Razende reporter blijft
gereserveerde flaneur
Een enkeling moet zwijgen en die enkeling ben
PZC
Waar is de poëzi
die zo bewonden
moet worden?
Adriaan
van Dis
Jonathan
Franzen
woensdag 17 januari 2007
nieuwe boeken
Marcel Kurpershoek: De trago-
pan van Kqhistan. Over klim
men, geloof en de Great Game.
Misselijkheid, diarree, adem
nood, hoogteziekte, hem blijft
niets bespaard op zijn tochten
door de Hindukush, Himalaya
en Karakoram. En dan is hij nog
niet eens een bergbeklimmer
maar 'slechts' een trekker die de
allerhoogste hoogten, zoals de
K2, alleen vanuit de verte be
wondert. Maar onder zijn motto
'ik lijd, dus ik ben' kan Marcel
Kurpershoek er maar geen ge
noeg van krijgen. En dat is maar
goed ook, want het lezen van
het verslag van zijn tochten in
De tragopan van Kohistan is
door zijn heerlijke, onderkoelde
humor, prachtige anekdotes en
scherpe waarnemingen van de
natuur en vooral de mensen die
in deze woeste gebieden (overjle-
ven een genot. Vooral als je weet
dat je het zelf allemaal niet
hoeft te doen.
De tragopan uit de titel is een
zeldzame fazant, waarvan er
duizend exemplaren voorkomen
in de Palasvalei in het nagenoeg
ontoegankelijke district In-
dus-Kohistan in noordelijk Paki
stan. Een gebied dat, zo schrijft
Kurpershoek, bekend staat om
zijn 'fanatisme, vendetta's, on
wetendheid, vrouwonvriende
lijkheid, afkeer van buitenlan
ders, gebrek aan elementaire hy
giëne, en wetteloosheid'. Hij is
pas de twintigste buitenlander
die te voet rondtrekt door dit ge
bied dat volgens hem de Taliban
'in achterlijkheid' overtreft.
Kurpershoek doet dat als eerste
ecotoerist met een team specia
listen dat hoopt de plaatselijke
bevolking tot wat meer natuur
behoud op te voeden. Hij ont
moet een man, wiens neus is af
gesneden, omdat hij naar ander
mans vrouwen zou hebben geke
ken, waar mensen tweemaal in
hun leven worden gewassen, bij
geboorte en dood, en waar naar
het gezegde wordt geleefd: 'Als
het goed is, is het goed, als het
niet goed is, is het ook goed.' En
dan ben je als lezer pas vijf pagi
na's onderweg. Ook in de overi
ge verhalen val je van de ene ver
bazing in de andere over de ze
den, normen, waarden en ge
woonten in de noordelijke uit
hoeken van Pakistan, die Kur
pershoek bereisde.
Het boek sluit af met het hoofd
stuk 'Uitpakken', dat een indrin
gend, zeer verhelderend essay is
over de gevaren van de politieke
islam, over de manier waarop ra
dicale moslims de Koran uitleg
gen en de verkettering van mos
lims door moslims. En bij dat al
les verliest Kurpershoek nooit
uit het oog dat de islam 'een cul
tuur van ontzagwekkende rijk
dom en verscheidenheid' is.
Marcel Kurpershoek (1949) was
diplomaat in Damascus, Cairo
en Riaad, buitengewoon hoogle
raar Arabische taal en letterkun-
de in Leiden, directeur Mid-
den-Oosten van Buitenlandse
Zaken en tot september 2005
ambassadeur van ons land in Pa
kistan. Thans is hij ambassa
deur in de Turkse hoofdstad An
kara. Wie De tragopan van Ko
histan heeft gelezen, wordt
nieuwsgierig naar de eerdere
reisboeken van Kurpershoek.
Uitgeverij Augustus, 136 pagina's,
15,90.
e nieuwe roman
van Adriaan van
Dis berust op een
idee dat het uitstekend zou
doen als script voor een film.
Een man, eenzaam vrijgezel,
levend in Parijs, geen vast
werk maar dankzij een erfenis
niet onbemiddeld, kijkt tijdens
een ommetje toe bij een brand.
Springt me daar een hond uit
het raam die zich jankend en
kwispelstaartend aan hem vast
klampt. En dat terwijl hij het
beest nooit eerder heeft gezien.
Hij is zo goed niet of hij neemt
de hond mee naar huis, ontdoet
hem van roet en andere onge
rechtigheden, geeft hem eten en
een slaapplek. Het is het begin
van een gedenkwaardige vriend
schap.
Door de hond in zijn leven toe te
laten ondergaat onze man een
ware persoonlijkheidsverande
ring.
Om te beginnen neemt hij een
nieuwe naam en daarmee ook
een andere identiteit aan. Hoe
wel zijn paspoort vermeldt dat
hij Nederlander is en Mulder
heet, maakt hij zich bij de poli
tie (die weten wil van wie de
hond is) bekend als Nicolas Mar
tin, een naam die hij inderhaast
heeft gelezen op de gevel van
het brandende huis. Tot het
ogenblik van de onverwachte
kennismaking was hij een huis
mus, maar de hond maakt hem
tot een wandelaar die door
dringt in buurten waarvan hij
het bestaan niet eens vermoed
de.
En dan heb ik het nog niet ge
had over de mensen met wie zijn
nieuwe vriend hem kennis laat
maken. Allochtonen, daklozen,
illegalen en een whiskydrinken
de pastoor die zijn kerk open
stelt voor de vernederden en ver
trapten, ziedaar de alternatieve
kennissenkring van monsieur
Martin alias Mulder. Hij wordt
er zowaar een sociaal en aan
spreekbaar persoon van. Met be
hulp van dit simpele en tegelijk
doeltreffende scenario slaagt
Van Dis erin ons zicht te geven
op het Parijs van vandaag de
dag, de grootste Arabische stad
binnen de muren van Fort Euro
pa, een metropool met buitenwij
ken waar chaos en anarchie in
hoog tempo toenemen, waar el
ke nacht tientallen auto's in
vlammen opgaan, waar haat en
geweld heersen en langzamer
hand een toestand ontstaat die
veel weg heeft van een sluipen
de burgeroorlog. Het is
Mulder/Martin die, gegidst dooi
de hond, de slagvelden van deze
oorlog voor ons verkent. Zijn ob
servaties rijgen zich aaneen tot
scènes die je voor je ziet, dank
zij de beeldende manier van ver
tellen die Adriaan van Dis hier
praktiseert.
Toch zou je meneer Mulder on
recht aandoen wanneer je hem
neerzette als een bankzitter die
plotsklaps de metamorfose tot
razende reporter ondergaat.
Ook in zijn nieuwe hoedanig
heid blijft hij de gereserveerde
en afstandelijke flaneur die hij
altijd al was, de estheet die in
zijn hart gruwt van armoe en el
lende, de fijnbesnaarde ziel die
graag in zijn cocon blijft uit
angst dat zijn tere huidje kras
sen en butsen oploopt. Nu de
hond hem dwingt tot een con
frontatie met het vuil. de stad
en de dood, krijgen zijn wande
lingen het karakter van louteren
de helletochten, bedoeld om
hem nederigheid, onbaatzuchtig
heid en oprechtheid bij te bren
gen. Stuk voor stuk zijn dat oer-
christelijke deugden.
Geen wonder dat de al genoem
de whiskydrinkende pastoor in
deze kwesties de belangrijkste
gespreksgenoot is. Vader Bruno
is er niet op uit de wandelaar te
bekeren, maar op een moraal
theologisch lesje meer of minder
kijkt hij niet.
Mulder zelf heeft zo zijn eigen
aanpak om een ander en beter
mens te worden. Net zo impul
sief als hij een nieuwe naam
heeft gekozen, koopt hij bij een
ijzerhandel een bijl. De lezer
kan nog even denken dat hij die
wil gebruiken om er flink de
beuk in te zetten, maar nee, hij
zou er het pantser van zijn nare
trekken mee weg willen hakken,
tot er op den duur een aangena
mer man naar buiten brak. Frap
pant genoeg laat hij het werk
tuig liggen bij een overjarige da
me die hem in de hoop op enig
seksueel vertier in haar huis en
bed heeft gelokt.
Ondanks de aanschouwelijke in
slag is en blijft De wandelaar
een verhaal. Waar je in een film
de beelden de boodschap kunt
laten overbrengen, heb je in een
van taal gemaakte tekst enkel
de beschikking over de onder
schriften, en cüe vallen vanzelf
explicieter uit dan de plaatjes.
In een film kan de strekking on
uitgesproken blijven, verstopt
in suggesties, in een verhaal
daarentegen ligt hij al heel snel
voor het opscheppen. Van Dis
heeft het risico van de moralise
rende overdaad niet altijd we
ten te bezweren. Dat De wande
laar niettemin uitpakt als een
verkwikkende leeservaring mag
worden toegeschreven aan de be
hendige stijl waar Van Dis pa
tent op heeft. Soepele zinnen,
even sierlijke als puntige formu
leringen, rake typeringen, het is
er allemaal. Daarmee is De wan
delaar behalve een actueel en re
levant boek ook een mooie ro
man.
Jaap Goedegebuure
Adriaan van Dis - De wandelaar. Uit
gave Augustus, 224 pag., 17,90 euro
Ik ben een zwerver overal,
een doler en een vagebond
en een, die uit zich zelf geen pad,
geen omkeer en geen uitweg vond.
Ik ben een napraatpapegaai,
ik ben een open spiegelrond,
des Eeuwigen gesproken woord,
het hapert in mijn stamelmond.
J.H. Leopold, dan worden we
geacht oh en ah te roepen.
Een dichter voor wie iedereen
eerbiedig knielt. 'Buiten kijf de
allergrootste figuur sinds eeu
wen in de Nederlandse letter
kunde', zijn de eerste woorden
op de flaptekst van de fraai ver
zorgde uitgave met zijn Verza
melde verzen 1886-1925. Maar
waar zijn ze dan, de gedichten
die zoveel bewondering recht
vaardigen, vroeg ik me af toen
ik de ruim zeshonderd bladzij
den dikke bundel las.
Waar wordt die poëzie waar
voor we op de knieën moeten ei
genlijk ontstoken? En eenmaal
begonnen houdt het dichterlijke
vuurwerk ook vrijwel meteen
weer op. Veel voorspel en na
spel, onrijp en overrijp, te vroe
ge en te late verzen, en alleen de
enkele teksten die in alle bloem
lezingen staan daar tussenin.
Het lijkt me beter niet langer
van een oeuvre maar van een ar
chief te spreken. De wetenschap
beleeft er in elk geval veel genoe
gen aan. Aan de jacht op de
meest authentieke versie. Aan
de vraag of een vers origineel is
dan wel een vertaling. Zoeken
kortom waarom de lont weer
niet leidde tot een ontlading.
Voor jou en mij, gewone lezers,
lijkt het of we eindeloos varia
ties op 'wiege wiegele weine'
moeten aanhoren. Gelukkig be
reikt onze oren af en toe een
knal. Al is lang niet altijd duide
lijk uit welke richting. Prachtig
hoor zo'n inval als 'De booze
daad vliegt over duizend mij
len,/ de goede werken gaan de
poort niet uit.' Maar mogelijk is
dit geen inval van hem.
Nu ging de dichter altijd vrij
moedig met zijn bronnen om.
Een beschamend voorbeeld van
bronvervuiling is te vinden in
zijn weergave van Epicurus'
Brief over het geluk. Het gaat
daarin op een gegeven moment
over 'pleziertjes met jongens en
vrouwen.' Van de jongens vind
je bij Leopold niets terug, hij
heeft het over 'omgang met wou
wen'.
De perfecte literairemii
alleen door toeval is hij
de verjaring betrapt.Wi
keer succes heeft meizo
zal ook een tweede, een
een volgende maal voor
leiding zwichten. Daaro
waan geen slechte instel
het werk van Leopold:,
Al ontwapent hij je dan
met de vuurpijl: 'Ik ben
praatpapegaai.' Hij erkt
Eeuwigen gesproken m
brekkig door te geven. 1
deze poëzie een put van
heid, onpeilbaar diep,z
'Cheops'. Evengemakki
naar deze Egyptische fa
wijst hij naar de Aztefa
J. H. Leopi
Nezalhualcoyótl: 'Oke
ter, o gekroond poëet'.
Oost en West, ze versrai
moeiteloos bij hem. Am
veren passen hem perfe
het goed gelijkende zdi
'Ik ben een zwerver ove
wonderlijk genoeg niet
geportretteerde zelf.
Een noot - bij Leopoldi
tijd veel noten - leert d:
een vertaling betreft Z
verhaal staat in het tek
Fimi, verloren geliefde,
ken verloving: 'In droot
zingen gezocht.' Veeldi
weinig werkelijkheid.)1
fluister in plaats van va
den stem. Een paarprac
dichten vallen uit eens!
perassen. Met een ache
sla je het boek weer did
Marioh
J.H. Leopold: Verzamil
1886-1925. Bezorgd door
Vliet - 616 pag. Gebonds
Athenaeum-Polak Va
Amsterdam
Hij vult zijn dagen met gitaar spelen. En verder,
zegt de Amerikaanse schrijver Jonathan Fran
sen, heeft hij elke vrijdag een briljant idee voor een
volgende roman dat hij op maandag weer verwerpt.
Hij publiceerde wel een autobiografie.
Niet dat hij er mee zit, al vreet het wel aan hem. „Ik
sta mijzelf toe plezier te hebben." Jonathan Franzen,
schrijver van de grote Amerikaanse roman De correc
ties (uit 2001), komt tot niets, maar hij kijkt er guitig
bij. Hij zou zo graag een nieuwe roman schrijven. Ech
ter, elk idee ontbreekt.
„Maar dat heeft een geschiedenis. Ik ben nooit een
productieve schrijver geweest. Ik schrijf vijfentwin
tig jaar en in die tijd heb ik drie romans gepubli
ceerd. Terwijl het wel voelt of ik ontzettend hard heb
gewerkt al die tijd." Wat hij dan wel deed. „Een beet
je journalistiek en een beetje vogels kijken." Van dat
laatste doet hij vrij uitgebreid verslag in zijn onlangs
verschenen autobiografische boek De onbehaaglijk
heidsfactor.
„Ik voel me niet schuldig dat ik maar niet tot een ro
man kom. Ik voel me er niet gelukkig bij, miserabel
zelfs." Wat hem niet belet om opgewekt in zijn koffie
te roeren. Hij heeft zijn houding bepaald. Franzen
vindt dat hij juist doet wat hij doen moet.
„Het is mijn taak om niet te schrijven wanneer ik
niets te zeggen heb. Dat is moeilijker dan schrijven,
denk ik. Eenmaal schrijver kun je doorgaan met boe
ken, artikelen en opiniestukken produceren, ook als
er niets aan de hand is. Want je bent nu eenmaal ge
vat en betrokken, en je kunt vlot schrijven. Er is al
tijd wel iets om over te schrijven. Ik wil dat niet en ik
ben er niet goed in. Mijn werk is zwijgen totdat ik
iets te zeggen heb." Een lange stilte volgt.
„Al voelt het wel als falen. Alles is beter dan wat ik
tegenwoordig doe, en dat is falen om ook maar iets te
schrijven. Het is bijna pervers, en ik weet dat het een
uitvlucht lijkt, maar mijn collega's zijn zo rumoerig
en luidruchtig. Een enkeling onder ons moet het ande
re doen: falen en zwijgen. En die enkeling ben ik."
„Elke cel in mijn lijf smacht naar schx-ijven, de hele
dag. Het is wat ik geacht word te doen. Het leven is
proberen te ademen en te bestaan zonder het schrii-
gels kijken, de dood van zijn moeder, milieubescher
ming en zijn huwelijk met elkaar in verband brengt.
„Daar had ik met het grootste gemak nog een aantal
lijnen aan toe kunnen voegen. En dat is meteen het
probleem. De mogelijke thematische vei-banden van
een roman die ik wil schrijven hangen als een dichte
wolk boven mijn schiljftafel. Het aantal thema's en
de verbanden daartussen zijn zo niet eindeloos, dan
toch zeker overweldigend. Ik staar in een amorfe
wolk. Welke arbitraire, stomme anekdotes en episo
des zal ik kiezen? Dat is het probleem voor mij als ro
manschrijver. In een hoofd vol thema's lijkt alles een
weg om in te slaan. Waarom het ene pad wel en het
andei'e niet? Er zijn jaren dat ik daar niet uit kom."
„Het is een vrijwel onmogelijke taak: een roman
schrijven die iets te doen heeft met de complexiteit
van de wereld. De bullshit van de oppervlakte schra
pen en doordringen tot de waardevolle onderlaag en
kern, dat valt niet mee. Deze memoir, dat was het eni
ge dat werkte. Aan elk hoofdstuk beleefde ik plezier.
Ik was miserabel op blije wijze."
„Een van de problemen met een roman is dat onder-
werp- en themakeuze totaal arbitrair is. Daarom
vluchten veel collega's in historische romans. Dan
ben je lekker vanzelf beperkt door tijd en onderwerp.
De kaders liggen vast. Vandaar al die romans die in
de jaren twintig of in de zestiende eeuw spelen. Daar
heb ik geen trek in. Als ik zo'n ï'oman zou schrijven,
zou het voelen alsof ik een show opvoer. Kijk eens: ik
kan schrijven. Ik verzet me ertegen een historische ro
man te srhriivpn nm wat. t.p Hnnn te hebbpn."
De onbehaaglijkheidsfactor bevat episode
ven. Het is bepaald geen uitputtende auioei
„De gebeurtenissen waren het op zich as
waard om op te schrijven, dus hadden ze es
knopingspunten nodig. Ik moest ze kunneaa
ren met iets wat nu speelt waar ik me verbod
voel of interesse in heb. In elk hoofdstuk
evenementje uit het verleden gelinkt aanea
daags probleem. Dat is de poging die het boel
In januari 2002 was Franzen in Nederlandv«
views naar aanleiding van zijn latere besla
correcties. De roman was vlak voor 11
2001 verschenen. Bij die gelegenheid zei hij'
nog heel wat jaren zou duren voordat overdek
tische aanslagen op New York steekhoudend?
ven kon worden. „De generatie die dat gsj
wordt nu geboren", zei hij destijds. Maarirri
er al een hele stapel 9/11-romans verschena
„Is dat zo?" Hij kijkt over zijn bril met eei
hem dat echt is ontgaan. Vervolgens slaaf-?
putdiepe zucht. „Een schitterende zin is
Kraus schiet me te binnen. De openingspf
dritte Walpurgisnacht: 'Mir fallt zuHitteriö
Als het over 9/11 gaat, komt niets in mij op.^
al snel een media-gebeui'tenis. Daar bov®?
9/11 de basis voor een staatsgreep in Amerife
zeer cynische bovendien, van de Republifa®
alleen al zou het onderwerp voor de roman W®
re tijd ongeschikt moeten maken."
Daarmee verklaart hij het onderwerp voOT
Dan maar een mooie zin in zijn nieuwe boe®
wijze raad van zijn moeder die hij ter hade®
stak nooit meer een duim in zijn mond, alt»
later wel twintig sigaretten op een dag'-
je die zin eruit pikt. 'Although' is mijn*
woord, omdat het allerlei mogelijkheden ops®
er een verband tussen stoppen met duinffl#
ginnen met roken? Als ik niet dacht dat dies?
heid bestond, had ik het niet opgeschreven.
lb»|
Jonathan Franzen: De onbehaaglijkheidsfaüot.^f
lijke geschiedenis - Vertaling: Wim Scherpend
Prnmothanv OOd r>nn £17 01
foto Maartje Blijdenstein/GPD
zijn. De correcties was een vlotte, open, maar com
plexe roman met meer lagen dan een doorsnee lasag
ne. Zo wil hij schrijven. Omdat in de wereld alles met
alles samenhangt. Omdat er duizenden verbanden te
leggen zijn. Een mooi voorbeeld is het laatste hoofd
stuk van De oribehaaaliikheidsfactor, waarin hii vo
Jonathan Franzen
ven. Ik zou andere dingen kunnen doen in plaats van
de hele dag niet de pagina's te schrijven die ik zou wil
len vullen - maar dat is nu mijn werk."
Komt allemaal ook, deze ellende en dat miserabele ge
voel, omdat Franzen (Chicago, 1959) de lat voor zich
zelf hoog legt. Wat hii aan ziin stand verolicht wil