IJsland biedt
gelukkige leegte
PZC
Papoea's gaan langzaam maar zeker in de vanille
Leven op het
ontvolkte
Langanes
imma.
zaterdag 30 december 2006 26
Husavik
Reykjavik
Koning in zijn eigen konink
rijk, stond er als kop bo
ven een artikel in een IJslands
landbouwblad.
Het stuk ging over schapenboer
Sverrir Möller en de Friese Mir
jam Blekkenhorst. Zo is het,
zegt de blonde Sverrir. „Ik ben
een koning in mijn koninkrijk."
Zijn rijzige vrouw Mirjam lacht
diepe kuiltjes in haar wangen,
„en dan ben ik de koningin."
Sverrir Möller (42), geboren en
getogen in Reykjavik en zijn
Friese echtgenote Mix-jam Blek
kenhorst (40) uit Twijzelerheide
vormen sinds eind jaren tachtig
een twee-eenheid. Ze werken sa
men, vullen elkaar aan, zijn het
eens. Zijn bezig met gezin en
schapen, kinderen en honden,
de vaat en de jeep. Daarbij heb
ben ze geen anderen nodig. Ze
hebben genoeg aan elkaar.
Het is niet zo moeilijk om in
Ytra Lón - zo heet hun boerderij
- op het schiereiland Langanes
te komen, mailt Mirjam in okto
ber. Inderdaad. Behalve de boer
derij van Sverrir en Mirjam is
er, zeker in november, helemaal
niets op Langanes. Geen stern
tjes, scholeksters en jan-
van-genten zoals in de zomer,
geen zeehonden of monumenten
voor verdronken vissers. Geen
toendrabloemen en vogelrotsen,
geen drijfhout en dikke plakken
zeewier.
Alles is onder een dikke laag
sneeuw bedekt waar een snijden
de wind overheen waait. De
mensen zitten binnen. Af en toe
dendert er een sneeuwschuiver
over de weg en in de verte, tus
sen al het wit, prijkt het rode
dak van Ytra Lón. Daar speelt
Alwin (4) met zijn spiderman-
poppetje, maken Karlotta (13)
en Janneke (11) hun huiswerk.
In de stal bouwt Sverrir aan een
zelfbedachte technologische in
novatie. Miijam? Die schilt een
appeltje voor Hugbjört.
Ooit, toen de Amerikanen nog
een legerbasis, Camp Greely, op
het schiereiland hadden, was er
een hoop leven op Langanes.
Toen de basis rond 1960 sloot,
vendelen veel gezinnen in ar
moede. Een beetje vissen en een
paar schapen houden, bleek on
voldoende om van te leven.
Langanes begon leeg te lopen.
Een voor een raakten de huizen
en stallen onbewoond, de streek
ontvolkt.
Nu waait de wind er door verla
ten ruïnes. De meeste boerderij
en zijn goed gebouwd: ze trotse
ren storm, regen, vorst, sneeuw.
Soms schuilen de zeventien wil
de IJslandse paardjes van Sver
rir in zo'n phantom farm of nes
telt er een sneeuwhoentje in een
hoek. Het is op dit verlaten, lege
schiereiland waar Sverrir met
zijn Mirjam besloot neer te strij-
Mirjam Blekkenhorst
verruilde als 22-jari-
ge studente uit Twijzelerhei
de haar vaderland voor een
leven op een afgelegen IJs
landse schapenboerderij. Ze
streek samen met haar echt
genoot Sverrir Möller neer
op het ontvolkte schier
eiland Langanes. Tegen alle
trends in, omringd door fan
toomboerderijen, stichtten
zij er een boerenbedrijf, een
jeugdherberg en een groot
gezin.
lerheide. Daarna vertrok ze
naar Kampen om mode-ontwer
pen aan de Kunstacademie te
doen. Het was leuk, maar er
bleef een gevoel van leegte.
Een studiegenote vertelde haar
over IJsland: dat het zo'n mooi
land was, de mensen aardig, en
lekker leeg.
Mirjam, die in Noord-Zweden
was overvallen door een hang
naar ruimte en eenzaamheid,
had er oren naar en vertrok als
22-jarige naar dat gekke land
van ijs, vuur, rotsen en lava
waar slechts langs de kust te
boeren valt.
„Ik had een lijst adressen op
zak, van boerderijen waar werk
was. Zo kwam ik uiteindelijk
bij Sverrir uit. Die zat in zijn
eentje op een boerderij bij Detti-
foss (een grote waterval in
Noordoost-IJsland)." Ze kookte,
maakte schoon, hielp bij het
lammeren. De jonge boer was er
blij mee.
Het klikte. Liefde op het eerste
gezicht was het niet, zeggen ze
allebei. „Zoiets groeit." Hij:
„Zij is de enige die het met me
uit wist te houden. Dat vind ik
best knap." En: „Ze was niet op
zoek naar een man, geloof ik.
Ze wilde gewoon een beetje
avontuur." Mirjam lacht en
knikt. Precies, zo is het.
Allebei beginnen ze te glimmen
wanneer ze het over die begin
tijd hebben. Waarom? Omdat
het daar zó mooi was. Zó een
zaam. Echt verlaten. Echt ruig.
Geïsoleerd. Je was in de winter
twee uur met de sneeuwscooter
onderweg om de buurman zijn
post te brengen. Heerlijk.
Zongebruind
Karlotta, de oudste dochter,
springt overeind van de bruine,
zachte bank om het fotoalbum
te pakken.
Janneke komt er snel bij zitten.
Alwin kijkt van een veilig af
standje toe. Voor het raam loopt
een van de honden in de sneeuw
te wroeten. „Kijk eens, deze fo
to", zegt Karlotta, „papa en ma
ma, op de oude boerderijHet
is zomer. Sverrir, zongebruind
en met een gezicht vol sproeten,
houdt een pasgeboren lammetje
in zijn armen. Mirjam hurkt er
naast, houdt haar wang vlakbij
het snuitje en kijkt - ja, toch
echt verliefd, omhoog naar de
blonde IJslander.
In 1991, zo vertelt het paar ver
ontwaardigd nippend van de ro
de wijn - die Mirjam zelf maakt,
dat is goedkoper - moesten ze
hun boerderij bij de Dettifoss
verlaten. Verdreven uit het para
dijs - zo voelen ze het wel een
beetje. De schapenhouderij zorg
de voor erosie: de regering
ken. Een opmerkelijke, tegen
draadse keuze die alles te ma
ken heeft met hun aard. Het
paar wil zelfstandig zijn en
heeft geen behoefte aan stede
lijk tumult. Ze willen op hun ei
gen manier leven.
Temidden van de fantoomboer
derijen ligt het springlevende
Ytra Lón. Mirjam en Sverrir
trokken er in 1991 in, toen het
nog een bouwval was. Mirjam
bekent dat ze na de eerste be
zichtiging depressief werd. „Die
man die hier woonde verzamel
de alles. Het erf lag vol met auto
banden en schroot. Hoe kunnen
we dit ooit schoon en netjes krij
gen, vroeg ik me wel even af."
Inmiddels woont het gezin Möl
ler er (vier kinderen: Hugbjört
van vijftien maanden, Alwin
van vier jaar, Janneke van elf en
Karlotta van dertien), is er een
stal voor vierhonderd schapen,
een hok voor de drie bordercol
lies, een riant woonhuis en een
jeugdherberg waar zestien men
sen terecht kunnen. De schapen
farm is de verantwoordelijkheid
van Sverrir, jeugdherberg en
kinderen die van Mirjam.
Mensen vragen haar wel eens
wat haar bezielt om zó afgele
gen te wonen en of dat niet een
zaam is. Mirjam lacht. „Ik ben
altijd al een Einzelgangerin ge
weest." Sverrir: „Ik laat me
door niemand iets vertellen. Dat
was misschien vroeger zo. Die
tijd is voorbij." Wat die een
zaamheid betreft, die ervaren ze
allebei nauwelijks. Mirjam:
„Het is wel jammer dat het me
niet gelukt is om een handwerk
huis in het dorp op te zetten en
dat mensen vaak na een jaar of
drie weer weggaan, maar als je
je daar op instelt, gaat het pri
ma." Sverrir: „Een groot gezin,
dat is hier prettig."
Kunstacademie
In hun vorige levens voelden de
twee zich pas echt ongelukkig.
Sverrir, opgegroeid in een appar
tementengebouw in Reykjavik,
kon niet in de stad aarden en
Mirjam lukte het niet om in
Friesland haar draai te vinden.
Er was iets dat wrong. Altijd.
Iets paste niet. „Oh die bus, van
Leeuwarden naar Twijzelerhei
de! Veel mensen, regen, natte
jassen. Vreselijk." Nu, als ze
naar Thórshöfn rijdt in de jeep,
glibberend door een dik pak
sneeuw: „Ik verlang niet terug
naar Nederland." Wat Sverrir
betreft, die is best voor Neder
land te porren. „Het belangrijk
ste is dat ik boer kan blijven. Ik
vraag me af of ik Mirjam ergens
anders mee naartoe krijg."
Mirjam groeide op in Engelum
en verhuisde later naar Twijze-
foto's Kirsten van Santen
Kirsten van Santen
Ytra Lón Youth Hostel. Het hele
jaar geopend. Adres: Langanes,
681 Thórshöfn. Telefoon: 00 354
468 12 42. Email:
ytralon@sinmet.is Website:
www.simnet.is/ytralon
kocht het boerenstel uit.
„We zijn toen rond gaan rijden,
op zoek naar een nieuwe plek.
Toen we bij Ytra Lón kwamen,
was het ons duidelijk, hier gaat
het ons lukken en is het rustig
genoeg. Er is volop land voor de
schapen, ze kunnen vrij rondlo
pen en hoeven geen rivier over."
Sverrir: „Dit is goed land."
De vier kinderen van Mirjam
Blekkenhorst en Sverrir Möller
worden tweetalig opgevoed.
Moeiteloos schakelen de tiener
meiden en kleuter Alwin van
het Nederlands op het IJslands
over. Engels kunnen ze ook
goed, dat is immers de taal die
hun Nederlandse opa en oma
met hun vader praten.
Sinds enkele jaren hebben Sver
rir en Mirjam er een jeugdher
berg bij, in een zijvleugel van de
boerderij waar veel Nederlan
ders komen. SNP- reizigers en
IJslandgekken zoals Gerrit Jan
Zwier en Willem van Blijder-
veen schreven enthousiast in het
gastenboek.
Henk, veel succes met je project, is de titel van
een campagne die op dit moment loopt. Henk is
Henk de Kroon uit Breda. Henk heeft geld en tijd, is
zakelijk, avontuurlijk en betrokken. Zo kwam hij in
de wereld van de vanille terecht. In Papoea-Nieuw-
Guinea.
Marlous Terwiel was ooit buurvrouw van Henk de
Kroon. In 2002 huwde ze een Papoea-man. Al snel
raakte ze betrokken bij het lot van de arme koffieboe
ren in Papoea-Nieuw-Guinea.
Ze vroeg De Kroon om 25.000 euro aan kredieten te
verstrekken aan boeren in het land waar haar man
vandaan kwam. Die zouden zo kunnen overschakelen
op de teelt van vanille. Die is rendabeler dan de kof-
fieteelt.
De Kroon is niet het type van: Ik maak eens geld over
en ze zoeken het verder maar uit. Dus ging hij ook
zelf naar Papoea-Nieuw-Guinea, waar hij aanvanke
lijk constateerde dat de bewoners ondernemend zijn.
Althans, zo staat het in de campagne van Impulsis,
een initiatief van Edukans, Icco en Kerk In Actie.
Impulsis geeft geld voor projecten voor maatschappe
lijk verantwoord ondernemen, zoals dat van Henk, en
hij verdubbelt dat bedrag. Het is geld dat hij haalt uit
de opbrengst van de handel in vanille. Want de Breda-
naar heeft een belangrijke afnemer gevonden voor de
vanille. Deze groothandel, die aan vrijwel alle super
markten levert, garandeert die afname ook voor een
aantal jaren.
Na drie bezoeken aan Papoea-Nieuw-Guinea heeft
hij zijn mening over het land bijgesteld. „Traagheid
is er troef. Die ene man die je 's morgens op de markt
tegen een boom ziet zitten, zit er diezelfde avond nog.
Mensen zijn apathisch haast. Veel ontwikkelingen
worden in de kiem gesmoord."
Corruptie is aan de orde van de dag, ondervond Henk
zelf ook. De overheid geeft er ook niet bepaald het
goede voorbeeld. Al een jaar is De Kroon aan het soe
batten om een stuk grond te kopen voor de bouw van
een trainingscentrum voor de vanilleboeren, een in-
pakruimte en een pension met een aantal slaapka
mers.
Wangedrag
Hij sprak de minister van landbouw in hoogst eigen
persoon. Werd met alle egards ontvangen, televisie en
dagbladen besteedden er aandacht aan. „Vervolgens
gebeurde er niets", stelt Henk droog vast.
Sterker: drie maanden na de ontmoeting werd de mi
nister wegens wangedrag uit zijn functie ontheven.
„Ja, zó komt zo'n land natuurlijk nóóit verder", stelt
hij nuchter vast.
Niet dat hij zich daardoor uit het veld laat slaan. „Ik
ken de ratrace zoals ik het zakenleven hier noem, ik
De Bredase ondernemer Henk de Kroon in Pa
poea-Nieuw-Guinea: „Het is hier laveren langs val
kuilen." foto Johan van Gurp/GPD
heb tijd en ik hou van avontuur", zegt de Bredase on
dernemer in ruste. Dat komt mooi uit, want inmid
dels kan die rijke blanke uit Breda niet meer zonder
bewapende begeleiders door de bush. „Ik reis dus al
leen nog overdag en als we uitbetalen, doen we dat in
kantoortjes die we voor de gelegenheid inrichten. De
boeren willen cash betaald worden." Aangezien de
plaatselijke bevolking denkt dat iemand met geld ook
daadwerkelijk al dat geld op zak heeft, is voorzichtig
heid geboden.
„Ik kom met kennis en geld en dus wil ik commit
ment van jullie", heeft De Kroon de lokale banken en
overheden voorgehouden. „Als ik dat niet krijg, be
taal ik niet. Zij moeten het uiteindelijk zelf doen."
Dat lijkt inmiddels wel effect te hebben. Want na een
jaar gedoe is er mogelijk een stuk grond beschikbaar
langs het vliegveld. Land van de staat, geen privaat
land. Want dat is te riskant, omdat de koper dan al
tijd het gevaar loopt dat derden er aanspraak op ma
ken.
De overheid kon er niet meer omheen, want de plaat
selijke boeren hadden er door alle media-aandacht
lucht van gekregen dat er een trainingscentrum zou
komen. De overheid heeft er alle belang bij dat er goe
de producten de grens over gaan.
Dat het goede vanille is, lijdt volgens Henk de Kroon
geen twijfel. Het product wordt ook op kwaliteit ge
controleerd in Roosendaal. Het is van belang dat de
kwaliteit constant blijft. Dat wordt de Papoea's on
der meer aangeleerd in het trainingscentrum.
De Kroon schetst de huidige praktijk: „De bonen moe
ten op zeker moment in water van 63 graden. Dat
komt heel nauw, maar daar steken ze hun vinger in
de pot en als ze au roepen is het water goed heet. De
ene boer roept eerder au dan de ander. Ook gooien
sommigen te veel bonen tegelijk in het water. Dan 3
koelt het te snel af en is een deel van je bonen weg. il
Slechte kwaliteit krijg je dan." „Het is laveren langs 0,
valkuilen"omschrijft de Bredanaar de handel met .1
Papoea-Nieuw- Guinea. „We willen de vanille per n
schip vervoeren, maar ook al sla je je vracht onder be- i(
waking op in de haven, na een dag is de helft weg."
Uitdagend
Het is tegelijkertijd verschrikkelijk uitdagend, vindt Ie
hij. „Ik doe dit omdat ik het kan en hoop dat anderen 6
die er toe in de gelegenheid zijn er inspiratie uit put- a
ten om zich ook op een dergelijke wijze voor de mede- lij
mens in te zetten." In november vorig jaar heeft hij E]
een projectleider benoemd. De contacten met de afne- ft'
nier verlopen nog stéeds via Henk, maar, zegt die: „Ik E
hoef maar één stap terug te doen en hij doet zijn za- 1 st
ken verder zelf, rechtstreeks.En dan? „Nou, mis- Ui
schien volgt daarna een ander project in een ander 1
land. Ik denk iets met water, of met nootmuskaat."
ii
Hélène Schenk s