Het begon ooit met een badpaviljoentje De lucht van kippenstront is weggetrokken 21 Hotel Britannia in Vlissingen Vader van de wederopbouw werd een vergeten man dinsdag 16 januari 2007 Hotel Britannia aan de Boulevard Evertsen in Vlissingen is door de Bond Heemschut aangemeld als nieuw rijksmonument. Bij vele Zeeuwen bekend; me nigeen heeft er vergaderd'of gefeest. In plaats van sloop, wacht dit beeldbepalende en inmiddels ernstig verval len gebouw mogelijk een hersteloperatie. Hij noemt het behoud van hotel Britannia een mijl paal in de bescherming van Zeeuws erfgoed. „Britannia ru les the waves", meldt een en thousiaste Willem Heijbroek, voorzitter provinciale commis sie Zeeland van Bond Heem schut. Het gaat niet om behoud van het hele complex, maar in het bijzonder om het van eind 1954 daterende paviljoen. Vol gens Heijbroek is dat het belang rijkste deel van Britannia. De mozaïeken van het wel te slopen hoteldeel kunnen ook gered wor den. Heemschut maakt zich niet zo maar druk om een aanwijzing tot rijksmonument. Het hotel is één van de beste nog bestaande voorbeelden van de wederop bouw in Zuidwest-Nederland, zegt Heijbroek. Architectuur, toegepaste kunst en inrichting zijn er op een harmonische wij ze in verenigd. „Het is een bijzonder geslaagd totaalconcept van architect Joost Boks, met mozaïeken van Louis van Roode. De enige nog bestaande gebouwen die een ver gelijking kunnen doorstaan, zijn het Bouwcentrum in Rotter dam en het Deltahotel in Vlaar- dingen, beide al monumenten." Britannia staat ook op een plek met een geschiedenis. Eind ne gentiende eeuw kwam het toeris me voorzichtig op. Vlissingen wilde graag in de voetsporen tre den van plaatsen als Schevenin- gen en Blankenberge en de kan sen van zee en strand uitnutten. Het begon met een badpaviljoen- tje (1872). extra-diiftensie aan toe, door kunstwerken in het ontwerp op te nemen." Hij doelt met name op de 84 me ter lange mozaïekband van Louis van Roode. Die zat niet al leen aan de voorgevel en de bal kons, maar liep binnen in het restaurant door. Het was voor de KMS en andere bedrijven een waardige omgeving om (ho ge) gasten te ontvangen. In 1960 werd een hoteldeel toe gevoegd, die ook van mozaïeken werd voorzien. Verbouwingen zorgden in de afgelopen halve eeuw voor nogal wat veranderin gen, waarbij vooral de kunstwer ken het moesten ontgelden. Op de parkeerplaats kwam een ap partementencomplex, wat het verdwijnen van een opvallende plastiek tot gevolg had. Torengebouw Commissievoorzitter Heijbroek herinnert eraan dat de gemeente in 2004 een sloop- en bouwver gunning verleende aan project ontwikkelaar Loostad voor het hele complex. Nieuwe opzet: een torengebouw van maximaal zestien verdiepingen. Voor de resterende mozaïeken moest el ders een plek worden gevonden. De Bond Heemschut was aller minst gecharmeerd van de plan nen en verrichtte verschillende reddingspogingen. Begin vorig jaar ontstond het plan om het paviljoen op de rijksmonumen tenlijst te krijgen. De aanmel ding hiervoor levert in elk geval een tijdelijke bescherming van het gebouw op. Er is door Heemschut flink mee gedacht over de te restaureren delen van Britannia. Architec- Grand Hotel des Bains (uit 1886), de voorganger van hotel Britan nia, werd tijdens de strijd om de bevrijding van Vlissingen in het na jaar van 1944 vrijwel volledig vernield. tenbureau Van den Hoeven uit Harmeien zorgde voor de techni sche uitwerking. „Het komt er op neer dat de voorgevel van het paviljoen gespaard blijft", legt Heijbroek uit. De vaak verbouw de feestzaal valt onder de slo pershamer; daar kan een nieuwe accommodatie voor terug ko men. Het restaurant met vide zal in oude staat worden terug gebracht, verwacht de commis sievoorzitter. Op de balustrade van de nieuwe lobby kunnen de mozaïeken van het voormalige hoteldeel worden aangebracht. Heijbroek gaat ervan uit dat uit eindelijk naast herstel van het restaurantdeel een mengvorm tussen hotel en appartementen gebouw wordt ontwikkeld. „Op zichzelf hoeft dit geen bezwaar op te leveren voor de restaura tie, maar het is natuurlijk wel goed te streven naar een volledi ge hotelbestemming. En er zal door Vlissingers en uit diverse fondsen een bijdrage moeten ko men voor herstel van de mozaïe ken en de herinrichting van het paviljoen. Dan kan Britannia weer zijn plaats innemen als pa rel aan de wellicht mooiste bou levard van Nederland." Rinus Antonisse Een deel van hotel Biitannia aan de Vlissingse boulevard - het van eind 1954 daterende paviljoen - is voorgedragen als rijksmonument. Ook de mozaïeken van Louis van Roode van het wel te slopen hoteldeel kunnen worden gered. Foto uit ca. 1960. Opening van hotel Britannia, 4 december 1954. De burgemeester hijst de vlag, architect Joost Boks vlakbij hem kijkt toe. Echte allure Van echte allure was sprake toen in 1886 Grand Hotel des Bains (het latere Britannia) de deuren opende. In 1923 nam de Stoomvaart Maatschappij Zee land (SMZ) het hotel over, die vanuit Vlissingen veerdiensten onderhield op Queenborough en Folkstone (vanaf 1927 op Har wich). De SMZ moderniseerde het pand en herdoopte het in Grand Hotel Britannia. Tijdens de strijd om de bevrijding van Vlissingen werd het gebouw vrij wel volledig vernield. Het duurde even voordat nieu we bouwplannen gereed waren en de ruïnes van het oude hotel opgeruimd konden worden. Dankzij Amerikaanse Marshall hulp zorgden de gemeente en de Koninklijke Maatschappij de Schelde (KMS) voor de (huidi ge) nieuwbouw van het restau rant- en zalendeel. Heijbroek vertelt dat voor het ontwerp architect Joost Boks in de arm werd genomen, die naam had gemaakt met het Bouwcen trum in Rotterdam en enkele bij zondere villa's. „Zijn stijl kwam voort uit de Bauhaus-beweging van in het bijzonder Mies van der Rohe. Hij voegde er naar Amerikaans voorbeeld een Als er in de naoorlogse perio de een lijst van machtigste mensen in Nederland was ge maakt, zou J. A. Ringers daarop zeer hoog scoren. De water staatsingenieur, die ook korte tijd minister was, grossierde in commissariaten, bestuursfunc ties en adviseurschappen. 't Vergaet aol. Ruim veertig jaar na zijn overlijden in 1965 is de man die de Vader van de Weder opbouw is genoemd, een vrijwel vergeten man. Er is geen dam, dijk, sluis of ander kunstwerk naar hem vernoemd. In het Schielandshuis te Rotter dam hangt een plaquette met de tekst: 'Zijn leiding en besluit vaardigheid gedurende het tijd vak van 24 mei 1940 tot 1 no vember 1946 legden de basis voor de wederopbouw van de verwoeste binnenstad van Rot terdam'. Die zou, iets aange past, ook in het stadhuis van Middelburg kunnen hangen. In opdracht van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurland schap en Monumenten schreef Tessel Pollmann, oud-redacteur van Vrij Nederland, een lijvig boek over het leven van Johan nes Aleides Ringers (Alkmaar, 1885). Van Waterstaat tot Weder opbouw heet het en de titel geeft goed weer waar de nadruk op ligt: zijn werk als waterbouwer en als wederopbouwer. Ringers vervulde vele functies. Ingenieur bij Rijkswaterstaat, spoorwegman, aannemer bij de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken, direc teur-generaal van de Water staat, regeringscommissaris (la ter algemeen gemachtigde) voor de Wederopbouw en Bouwnij verheid, minister van Wederop bouw en Openbare Werken en defensiespecialist als het om de Hollandse Waterlinie ging. Als aspirant-ingenieur begon hij in 1906 bij Rijkswaterstaat in Den Haag. Ook in die tijd een behoudende dienst, die niet voorop liep bij de modernise ring van de waterbouwkunde (zoals toepassing gewapend be ton en gebruik elektriciteit). Goes Voor de jonge ingenieur begon het echte 'veldwerk' met zijn overplaatsing in 1908 naar het arrondissement Goes. Ringers ging in de Rozemarijnstraat wo nen en kreeg te maken met de bouw van een nieuwe, derde sluis in het Kanaal door Zuid-Beveland bij Hansweert (die inmiddels verdwenen is). Pollmann geeft een aardige in kijk in sfeer en verhoudingen op een kleiner waterstaatskantoor begin twintigste eeuw. Lange te nen en ellebogenwerk. Om dich terbij het werk te zijn, verhuist Ringers in 1912 - het jaar waar in hij trouwt met Clasina Mann - naar Hansweert. Zijn plan voor bouw van een getijdencen- trale werd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ge blokkeerd. In 1916, kort voor de voltooiing van de sluis, vertrok Ringers naar de Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij op Ja va. Terug in Nederland (1920) werkte hij aan de bouw van de Noordersluis in IJmuiden (toen 's werelds grootste) en aan de drooglegging van de Wieringer- meer en bouw van de Afsluit dijk. In 1930 werd hij benoemd tot directeur-generaal van Rijks waterstaat. Generaal Winkelman, die na het vertrek van de regering en de ca pitulatie op 15 mei 1940 korte tijd met het oppergezag was be last, benoemde drie regerings commissarissen: voor Arbeid (J. E. de Quay), voor Voedsel voorziening (S. L. Louwes) en voor Wederopbouw en Bouwnij verheid (Ringers). De commissa rissen kregen grote bevoegdhe den. Er kon in het land niks her steld worden zonder toestem ming van Ringers. Puinruimen De meeste aandacht ging uit naar puinruimen en herstel in Rotterdam, maar Middelburg werd door Ringers niet verge ten. Hij had wel diverse aanva ringen met burgemeester J. van Walré de Bordes, die hem her haaldelijk probeerde dwars te zitten en zich Deutschfreund- lich opstelde. Ringers deed dat zeker niet. Hij kwam onder meer hard in aanvaring met de NSB, die voor de wederopbouw in Middelburg 'eigen' architec ten benoemd wilde zien. De NSB'ers kregen steun van rijks commissaris Seyss-Inquart, Rin gers verloor. Dat de NSB uitein delijk geen stempel drukte op de wederopbouw van de provin ciehoofdstad, kwam vooral door het tekort aan bouwmaterialen, de Arbeitseinsatz en de daarmee gepaard gaande bouwstop van zomer 1942. Eén jaar later arres teerden de Duitsers Ringers; de bevrijding in mei 1945 kwam voor hem in concentratiekamp Sachsenhausen. Kort erna werd hij minister van Wederopbouw en Huisvesting in het kabinet Schermerhorn- Drees. Ringers was geen poli tiek dier en hij was het oneens met de Indië-politiek. Ook zijn gezondheid speelde hem parten. Eind 1946 trad hij af. Hij bleef nog op verschillende fronten ac tief, onder meer als adviseur bij dijkherstel in Engeland. In het gedenkboek bij het aftre den van koningin Wilhelmina (1948) schreef Ringers een hoofd stuk over waterstaat. Hij eindig de met een hartenkreet: 'De dij ken schreeuwen om verhoging'. De Februariramp van 1953 maakte duidelijk hoe juist die visie was. Als lid van de Delta commissie dacht Ringers mee over het Deltaplan. Zijn laatste bijdrage aan het openbaar be stuur. Rinus Antonisse Van Waterstaat tot Wederop bouw. Het leven van dr. ir. J. A. Ringers (1885-1965). Door Tes sel Pollmann. Uitgeverij Boom, Amsterdam. Prijs: 25 euro. Dr. ir. J. A. Ringers (1885-1965) in 1908. foto uit Van Waterstaat tot Wederopbouw In een verre hoek van de Vroonlandseweg in Kapel- Ie telen Ivo van Gaaien (40) en Janette van Gaalen-Dop- penberg (38) aardbeien on der ruim een halve hectare glas. Ze telen ook kersen, frambozen en bessen en ver derop in het dorp peren en appels. De kinderen, Wilco, Lilian, Jan, Annemieke, Mi randa en René helpen af en toe ook een handje. In Ón der glas volgen we het ge zinsbedrijf van week tot week. Hè, hè, het knippen is hele maal klaar. De grond in de grote kas ligt bezaaid met aard beienbladeren in alle schakerin gen tussen bruin en groen. Nu de lucht van de kippenstront is weggetrokken, ruikt het er heer lijk: alsof je een bloemisterij binnenstapt. Janette en Ivo zijn nu druk be zig in de tweede kas, waar de laatste sleuven moeten worden dichtgegooid en een frees de grond moet loskrauwen. Het is nog even de vraag of de bodem opnieuw bedekt zal worden met witte folie, of dat de klei ge woon, geëgaliseerd en aange- trild, kaal blijft liggen. Ivo wil het zonder folie proberen, maar Janette is bang dat het gebrek aan weerkaatsing verliezen in de opbrengst zal geven. Ivo: „Folie heeft voor- en nade len. Zeker, die weerkaatsing scheelt, maar dat spul kost ook een hoop geld. Of de winst aan vruchten tegen die uitgave op weegt, moet je maar afwach ten." Op het piastic folie kan Ivo ook niet met zijn trekkertje rijden want de grove banden zouden het spul bij het draaien kapot wringen. „Dat folie ligt een jaar of twee, drie, en al die tijd kun je de sporen die de plukkarren maken, niet rechtrij- den. In die sporen blijft op den duur water staan, er gaat mos groeien en het wordt spekglad. Op de kale grond krijg je wel on kruid, maar doordat je er met een machine doorheen kunt, be strijd je dat weer gemakkelij ker. Trouwens, in het folie ko men onherroepelijk beschadi gingen en dan groeit het on kruid ook heel hard." De zaak lijkt beslecht: de maatschap Van Gaaien gaat het eens een jaar zonder folie proberen. De stormwaarschuwingen van vorige week hebben het echt paar hals over kop naar de tun nel gejaagd, die al met oudjaar kapot was gewaaid. „Hij staat weer overeind", zegt Janette, op het plastic na dan. Als we hem hadden laten liggen, was het skelet vrijwel zeker ook naar de bliksem gewaaid. Nu hoeven we alleen nieuw plastic te kopen. Gelukkig zat er aan die hele tun nel niks nieuws." „Maar we wachten met afbouwen tot het stormseizoen echt helemaal ach ter de rug is", voegt Ivo haastig toe. Intussen is er ook op cultureel gebied het één en ander ge beurd aan de Vroonlandseweg. Lilian en Miranda zijn een web- log begonnen, een soort on-li- ne-tijdschrift voor tieners. Via www.teenplus.blogse.nl geven de dames elke week make-up- tips, mode-tips, ze vertellen ver halen over dieren en beantwoor den vragen van lezers. Van ver schillende kanten zijn al vragen ingezonden en Lilian en Miran da hebben al iemand kunnen helpen die niet wist hoe je met paarden om moet gaan en ook nog een persoon die worstelt met overgewicht. Miranda: „We veranderen het tijdschrift elke week. In de weken dat we sa men hier zijn, doen we het met z'n tweeën en in de andere we ken om beurten. Lilian is het eerst aan de beurt en over twee weken ik weer." Annemieke is inmiddels ook met een weblog bezig, maar dat wordt weer heel iets anders. Nu het favoriete programma van Janette, Boer zoekt Vrouw, is afgelopen, schaart het echt paar zich tijdelijk onder een nieuwe fanclub: Parijs-Dakar en dan in het bijzonder de trucks. „Er rijdt een Unimog mee, een knots van een ding, maar die zien we zelden", zegt Ivo, „die staat veel te laag in het klassement. De trucks ko men altijd het laatst, na de mo toren en de auto's. Voor Janette is dat wel een probleem, want tegen de tijd dat de trucks ver trekken, is ze in slaap geval len." „Tja", reageert Janette, „de samenvatting begint pas rond half elf 's avonds, en dan ben ik onderhand punt af. 's Ochtends gaat de wekker weer hartstikke vroeg. Geluk kig kan ik de andere dag de her haling zien." Het zachte weer mag, vanuit een bedrijfsmatig oogpunt ge zien, wel even ophouden. „Aard- beienplanten moeten, om een goede opbrengst te geven, een bepaalde hoeveelheid kou heb ben. Als je uitgaat van 8 gra den, is elke graad daaronder, ge durende een dag, één punt. Om een fatsoenlijke oogst te kun nen verwachten, moet je een enorm aantal punten scoren. De klimaatverandering dreigt ons dus ook parten te gaan spelen." Janette heeft al een paar keer op de thermometer in de kas ge keken, maar onder de elf gra den komt de temperatuur niet. Er zit dus niks anders op dan hopen. Heel hard mee hopen met de Friese ijsmeesters op een Elfstedentocht. „Dat zou waar schijnlijk net genoeg zijn voor de aardbeien." Mieke van der Jagt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 21