>zc
Steenuil houdt van rommelhoekjes
Bier wordt hier niet meer verscheept maar gehesen
weerwoord
namen
Informatieavond
Steenuilen in Zeeland
factie bijlagen: 0113-315680
(W.pzc.nl
Pail:redactie@pzc.nl
stbus 314460 AA Goes
jvertentie-exploitatie:
jord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
suws-Vlaanderen: 0113-315570;
jionaal: 020-4562500.
linsdag 5 december 2006
Brengt december
kou en sneeuw
in 't land, wast
het koren zelfs in
't zand
Ze kon de komende acht
weken natuurlijk niet
alles doen. Veel van de brie
ven zouden blijven liggen.
Pladdet wel en Rijstenbil
niet, Wondergem laten
schieten en Hollestelle noe
men? Hoe moest ze me
vrouw Kasse laten weten
dat haar naam niet van Ku-
zee kwam, maar van de
voornaam CasparEn wat
te doen met DagevosTru
dy wist het niet en het druk
te op haar. Vandaag was
het gelukkig eenvoudig:
Serrarens.
Achtendertig vermeldingen
geeft het digitale netwerk
voor Serrarens. Bijna alle
maal in
Oost-Zeeuws-Vlaanderen,
geconcentreerd in Hulst,
Kloosterzande, Vogelwaar
de - die kanten. Dat is de
helft van wat heel Neder
land heeft te bieden. Die
van Serrarens komen uit
het land van Hulst. Ze zul
len dit niet lezen, want ze
zien doorgaans alleen
BN/De Stem. Zo lang het
duurt: gelijkvormigheid is
de toekomst van de media.
Je zou vex-wachten dat er in
Vlaanderen nog vele ver
scholen Serrarens-lui le
ven. Dat valt tegen, qua
aantal betreft, zeg maar, zo
als iemand onlangs op de
radio zei. Over de grens
krijg je nauwelijks vijftig
Serrarens families.
Serrarens is net zo ge
vormd als Serooskerke, Sir-
jansland, Serlippens. Het
eerste deel van Serrarens
komt van 's Heer en het
tweede deel van Arend. Vol
uit zou het zijn: des heren
Arends. Dat werd sheera-
rends, en met enkele tussen
stappen: Serrarens. In de
14e eeuw is al in een docu
ment geschreven: Machiel
gheheten Tserarnts. Serlip
pens is van 'heer Lippin(s)'
zoals Sirjansland betekent
'het land van heer Jan'.
Sameel is trouwens ook
zo'n naam, 's Heer Neels.
Er zijn er nog meer, maar
Trudy Murre was veel te
laat op gang gekomen. Het
begin had te veel woorden
gekost en nu was de ruimte
op.
Tja...
Lo van Driel
Hij staat op de Rode
Lijst van kwetsbare en
bedreigde broedvogels.
Zeeuws-Vlaanderen geldt
nog als één van de weinige
bolwerken van de steenuil.
Ook in de Zak van Zuid-Be
veland zit nog een flinke
groep. Vogelwerkgroepen
en Stichting Landschapsbe
heer Zeeland doen hun best
het ongunstige tij voor de
steenuil te keren.
Waarom is uitgerekend
Zeeuws-Vlaanderen zo in
trek bij de steenuil? Vogelaar
Alex Wieland van Stichting
Landschapsbeheer Zeeland
(SLZ) geeft aan dat er verschil
lende redenen voor zijn. Er is
het nabije Vlaanderen, waar
door uitwisseling makkelijker
tot stand komt. Rond veel boer
derijen is er nog een prima leef
gebied in de vorm van knotwil
gen, hagen en huisweitjes, waar
voldoende eten te vinden is.
Met enige trots noemt hij de
steenuil een typisch
Zeeuws-Vlaamse soort, mede
dankzij de aanwezigheid van
veel knotbomen, waarin steenui
len graag een nest maken. Bijna
tien procent van het Nederland
se bestand broedt er. „Dat is
best veel voor een klein gebied.
We zitten bij de hoogste dichthe
den van Nederland, samen met
de Achterhoek, de omgeving
van Arnhem en de zandgronden
van Brabant en Limburg."
Even voorstellen: de steenuil is
een kleine uilensoort (ruim 20
centimeter). Niet veel groter
dan een merel, maar oogt door
zijn opgezette verenkleed for
ser. Gedrongen, platte kop, felle
gele ogen, korte staart. Eet insec
ten, wormen, muizen.
Grijs-bruin met witte vlekken,
wat zorgt voor een goede schut
kleur. Honkvast, legt kleine af
standen af. Wordt gemiddeld
vier jaar oud. Laat zich minder
makkelijk ontdekken dan grote
broer kerkuil.
Wieland legt uit dat het verande
rende cultuurlandschap - groot
schaliger, kaler - de belangrijk
ste oorzaak vormt voor de ach
teruitgang van de steenuil. Ook
door de strenge winter van 1963
slonk het aantal fors en door het
wegvallen van geschikte leefge
bieden kwam het herstel nauwe-
De Stichting Landschapsbeheer en de Steenuilenwerkgroep Zee
land houden maandag 11 december een informatieavond over
de steenuil. Dat gebeurt vanaf 19.30 uur in de Halle te Axel. Er
wordt een presentatie over de vogel gegeven en de resultaten van in
ventarisaties door vrijwilligers van de Zeeuws-Vlaamse vogelwerk
groepen van 't Duumpje en de Steltkluut komen aan de orde.
Ook is aandacht voor de mogelijkheden om, met (financiële) steun
van SLZ, het eigen erf meer geschikt te maken als leefomgeving
voor de steenuil.
De bijeenkomst is mede bedoeld voor mensen die mee willen helpen
met het ophangen en controleren van nestkasten en/of willen mee
doen met een gebiedsbrede inventarisatie in Zeèuws-Vlaanderen,
voorjaar 2007.
Nadere informatie via SLZ, 0113-230936 of www.landschapsbe-
heer.nl/zeeland.
Parende steenuilen
In heel Zeeland zijn dit jaar ongeveer 425 broedparen van de
steenuil waargenomen. Verreweg de meeste, 392, zitten in
Zeeuws-Vlaanderen. Op Zuid-Beveland, vooral in de Zak, verblij
ven ongeveer 25 tot 50 paren steenuilen, op Schouwen-Duiveland
circa 5 paren. Op Noord-Beveland zijn de vogels niet gezien, het is
onbekend of daar nog steenuilen zitten. Hetzelfde geldt voor Tho-
len. Op Walcheren vliegt waarschijnlijk een enkeling, maar bewij
zen daarvoor zijn niet aangetroffen.
Komend jaar wordt in heel Zeeuws-Vlaanderen een uitgebreide
zoektocht ondernomen. Het waarnemen gebeurt in de avond met be
hulp van geluid. De roep van de steenuil wordt ten gehore gebracht.
De meeste vogels reageren daarop. Ze denken: 'hé, een andere steen
uil in mijn gebied, die moet ik even waarschuwen'.
Vrijwilligers zijn welkom. Het e-mailadres van de Steenuilenwerk
groep Zeeland is birdtree@zeelandnet.nl.
De steenuil: een kleine uil, niet veel groter dan een merel, maar hij oogt forser door zijn opgezette verenkleed.
lijks op gang. Bovendien vallen
er veel verkeersslachtoffers on
der de steenuilen.
Al geruime tijd worden pogin
gen ondernomen de steenuil een
handje te helpen bij het overle
ven. Onder meer door het plaat
sen van nestkasten die worden
opgehangen in geschikte gebie
den waar voldoende voedsel te
vinden is, maar waar natuurlij
ke nestplekken (zoals holtes in
bomen en wat vervallen schuur
tjes) ontbreken, vertelt Wieland.
In heel Zeeland zijn er inmid
dels ongeveer honderd uitgezet
en er komen er nog meer. Zo is
het de bedoeling tussen de Kop
van Ossenisse - waar een kleine
groep zit - en het Land van
Hulst een verbinding te maken,
zodat er weer uitwisseling tus
sen de beesten kan optreden.
Volgens Wieland werken de nest
kasten wel. „Ze kruipen er in, al
gaat er soms enige tijd over
heen. Niet alleen om te broeden,
ook om zich er overdag in schuil
te houden. Want de steenuil is
echt een nachtvogel. Alleen in
het voorjaar zitten ze graag in
het zonnetje."
Behalve het plaatsen van nest
kasten staat ook het geschikt
maken van leefgebieden op het
programma. Streekeigen erven
vervullen daarbij een belangrij
ke functie: knotbomen, hoog-
stamfruitbomen, een weiland
met drinkput (en kort gras,
foto's Ludo Goossens
want zo zijn insecten en wor
men makkelijker te vinden), een
gemengde haag. En het niet al te
netjes maken, lacht Wieland.
„Ons netheidsyndroom is voor
deze soort slecht." De steenuil
heeft het liefst wat rustige rom
melhoekjes tot zijn beschikking.
Rinus Antonisse
Zeeland grossierde vroeger
in haventjes. Veel zijn er ver
dwenen, in onbruik geraakt
of hebben een andere bestem
ming gekregen. In de serie
Aanmeren aandacht voor dit
maritiem erfgoed, met illus
traties van Adri Karman. De
ze week: Brouwershaven.
den en een spui-inrichting aan
leggen. In de loop van de 17e
eeuw werd het allengs stiller,
maar in de 19e eeuw was er een
opleving.
Zeeschepen voor Rotterdam ko
zen voor de beter bevaarbare
route via het Brouwershavense
Gat. Ze ankerden op de rede
voor de stad. De overzeese pro
ducten werden daar in kleinere
schepen overgeladen. In 1863 on
derging de haven hiervoor nog
een flinke aanpassing. De komst
van de Nieuwe Waterweg in
1872 maakte aan de opbloei een
einde.
De haven houdt nogal abrupt
op. Het achterste deel, de Bier
kaai genaamd, is gedempt. Op
de aanliggende Markt prijkt
sinds 1829 een standbeeld van
staatsman en volksdichter Ja
cob Cats, die in 1577 in Brou
wershaven werd geboren.
Rinus Antonisse
Het is één van de oudste ha
vens in Zeeland. De oude
haven van Brouwershaven moet
omstreeks 1300 ontstaan zijn,
nadat het haventje bij Bridorpe
was verzand. De haven ligt in de
monding van de kreek Vlake of
Pannewater, die uitmondde in
de Grevelingen.
De handels- en visserijactivitei
ten die ooit van Brouwershaven
een bloeiende (smal)stad maak
ten, vinden er allang niet meer
plaats. Bier wordt er niet meer
verscheept, het wordt er hooguit
nog gehesen. De haven in het
centrum is er nu voor de water
sport, samen met de nieuwe ha
ven in het verlengde van de
oude (na de sluiting van de Gre
velingen in 1971 aangelegd in
het voormalige havenkanaal).
En opnieuw maakt de haven
van Brouwershaven een levendi
ge stad, zeker in de zomer. Ge
meentelijk havenmeester Jan
Gerrits, sinds 1992 in die func
tie, vertelt dat de watersportre
creanten een hoop bezigheden
met zich meebrengen. Met jaar
lijks wel meer dan 10.000
scheepsbewegingen. „Het is één
van de drukstbezochte havens
aan de Grevelingen", zegt hij.
In de oude en nieuwe haven zijn
samen 420 ligplaatsen beschik
baar. En nog is er sprake van
een wachtlijst. De oude haven
zelf, geflankeerd door huizen
aan de Haven Zuidzijde en de
Haven Noordzijde, telt er 120.
Er is ook een steiger voor pas
santen, nabij het Zwarte
Schaap.
Gerrits geeft aan dat het onder
houd een verantwoordelijkheid
is van de gemeente Schou
wen-Duiveland. Die verpacht
het water aan de watersportvere
niging Brouwershaven. Schepen
langer dan dertien meter kun
nen er niet terecht en de diepte
is beperkt tot twee meter.
De twee havens komen via een
keersluis uit op het (nog) getijlo
ze Grevelingenmeer. Die sluis is
er voor het geval dat en wordt
regelmatig getest. In de tijd dat
Gerrits havenmeester is, hoefde
de keersluis nog nooit gesloten
te worden.
Net als meerdere Zeeuwse ha
vens kende die van Brouwersha
ven in het verleden een groot
verzandingsprobleem. Philips
de Goede liet twee havenhoof