tegelijk, maar we zullen in de jaren hier na nog drie keer uitgebreid wor den voorgelicht." Er is ook een nieuw konijn in aantocht. Een vriendinnetje van Annemieke gaat naar het noorden des lands verhuizen en haar konijnenhok is zo gammel dat het niet meer te verplaatsen is. Bovendien is de nieuwe woonst naar verluid niet konijn- vriendelijk. Hoewel de veesta pel nog kort geleden compleet werd verklaard, heeft Janette geen 'nee' kunnen zeggen. „Het is een mannetje dat van z'n ge reedschap is afgeholpen, dus we zetten hem eerst bij de vrouw tjes. Lukt dat niet, dan gaat hij bij Nijntje, het konijn van Anne mieke. Dat is wel een chagrijn voor andere konijnen, maar ze wennen wel aan elkaar." Daar mee zijn nog niet alle dierenpe- rikelen opgelost, want Red Buil, de dikke rooie je-weet-wel-ka- ter, is al een paar dagen foetsie. Ivo mist hem. „Dat beest komt altijd bij mij liggen slapen, dus hij moet snel terugkomen." Mieke van der Jagt Tussen 1700 en 2000 werkten op Walcheren honderden genezers. J. Z. S. Pel, rustend arts in Middel burg, speurde in de archie ven naar hun gegevens. De resultaten zijn opgenomen in het eerste digitale boek van het Koninklijk Zeeuw- seh Genootschap der Weten schappen. De on line-publi- catie telt 571 pagina's en is te vinden op de website van het Zeeuws Archief, www.zeeuwsarchief.nl. Hij is er vele jaren mee bezig geweest. Het verzamelen van 'levensberichten' van medi ci op Walcheren. Tussendoor vol tooide oud-huisarts Jan Pel (89) nog even een studie rechten. Hij mag dan weliswaar op rust ge steld zijn, zoals de Vlamingen pensionering noemen, maar voor hem betekent dat geens zins achter de geraniums zitten. Pel kan inmiddels als de ge schiedschrijver van de medische zorg op Walcheren beschouwd worden. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw publiceerde hij in het Zeeuws Tijdschrift een aantal artikelen over de eer ste medisch specialisten die zich op het eiland vestigden en over het Gasthuis in Middelburg. In 1992 verscheen zijn boek Twee eeuwen Vlissingse ziekenhui zen; van arm-, gast- en weeshuis (1823) tot ziekenhuis Walcheren (1992). En nu is er dan zijn boek Chirurgijns, doctoren, heelmees ters en artsen op het eiland Wal cheren 1700-2000. Het.is niet-uit-' gegeven als papieren boek, maar op internet te vinden. Een totaalbeeld van drie eeuwen ge neeskunde in stad en dorp. Wie de bijna zeshonderd vellen wil printen, moet even geduld heb ben. Het Zeeuwsch Genoot schap beschouwt de digitale pu blicatie als een vervolg op het in 1901 verschenen boek Levensbe richten van Zeeuwse Medici van A. A. Fokker en J. C. de Man. Het liefst.had Pel een boekuitga ve gezien. Maar daarvoor ont brak bij het Zeeuwsch Genoot schap het geld. Door de weerga ve op de website van het archief is de informatie toch ontsloten. En wel meteen wereldwijd. „Dit is een aardige oplossing"* vindt Pel. Toen zijn kleinzoon tijde lijk in New York verbleef, kon hij meteen na de plaatsing op de website het boek van zijn opa bekijken. Waarom heeft Pel zoveel tijd en werk besteed aan een onder werp dat toch niet direct een breed publiek aanspreekt? „Het leek me wel aardig. Het is ook een stuk geschiedschrijving en documentatie. Ik denk dat het in elk geval voor medici zelf inte ressant is. Aardig om te weten wie je voorgangers zijn geweest en hoe die het hebben gedaan." Dat varieert in de loop van drie honderd jaar nogal, blijkt uit de levensberichten die Pel heeft verzameld. In het eerste part van de 19e eeuw komen op het Walcherse platteland veel schrij nende medische misstanden voor. Pel: „Misstanden die een ^combinatie waren van grove on kunde en alcoholisme." In het begin van de 21e eeuw zijn de grote verschillen in medische kennis, kunde en beroepshou ding verdwenen, constateert Pel. De kans dat een heden daags medicus niet voldoet aan de eisen, acht hij klein. De levensberichten schetsen niet alleen een beeld van perso nen, maar bieden ook inzicht in de ontwikkeling van de genees kunde op het platteland. Van kwakzalver tot specialist, van kapperszaak tot huisartsenpost, zogezegd. In de 18e eeuw is er voor verloskunde de vroed vrouw, voor heelkunde de chi rurgijn en voor de inwendige ge neeskunde de doctor. Als de gli des in 1798 worden opgeheven, verdwijnt de Opleiding tot chi rurgijn (die in de stad de heel- Prof. Adriaan van Solingen, medisch doctor te Middelburg van 1782-1807. maakt zich sterk voor één uni forme medische opleiding. In 1865 is het zover, maar niet voor lang. Eind 19e eeuw is sprake van een tweedeling in artsen die de genees-, heel- en verloskunde volledig uitoefenen (de huisarts) en specialisten die zich beper ken tot een onderdeel. In de eer ste helft van de 20e eeuw komen ook de sociaal-geneeskundigen, die zich niet bezighouden met en verloskunde beoefent en op het platteland de hele genees kunde). De overheid gaat zich meer met de zorg voor de volksgezond heid bemoeien. Er komen in 1824 zeven geneeskundige scho len, waaronder één in Middel burg. De in 1849 opgerichte Ne- derlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst genezen, maar met het voorkó men van ziekten. Pel geeft aan dat er in de 18 e eeuw grote verschillen zijn in kennis en welstand van de gene zers. Sommigen zijn tegelijk ad vocaat en predikant, zelfs koop man en reder. In de 19e eeuw blijven de verschillen er. Pel noemt als voorbeeld de vesti ging in 1853 van heelmeester L. illustratie Zeeuws Archief Pervoost, die praktiseert op de grens van het criminele en van medisch doctor S. S. Coronel, die een van de grondleggers van de sociale geneeskunde in Neder land wordt. En in 1885 van de alcoholische 'wonderdokter' A. de Puijt en de arts J. J. Berdenis van Berlekom, die uitgroeit tot coryfee van de Walcherse artsen stand. Als eerste specialist komt in 1902 chirurg D. Schoute naar Middelburg en een andere pio nier is chirurg-vrouwenarts A. Staverman, die in 1908 naar Vlissingen komt en de stoot geeft voor oprichting van het Sint Josephziekenhuis en zieken fonds Walcheren. In 2000 staan er zeventig specialisten inge schreven. Pel merkt op dat door de verzakelijking het medisch beroep in de loop van de 20e eeuw (en nu) een beroep als elk ander is geworden. „Waarvan de werktijden steeds strikter be perkt blijven tot kantooruren." Het betekent volgens hem dat de acute, hulpzoekende patiënt steeds vaker geconfronteerd wordt met een hem onbekend medicus. Rinus Antonisse O die storm, het houdt maar niet op. Nu is er alweer een tunnel de lucht in gegaan. De frambozentunnel deze keer. Ja nette en Ivo hebben de schade nog met een stanleymes weten te beperken, maar er wacht weer een hoop extra werk. „In de kas viel de schade eigen lijk wel mee", vertelt Janette. „Een stuk of tien ruiten gingen eraan. Toen we 's ochtends be zig waren met sleuven dicht gooien, hoorden we een, enorme klap. We dachten dat de deur van de schuur eruit vloog, maar het was de trampoline die van zijn grondvesten woei. Wam- mes, tegen het huis aan! Dat was dus een meevaller, want dat ding is zo weer in elkaar ge zet. We waren hem vergeten. We hadden juist overlegd wat we allemaal nog meer konden doen om schade te beperken. Niet aan die trampoline ge dacht, natuurlijk."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 21