Van held tot mens van vlees en bloed Gallen-Kallela is de chroniqueur van het Finse platteland Militaire kunst 24 Redactie bijlagen: 0113-315680 iwvw.pzc.nl :-mail:redactie@pzc.nl 'ostbus 31,4460 AA Goes \dvertentie-exploitatie: goord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; feeuws-Vlaanderen: 0113-315570; Nationaal: 020-4562500. ivoensdag 3 januari 2007 Zeeuwse Komedie speelt Bevroren Toverkracht et graf is nog open. Een jager schiet in de groeve met een losse flodder, als eerbetoon. [saac Israëls was pas zeventien jaar toen hij be militaire begrafenis' schilderde. Het on derzoek naar dit schilderij door kunsthisto rica Henny Goedegebuure heeft nu geleid tot een voor Nederland unieke expositie in het Haagse Gemeentemuseum: Geeft Acht! Over het zogeheten militaire genre in de ne gentiende eeuw. Een snippertje informatie vond Henny Goedegebuure in een kunstkritiek van een voor malig directeur van het Gemeen temuseum. De eerste luitenant op het schilderij 'De militaire begrafenis' van Isaac Israëls uit 1881-1882 bleek ene Gerard van der Laan te zijn, een man die niet alleen in het leger actief was maar ook zelf tekende en schilderde en zelfs lid werd van de Haagse kunstenaarssociëteit Pulchri. Goedegebuure wist ook te achterhalen dat Israëls de ter aardebestelling had geschilderd van jager Abraham van Ispelen, die zich op 7 mei 1880 bij de Oranjekazerne in Den Haag had gemeld en, op de dag af een jaar later, werd begraven. Maar het onderzoek van Goede gebuure voerde haar uiteinde lijk nog veel verder: er bleek zich in de negentiende eeuw in Nederland een ware revolutie te hebben voltrokken in de manier waarop schilders militairen af- beeldden. Ze werden van bijna bovennatuurlijke helden, zoals de 'Prins van Oranje bij Quatre Bras' tijdens de Slag van Water loo op een doek van Jan Willem Pieneman uit 1817-1818, tot een haast huiselijke 'Gele Rijder met twee kinderen' van Isaac Is raëls uit 1881. Om tenslotte bij Bart van der Leek uit te monden in een soort marionetten op ge stileerde spektakelstukken, ver rassende voorlopers van de mo derne schilderkunst. Berooid „Nederland kwam heel berooid uit de Franse oorlog terug, de economie zat in het slop", ver telt Henny Goedegebuure, gast conservator van de expositie Geeft Acht!. „Om het nationale bewustzijn te stimuleren werd teruggekeken naar de heldenda den van vroeger. Het strijdto neel, de veldslagen werden geï dealiseerd, de heroïek domineer de." Zelfs de magere succesjes tij dens de Tiendaagse Veldtocht in België van 1831 konden nog die nen als oppepper van de nationa le trots, zoals de nauwelijks be kende 'Overgave bij Hasselt op 8 augustus 1831', vastgelegd door Pieneman op een doek dat jarenlang hing te verpieteren in een vergaderzaal van de Konink lijke Militaire Academie in Bre da, maar nu - recentelijk geres taureerd - op Geeft Acht! hangt te pronken. En ook Jan van Speyks wanhoopsdaad 'dan lie ver de lucht in' werd vereeu wigd, zelfs meerdere malen. Met de introductie van het staande leger - of anders gezegd de dienstplicht - in Nederland na de Franse overheersing be gon de verre militair van vroe ger in de garnizoenssteden - met name in het 'koninklijke' Den Haag - zijn intrede te doen in de burgerlijke samenleving. „Schil ders begonnen de militairen te ontdoen van hun dramatische heldendom", aldus Goedegebuu re. „Niet langer kwamen de lei dinggevende figuren centraal te staan, maar de soldaten in hun alledaagse situatie, zoals bij voorbeeld bij oefeningen." Mooie voorbeelden daarvan zijn onder meer 'Derde eskadron Huzaren. Bart Anthony van der Lek De militaire begrafenis. Isaac Israëls (1881-1882) wielrijders van de cavaleriebri gade' uit 1919 van Jan Hoynck van Papendrecht of, van dezelf de schilder, 'Zevende regiment infanterie met stafmuziek trekt door Amsterdam' uit 1885. Vaart Minder gedetailleerd dan Jan Hoynck van Papendrecht, voor wie iedere knoop en tres tot in het kleinste detail telde, gaf George Hendrik Breitner zijn ei gen invulling aan het militaire genre. Hij gaf het leger als het ware vaart, zoals op het schilde rij 'Huzarencharge' uit 1883-1885. „Voor Breitner gold niet de juiste weergave van het uniform", aldus Goedegebuure, „maar de beweging, bijvoor beeld van het paard. Niet eerder kwamen paarden en ruiters zo frontaal een doek uit denderen als op dit schilderij." Behalve Israëls, Breitner en Van der Leek blijken ook andere schilders zich verrassend inten- sief met het militaire genrestuk te hebben beziggehouden, onder wie Charles Rochussen en Hendrik M. Krabbé, de grootva der van Jeroen, die onder meer 'De kantine' uit 1900 schilderde, waarop militairen gemoedelijk een biertje drinken, en tekenin gen naar het dagelijkse leven in de kazerne maakte, zoals 'Exa minator, die schijnbaar achte loos eene courant zat te lezen' uit 1892 en, uit hetzelfde jaar, 'Met zoo'n tentamen viel niet te spotten'. Tekeningen die het sol datenleven ook een beetje op de hak namen. „Allemaal heel rea listisch", zegt Goedegebuure. „Er is geen enkele opsmuk meer." Geeft Acht! is in velerlei opzich ten een indrukwekkende exposi tie. Niet eerder kwamen zoveel militaire genrestukken bij el kaar, geschilderd door even zo vele kunstenaars. Met dank aan het uitblijven van oorlogen in het grootste deel van de negen tiende eeuw mocht de soldaat zich verheugen in een ongeken de populariteit, die zich ook uit strekte tot publieksbladen als Eigen haard en Elsevier's Geïl lustreerd Maandschrift. Eerste luitenant Gerard van der Laan van Israëls schilderij 'De militaire begrafenis', waarmee het idee voor de tentoonstelling ontstond, zou zich in zijn latere leven helemaal op de kunst toe leggen. Echter, het militaire gen restuk was niets voor hem. Hij schilderde liever kleine zeege zichtjes. Maar door hun specifie ke context ontbreken ook die op Geeft Acht! niet. Aly Knol Geeft Acht! Het militaire genre in de negentiende eeuw. Gemeentemu seum Den Haag, t/m 9 april. Gele rijder met twee kinderen. Isaac Israëls (1881) Finland is meer dan sauna's, No kia en Jari Litmanen. Het is ook iet land van de componist Jean Sibe- ius, de architect Alvar Aalto en de egendraadse filmmaker Aki Kauris- naki. Niet minder groot in eigen and is de kunstenaar Akseli Gal- en-Kallela (1865-1931). Het Gronin- [er Museum heeft de primeur van de lerste buitenlandse overzichtsten- oonstelling van hem. Onland, het land van duizend meren in werkelijkheid zijn het er 80.000! De laatste tijd is het uit zijn chulp gekropen. Mede dankzij No- aa - een rubberfabriek die zich om- 'ormde tot telefoonmultinational - leeft het zich ontwikkeld tot één van ie rijkste landen ter wereld. Het Groninger Museum heeft de pri meur van de eerste buitenlandse overzichtstentoonstelling van de na tionale held Akseli Gallen-Kallela. Wie een beeld wil krijgen van de veel zijdigheid van Gallen-Kallela moet naar Espoo, een groene voorstad van Helsinki. Daar ontwierp hij in 1911 een atelier huis, waarin nu het Gal- len-Kallela-museum is gevestigd. In het museum hangt een mooie foto van Gallen-Kallela op ski's, terwijl hij uitkijkt over een sneeuwland schap. Die antieke latten staan ook in het museum. Hij heeft ze zelf ont worpen, evenals de prachtige recla meaffiches van gezinsauto's uit 1907. In de nok van de toren zit de 'monnikenkamer', waar hij zich te rugtrok. „Het maken van kunst was een spirituele activiteit voor hem", vertelt achterkleinzoon Janne Gal- len-Kallela-Sirén, kunsthistoricus. Zijn levensdoel heeft Gallen-Kallela krachtig verwoord in een spreuk in de mozaïekvloer van de vestibule: 'Ik zal terugkeren naar mijn voetstap pen'. Het loopt als een rode draad door zijn leven: uit Finland weggaan en weer terugkomen. Het begon toen hij in 1884 voor een kunststudie naar Parijs vertrok. Daar kwam hij in aanraking met de nieuwste ontwikkelingen in de beel dende kunst. Hij zag hoe de beelden de kunst een abstracte richting in sloeg. Maar zelf bleef hij liever wer ken in een figuratieve stijl. Gallen-Kallela werd de chroniqueur van het Finse platteland. Zoals zijn tijdgenoot Vincent 'van Gogh door Brabant en Drenthe trok, zo verken de Gallen-Kallela het Finse lands deel Karelië. De mensen die hij on derweg tegenkwam, vereeuwigde hij in stemmige portretten, die te bewon deren zijn in het Groninger Museum. Hij schilderde hen levensecht, de ge zichten getekend door de hardheid van het bestaan. Maar hij maakte ook portretten van familie en vrien den, die het zichtbaar beter hadden. Verder schilderde hij landschappen. Soms in een impressionistische stijl, dan weer haarfijn fotorealistisch. Op sommige werken voegde hij ongewo ne motieven toe, zoals vijf verticale lijnen dwars over de voorstelling van een waterval heen. Evenzo vreemd: soms kun je de naalden van een spar tellen, zo gedetailleerd heeft hij ze af gebeeld, terwijl hij de achtergelegen rivier egaal blauw heeft geschilderd. Doordat hij figuratieve en abstracte Expositie Groninger Museum elementen in één doek verenigde, kreeg hij af en toe het verwijt dat zijn stijl niet coherent is. Het be- roemst werd hij in Finland met de verbeelding van het nationale helde nepos de Kalevala. Een verzameling volkssprookjes en mythen over de oorsprong van de Finnen, die eeu wenlang mondeling zijn overgele- verd.Veel Finnen kennen de verha len van de Kalevala alleen van de schilderijen van Gallen-Kallela. Vaak sterk gestileerde, dramatische voorstellingen waarin een moeder haar verloren zoon beweent, de boze tovenaar Vainamöinen zich wil ver grijpen aan een blonde maagd, of woest uitziende mannen het vuur op stoken onder een Sampo (een magi sche molen die zout, graan en goud zou kunnen vermalen). Verreweg het bekendste doek, dat hij zelf koesterde als een altaarstuk, is het vroege werk Ad Astra (1894). De schitterende voorstelling van een meisje met goudkleurige haren die al le richtingen uitwaaieren, met op de achtergrond een kolossale zon, beeldt de wederopstanding uit. Het is een bijbels geïnspireerd werk. Graag vergeleek Gallen-Kallela de rol van kunstenaar met die van de Heiland, die zijn onderdanen de weg wijst. „Geen enkele Europese schil der heeft zijn volk zo nadrukkelijk een identiteit verschaft", zegt Janne. „Gallen-Kallela heeft een portret ge schilderd van de Finse natie. Mannus van der Laan Expositie 'Akseli Gallen-Kallela. De ma gie van Finland', t/m 15 april in het Gro ninger Museum. Open: di-zo 10-17 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 21