Je kunt hier zo leuk wandelen tïï-0" 3-31557^ PZC Toekomst van waterloos haventje is nog ongewis 7 weerwoord namen ^'SSeland: 0113-315520; ^t»ZM562500. nsdag 16 januari 2007 De lidstaten van de Eu ropese Unie moeten hun waardevolle natuurge bieden in Brussel aanmel den. Samen vormen die Na- tura 2000, een netwerk van leefgebieden voor bijzonde re planten en dieren. In Zee land vallen onder meer alle deltawateren eronder. Be doeling is dat de gebieden onderling verbonden zijn; dat is van levensbelang voor instandhouding van de natuur. In het uiterste zuid westelijke puntje Neder land ligt zo'n groene verbin ding er al. De immer enthousiaste Chiel Jacobusse, hoofd eco logie en beheer van stichting Het Zeeuwse Landschap, noemt het mini-netwerk in de Zeeuwse Zwinstreek iets bijzonders. Al leen al omdat de verbindingszo ne er niet alleen voor de natuur is, maar ook voor de mensen. „Hoe leuk je van Retranche- ment naar het Zwin kunt lopen, weet bijna niemand. Het bewijst het succes van natuurontwikke ling met het aaneenbreien van reservaten." We nemen de proef op de som. Startpunt zijn de wallen van Re tranehement, vanaf 1621 aange legd als verdedigingswerk Cad- sandria. Met aanvankelijk de forten Oranje en Nassau, verbon den door dubbele wallen, ge richt op Vlaanderen. Later kwam er aan de oostkant een derde fort bij. Hoewel de militai re functie in de negentiende eeuw kwam te vervallen, is nog veel goed herkenbaar in het landschap. Jacobusse vertelt dat de wallen veel beheerwerk nodig hebben. Neem alleen al het onderhoud van de vele knotbomen. Ze bie den een prima woonplek voor de bedreigde steenuil en soms aan diverse struiken. Hoewel de wallen deels begraasd worden, moeten de distels met de hand bestreden worden. „Met zoveel buren kun je die niet laten staan." Boomkikker De omvangrijke braamstruiken vallen op. Dat die niet worden weggehaald, heeft een reden. „Ze zijn het leefgebied van de boomkikker. Op de struiken zon nen ze, vlakbij hun putjes", legt Jacobusse uit. Boomkikkers (aegeputen op z'n Zeeuws- Vlaams) hebben het moeilijk, omdat veel leefgebied is verdwe nen. West-Zeeuws-Vlaanderen geldt nog als één van de laatste bolwerken. „In mei zijn ze 's avonds volop te horen; het is hier echt dé top." Kijk, wijst Jacobusse, een wilde kaardebol. „De bladeren zijn aan de voet vergroeid. Er ont- In januari veel verdronken land, is goed voor de ganzen, maar slecht voor de boerenstand (2a.f2.fio Dusarduyn stond op het bordje. Twee keer zelfs: Camping Dusarduyn in gewoon schrift en nog een keer in sierschrift uit oude tijden. Hier moest het zijn. Dusarduyn is in oorsprong een Franse naam: van Du- jardin, letterlijk 'van der tuin'. In oude documenten is de naam dikwijls een ver taling voor Van den Boog aard. Die familienaam komt natuurlijk ook onver taald vaak voor: Bogerd, Bogaerd en dergelijk. In Franse streektalen is Dujar- din soms Dugardin. Tuin klinkt daar als gardin. Daar komt de achternaam Gardeniers ('tuinier') of in het Engels Gardener van daan. Nu we toch in West-Zeeuws-Vlaanderen zijn, zien we nog veel meer Franse namen. Soms vrij wel onveranderd. Lecluze bijvoorbeeld komt er in een paar variaties voor: afge leid van l'ecluse, Frans voor 'sluis', en de achter naam betekent dan ook: 'van der sluis, van sluis'. De plaatsnaam Sluis werd ook zo aangeduid. In het land van Breskens bestaat ook Lucieer. Voor die naam kom je via het Franse l'hussier (deurwach ter) bij het oude woord voor timmerman, meubel maker: le huchier. Een eindje voorbij de cam ping van Dusarduijn is die van Cappon. We kennen de naam ook met één p als Ca pon, en met een andere klin ker als Capoen, Kapoen, Ca- puyns, zelfs als Capone. In het oudere Frans klinkt een haan, een gesneden haan wel te verstaan, als Cha- pon. In het oude Frans van het uiterste noorden - het Picardisch - is het Capon. De betekenis van Cappon is dan ook: letterlijk 'haan', maar de figuurlijke beteke nis werd: 'stakkerd, deug niet, schurk'. Voor een camping met een Franse naam hoef je eigen lijk helemaal ni et door Bel gië. Scheelt te zijner tijd nog vignet. Lo van Driel Het water van de Ooster- schelde klotst onaange daan tegen de havendam. Die blijkt, mede dankzij de ver nieuwde betonnen muur boven op, bestand tegen een wind kracht acht. Schuim belandt op wat voorheen de haven was. Nu ligt er een stenen plateau. Het heet in de wandeling nog altijd het haventje van Katten- dijke, maar in feite is het dat al jaren niet meer. Het water is ge weerd door aanleg van het pla teau. Dat wordt vooral gebruikt door sportvissers en recreanten (vaak met camper). Wel even in de gaten houden of het springtij is, want dan wil het plateau nog wel eens overstromen. Achter de zeedijk priemt het ranke torentje van de Katten- dijkse kerk (uit 1640) de lucht in. Goed herkenbaar door de peerbekroning. Of het haventje in de toekomst blijft, is nog ongewis. Ook tus sen Kattendijke en Wemeldinge moeten de glooiingen van de zeedijk verbeterd worden. Wel licht dat dan besloten wordt om het plateau met de betonnen muren eromheen meteen maar op te ruimen. Andere oplossing is achter het haventje langs een 'verborgen glooiing' aan te leggen. Als bij Zeeland grossierde vroeger in haventjes. Veel zijn er verdwe nen, in onbruik ge raakt of hebben een an dere bestemming ge kregen. In de serie Aanmeren aandacht voor dit maritiem erf goed, met illustraties van Adri Karman. De ze week: het haventje van Kattendijke. een stormvloed de boel onver hoopt wegspoelt, is de veilig heid van de zeedijk in elk geval verzekerd. De gemeente Goes - die zorgt voor het onderhoud - denkt nog na over de toekomst van het ha ventje. Hinderpaal daarbij is dat de Oosterschelde is aange wezen als Natura 2000 gebied (zie ook hierboven en pagina 22). In het nationaal park kan maar niet zomaar van alles ge beuren. Daarom zijn eerdere po gingen voor vestiging van een horecavoorziening en van een duikschool niet doorgegaan. Enige voorziening is nu een mo biel toilet. Het staat stevig ver ankerd, want de gemeente wil voorkomen dat het op een gege ven moment drijvend in de Oos terschelde wordt gevonden. Dat gebeurde namelijk met een eer der exemplaar. Alles bij elkaar heeft het haven tje nog geen eeuw dienst ge daan. Het werd in 1904 aange legd door het waterschap, ten behoeve van dijkonderhoud. Dat kostte De Breede Watering Bewesten Yerseke destijds slechts 8547 gulden. Er is van het getijhaventje nooit veel ge bruik gemaakt. Kattendijke had al eerder, in de achttiende eeuw. een haventje. Dat lag in een uitwateringsgeul, met aan het eind in de dijk een suatiesluis, bij het gehucht Wijt- vliet. Begin 1800 was het niet meer in gebruik. De sluis werd in 1883 vervangen door een stoomgemaal achter de dijk. Het was aanvankelijk een zoge heten hulpstoomgemaal, met twee pompen en de aanleg kost te 60.000 gulden. In 1912 kwam er een dieselmotor bij. Na de Fe- bruariramp van 1953 werd de stoommachine afgekeurd en een elektromotor geplaatst. Nadat in 1965 nog een noodge- maal was bijgeplaatst, is het oude stoomgemaal verdwenen (alleen de spuikom is nog in het veld waar te nemen). Verderop achter de dijk, richting Wemel dinge, is het gemaal P. J. J. Dek ker gebouwd (waarvan de capa citeit vorig jaar is uitgebreid), dat het overtollige water van een gebied van ongeveer 4700 hectare naar de Oosterschelde afvoert. Rinus Antonisse Aj Kievittcpoldcr Ou d el an d s epol d er 1 Willem Aeopoldpolder Versepolder 1 Zwinweide' Wallen van Retranehement gelopen route De wallen van Retranehement. grenspalen van Retranehement te zien. Die zijn daar in en aan weerszijden van de oude Zwin geul gezet, na de bedijking van de (internationale) Willem-Leo- poldpolder in 1872. In de Zwin st reek is de grens nooit ver weg,1 voor je het weet, loop je in het buitenland. De natuur trekt zich van die scheidslijn trou wens weinig aan. Het Zwin, de Kievittepolder, de Oudelandsepolder, de Zwinwei- de, de Willem-Leopoldpolder, de Versepolder en de wallen van Retranehement - samen vormen ze een ecologische snelweg. Jaco busse: „Omdat planten en die ren onbelemmerd en voor na tuurbegrippen in grote vaart van A naar B kunnen. De hele keten is van belang voor onder meer het verbinden van de boomkikker-populaties, maar ook voor andere dingen zoals planten, insecten en slakken. Bij voorbeeld kleine rupsklaver en onderaardse klaver zijn al een flink eind op weg van Retranehe ment naar het Zwin. Planten en dieren komen van een niet-kust- gebied in een kustzone terecht. Ze boren nieuwe verspreidings mogelijkheden aan. Dat geeft nieuwe impulsen aan een soort." Nog niet zo lang geleden zaten er grote gaten in die snelweg. Dankzij verschillende projecten voor natuurontwikkeling zijn die gedicht. De cultuurnatuur van Retranehement is verbon den met de duinkust. „En je kunt er gewoon doorheen lopen. Van een fort uit de Tachtigjari ge Oorlog via een splinternieuw natuurgebied naar een middel eeuwse zeearm lopen - waar doe je dat?", klinkt Jacobusse wer vend. „Het is hier een erg toeris tische streek. De kansen kunnen meer benut worden. Wij hebben als beheerder de taak voor infor matie te zorgen, van borden tot en met folders." Nieuw is de Versepolder, \yaar op het nippertje recreatiewonin gen tegen gehouden zijn. Nu ont dekt Jacobusse er het sneeuw- zwammetje. De ox'chidee onder de paddenstoelen, dat niks van kunstmest en bespuitingen moet foto Peter Nicolai hebben. Nieuw is ook de aanslui tende Willem-Leopoldpolder, waar vogels en boomkikkers een thuisbasis hebben gevonden. In de dode bomen op de dijk huist de grote bonte specht. Een vlucht tureluurs danst door de lucht. Aan de plassen overtijen scholeksters van het Zwin. Hooglanders Voordat het einde van de snel weg in beeld komt - het Zwin en de Noordzee - gaat het naar de Oudelandsepolder. Een nauwe lijks opgemerkt pareltje naast huizenparken. Stoere Schotse hooglanders grazen er. Over veeroosters in de weg kunnen ze doorlopen tot in de knusse Kie vittepolder. „Een heel goed kwelgebied. Er groeit veel lamsoor. Binnendijks, dat is bij zonder. Je ziet ook ratelaars en orchideeën, een afwisseling van zoute en zoete planten." Rinus Antonisse Meer over Natura 2000 op pagi na 22. Netwerk van natuurgebiedjes in Zeeuws-Vlaanderen staat een soort bekkentje vol wa ter. Dat houdt de mieren tegen." Vlakbij groeit een kruisdistel (die niet onder de provinciale distelverordening valt). „Die zie je alleen op de dijken waar het Zwin stroomde, verder in het he le Westerschekiegebied niet. Dat heeft te maken met begra- zing door schaapskudden." Vanaf de resten van de forten Oranje en Nassau zijn de drie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 19