Verhalen zijn net vrouwen
Alsof je in het openbaar staat te strippen
T?Tr^TTl\JT TTT? was ik op weg naar de zeven-
rn V T Tj l\ i Jltl X\. tiende-eeuwse stillevenschil
der Willem Kalf in het Rotterdamse Boymans, maar het huis er te
genover, het Chabot-museum, trok meer. Ook de adembenemende
witte villa zelf die architect Baas (o.a. van de Van Nelle-fabriek) in
de jaren dertig ontwierp. Een volmaakt huis dat haar plaats weet
zonder timide te zijn. Waar het altijd stil is. Nu was daar werk te
zien van Paula Modersohn- Becker.
Fragment uit Huizinga-lezing 2006
Josie Lloyd en
Emlyn Rees
foto Rob Keeris/GPD
Carlos Fuentes
Geboren op 11 november
1928 in Panama, waar bei
de ouders werkten als Mexi
caanse diplomaten.
Wordt zelf diplomaat in
1965.
1974-1977 Mexicaans am
bassadeur Parijs.
Doceerde aan Princeton,
Harvard, Cambridge.
Debuteerde in 1954 met
Los dias enmascarados.
Eerste roman: La region
mas trasparante (1959).
Bekendste werken: De
dood van Artemio Cruz, De
jaren met Laura Diaz, De
grens van glas, De stoel
van de adelaar.
Carlos Fuentes woont in
Mexico-City.
was de dinosaurus er nog.' Dat
is het hele verhaal. Als het daar
mee uit is, is het uit. Een ver
haal is een kleine boot die de
kusten kust, een roman een
transatlantische reis. En dan
heb je tussenvormen die tot ei
landen halverwege varen."
Zijn roman De grens van glas
(1995, vertaald in 2001) bestaat
uit negen samenhangende verha
len. „Dat heb ik zo gepland.
Maar dan nog is het een kwestie
van luisteren naar je onder
werp. Soms vliegen verhalen on
der mijn handen weg. Die wil
len dan gewoon niet meer bij
mij zijn. Verhalen zijn soms net
vrouwen die je verlaten. Wat
kun je eraan doen? Ze smeken
om terug te komen, dat heeft
geen zin. Doorgaan naar de vol
gende."
Theo Hakkert
Van Carlos Fuentes zijn bij Uitgeve
rij Meulenhoff in vertaling leverbaar
Onrustig gezelschap (2006) en De
stoel van de adelaar (2005).
woensdag 27 december 2006
Paula Becker, circa 1895
Carlos Fuentes: „Waarom zouden we realisme hebben als er ook verbeelding is?"
e Mexicaanse auteur Carlos Fuentes verzorgde eer
der deze maand de Huizinga-lezing in Leiden. Hij
sprak over tradities in de geschiedenis van de ro
man. In een toelichtende uiteenzetting noemt hij Latijns-Ame-
rika de natuurlijke erfgenaam van Europa. En over George
W. Bush: ,,Hij is de ayatollah van Washington."
Carlos Fuentes onderscheidt
twee tradities in de geschiedenis
van de roman. De traditie van
La Mancha, begin zeventiende
eeuw ingezet door Cervantes
met Don Quichot, en de traditie
van Waterloo, de na Napoleon
ingezette stromingen van realis
me en naturalisme. Waarbij
Fuentes een sterke voorkeur
,voor de eerste heeft. „Waarom
zouden we realisme hebben als
er ook verbeelding is?"
Jaarlijks herleest hij Don Qui
chot. „Dit jaar heb ik ontdekt
dat Shakespeare een toneelstuk
heeft gebaseerd op een vertel
ling uit Don Quichot. Een vrij
onbekend stuk van
Shakespeare. De titel vertel ik
je nog wel als het me te binnen
schiet."
Maar dat gebeurt niet.
Geëngageerd
Zijn Huizinga-lezing in Leiden
was niet louter een literair-histo-
risch referaat. Fuentes trok de
lijn van de geschiedenis herhaal
delijk door naar de actualiteit.
Wat niet verwonderlijk is voor
een geëngageerd wereldburger,
die ook in zijn romans de poli
tiek niet schuwt. Al in zijn eer
ste bekende roman, De dood
van Artemio Cruz (1962), toon
de Fuentes zijn engagement.
„Het is geen toeval dat de weder
geboorte van de traditie van La
Mancha samenvalt met een tijd
perk van diepgaande onderze
kerheid", sprak hij in zijn Hui
zinga-lezing. „Zeker is dat een
verwijzing naar nu. We mogen
hopen op weer een nieuwe we
dergeboorte nu de tijden onze
kerder zijn dan ooit. Een ople
ving van de speelse traditie van
de verbeelding zou tenminste
nog iets positiefs zijn wat we
zouden overhouden aan deze
barre tijden."
Koude Oorlog
„Dit is een tijdperk van grote
twijfels en enorme onzekerhe
den. Soms heb ik een nostal
gisch verlangen naar de Koude
Oorlog. Toen had alles zijn plek.
Het was niet fijn, het had erg na
re kantjes, maar er was èen ba
lans. Nu is er slechts verwar
ring, opperste verwarring. Wij
lijden allemaal onder het gege
ven dat er maar één grote macht
is. Een wereldmacht die het aan
kennis en intelligentie ont
breekt. Bush loopt met zijn gro
te laarzen landen binnen waar
hij niets van weet. Sjiieten? Hij
dacht dat ze 'shit' zeiden toen ze
hem erover vertelden. Hij heeft
geen idee dat het de oudste be
schaving van de wereld is, dat
Mesopotamia de bakermat van
de beschaving is. Van het Otto
maanse rijk heeft hij nooit ge
hoord, niets weet hij."
De vraag is hoe de literatuur op
dit gegeven moet en kan reage
ren. Zelf schreef Fuentes het
pamflet 'Contra Bush'. „De lite
ratuur moet hier op reageren zo
als de literatuur altijd heeft ge
daan. Met kritische vragen stel
len. Door zaken tegen het licht
te houden en de andere kant te
laten zien. Niet tevreden zijn
met de wereld zoals hij lijkt."
„Ik verwijs vaak naar Erasmus
nu we weer worden geplet door
religie. Erasmus vond dat reli
gie noch rede absoluut zou moe
ten regeren. Het een moest het
ander in balans houden. Wij ra
ken echter weer beklemd in de
klauwen van het geloof. Dan
krijg je redeneringen als: Waar
om is iets waar? Omdat ik het
geloof. En als jij niet gelooft wat
ik geloof, zal ik je doden. We
roeien je uit. Plet is van alle kan
ten even erg. Wat dat betreft is
Bush de islamiet van het wes
ten. Hij is de ayatollah van Was
hington."
In zijn roman De stoel van de
adelaar schetste hij de toekomst
na George W. Bush. Het boek
speelt in 2020. „Het spijt me
zeer, maar alles wat ik jaren ge
leden voorspeld heb in die ro
man is uitgekomen. Zin voor
zin. Ben ik een profeet, vroeg ik
me af. Nee, ik zag gewoon wat
er aan de hand was. Het enige
wat nog gebeuren moet, is dat
Condaleeza Rice president van
Amerika wordt en dan is de ro
man helemaal waarheid gewor
den. Rice is natuurlijk beter dan
Bush, in alle opzichten."
En hij herhaalt een vergelijking
die hij al eens eerder had getrok
ken: „Rice heeft mooie benen bo
vendien. Bush heeft lelijke be
nen. Als hij van zijn fiets valt en
je ziet zijn poten, dan is dat
geen fraai gezicht."
Erfgenamen
Beide tradities uit zijn lezing
zijn Europees van oorsprong.
Fuentes bevestigt hiermee tus
sen de regels door de sterke
band van de literatuur van La-
tijns-Amerika met de Europese.
„Wij zijn de westelijke Europea
nen. Er is niets wat elders ter
wereld zo op Europa lijkt als La-
tijns-Amerika. Wij zijn jullie na
tuurlijke erfgenamen."
Zijn nieuwste boek in vertaling
is de verhalenbundel Onrustig
gezelschap. Zes verhalen met
griezel-trekjes, waarvan een
zijn eigen versie is van de Dracu-
la-mythe. Vijf ervan zijn vrijwel
even lang. „Toeval. Een verhaal
dicteert zijn eigen lengte. Ken je
het kortste verhaal uit de we
reldliteratuur? Het is van
Augustp Monterossa uit Guate
mala: 'Toen ik wakker werd,
De religie biedt dogma's. De politiek biedt ide
ologieën. De roman biedt raadsels. Het is
geen toeval dat de wedergeboorte van de traditie
van La Mancha samenvalt met een tijdperk van
diepgaande onzekerheid.
Wij hebben de 'kortste eeuw', zoals Eric
Hobsbawm het heeft genoemd, doorgemaakt: de
korte twintigste eeuw tussen Sarajevo 1914 en Sa
rajevo 1994.
Na de Eerste Wereldoorlog keldert het vertrou
wen in de vooruitgang als het onontkoombare lot
van de mensheid, in de vooruitgang die gestaag
naar een zonnige toekomst van gegarandeerd ge
luk en ivelzijn voert.
De twee wereldoorlogen, gevoegd bij de vele regio
nale oorlogen de ontzaglijke hoeveelheid rot
zooi in een wereld die zich 'conservatief' noemt
maar die niets conserveert, alles consumeert en
steeds het noodzakelijke uitstelt uit naam van het
onnodige - dat alles vormt beslist een gevaar voor
de taal, voor de woorden zelf, die als in een rouw
stoet voorbijtrekken
Dit alles dwingt ons volgens mij tot een hernieuw
de lezing van Cervantes en Don Quichot.
Haar schilderijen zijn bij ons niet zo bekend, haar naam zweeft
vooral rond in de omtrekken van de Noord-Duitse kunstenaarskolo
nie Worpswede bij Bremen. Ze was geboren in Dresden 1876 en
stierf in 1907 op 31-jarige leeftijd. In een relatief korte periode
maakte zij ruim 750 schilderijen en meer dan 1000 tekeningen.
Na een korte studietijd in Berlijn komt Paula Becker in Worpswe
de. Hier zal zij bijna de rest van haar korte leven werken. Ze ont
moet er haar latere man Otto Modersohn. Rainer Maria Rilke is er
geregeld en diens wettige echtgenote, de kunstenares Clara West-
hoff maakt deel uit Ovan de groep. Clara Westhoff is zeer bevriend
met Paula Becker. Verschillende keren gaat Paula naar Parijs waar
ze lessen volgt, ze ontmoet daar Rilke, en eveneens Rodin.
In totaal worden nu in het Rotterdamse Chabot-museum ongeveer
35 schilderijen en een reeks schetsen en tekeningen getoond. Het is
krachtig en persoonlijk werk als een tot het expressionisme voorbes
temde. Ze was geraakt door de Franse modernisten, door Van
Gogh, vooral door Cézanne.
Haar kleuren zijn echter nog getemperd en harmonieus, en nergens
scherp en agressief. Picasso's vroege werk kan ze gekend hebben.
De figuren uit de ontelbare studies voor moeder en kind met de ron
de warme vormen doen aan hem denken. Ook het werk van Edvard
Munch trof haar diep.
De tentoonstelling is aangenaam leeg en rustig. De villa maakt hoe
dan ook stil, inderdaad, maar ook Paula Modersohn's werk. Op de
benedenverdieping hangen landschappen, kleine schilderijen van
zinloze berkenbomen naast een landweggetje. Ze zijn te oninteres
sant om er een foto van te ma
ken en ook de compositie is op
T p. 0"(P het eerste gezicht niet overwel-
digend, maar de kunstenares
t-\r\on za® er een keeH een rnotief, in.
IciJ^OSC-O^PPGIl Leeg en kwetsbaar, zoekend,
met toegewijde tederheid maar
zelfbewust. De verf is wat dik,
de accenten zijn tastend neergezet. Op de tweede verdieping han
gen de portretten, vooral afbeeldingen van moeder en kind en enke
le zelfportretten. De bovenste etage is gewijd aan haar stillevens.
De gedempte kleuren zijn soms bijna doods, maar het leidt tot een
intimiteit die je klein maakt en ontvankelijk.
Paula Becker is als kunstschilder niet tot wasdom gekomen. Enkele
weken na de geboorte van haar eerste kind overleed ze. Ze heeft in
die kleine tien jaar ernstig en zoekend gewerkt, bewust van het 'hei
lige moeten', dienstbaar. Dat is ook wat de dichter Rainer Maria Ril
ke in haar werk ontdekte toen hij haar schreef over Cézanne en na
haar dood een Requiem-gedicht schreef.
Er zit iets troostends in haar vroege dood, waardoor ze altijd een ta
lent bleef, iemand met mogelijkheden. Nog niet weggedrukt door
de schreeuwerige Duitse expressionisten of de niets ontziende ver
nieuwing van het modernisme elders.
Het geeft een bijzonder gevoel om de eenheid van Paula Beckers
werk te zien. 'Das sanfte vibreren der Dinge muss ich ausdrücken',
schrijft ze ergens: 'Het merkwaardig wachtende wat over onopval
lende dingen zweeft (huis, Otto's voorhoofd, stoffen, bloemen), dat
moet ik in zijn grote eenvoudige schoonheid trachten te bereiken'.
De landschappen lijken stillevens, de portretten zijn lege landschap
pen, en de stillevens zijn als portretten van dingen, onttrokken aan
de tijd.
Lo van Driel
Het Chabot Museum Rotterdam (tegenover Boymans): Paula Moderso-
hn-Becker (1876-1907). Schilderijen, tekeningen: t/m 11 maart 2007. (Het
Chabotmuseum is gesloten op 25, 26 en 31 december en op 1 januari.)
de bestseller Heb mij lief be-
hreven Josie Lloyd en Emlyn
in 1998 op hilai'ische wijze hoe
alter ego's Jack en Amy verliefd
en. Ook in werkelijkheid kre
gen de schrijvers een relatie. Acht
jear en zes boeken verder keert het
inmiddels getrouwde schrijverskop
pel terug naar Jack en Amy in Heb je
"i>j nog lief? De roze wolk is uit el-
Jn plaats van op zaterdag tot twee
uur in je nest te liggen omdat je de
wond ervoor hebt doorgezakt in een
nachtclub, sta je nu 's ochtends
rcoeg luiers te verwisselen", zo vat
Emlyn Rees samen hoe het krijgen
fan kinderen een mensenleven danig
mde war kan schoppen. Zijn vrouw
losie Lloyd spreekt van een 'totale
shock'. Het is juist die turbulente pe
riode in een huwelijk die ze in hun
nieuwe relatiekomedie Heb je mij
V>9 hef? wilden aansnijden.
Iet Britse schrijversechtpaar heeft
®middels zelf twee kinderen, Roxie
mTallulah, en een derde is sinds vijf
maanden onderweg.
Ze waren beginnende schrijvers toen
re elkaar halverwege de jaren negen
tig ontmoetten via de uitgeverij
waar Rees werkte. Het idee om sa
men een boek te schrijven over de ge
neratie van twintigers waartoe zij
zelf toen behoorden, was op alle fron
ten een succes. Heb mij lief over de
hippe Londense singles Jack en Amy
die verliefd worden, was wereldwijd
een enorme bestseller. En ook in het
echt zagen Lloyd en Rees elkaar wel
zitten. In Blijf bij mij uit 2000 trouw
den Jack en Amy en ook in werkelijk
heid kwam het tot een schrijvershu
welijk. Lloyd en Rees bleven samen
schrijven, maar lange tijd ging het in
hun boeken niet meer over hun eigen
relatieperikelen.
„In de tijd van Heb mij lief waren we
in de twintig. Na twee boeken had
den we het gevoel dat we die levens
fase wel genoeg hadden beschre
ven", zegt Rees. „Jack en Amy weer
spiegelden ons eigen bestaan. Pas
nu, zeven jaar later, was er in ons le
ven zoveel veranderd dat er weer iets
nieuws was om over te schrijven."
Benauwd
In Heb jij mij nog lief? wonen Jack
en Amy inmiddels op een benauwde
tweekamerflat in Londen met hun
zoontje Ben. Amy is gestopt met wer
ken om fulltime te kunnen moederen
en ze knopen met moeite de eindjes
aan elkaar van Jacks tuinmannensa-
laris. Er komen flinke scheuren in
him huwelijk omdat zij het gevoel
heeft dat ze helemaal alleen staat in
de opvoeding en geen kant meer op
kan, terwijl hij veel van huis is en
met andere vrouwen flirt. Lloyd:
„Het is gewoon een shock die je door
maakt wanneer je net een kind hebt,
zo erg verandert je leven. Veel stel
len raken in die periode van elkaar
vervreemd." Haar man vult aan:
„Jack en Amy komen in een situatie
terecht waarin ze eigenlijk geen 'qua
lity time' meer samen hebben. Ze we
ten nauwelijks van de ander waar
die mee bezig is en het ergste is waar
schijnlijk dat ze ook hun respect
voor elkaar verliezen. Het is een si
tuatie waarin veel mensen van onze
leeftijd terechtkomen."
Zoals de twee glunderend naast el
kaar op de bank zitten, liefkozend
over Josies dikke buik wrijvend, ma
ken ze niet de indruk zelf in zwaar re
latienoodweer te verkeren. Rees: „Er
zitten onderdelen van ons eigen be
staan in het boek, zo wonen we bij
voorbeeld in net zo'n buurt als Jack
en Amy. En kleine ruzies, zoals een
vete over een zoekgeraakte sleutel
bos die uit de hand,loopt, maken wij
natuurlijk ook mee. Maar zo'n hefti
ge relatiecrisis is ons gelukkig be
spaard gebleven."
Lloyd: „We wilden er een herken
baar koppel uit de Britse midden
klasse van maken. Jack en Amy
moesten personages zijn waarin veel
mensen zich kunnen inleven. Wij lei
den zelf geen standaard leven. We
kunnen allebei vanuit huis werken,
gaan vaak naar het buitenland voor
promotie. Als we de karakters te veel
op onze eigen personen zouden base
ren, herkende niemand zich in hen."
Het geheim van hun eigen vlekkelo
ze huwelijk is volgens Lloyd dat zij
en haar man zoveel tijd samen kun
nen doorbrengen, ze werken immers
samen. Ieder in zijn eigen kamertje
achter een eigen computer.
„We weten precies van elkaar waar
we mee bezig zijn. En juist daar gaat
het bij veel stellen mis, dat ze niet
meer écht met elkaar praten." De in
spiratie voor de drama's waaraan zij
hun personages blootstellen, putten
ze dus vooral uit de vrienden om hen
heen die het niet zo goed voor elkaar
hebben.
„Ahum, ja er zijn wel wat mensen
die dit boek absoluut niet voor de
kerst gaan krijgen", zegt Rees.
„Sommige vrienden zijn wel heel her
kenbaar aanwezig in dit boek. Mis
schien is het wel eerlijk als we ze la
ten meedelen in de royalty's."
Liefdesbrief
Acht jaar geleden vonden ze het nog
behoorlijk eng om zoveel expliciet re
latiemateriaal op straat te gooien.
„Alsof je in het openbaar staat te
strippen", aldus Rees.
„Ik vond het ook eng om Josie te la
ten lezen wat ik had geschreven. Als
of ik weer vijftien was en een liefdes
brief aan mijn vriendinnetje schreef,
die me daarna keihard zou gaan uit
lachen."
Inmiddels vinden ze het gemakkelij
ker om over gênante situaties te
schrijven. Zo verlangen Jack en Amy
in het boek vaak naar andere perso
nen dan hun eigen partner en wor
den sekspartijen onderbroken door
druilend babygejengel. Lloyd: „Ik
merk dat het me nu beter afgaat om
gedachten op te schrijven waarvoor
ik me vroeger misschien geschaamd
zou hebben. Door veel met vrienden
te praten kom ik er steeds meer ach
ter dat bepaalde gevoelens univer
seel zijn, dat iedereen ze heeft." En
humor is een goede dekmantel, weet
Rees: „Doordat het een komisch ver
haal is, heb je minder het gevoel dat
je te kijk staat. Juist het provoceren
maakt het boek grappig."
Hoewel de schrijvers naar eigen zeg
gen nog lang niet op elkaar zijn uitge
keken - Josie: 'Emlyn blijft mijn favo
riete auteur' - hebben ze met Heb je
mij nog lief? wel hun laatste geza
menlijke roman geschreven.
Toch een kleine crisis dus? „Nee,
daar heeft het niks mee te maken.
Josie Lloyd en Emlyn Rees
foto Maartje Blijdenstein/GPD
We willen na acht jaar gewoon iets
anders proberen", zegt Rees. Josie
legt op dit moment de laatste hand
aan een glamourroman, 'een beetje a
la Jackie Collins'. En Rees heeft vas
te plannen voor een thriller.
Anneke Stoffelen
Josie Lloyd en Emlyn Rees: Heb je mij nog
liep - Uitgeverij Archipel, 17,95.