Ik heb wel eens ruzie met Hem, dat wel o co PZC CO O C\l Op de prairies van Alberta kan een boer nog boer zijn Van Kapelle naar Canada Joost Cornells (Jos) Woudstra staat aan de vooravond van zijn 'laat ste kunstje'. Nu nog woont hij in verpleeghuis Cornelia in Zierik- zee. Het komend jaar hoopt hij de sprong naar Friesland te maken. Eerst nog anderhalf jaar in verpleeghuis Bornia Herne in Leeuwar den en dan zelfstandig wonen in het complex Flora State, ook in de Friese hoofdstad. et lot is hem niet zo gun stig gezind ge- weest. „Ik ben op 28 april 1954 in Friesland ge boren. Drie maanden te vroeg en ik kreeg een hersenbloeding, de navel streng is er te laat. afgehaald en ze hebben me de eerste vieren twintig uur op een grote tafel la ten liggen. Toen constateerde de dokter 'toch wel levensvatbaar heid' en ben ik naar Zeeland ge bracht. Omdat er in Leeuwar den te weinig couveuses waren, geloof ik." Misschien ook wel omdat zijn oma in Arnemuiden woonde. Hij weet het niet precies. Zijn ouders? „II? heb er niet zulke prettige herinneringen aan. Mijn moeder was dominant, ik voldeed niet aan de eisen. Ik ben altijd een eenling geweest. Mijn oudste broer heeft veel voor me gedaan, maar er is ruzie ont staan en hernieuwd contact is niet gelukt. Met mijn andere broer in Middelburg bel ik nog wel eens. Verder heb ik nog een zuster, die ik wel ken maar ei genlijk nooit meer spreek." 'Ziekte van Little' is de term die Jos de doktoren over hem hoort gebruiken. Een ziekte aan het zenuwstelsel met tal van compli caties. „Je wilt de foto's van de zweren die ik een paar jaar gele den op mijn lichaam had, niet zien. Uiteindelijk was het niet te voorkomen dat op 20 april 2004 mijn beide benen eraf moesten." Driewieler Lopen was nooit zijn sterkste kant. Toen ik als ventje van vijf in Zonneveld bij Oostkapel- le zat, schreef de PZC over me: Lopen kan hij niet, maar fietsen als de beste. Ik scheurde daar op mijn driewieler overal heen door de gangen." Jos bracht de afgelopen tweeënvijftig levensja ren door in zorgcentra, afgewis seld met langere perioden zelf standig wonen. Soms verpestte hij het voor zichzelf. „Ik ben nogal een rebel, ik kan niet te gen onrecht. Dan vlieg ik erop", luidt zijn verklaring waarom hij destijds 'wegens wangedrag' uit De Schans in Goes werd gezet. Na enkele omzwervingen woon de hij vele jaren, met hulp van mensen die hem nog steeds na aan het hart liggen, zelfstandig in de Montgomerystraat in Goes. Tot het niet meer ging, vier jaar geleden. Sindsdien woont hij in verpleeghuis Corne lia. Daar komt binnenkort een eind aan, zo heeft hij zichzelf voorgenomen. Plet gemis van zijn benen belem mert hem niet nog een belangrij ke stap te wagen. Hij revali deert zich suf om zich straks met kunstbenen en looprek te kunnen voortbewegen. Hij is blij met zijn contract bij De Zuidhoek in Zierikzee en hoopt straks in Leeuwarden eveneens bij een sociale werkplaats aan de slag te kunnen. „Een inko men helpt weer zelfstandig te worden." Maar waarom helemaal naar Friesland? Hij is er geboren, maar heeft er toch vrijwel niet gewoond? „Ik kan het niet uit leggen, maar het voelt alsof ik thuiskom. Ik heb al een paar keer een poosje gelogeerd in Bor nia Herne. Daar voel ik me be ter dan hier. Het is hier zo zake lijk, zo afstandelijk vaak. De verzorging doet haar best, maar er is geen tijd voor echt mense lijk contact." De verzakelijking in de zorg ver wijt hij specifiek het kabinet Balkenende. Reden voor Jos dit keer bij de Tweede Kamerverkie zingen op Jan Marij nissen te stemmen, omdat die man eerlijk en hard aan de weg timmert. Po litiek en geloof dienen wat Jos betreft toch gescheiden te zijn. Geloof Het geloof speelt een belangrij ke rol in zijn leven. „Uit het feit dat ik er ondanks alles nog steeds ben, concludeer ik dat God nog niet met mij klaar is. Dat ik hier nog dingen te doen heb. Ik vraag Hem nooit waar om mijn leven zo is verlopen. De ik-vorm ten opzichte van God werkt niet. Ik heb wel eens ruzie met Hem, dat wel. Sommige din gen begrijp ik niet. Als ik die stakkers op de afdeling Zand plaat hier zie bijvoorbeeld." Zielig doen over zijn eigen leven ligt niet in zijn aard. Jos is een vechter, die goed zijn eigen zwakten kent. Drank bijvoor beeld. Hij heeft vaak te veel in genomen om de emoties de baas te blijven. „Je moet wat. Als je bij jezelf naar binnenkijk!, kom je soms dingen tegen die je lie ver niet wilt zien." Een gezin met vrouw en kinde ren was niet voor hem wegge legd. Zijn vermogen om lief te hebben verschrompelt niet, ook als zijn gevoelens onbeant woord (moeten) blijven. „En wat sex betreft: Ik sta al vier jaar droog. Ik ben wel benieuwd hoe het is om zonder benen te vrijen, om te ervaren of mijn lichaam het nog doet." Strijdbaarheid lijkt zijn motor. Dat beoogde nieuwe begin in Friesland motiveert hem 2007 vol goede moed tegemoet te zien. Ali Pankow foto's Mechteld Jansen zaterdag 23 december 2006 'V": ij heeft wat hij zocht. De ruimte. Letterlijk en figuurlijk. Landbouwer Jaap de Jager uit Kapel- Ie boert sinds februari .C in Canada. Ruimte in de zin van uitgestrekt heid is er spreekwoorde lijk. Belangrijker voor hem is dat hij in Ca nada als ondernemer de gelegenheid krijgt de armen uit te slaan. „Die mogelijkheid is er in Nederland niet meer." Het klinkt meer als de vaststelling van een feit dan als een klacht. Als boer op een gemengd bedrijf in de Kapel afstand van Kapelle. Laus bedrijf (een klei ne 600 hectare) ligt in de buurt. Binnendoor is het drieënhalve kilometer rij den. Handig voor een praatje en om elkaar een handje te helpen. Het gebied waar de De Jagers boeren was oorspronkelijk prairie. Irrigatiekanalen heb ben het geschikt gemaakt voor een vorm van akkerbouw die vergelijkbaar is met die in Nederland. Buiten de streek met de irriga tiesystemen is de landbouw veel minder in tensief. Daar zijn de boerenbedrijven ook veel groter: 1000 hectare of meer vormt geen uitzondering. Om het water uit de kanalen te kunnen be- se Moer tussen Kapelle en het kanaal door Zuid-Beveland kreeg Jaap de Jager (46, on gehuwd) steeds meer last van benauwdheid en ontevredenheid. Zijn bedrijf - eigendom en pacht - had een oppervlakte van 100 hec tare. Geen flauwe omvang naar de heden daagse maatstaven in de Nederlandse land bouw. „Ja, maar er zat wel 40 hectare na tuurgebied bij", werpt De Jager tegen. Uit breiden zat er niet in. „Te duur. Dat krijg je niet terugverdiend." Daarbij komt dat de pa pierwinkel een steeds groter onderdeel van het boerenbestaan uitmaakt: McSharry-re- gels, mestboekhoudingen en quoteringen. „Daar ging zoveel tijd in zitten dat ik me steeds meer ging afvragen of ik nu boer was of boekhouder. Boer zijn is vrij zijn. Een pracht beroep, maar het plezier ging steeds verder verloren." Het besluit om te gaan emigreren naar Cana da was voor Jaap de Jager niet echt een stap in het ongewisse. Zijn broer Lau was hem vijf jaar eerder al voorgegaan met vrouw en drie kinderen. Op grond van hun berichten kon Jaap zich een voorstelling maken van wat hem te wachten stond. Hij kocht een 336 hectare groot bedrijf bij Rolling Hills bij de rivier Bow in het zuiden van de pro vincie Alberta, op ongeveer 7200 kilometer nutten, maken de boeren gebruik van grote beregeningsinstallaties die cirkels met een straal van 400 meter beschrijven om de ge wassen van vocht voorzien. Jaap de Jager heeft zes van die machines; volgend jaar koopt hij er nog een bij. Tijdens het groeisei zoen - hij verbouwt onder meer gerst, tar we, mais, luzerne, koolzaad en aardappelen - is het zaak die beregeninginstallaties aan de praat te houden. De Jager: „We hadden van juli tot half oktober mooi weer. En mooi weer is hier echt mooi weer: onbewolkt en een graad of dertig. Dan kun je het niet heb ben dat je vochtvoorziening uitvalt." Een van de plezierige kanten van het droge kli maat is dat er weinig plantenziekten voorko men. De Jager hoeft in de meeste gewassen maar één keer met chemische middelen te gen schimmelziekten te spuiten. Alleen aardappelen hebben wat dat betreft meer zorg nodig. Daarbij komt dat de Cana dese overheid de regels voor de boeren sim pel heeft gehouden. „Je merkt dat de poli tiek hier zich iets gelegen laat liggen aan de agrarisch:!; bedrijfstak. Vergeleken met Ne derland kun je doen en laten wat je wilt. Ik loop hier de hele dag echt van mijn vak te ge nieten." Toch was de overstap groot. De Jager: „Je moet hier opnieuw leren boeren. Je denkt te veel op z'n Nederlands. Dat is natuurlijk fout. Ze zeggen hier dat je drie jaar nodig hebt om je aan te passen. Ik heb het idee dat ik wat dat betreft aardig op streek ben. Het eerste jaar heb ik niet slecht gedraaid." De emigrant zit vol plannen. Plannen die hij in Nederland niet kon uitvoeren. Hij wil net als in Kapelle vee gaan houden. De Jager heeft zich voorgenomen in drie jaar tijd ge leidelijk over te schakelen van een puur ak kerbouwbedrijf naar een veehouderijbedrijf waar gewassen worden geteeld die de dierlij ke tak ondersteunen. In het voorjaar komen zijn eerste van de ongeveer tweehonderd Li mousin runderen die hij uiteindelijk wil houden. „Het moet wel door één man te doen zijn." Ook het sociale klimaat in Canada spreekt De Jager aan. De houding van Canadese boe ren ten opzichte van Nederlandse nieuwko mer? is welwillend, heeft De Jager ervaren. „We hebben de naam goede ondernemers te zijn. Doorzetters die hard werken. Dat we ten ze te waarderen. De Canadezen zijn be reid ons wegwijs te maken en intussen ste ken ze misschien iets van ons op. Dat is een mooie wisselwerking." Criminaliteit lijkt op de prairies van Al berta nog te moeten worden uitgevonden. „Je hoeft hier je huis niet af te sluiten en je kunt je auto rustig parkeren met de sleutel in het contact. Zeker weten dat hij er na twee weken nog staat." Helemaal geen pro blemen dan? „Nou ja, ik zou 's zondags wel eens bij mijn moeder op de koffie willen. Dat is natuurlijk niet zo makkelijk." Ben Jansen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 28