We trekken
nog steeds
van Drees
PZC
Uit het leven van de wegenwachter
Vijftig jaar
AOW
Iedereen krijgt het,
dat vind ik achterlijk
dan start ik
een project
Als ik ellende zie
zaterdag 30 december 2006 24
De eerste Nederlanders
die in 1957 een
AOW-uitkering kregen, kun
nen er niet meer over vertel
len. Ze zijn er inmiddels
niet meer. Nog tientallen ja
ren nadat de eersten „Van
Drees gingen trekken", ver
telden oude mensen met een
mengeling van ongeloof en
dankbaarheid hoe ze in die
late jaren vijftig zomaar een
ouderdomspensioen van de
staat kregen.
Mevrouw Corrie Westmaas foto Harmen de Jong/GPD
De 86-jarige mevrouw Westmaas uit Delft pakt er haar bankaf
schrift bij. Aan AOW krijgt ze 886 euro, leest ze voor. Ze heeft
er een klein spaarpotje bij. „Anders redde ik het niet. Ik woon hier
niet voor niks. Aan huur en servicekosten ben ik 554 euro kwijt.
Dan komt gas, water en licht er nog eens bij. De telefoon, het zieken
fonds, en ik heb hulp in de huishouding. Ach, ik klaag niet. Ik kan
doen en laten wat ik wil." In haar aanleunwoning krijgt ze een war
me maaltijd bezorgd, voor 5,75 euro per dag. „Daar ben ik per
maand rond de 140 euro aan kwijt. Ik sla wel eens een dag over, als
ik zelf eten haal." Met haar man had ze een bakkerij. Aan pensioen
opbouwen dachten ze niet, het geld ging in de zaak.
Na 25 jaar werd de bakkerij onteigend, de grond was nodig voor
een nieuwe woonwijk. „Met dat beetje wat we ervoor kregen kon
den we niet opnieuw beginnen." Ze verhuisden naar Gelderland.
Haar man ging werken als kok in een kindertehuis, zij werkte er
twee dagen in de week als hoofd van de linnenkamer.
Na de pensionering van haar man keerden ze weer westwaarts. „We
kregen voor het eerst AOW, we vonden het geweldig. Wat ik achter
lijk vind: iedereen krijgt het. Ook de directeur van een fabriek. Ter
wijl die het niet nodig heeft." Twee jaar geleden moesten ze naar
een aanleunwoning verhuizen, zelfstandig wonen ging niet langer.
Een paar maanden geleden verloor ze haar man op 90-jarige leef
tijd. Ze mist hem verschrikkelijk. „We hebben elkaar zeventig jaar
gehad, waarvan 62 jaar getrouwd. Het was liefde tot het einde. Wat
dat kost, een begrafenis, en een steen, die is duur. Een paar duizend
euro." Haar gezondheid laat te wensen over, „maar mijn hoofd en
mijn mond zijn goed. De kinderen hebben het goed, ze komen regel
matig. Ik hoef me nergens druk over te maken. Mijn eten wordt ge
bracht."
Lianne Sleutjes
Sjef uit Breda
De Algemene Ouderdoms
Wet moest 65-plussers defi
nitief verlossen van een armoe
dig bestaan. De regeling werd
zonder meer een van de meest
solidaire voorzieningen van de
moderne samenleving. De AOW
werd ontworpen als een verzeke
ring die een bestaansminimum
moest garanderen.
De eerste uitkeringen werden
overgemaakt naar mensen die er
nooit premie voor hadden be
taald. De werkenden moesten
het opbrengen. Zo is het nog
steeds.
Henny van Andel-Schipper, in
augustus 2005 als oudste Neder
landse op 115-jarige leeftijd
overleden, kwam op haar 67-ste
in aanmerking voor de AOW en
zou er tot haar dood liefst 48
jaar recht op hebben.
Zonder dat ze er een cent pre
mie voor had betaald.
Die solidariteit met ouderen die
weinig of geen premie hadden
betaald voor de AOW, maar 'm
wel ontvingen, werd zonder mor
ren opgebracht. Het recht op de
volledige AOW werd opge
bouwd door vijftig jaar in ons
land te wonen, vanaf het 15-de
jaar. In sommige andere landen
werd het recht op een basispen
sioen afhankelijk gemaakt van
het aantal gewerkte jaren, maar
niet hier.
In feite hebben de mensen die in
Willem Drees (1886-1988) voerde in 1947 de Noodwet Ouderdomsvoorziening in. foto GPD
1957 vijftien jaar of jonger wa
ren en altijd in ons land bleven
wonen, geheel voldaan aan het
opbouwcriterium. Die krijgen
in 2007 hun eerste AOW-uitke-
ring. Ze hebben in veel gevallen
premie betaald, omdat ze werk
ten.
Van de generatie die nu aan z'n
pensioen raakt, zijn er nog rela
tief veel vrouwen die weinig of
geen betaalde arbeid hebben ver
richt, en ook recht hebben op de
AOW. Je zou de uitkering daar
om ook kunnen zien als een uit
drukking van waardering voor
niet-betaalde inspanningen: kin
deren krijgen, voor anderen zor
gen.
De ouderwetse solidariteit van
de wederopbouwjaren zit in fei
te nog steeds in de AOW gebak
ken. 65-minners zijn als premie
betalers solidair met 65-plus-
sers. Er zijn meer vormen van
solidariteit in de regeling. Zo ge
nieten vrouwen gemiddeld vier,
rijf jaar langer van de AOW dan
mannen. Laag opgeleiden, die
gemiddeld korter leven dan
hoogopgeleiden, doen dus ook
minder lang een beroep op het
staatspensioen, maar de hoogop
geleiden hebben er wel meer
aan bijgedragen.
Hoeveel premie men betaalde in
zijn werkzame leven, is niet van
invloed op de uitkering. De
AOW is voor iedereen gelijk:
een geslaagde zakenman-miljo
nair krijgt net zoveel AOW als
een vrouw die decennia zonder
werk zat en lang op een be
staansminimum heeft geleefd.
Oneerlijk? Het is verplichte soli
dariteit: rijke mensen hebben
ook meer belasting en premie be
taald.
Overigens begint die inkomens
overdracht van werkenden naar
65-plussers al bij tamelijk be
scheiden salarissen. Wie in 2006
een belastbaar inkomen had van
30.631 euro - iets boven modaal
dus - betaalde de maximale
AOW-premie van 5.482 euro.
Wie daarboven zat, financierde
ook nog flink mee via de belas
tingen. Een steeds groter deel
van de AOW wordt niet langer
uit de premies betaald, maar uit
de algemene rijksmiddelen, om
dat anders de premie veel te
hoog zou worden. Dus wie veel
belasting betaalt, wordt tot een
aanzienlijk solidariteit met de
ouderen gedwongen. Blijft de
AOW de komende halve eeuw
net zo solidair gefinancierd als
in de afgelopen vijftig jaar? De
wijze van financiering gaat ze
ker veranderen. 65-plussers
gaan in de toekomst mogelijk
meer meebetalen via de belastin
gen. Hoe hoger hun aanvullend
pensioen, hoe meer ze - in de
plannen van bijvoorbeeld de
PvdA - bijdragen aan het inko
men van mensen met alleen
AOW (en eventueel een klein ge
spaard pensioen).
Ook is het mogelijk dat de
AOW-leeftijd omhoog gaat: lan
ger werken, langer meebetalen,
en later de AOW ontvangen. De
solidariteit wordt in dat geval
weer vooral bij de beroepsbevol
king gelegd.
Ook is het mogelijk dat de soli
dariteit afneemt met de oude
ren. Bijvoorbeeld als de hoogte
van de AOW-uitkering niet
meer wordt gekoppeld aan de
stijging van het minimumloon.
Dan zou de AOW zijn welvaarts-
vaste karakter verliezen die ze
in 1965 kreeg, negen jaar na cle
invoering.
Maurice Wilbrink
mochten niet lang op vakantie.
Dat is uiteindelijk gelukt al kost
te dat veel moeite."
Op zijn veertigste begon hij een
bedrijf in chemische producten
voor offset-drukkerijen, na
eerst bij onder meer Shell te heb
ben gewerkt. De fabriek ver
kocht hij op zijn vijfenvijftigste.
„Voor veel geld." Hij bleef nog
een tijdje aan op verzoek van de
nieuwe eigenaar. „Ze vertrouw
den er niet op dat de boel zou
blijven draaien als ik weg was."
De opbrengst stak hij voor een
groot deel in een stichting voor
ontwikkelingshulp die hij zelf
oprichtte. „Om kinderen over de
hele wereld te helpen. Van Sao
Paulo tot India en van Afrika
tot Bolivia. Ik kijk in de krant,
ik zie ellende en dan start ik pro
jecten op", vat hij zijn werkwij
ze samen.
Aan dikdoenerij heeft hij een he
kel. Met zijn vrouw verbaast hij
zich regelmatig over andere be
middelde stellen. Die kunnen
zich gedragen alsof de wereld
van hen is, alleen omdat ze toe
vallig geld hebben.
Zijn stichting timmert niet aan
de weg om geld in te zamelen.
„De enige geldstroom komt van
mij. Het schenken is geen moei
te. Handtekeningen zetten, dat
is het. Meer werk is het om de
projecten te controleren." Al
leen of met zijn echtgenote reist
hij daarom de wereld rond. Dat
geschiedt in een redelijk goede
gezondheid. Ze wonen zelfstan
dig, op stand. „Als we hulpbe
hoevend worden, kunnen we ie
mand inhuren. Dat is het voor
deel van geld hebben."
Lianne Sleutjes
foto Johan van Gurp/GPD
De 70-jarige Sjef uit Breda
(„liever geen achternaam")
weet niet wat hij per maand aan
AOW krijgt. „Het wordt bijge
schreven maar het is een bedrag
dat ik niet merk. Ik hoef het
niet, ik zou er best vanaf wil
len maar volgens mij kan
dat niet. Mijn vrouw
had een arbeidsonge
schiktheidsuitke
ring van 83 gul
den per maand.
Daar wilden
we vanaf
want
Als er één organisatie altijd onderweg is, dan
geldt dat wel voor de ANWB, en dan met name
de Wegenwacht. Dit jaar bestaat de club zestig jaar.
Hoeveel lief en leed is men in al die jaren onderweg
wel niet tegengekomen?
Voederen: Het was koud in de winter van 1963. Zo
koud dat de ANWB Wegenwacht een speciale op
dracht kreeg: „In tijden van barre kou zorgen voor
het behoud van de dieren des velds en de vogelen des
hemels." De nood was vooral hoog langs de buitenwe
gen. Op vele punten in het land offerde de Wegen
wacht zijn lunchpauze op om te dieren te voeren. Via
de ANWB-kantoren werd er zelfs een speciale uitga
ve van de Nederlandse Vereniging van bescherming
van vogels verspreid om mensen te informeren hoe zij
de vogels moesten voeren. Mensen konden brood mee
geven aan medewerkers van de Wegenwacht die op
de buitenwegen patrouilleerden en de letter B op het
windscherm van de motor of voorruit voerden.
Meisje: Op weg naar zijn route, ergens in de jaren zes
tig, zag een Wegenwacht bij goed weer iedere dag een
klein meisje spelen op het balkon van een woonschip.
Voor de grap toeterde hij een keer, waarop het meisje
vrolijk zwaaide naar het helgele autootje.
Spoedig was het een vast ritueel geworden: De We
genwacht toeterde en het meisje zwaaide.
Op een zonnige dag in december miste hij het kind op
het balkon, Hoewel de meest voor de hand liggende
verklaring was dat ze binnen speelde bij haar moe
der, kreeg hij een naar voorgevoel. Hij draaide de au
to en reed terug om te zien of alles wel in orde was.
Al snel zag hij het meisje drijven midden in de vaart.
Hij aarzelde geen seconde, dook de vaart in en bracht
het kind veilig aan wal. Toen het meisje hersteld was
van de zware kou die zij in het ijskoude water had op
gelopen, werd het dagelijks ritueel hervat. Voortaan
wuifde haar dankbare moeder met haar mee. Dit
Per dag 3500 keer in actie
De ANWB wordt per dag gemiddeld 3500 keer
met een pechgeval geconfronteerd. Het record
ligt op 10 december 2004, een heldere dag, maar
wel met strenge vorst. Toen verleende de Wegen
wacht in een etmaal hulp aan 8400 automobilis
ten.
Meest voorkomende pechgevallen op een winter
se dag zijn: startproblemen, accu defect, bevrie
zingsproblemen (dichtgevroren portieren en rui
tenwissers). In negen van de tien gevallen weet
de Wegenwacht het euvel te verhelpen en kan
het ANWB-lid zijn weg met het eigen voertuig
voortzetten. Er zijn in totaal duizend Wegen
wachten.
doortastende optreden van de Wegenwacht werd la
ter beloond met het Erekruis voor bijzondere verdien
sten.
Babyflesje: Tijdens een winter in de jaren zestig werd
de hulp van de Wegenwacht ingeroepen door de eige
naar van een auto die met pech langs de Al5 stond.
De auto had carburateurproblemen, het was inmid
dels al donker, koud en guur. Er was ook een baby
aan boord.
Het kindje moest drinken maar de fles was te koud.
De Wegenwacht wikkelde de fles in doeken en stopte
hem in een van de kachelpotten van de 2CV. Hij liet
de motor draaien en na een paar minuten was de fles
goed op temperatuur. Intussen repareerde de wegen
wacht de auto en de baby kon drinken.
Tanken: Een echtpaar reed op een dag zeer opgeto
gen, zielsgelukkig maar ook heel bezorgd naar het zie
kenhuis.
Daar was hun dochter via een keizersnede bevallen
van een één maand te vroeg geboren baby. Ze wilden
zo snel mogelijk naar het ziekenhuis! De kersverse
opa, besloot om nog even wat diesel bij te tanken. Ze
tankten bij een tankstation waar ze niet zo vaak kwa
men. Plotseling zag de vrouw het gezicht van haar
man van kleur veranderen, vol ongeloof zei hij: „Ik
heb benzine in plaats van diesel getankt." Haastig
kwam de pompbediende erbij. Gezamenlijk duwden
ze de auto aan de kant, starten mocht niet meer. Bin
nen 20 minuten stond de Wegenwacht bij het tanksta
tion, de.tank werd leeggepompt en gevuld met diesel.
De Wegenwacht bestaat zestig jaar: een bewogen ge
schiedenis van lief en leed langs de weg.
Eenmaal in het ziekenhuis zagen ze hun zielsgelukki
ge dochter en hun kleindochter in de couveuse.
Examenstress: Een automobiliste vertelt over een su-
perwarme dag, afgelopen jaar in juni. Ze had examen
in Nieuwegein. Ondei*weg op de A27 kwam ze in de
file te staan bij Almere. Na een uur file rijden werd ze
gewaarschuwd.
Er lekte vloeistof uit haar auto. Ze zette de auto aan
de kant en belde de ANWB.
Deze kwam na een half uur- en kon het probleem niet
verhelpen. De auto moest op transport naar huis.
Daar stond ze dan. Het examen begon over een kwar
tier.
De Wegenwacht was zo vriendelijk om haar helemaal
naar Nieuwegein te brengen. Door de file kwam ze
drie kwartier te laat, maar goed, ze was er. Examen
gemaakt en de uitslag... geslaagd met een 8!
Tasje: Soms gaat de Wegenwacht ver. Dat blijkt wel
uit een verhaal van een familie uit Ermelo. Men was
op 14 juli 2005 met de auto op weg van Ermelo naar
Huihorst. De bestuurder had haar tasje met daarin
onder meer een mobieltje en een fototoestel achter óp
de auto gezet, in plaats van in de auto. Natuurlijk ver
loren ze dat tasje.
Tot hun grote verrassing werden ze kort na aankomst
in Hulshorst door hun dochter in Veenendaal gebeld
met de mededeling dat de Wegenwacht het tasje had
gevonden. Hij was te weten gekomen van wie dat tas
je was en wist waar de eigenaar te vinden was. Nog
verbaasder waren ze toen binnen een half uur de deur
bel ging en de Wegenwacht voor hun neus stond, mét
het verloren tasje.
Marjolein Vos