Opeens zijn er teksten zang sluit naadloos aan op onze tijd jhanezen immelen the beat Boudewijn de Groot ...en zijn leerlingen Lml ambassadeurs van Ctawonienze genoemd: Kiisum Gboo Dance Ensem- Hel dans- en percussiegezei- Jb m Nederland voor een leide theatertournee. favoriete muziek? Drum- en bandleider Nicolas Ba dhoef! met lang na teden- llgaeen 'hiplife', een po- öemix van Ghanese highli- dhiphop. Maar in zijn eigen Kp Kusum Gboo Dance En- stfeajn reggae en hiplife ta- hei Dodium met Kusum zijn 5$5 'baseballpetje en snea- s ingewisseld voor een Gha- B^raad en klinkt er oertra- iaele West-Afrikaanse mu- tAl is een stukje rap - 'ook 1 ^Afrikaanse traditie' - niet gioien ..Beweeg voor in", zegt Baker, „maar blijf raltijd achteruit kijken. Ver- je roots niet." De Ghanees Kt twee andere oudgedien- jiium-leden aan een tafeltje K kantoor vanj Mundial Pro consul Tilburg. is moe. Samen met acht a groepsleden en een arse- [jan trommels is hij vers in- igen uit Accra, Ghana. De p begint in de Tilburgse srtzaai aan een tournee s Nederlandse en Belgische tas. Sankof heet de show, ïAkan-taal zoiets als 'ga te- jaar je wortels en neem het kleurrijk palet aan Ghanese i-enmuziekstijlen, met gro- ance-impact. „Ghana heeft Estreem rijke cultuur", zegt er/drummer Francis Gado- (46), ..maar als je niet uit gaat de erfenis verloren. tlieke muziek wordt meer gemixt met pop en e aan Ghanese mu- ;ens Nicholas Baker in percussie-instru- ïet namen als kidi, mlogo en atumpan - „Waar veel Afrika- fi the beat' spelen, trom- dj'on beat'. Iedereen sn ander ritme en elk rit st een andere trommel, enige instrument dat Moe-recht-aan' klinkt is oebel. De bel is de sleutel ue muziek, die houdt ieder- op zijn eigen manier." lusiim Gboo Dance Ensem- erd in 1979 opgericht als Its Cultural Troupe. Sinds treedt de groep ook buiten a op, Thuis wordt de groep ikt voor zowel nachtclubs leis als bruiloften, begrafe- gen (staats)ceremonies. In won het stel als eerste 'tra- iele' groep een Ghana Mu- Award, dé nationale ijuziekawards,. Maar vo- jaarkreeg Kusum een zwa- genslag te verwerken toen «graaf en artistiek leider ard Danquah (36) na een ziekbed overleed in zijn plaats Oslo. „Een enorm es", zegt Nicolas Baker, de te broer van Richard. „We *n besloten toch door te The show must go on', wk de Nederlandse theater- lang voor Danquahs dood lekt. Dieter van den Bergh kusum Gboo Dance Ensem- tlfcliaj 21 januari Wereldmu- Merdom; 30 januari Vreden- Ifacht. Boudewijn de Groot: „Ik heb plezier gekregen in het schrijven van teksten." foto Lex van Rossen/GPD ouclewijn de Groot heeft een nieuwe plaat. Minder dan drie jaar na zijn vorige al bum. Dat is extreem snel voor de troubadour uit Heem stede. Hij moet het nu defini tief zonder zijn favoriete li brettist Lennaert Nijgh doen. Maar de veteraan krijgt ein delijk plezier in het liedtek sten schrijven. „Het is een soort hobby geworden." Boudewijn cle Groot denkt even na en besluit'zijn plot selinge productiviteit dan maar 'een soort natuurlijke muzikale spijsvertering' te noemen. „Er wil van alles naar buiten." Op zijn vorige album, Het Eiland In De Verte uit 2004, zong hij zijn kort daarvoor overleden tekst dichter Lennaert Nijgh nog toe: 'Nu jij niet meer kan schrijven moet ik het zelf proberen'. Hij hield woord en minder dan drie jaar later is er een nieuwe plaat. Lage Landen. Extreem snel, voor zijn doen. „Dat was een heel serieuze belof te, in dat lied", zegt De Groot. „En nu heb ik dus zes teksten geschreven waar ik zelf heel blij mee ben. Het is ondertussen ook méér dan een 'uitdaging'. Ik heb er plezier in gekregen. Het schrijven van. teksten is een soort hobby geworden." Veertig jaar nadat hij bekend heid kreeg met inmiddels klas sieke Nederlandse popsongs en chansons als 'Meisje Van Zes tien', 'Verdronken Vlinder', 'Tes tament' en 'Land Van Maas En Waal' is Boudewijn de Groot niet alleen zeer actief, hij blijft ook aan de top van de liedcul tuur staan zonder enige conces sie te hoeven doen aan het amu sementscircuit. Met Lage Lan den maakt De Groot op zijn tweeënzestigste nog altijd een kwaliteitsplaat die het opper vlakkige gewauwel van de mees te Nederlandstalige pop moeite loos ontstijgt. Behalve zijn eigen nieuwe liedjes en een paar onaf fe stukken van Lennaert die hij voltooide, zingt Boudewijn ook teksten van Freek de Jonge, Wil lem Wilmink en Rowwen Hèze's Jack Poels. In muzikaal opzicht klinkt vooral het begin van de plaat anders dan voorheen. Lichtvoetiger. Minder preten tieuze, bijna Americana-achtige arrangementen. Een beetje zo als Bob Dylan op diens recent ste albums.' "Hij heeft de opnamen allemaal met zijn vaste liveband ge maakt, vertelt De Groot. Muzi kanten waar hij al jaren mee werkt. In amper een week was het gepiept. Razendsnel voor de notoire eontrolfreak die hij door gaans is. Houding De opbouw van Lage Landen is opmerkelijk. Eigenlijk valt het album in drie thematische blok ken van drie of vier liedjes uit een, waarbij de keuze van de ver bindende nummers weer subtie le bruggen slaat. De cd begint met drie lange songs die die je muzikaal als regelrechte 'Ameri cana' kunt omschrijven en waar in de ik-figuur tevergeefs op zoek is naar God, naar de hemel en in zekere zin ook op weg naar de dood. Knappe teksten - de eerste twee van Boudewijn zelf, de derde van Freek de Jon ge. Een inhoudelijk 'statement' om daarmee te openen? De Groots reactie is ontnuchterend: Bij het begin van een album is men doorgaans meer bereid om naar lange lappen tekst te luisteren. En deze teksten zijn lang. De drie liedjes worden gevolgd door een door Boudewijn afge maakte nagelaten tekst van Len naert Nijgh, 'Het Jagen Voor bij'. Een schitterend klassiek De Groot Nijgh-liedje, dat vol gens Boudewijn ook al de nade rende dood aankondigt. „Len naert was op het laatst weer eens hopeloos verliefd, maar hij voelde dat het najagen daarvan een nodeloze bezigheid was. Die houding heb je niet als je ervan overtuigd bent dat je nog twin tig jaar te leven hebt. Hij voelde echt dat dat einde er aan zat te komen..." 'Het Jagen Voorbij' slaat de brug naar drie intieme re, persoonlijker liedjes over de relatie tussen mensen. Vervolgens slaat de stemming om en wordt de blik weer naar buiten, naar de wereld gericht in 'Spelende Meisjes'. Een opti mistische tekst van Willem Wil mink. Even later keert het tij in het door hemzelf geschreven ti- tellied van de plaat. Donkere wolken die de stilte voor de storm symboliseren en Neer- lands bloed dat steeds vaker vloeit in wat toch eens het land van melk en honing leek. Het al bum sluit af met twee weer door Boudewijn voltooide Nijgh-tek- sten over de wereld dicht bij huis: 'Hogeduin', heet het eer ste. Schuilen kan nog net, lijkt het. Nee, het was geen moment zijn idee om met de openingsliedjes over de vergeefse zoektocht naar God in te spelen op maat schappelijke kwesties als de zin loze tegensteling tussen christen dom en islam, benadrukt De Groot. „Het is op geen enkele wijze een filosofische of religieu ze uiting. Je moet het puur anek dotisch zien. Je kent dat wel: zo'n cartoon waarbij iemand aan de hemelpoort klopt, waar na Petrus open doet en zegt God? Nooit van gehoord! Ook het doemscenario in Lage Landen mag niet in het verleng de daarvan worden geïnterpre teerd, zegt de zanger. „Dat gaat veel meer over zinloos geweld in het algemeen. De toenemende agressiviteit die ontstaat in een land waar mensen te dicht op el kaar leven." Er is een onmiskenbaar verschil in sfeer tussen zijn eigen teksten en die van Freek enerzijds en die van Nijgh aan de andere kant. Lennaert kon als geen an der op een weemoedige wijze somberen, terwijl er bij Boude wijn en Freek vaak een ander type relativering of zelfs een kwinkslag insluipt. De zanger knikt en zegt: „Maar ik probeer juist bij Freek die hu mor waar hij steeds mee komt wat te beperken. En ook in de teksten van Lennaert zat wel hu mor, al was dat vaak wat subtie ler verborgen. Denk aan iets als 'Canzone 4711' dat hij schreef voor het Picknick-album. Maar waar Lennaert een absolute meester in was, was het tobbe- rig en tegelijk lyrisch schrijven. Daarbij ligt het spook van de smartlap namelijk altijd op de loer en daar moet je verre van blijven. Lennaert slaagde daar in. Als Freek of ik tobberig gaan schrijven dan kom je waarschijn lijk al snel véél dichter bij die smartlap uit." Er komen nog altijd veel jonge mensen naar z'n concerten - vooral aangetrokken door z'n vroege liedjes die hij componeer de en op de plaat zette toen hij zo oud was als zij nu. Hij heeft er ook geen enkel probleem mee om die klassiekers te blijven zin gen. „Ik vind het nog steeds leuk. Veel van die nummers zijn niet gedateerd en kimnen er kwalita tief mee door. Ik werk deels met jongere musici, die die liedjes weer een nieuwe impuls kunnen geven. En tenslotte is het zinvol omdat ik toch een hele avond moet vullen. En dat lukt niet met alleen maar nieuw repertoi re." Peter Bruyn Theatertourneedi 30 en wo 31 janua ri De Mythe Goes; vr 2 maart Schel- detheater Terneuzen; wo 11 april Schouwburg De Kring Roosendaal; vr 18 mei Stadsschouwburg Sint-Ni- klaas; za 2 juni Stadsschouwburg Brugge; do 7, vr 8 en za 9 juni Capilo- le Gent. woensdag 17 januari 2007 TPTr^T? ATT T TT«T was tentoonstelling van Hi 1VTüi IN .Li 11) JX Bram van Velde in de bene denzalen van het Dordrechts Museum nog één week dé grote trekker. Er was echter ook een expo sitie over de De Sint-Elizabethsvloed en dat boeide meer. De om standigheden waren er ook naar: in de tuin van het museum gingen de oude platanen geweldig tekeer. De eerste grote storm van het jaar zorgde voor passende geluiden. Er zijn nogal wat rampen naar Elizabeth genoemd, maar in Dor drecht gaat het om die uit 1421. In de nacht van 18 op 19 november van dat jaar, de naamdag van de heilige Elizabeth van Hongarije (1207-1231) ging een zware storm over Holland en Zeeland met fata le gevolgen voor de polders op de grens van het rivierengebied en de eilanden. Liefst 72 kerkdorpen gingen ten onder. Rond Dordrecht ontstond een binnenzee van zo'n 40.000 hectare. De Biesbosch is er een overblijfsel van. De vloed kreeg gaandeweg mythische allure. Met verhalen over een kindeke Beatrix dat in een biezen mandje ronddreef, terwijl een kat het zaakje in evenwicht hield. Het is vaak geschilderd. Enkele decennia na de ramp legde een schilder de ramp op een al taarstuk vast. Een uitzonderlijk paneel uit de 15e eeuw: het is de eerste keer dat bij ons een historiestuk gemaakt werd. Het was be stemd voor de Onze-Lieve-Vrouwe- kerk van Dordrecht, de huidige Grote Kerk. Daar moest het altaar stuk bij de reformatie weg; uitein delijk kwam het in het Amsterdam se Rijksmuseum terecht. Nu zijn de panelen tijdelijk in Dordrecht te zien, en het Museum heeft er een mooie, informatieve tentoonstel ling rond gemaakt. Met kaarten, gravures, boeken, andere schilderijen, en subliem archeologisch werk. De bescheiden tentoonstelling maakt korte metten met aller lei legendevorming. Adembenemend werkt een subtiele geluids band: van tijd tol tijd begint een storm te loeien, die aanvankelijk niet meer lijkt dan de buitenwereld die binnendringt. Dan hoort men kerkklokken, langzaam steryen ze weg. Het altaarstuk laai op twee panelen de dijkdoorbraken met vluch tende mensen en dieren zien, Dordt met de kerk ligt op een eiland. De andere twee panelen tonen scènes uit het leven van Elizabeth, wier man naar het heilige land trok en niet terugkwam, waarna Eli zabeth de armen verzorgde tot haar dood en ook dat sterven is in beeld gebracht. Weer zwelt de wind aan, wederom klinken de klok ken. Er is nog iets bijzonders in het museum: achterin zijn twee zalen in gericht met zeventiende-eeuwse kunst. In het Rembrandt-jaar wordt daar aandacht besteed aan de Dordtse leerlingen van Rem brandt. Het is een en al verrassing. Daar zien we Arent de Ghelder, Samuel van Hoogstraten, Nicolaas Maes, Ferdinand Bol. Allen kwa men uit Dordrecht, allen gingen voor enige tijd naar Amsterdam om in Rembranclts atelier te werken. Soms is de invloed groot en zie je portretten a la Rembrandt in clair-obscur, de afgebeelde opgetut en toegetakeld met gezochte kleding en hoofddeksels. De meester werd gevarieerd naar de eisen van tijd en smaak. Er hangt een zelf portret van Ferdinand Bol in een Rembrandteske houding van een gedistingeerde heer met gehandschoende hand. We zien etsen van Rembrandt en schilderijen van zijn leerlingen met hetzelfde motief. Zo bijvoorbeeld Rembrandts zelfportret als uitgangspunt van schil derijen van leerlingen. Het is wonderlijk om een Rembrandt-exposi- tie te zien zonder Rembrandts: alsof hij zegt, kijk eens naar mijn leerlingen. Op de terugweg uit de zeventiende eeuw passeer ik 'het mooiste van de negentiende eeuw'. Ter hoogte van twee schilderijen van Jong kind (1819-1891) van het Dordtse 'Grote Hoofd bij maanlicht' en Weissenbruchs (1822-1880) gezicht op dat Hoofd gaat een heer van rijpe leeftijd voortdurend naar deze schilderijen en weer achteruit. Ondertussen mompelt hij zonder ophouden: 'Ongelooflijk, ongeloof lijk'. Inderdaad: er is steeds meer niet te geloven. Lo van Drie De kracht van kleur: Bram van Velde, (1895-1981), tot 21 jan. De Sint Elisabethsvloed - De eeuwige strijd tegen het water, tot 28 mei, Dordtse leerlingen van Rembrandt, tot 24 jan. Dordrechts Museum: geopend di l/m zo 11.00 - 17.00 uur. Het Noorse zangtrio Mediaeval behoort tot de we reldtop binnen de oude muziek. Naast middel eeuws repertoire zingt het drietal echter ook heden daagse, speciaal voor het trio gecomponeerde stuk ken. De komende dagen doet het trio Nederland en België aan. „Het is natuurlijk onmogelijk om er ooit achter te ko men hoe deze muziek in de middeleeuwen werd ge zongen", zegt Anna Maria Friman van het Noorse vo cale ensemble Trio Mediaeval. „Maar dat maakt het voor ons juist des te uitdagender: Wat wij zingen is onze interpretatie van die oude partituren." „Het is om te beginnen al erg onwaarschijnlijk dat deze mu ziek destijds ook door vrouwen werd gezongen", vult Linn Andrea Fuglseth aan. „Vrouwen zongen in de middeleeuwen zelden meerstemmige muziek." Want dat is de specialiteit van Anna en Linn, die sa men met een derde sopraan, Torunn 0strem Ossum, het trio vormen: Meerstemmige - of polyfone - mid deleeuwse muziek. Het Scandinavische drietal onder scheidt zich echter doordat ze dat oeroude repertoire combineren met hedendaagse, speciaal voor hen ge schreven stukken van onder anderen de Britse compo nisten Gavin Bryars en Andrew Smith en de Koreaan se Sungji Hong. Spray Drie vrouwen die zonder enige instrumentale begelei ding of elektrische versterking muziek zingen die stee vast als 'ijl', 'nevelig' of 'etherisch' wordt omschre ven. Als een verfrissende spray verspreidden de drie stemmen zich bij de Nederlandse première van het nieuwe concertprogramma afgelopen weekeinde in het oude Hervormde Kerkje in Sittard. Wat vooral op valt is hoezeer het middeleeuwse en het nieuw gecom poneerde repertoire, dat om en om gezongen wordt, ondanks de acht eeuwen verschil in leeftijd, naadloos op elkaar aansluit. De muziek van Bryars, Smith en Hong kent weliswaar andere harmonieën en interval len dan de middeleeuwse, maar heeft een vrijwel zelf de sfeer. „Het was zeker niet de bedoeling van die componisten om iets 'middeleeuws' te schrijven, zegt Anna. „Ze wilden iets éénentwintigste eeuws maken. En dat is het ook geworden. Maar ze kozen er voor om hetzelfde type religieuze teksten te gebruiken als in de middeleeuwse muziek, zoals 'Ave Maria'. En dat trekt het wellicht al in een bepaalde richting." Masterclass Anna is Zweedse. Linn en Torunn zijn Noors. Ze stu deerden alledrie in Oslo. Tien jaar geleden ontmoet ten ze elkaar. Een masterclass bij het Britse Hilliard Ensemble - het beroemdste vocale ensemble op het ge bied van middeleeuwse muziek - was de katalysator bij het oprichten van een eigen groep. Trio Mediaeval ontwikkelde al snel een eigen stijl en kwam onder contract bij het prestigieuze Duitse kwaliteitslabel ECM, waarvoor het tot dusver drie albums maakte. Daarmee braken ze behalve in Scandinavië en West-Europa ook in Amerika door. Het trio wordt in middels op alle belangrijke festivals en podia voor oude muziek uitgenodigd. Alle muziek die het trio tijdens de huidige tournee zingt heeft een kerkelijke achtergrond of is daar van afgeleid. „Toch is het zeker niet zo dat er alleen maar religieuze middeleeuwse muziek bestaat", zegt Linn. „Er zijn ook wel seculiere oude composities bekend, bijvoorbeeld bedoeld om aan de hoven gezongen te worden. En troubadoursliederen. We houden als trio alleen heel erg van die religieuze muziek omdat die zo goed bij de kleur van onze stemmen past. Ons vol gende project wordt echter weer iets heel anders: Oude Noorse volksliederen. Die zijn enerzijds tech nisch misschien wat eenvoudiger te zingen dan de ge componeerde religieuze muziek, maar ze zijn tegelij kertijd vaak melodieuzer." Het trio treedt niet altijd uitsluitend a capella op. Er werd reeds met verschil lende instrumentale ensembles samengewerkt, waar onder een speciaal programma met het trio van de Noorse jazzpianist Tord Gustavsen. „Dat zijn natuur lijk leuke uitdagingen. En wij vinden het heerlijk om van alles te zingen", zegt Linn. „Maar het voelt toch anders als we met ons drieën op het podium staan. Vrijer." „We kennen elkaar al zo lang en zo door en door", vult Anna aan. „Dat heeft iets vertrouwds. Ik heb ook wel met andere ensembles en grotere koren gewerkt. Maar daar proberen de zangers elkaar als het er op aankomt toch weer vocaal af te troeven. Linn, Tor unn en ik voelen die competitie niet. Wij zijn echt sa men iets aan het maken." Zozeer dat hun drie stem men één instrument worden? „Dat kan het geval zijn", zegt Linn. „En als dat gebeurt dan voelt dat ook als een soort bevrijding. Maar dat hangt ook van de compositie af. Er zijn stukken die er juist om wa gen dat je onze individuele stemmen er in terug hoort." Anna: „Maar dat is niet iets waar we veel over nadenken. Dat moet je gewoon laten gebeuren. En als het gebeurt kun je soms iets prachtigs krij gen." Peter Bruyn Concerten: do. 18 jan., Utrecht Pieterskerk. 20:15 u.; zo. 21 jan Antwerpen: AMUZ - Auguslinus Muziekcentrum i. Johan Barthold Jongkind: Dordrechts Grote Hoofd bij maanlicht Zangtrio Mediaeval foto Paul Bergen/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 21