PZC T II Sommige gebieden verdienen extra zorg Bijzondere natuur in Zeeland Inspraak over Natura 2000 Wintergast dinsdag 16 januari 2007 Mensen kunnen aangeven wat ze van de aan wijzing van de Natura 2000-gebieden vin den. Tot en met 19 februari is inspraak mogelijk via Inspraakpunt Natura 2000, postbus 30316, 2500 GH Den Haag of www.minlnv.nl/natuurwetgeving. Nadere informatie is verkrijgbaar bij de directies regionale zaken van LNV (Zuid in Eindhoven, 070-8883280, West in Utrecht, 070-8883200). De provincie wordt om commentaar op de in spraakreacties gevraagd. De aanwijzingsbeslui ten liggen ter inzage in het provinciehuis te Mid delburg, de kantoren van de waterschappen in Middelburg en Temeuzen en de gemeentehuizen en bibliotheken van de dertien Zeeuwse gemeen ten. Op 24 januari is er in hotel Arneville te Middel burg een informatiebijeenkomst (vanaf 18.00 uur), gevolgd door een hoorzitting (aanvang 20.30 uur). De Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie or ganiseert twee ledenbijeenkomsten over Natura 2000, op 16 januari (vandaag) in Mauritshof, IJzendijke (19.30 uur) en op 17 januari in De Sten- ge, Heinkenszand (13.30 uur). In Zeeland hebben veer tien gebieden een Natura 2000-stempel. Het gaat om gebieden, met veelal water als overheersend deel, die in de toekomst extra zorg no dig hebben. Bedoeling is dat in de hele Europese Unie op den duur een net werk van waardevolle na tuurgebieden ontstaat, Na tura 2000 genaamd. Het zijn gebieden die vallen onder de Europese Vogel en Habitatrichtlijnen. Het minis terie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft nu de grenzen van 111 gebieden precies aangegeven en ook de doelstellingen die nagestreefd moeten worden (instandhou dingsdoelstellingen). Daaruit vloeien maatregelen voort: wat kan en mag er wel of niet in deze Natura-gebieden. Wat dit inhoudt, zal vooral blij ken uit nog op te stellen beheer- plannen. Zeeland heeft er al een voor proefje van. De instandhou dingsdoelen voor de Wester- schelde geven aan dat de rivier meer ruimte nodig heeft. Om het in de loop van de jaren te krap geworden jasje weer te ver ruimen, wordt aanleg van getij- dennatuur in polders voorge staan. Voor elf van de veertien Zeeuwse Natura-gebieden zijn dp begrenzingen en instandhou dingsdoelen vastgesteld. Zwin- en Kievittepolder, Grevelingen en Krammer-Volkerak/ Zoom meer volgen later. Canisvlietse kreek, 142 hectare, voormalige getijdenkreek met vlakke oevers, vochtige gras-,en rietlanden, begrensd door Sint Anthonykade, Oostpoortweg en Vissersverkorting. Naast be houd en herstel van de algeme ne natuurwaarden gaat de aan dacht in het bijzonder uit naar bescherming van het kruipend moerasscherm. Groote Gat, 83 hectare, voorma lige kreek die verbonden was met het Zwin, omzoomd door vochtige en zoute graslanden, rietkragen en struweel, be grensd door de Kaas- en Brood- se dijk en Philipsweg in het noorden en de Nieuveltweg in het zuiden. Gerichte aandacht voor behoud ruige zomen met onder meer harig wilgenroosje en het kruipend moerasscherm. Kop van Schouwen, 2250 hecta re, duinencomplex op de west punt van hpt eiland, zonder be bouwde kommen van Renesse, Burgh-Haamstede en Gewone zeehond Voordelta Kop van Schouwen Groenknolorchis De Zeeuwsè gebieden, aangewezen voor Natura 2000, met de daarvoor kenmerkende planten en dieren. Duindoorn Manteling van Walcheren Rosse grutto Het Veerse Meer (op de foto met Wolphaartsdijk op de achtergrond) is één van de veertien Zeeuwse ge- bieden.met een Natura 2000-stempel. archieffoto Dirk-Jan Gjeltema Yerseke en Kapelse Moer Harig wilgenroosje Westerschelde en Saeftinghs Canisvlietse kreek Lepelaar Kruipend moerasscherm PZC Rolanl Quist170107 Nieuw-Haamstede. Deelgebie den zijn Oosterenban, vroon- gronden, Verklikkerduinen, Westerenban en Zeepe. Speciale aandacht voor wandelende, vast gelegde, ontkalkte en beboste duinen, vochtige duinvalleien. Bijzondere flora en fauna: nau we korfslak, Noordse woelmuis en groenknolorchis. Manteling van Walcheren, 740 hectare, kalkarm duingebied op de noordpunt van Walcheren met buitenplaatsen, soortenrij- ke bossen en stinzenplanten. De bebouwde kommen van Dom burg en Breezand vallen erbui ten. Deelgebied is Oranjezon. Aandacht voor behoud van vast gelegde duinen, duindoomstru- welen, bebossing en vochtige duinvalleien. Bijzondere soort: nauwe korfslak. Markiezaat, 1846 hectare, oude getijgeulen en -kreken, slikken, schorren en jonge stuifduintjes, begrensd door Markiezaatskade en Molenplaat. Als leefgebied van belang voor broedvogels als dodaars, lepelaar, kluut en bont- bekplevier en niet-broedsoorten als (geoorde) fuut, gans, eend, wintertaling, zilverplevier en bonte strandvogel. Oosterschelde, 24.713 hectare, schorren, slikken, platen, on diep water, stroomgeulen. Grote verscheidenheid aan dier- en plantensoorten. Toegevoegd zijn (nieuwe) natuurgebieden langs de zuidkust van Schouwen-Dui- veland en Tholen, de eenden kooi en Bruintjeskreek op Sint Philipsland, de Deesssche water gang bij Kattendijke, kreekrest bij Kats en Bokkegat oostelijk van Wissenkerke. Instandhou ding van grote, ondiepe kreken en baaien, pioniervegetaties en schorren. Uitbreiding gewenst van Noordse woelmuis, gewone zeehond. Bescherming en be houd van kustbroedvogels als plevier, stern, visdief en diverse niet-broedvogels, waaronder middelste zaagbek, slechtvalk en rosse grutto. watenneer, met zandbanken en eilandjes, omgeven door vochti ge graslanden; op ondiepe plaat sen langs de oevers moerasvege taties. Het gebied omvat alles buitendijks tussen Veerse Gat- dam en Zandkreekdam. Insteek is onder meer behoud van leefge bied voor een aalscholver-kolo nie van tenminste driehonderd paar, een lepelaar-groep van ten minste tien paar en een vesti ging kleine mantelmeeuwen van tenminste zevenhonderd paar. Van belang voormiet-broedvo- gels als dodaars, fuut, kleine zil verreiger, diverse ganzen- en eendensoorten en goudplevier. Vogelkreek, 98 hectare, voorma lige kreek met omliggende voch tige en zoute graslanden, be grensd door de Oostdijk in het noorden en de Vogeldijk in het zuiden. Het gebied is een van de naar verhouding grotere vind plaatsen van kruipend moeras scherm in Nederland. Verdere uitbreiding (tot een duurzame omvang) van deze soort is ge wenst. Voordelta, 92.267 hectare, het ondiepe zeegedeelte van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Del ta, begrensd door wegen, wate ren, dammen en dijken langs de duingebieden van Voorne, Goe- ree, Schouwen en Walcheren. Onderdeel is een zeereservaat van ruim 3100 hectare, waar voor extra regels gelden. De in zet geldt: behoud permanent overstroomde zandbanken, droogvallende slikwadden en zandplaten, zeekraal velden, slijkgrasvelden. Verder bescher ming vissen als zeeprik, elft, fint en van de gewone zeehond. En vogels als roodkeelduiker, fuut, wintertaling, eidereend, zwarte zee-eend, strandlopers, rosse grutto, wulp en dwerg meeuw. Westerschelde en Saeftinghe, 42.753 hectare, diep en ondiep water, droogvallende zand- en slikplaten en schorren, waaron der het grootste schorrengebied van Nederland, te weten Saef tinghe. Toegevoegd zijn bestaan de binnendijkse natuurgebie den. Voorop staat behoud en her stel van de natuurlijke kenmer ken, meer in het bijzonder door vergroting van de oppervlakte van het estuarium. Ook behoud 'wandelende' duinen bij Ramme- kenshoek, de Kaloot, de Ver dronken Zwarte Polder en Hoo- ge Platen. Soorten die van be lang zijn: nauwe korfslak, zee- en rivierprik, groenknolorchis (alleen in inlaag Hoofdplaat), broedvogels als bruine kieken dief, kluut, bontbek- en strand- plevier, grote stern, visdief, dwergstern en niet-broedvogels als fuut, diverse ganzen en een den, zeearend (twee vogels), slechtvalk (acht vogels) en scholekster. Yerseke en Kapelse Moer, 437 hectare, laaggelegen open gras landen, behorend tot de oudste polderkernen van Zeeland die al in de 12e eeuw zijn bedijkt, met een herkenbaar oud verkave- lingspatroon. Van belang vanwe ge jonge planten van slik- en zandgebieden, onder meer zee kraal en aanwezige zilte graslan den. Leefgebied voor gemiddeld •1700 kolganzen. Als broedvogel is hij vrij zeldzaam in Nederland, er zijn hooguit zo'n 2500 paren. Maar als overwinteraar doet de wintertaling zijn naam eer aan. Dan is hij in grote aantallen te vinden in het Scheldegebied, met name in Saeftinghe en langs de Vlaamse Zeeschelde, samen met andere familieleden als smient en pijlstaart. De win tertaling is een sierlijke, kleine eend. Het mannetje is kleuriger dan het vrouwtje. Vooral de groen-roodbmine kop valt op. Ze leven bij voorkeur in vrij open gebieden, met een moeras sig karakter. De vogel vergaart voedsel (kleine waterdieren en planten) door met de kop onder water te zwemmen. Als winter gast houdt de wintertaling zich aardig staande, als broedvogel gaat het bergafwaarts. Dat komt door de afname van ge schikte, natte broedgebieden. foto Ludo Goossens ■1 m aWWi law

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 22