Bij ons sta je op als de docent binnenkomt De Schelde en de Roosevelt Academy Nederland en Oman Studenten uit Oman in Middelburg De Zeeuwse scheepswerf De Schelde onderhoudt al sinds de op richting van de Roosevelt Academy intensieve contacten met de universiteit. De drie studiebeurzen aan studenten uit Oman zijn het eerste concrete resultaat daarvan. Het is de bedoeling de sponsoring aan de RA uit te bouwen, bijvoor beeld door tickets te betalen van studenten die in het buitenland een presentatie geven of te doneren aan een algemeen steunfonds. Direc teur H. van Ameijden: „Wij zijn één van de grotere ondernemingen in Zeeland. Dan heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij doen achter de schermen wel meer, hebben bijvoorbeeld na de tsunami geld voor hulp gegeven. Maar het is niet onze stijl om dan met uitvergrote cheques voor de tv te paraderen." De RA heeft plannen om de komende jaren meer overeenkomsten te sluiten, bijvoorbeeld in Italië en de VS. Momenteel zijn er, naast de contacten met Oman, ook uitwisselingsprogramma's met de Vrije Universiteit van Brussel en met Glendon College in Toronto (onder deel van de York University). Verder kunnen de RA-studenten in de uitwisselingsprogramma's van de Universiteit Utrecht stappen. Veer tien studenten maken daar momenteel gebruik van (onder meer in IJsland, Finland, Australië en de VS). Leerstoel In Oman neemt De Schelde de refit, ofwel het groot onderhoud van een marineschip voor haar rekening. Directeur H. van Ameijden van De Schelde is tevens bestuurslid van de Stichting Nederland-Sulta naat van Oman. Deze stichting heeft de Roosevelt Academy/Uni- versiteit Utrecht vorig jaar de leerstoel Watennanagement cadeau ge daan, ter gelegenheid van het 35-jarig regeringsjubileum van sultan Qaboos bin Said Al Said. Watermanagement draait in Oman om ontzilting van zeewater (voor landbouw en drinkwater) en om het benutten van water dat licht ver vuild is met olie (uit de olieproductie). Ook wordt gekeken naar trans port van water via wolken. foto Ruben Oreel stekende kamelen. Ahmed: „De snel weg tussen Oman en Al-Ain, in de Ver enigde Arabische Emiraten, is hele maal afgezet met hekken om een aan rijding te voorkomen. Die kamelen le ven van de stekelige blaadjes van een boom die in de woestijn groeit en als ze niet moeten werken, laat de eige naar ze vrij rondzwerven. In sommige gebieden stikt het van de loslopende kamelen." Nog een belangrijk verschil: de ver houding tussen student en leraar. Vol gens Al-Maqdad zou er wel wat meer respect mogen zijn voor de docenten. „Bij ons sta je op als de docent binnen komt en als je antwoord geeft op een vraag." Spotten met het koningshuis, hier geen enkel probleem, betekent in Oman dat je in de boeien gaat. Je mag een bankbiljet met de beeltenis van de Sultan niet verfrommelen en op straat gooien, want dat is majesteitsschen nis. Sultan Qaboos, die 36 jaar gele den aan de macht kwam, is alom ge liefd vanwege de manier waarop hij het land hervormde. „Ouders vertel len hun kinderen wat hij voor ons be tekend heeft en laten zijn portret zien. Kinderen noemen hem 'papa Qa boos'." Oproep tot gebed Alledrie vinden ze het jammer dat ze op 18 november niet in Oman waren; de verjaardag van de Sultan wordt groots gevierd. „We hebben het vuur werk gemist." Ze missen ook de dage- Oman zou je kunnen zien als het Nederland van de Arabische we reld. Het land staat bekend om zijn gematigde politiek en vervult vaak de functie van bemiddelaar in de regio. Het is klein in vergelij king met zijn buren (309.500 km2) en zet in op een kenniseconomie. Watermanagement is daarbij één van de speerpunten. Oman is van oudsher een zeevarende natie. In 2005 werd in samenwerking met het Rotterdamse Scheepvaart en Transport College een zeevaartschool op gericht. De economische banden tussen Nederland en Oman zijn aanzienlijk en groeien nog. Voor Shell is het één van de belangrijkste thuislanden, maar ook baggerbedrijven als Van Oord en Boskalis en de offshore-in dustrie vinden er grote klanten. In samenwerking met het Havenbe drijf Rotterdam is in Oman een industriehaven aangelegd. Eind 2005 bracht premier Balkenende een bezoek aan Oman en de an dere kleine olierijke golfstaten en constateerde dat er ook goede kan sen liggen voor samenwerking in de sectoren handel, transport, finan ciële dienstverlening en natuurlijk watermanagement. Speerpunt Oman heeft een beperkte olievoorraad en zoekt naar mogelijkheden om daar economisch minder afhankelijk van te worden. Een speerpunt is de opleiding van de jongere generatie. Onderdeel daarvan is het uit zenden van studenten naar buitenlandse universiteiten. Tijdens het be wind van sultan Qaboos schoot het aantal openbare scholen voor voort gezet onderwijs omhoog van ctóe naar 1049, naast zes scholen voor spe ciaal onderwijs en 157 privéscholen. In 1986 opende de Sultan Qaboos Universiteit zijn deuren. Het afgelopen jaar hebben zowel de minister van onderwijs van Oman als de ambassadeur van Oman in Nederland de Roosevelt Academy bezocht. lijkse oproepen tot het gebed. „Overal in de islamitische wereld word je daar mee gewekt. Ik heb wel een program ma in mijn computer dat me eraan her innert dat ik mijn gebeden moet opzeg gen, maar dat is toch niet hetzelfde", zegt Rumaitha. Eigenlijk missen ze alles van Oman, zegt het drietal een beetje weemoedig. Het picknicken op het strand, in de schaduw van de rotsen. Of bij de oa ses en in de parken, als het 's avonds afkoelt, Zandsurfen, lekker door de woestijn scheuren met je fourwheeldri- ve ('Iedereen heeft er een'). De sponta ne voetbalpartijtjes ('Soms zie je wel zes teams tegelijkertijd spelen, ge woon op straat'). Neemt niet weg dat ze Nederland aan genaam vinden. Met name de vriende lijkheid van de Nederlanders heeft hen verrast. „In Oman bestaat het beeld dat westerlingen afstandelijk of zelfs vijandig zijn. Dat is helemaal niet zo. Je wordt al snel uitgenodigd eens mee te eten." Al-Maqdad was vooraf nog gewaar schuwd door zijn vader: 'Kijk uit voor drugs!' „Op mijn eerste dag hier vroeg de rec tor wat ik wilde gaan doen. Ik zei: naar de koffieshop gaan! He was shocked. Wist ik veel dat je hier in een koffieshop drugs koopt! Ik bedoelde gewoon een internetcafé. Achteraf hebben we er nog flink om gelachen." Ondine van der Vleuten zaterdag 20 januari 2007 De Sultan Qaboos Universiteit in Oman. foto ministerie van Informatie van Oman „aistns kwamen ze aan. met het vliegtuig. Lstudenten uit Oman, de eerste van een jiiuvisselingsstudenlen die op kosten van 1,1de Groep drie jaar lang mogen stude- de Roosevelt Academy in Middelburg, •debedoeling dat straks vanuit Zeeland iudenten de andere kant uit gaan: naar de „Qaboos Universiteit in Oman. Toen Rumaitha Al Busaidi voor het eerst haar kamer op de campus van de Roosevelt Academy binnen stapte, schrok ze. „Ik bad: Alstublieft, God, geef me dat ik straks in Begijn hof een grotere kamer krijg!En dan die huizen, tegen elkaar aangeplakt, niet omgeven door groen, en zonder airconditioning! Zij en haar twee me destudenten Ahmed Al-Mandhari en Almaqdad Al-Lawati wonen thuis net als de meeste Omani in een villa, om geven door een ruime tuin met palm bomen. Rumaitha heeft in haar ouder lijk huis in de hoofdstad Muscat een kamer van zo'n zeventig vierkante me ter tot haar beschikking. Ahmed, Rumaitha en Al-Maqdad stu deerden aan de Sultan Qaboos Univer siteit in Oman, toen ze de kans kregen mee te doen aan een uitwisseling met de Roosevelt Academy. „Ik heb die kans gepakt", zegt Rumaitha, die eer der al een jaar in de Verenigde Staten verbleef. „Mijn vader heeft vroeger een half jaar in Nederland gestu deerd. Hij heeft goede contacten met Shell. Vader was direct enthousiast." De negentienjarige wil uiteindelijk zeebiologe worden. Aan de RA volgt ze lessen Engels, statistiek, celbiolo gie en databasemanegement. Aan het eind van de drie jaar mag ze zich dan Bachelor of Science noemen, net als Ahmed en Al-Maqdad. Die hebben al lebei programmeren in de computer taal java, wiskunde, Nederlands en Engels in hun pakket. Streng De studenten krijgen elke maand een bedrag op hun rekening waar ze zelf eten en kleren van moeten kopen. „Ik heb nog nooit eerder zelf geld gehad", lacht Rumaitha. „Mijn ouders zijn heel streng. Als je iets niet echt nodig hebt, kun je het wel vergeten." Ze heeft nog drie jongere zusters en twee jongere broers. „Bij ons is dat weinig. Omaanse gezinnen tellen gemiddeld zeven kinderen. In die grote gezinnen is het heel normaal hulp in de huishou ding te hebben." Rumaitha hielp haar moeder altijd in het huishouden en bij het koken. De Hollandse pot trekt haar niet zo. „Ik ben gewend aan rijst, salade en een curryschotel. Lekker pit tig. Toen ik hier kwam, had ik voor vier maanden basmatirijst en spece rijen bij me. Ik dacht echt dat je dat soort dingen niet kon kopen hier, maar toen ik een Turkse winkel bin nenstapte, zag ik alle ingrediënten die ik normaal ook gebruik! De drie studenten zijn, zoals dat heet, van goede komaf. Rumaitha's vacler is personeelsmanager voor een staatsbe drijf, die van Ahmed is computerpro grammeur en werkt bij het ministerie van defensie, Al-Maqdads vader bezet een belangrijke post op het ministerie van handel en industrie. Zoals veel Omani's bezitten ze buiten de stad een boerderij, waar ze een beetje kunnen bijkomen van het drukke stadsleven. Rumaitha: „Meestal is dat al genera ties in het bezit van de familie. Bij on ze boerderij is een zwembad en er staan dadelpalmen, mangobomen en limoenbomen, we houden er twintig koeien, een stier, geiten, kippen." We hebben er ook eenden, niet per se om te eten, maar om een beetje mee te pronken, lacht ze. „Onze buren heb- Almaqdad Al-Lawati. Rumaitha Al Busaidi en Ahmed Al-Mandhari (vim-) ben alligators. Die hebben ze speciaal uit Australië over laten komen! En weer een ander heeft struisvogels." Als Rumaitha één ding kon verande ren in Nederland, was dat het weer. „Het; was hier hartstikke koud in au gustus, toen ik aankwam. En elke dag wordt het kouder." Net als Al-Maq dad woont ze in de kuststreek. „Daar is het'minimaal 26 graden. In mei is het een graad of 38, dan zeggen we te gen elkaar dat het toch wel Wat warm wordt. In juli kan het wel 50 graden worden. Het zweet stroomt van je af, de hele dag en je neemt drie, vier keer per dag een douche om af te koelen." Ahmed woont in het binnenland en daar is het nog heter. „Maar bij ons vind je oases, plaatsen waar natuurlij ke bronnen zijn en gewassen ver bouwd worden. Tomaten, komkom mers, sla. Net als in de kassen hier, al leen zijn bij jullie de kassen ver warmd' en bij ons juist gekoeld." Onlangs is in het binnenland een enor me ondergrondse watervoorraad ge vonden. Water is van levensbelang en een schaars goed in Oman. Rumaitha woont naast een ontziltingsinstallatie, die het zout uit het zeewater haalt. Ook wordt geëxperimenteerd met me thoden om water uit olievelden te ha len. Zo zijn er nog veel meer projecten om te zorgen dat aan de waterbehoef te voldaan kan worden. Het verbruik per hoofd van cle bevolking is enorm, vele malen groter dan in Nederland. Rumaitha: „Er zijn overheidscampag nes om mensen en vooral ook jonge kinderen bewuster met water te laten omgaan, maar het slaat niet echt aan. De meeste mensen laten het water stromen als ze hun tanden poetsen of als ze aan het koken zijn en tussen door dingen afspoelen." Niet echt typisch Omaans. Maar wat je in Nederland niet snel zal zien: over-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 29