PZC Brevet heeft een eigen handschrift Laat de juf en de meester weer mooi vertellen Inter Scaldes getipt voor een derde ster Verhaal Centraal zaterdag 25 november 2006 Komende week verschijnt de Michelingids, voor het eerst in een editie voor Nederland al leen. Het geruchtencircuit draait volop. Verslag uit de keuken van Jannis Brevet, chef-eigenaar van toprestaurant Inter Scaldes in Kruiningen, getipt voor een der de ster. Plotseling is ei' opwinding in de keuken van Inter Scaldes. Uit het restaurant komt een bestelling door voor vijf boerderijduiven en dat is, meldt een lid van de keukenbrigade, vrij ongebruikelijk. „We moeten deeg rollen", zegt ze. Deeg? Het is een specialiteit van chef-kok Jannis Brevet. De duif wordt ingepakt in zoutdeeg, bestre ken met eigeel, en in de oven gegaard. „Op die manier behoudt de duif al zijn sappen, geur en smaak", zegt Bre vet verklarend. „Hij is veel te bescheiden", zegt zijn vrouw Claudia even later een beetje bozig. „Wat hij er niet bij zegt is dat het heel moeilijk is. Want je kan niet zomaar even kijken of die duif al gaai- is, dat kan niet met dat deeg. De moei lijkheidsgraad is heel hoog. Die duif moet er altijd rosé uit komen, dat ver wachten onze gasten." „Moeilijk? Het is een methode", vindt Brevet zelf. Om dan toch toe te geven: „Je hebt er weinig controle over. Ik heb nu zelf een berekeningsmethode ontwikkeld hoe lang die duif in de oven moet, maar het heeft heel wat duiven gekost voordat ik het onder de knie had." Dus gaat op het patisserie-eiland ie mand razendsnel aan de gang met het rollen van deeg, weegt een ander op het vleeseiland de duiven op een weeg schaal die ook tienden van grammen aangeeft en grijpt Brevet naar een re kenmachine. Per duif rekent hij uit hoe lang die in de oven mag: 28, 29 en 30 minuten. Na die bereidingstijd wordt de duif aan tafel van zijn deeg- korst ontdaan en aangesneden. Bescheiden Brevet is te bescheiden, vindt zijn wouw. Nuchter, zegt hij zelf. Niet ie mand die na afloop van een diner al gloriërend de ronde langs de tafels maakt. „Daar ben ik de man niet naar." Terwijl er, als je de waardering in de restaurantsgidsen mag geloven, toch alle aanleiding toe is. GaultMillau benoemde hem drie we ken geleden tot Chef van het Jaar, de Michelingids beloont hem steevast met twee sterren. Ook elk jaar weer wordt zijn naam gerekend tot het rij tje kanshebbers op een derde ster. Zijn Manoir Inter Scaldes (Tussen de Scheldes, de Ooster- en Westerschel- de) had al twee sterren toen hij het vijf jaar geleden overnam. Normaal is de nieuwe eigenaar die sterren dan meteen kwijt. Michelin vindt dat eerst het bewijs geleverd moet worden dat het restaurant de sterren nog steeds waardig is. Brevet wist dat te voorko men en hield zijn sterren. De weugde werd ruw verstoord door een brand die in 2003 het restaurant compleet vernietigde. Brevet: „We wa ren net een jaar bezig. We woonden hierboven, waren alles kwijt. Het brandde in september af, in mei gin gen we weer open. Het is vrijwel exact nagebouwd zoals het was. We zijn er sterker uitgekomen, denk ik." Ook na de herbouw liet Michelin hem zijn sterren behouden. Zou het een ramp zijn geweest als anders was be sloten? „Ik denk dat ik daar wel weer een bepaalde motivatie uit zou halen. Je krijgt zo'n ster op basis van wat je gepresteerd hebt, wat dus betekent dat je hem ook weer terug kan win nen. Daar zou ik dan vöor vechten." Hoe bescheiden ook, Brevet weet on dertussen wél wat-ie waard is. Zijn publiek bestaat voor tachtig procent uit buitenlanders, voornamelijk Fran sen, Belgen en Amerikanen. Zij ge troosten zich grote moeite om in Krui ningen te komen. Desnoods per heli kopter. Het van twaalf hotelkamers voorziene manoir heeft een eigen lan dingsplaats. Er wordt zo'n twee tot drie keer per maand gebruik van ge maakt. Velen zijn vaste gast, ook de Amerika nen die maar een keer per jaar komen. Ze komen onder meer voor zijn top per, die het hele jaar door op de kaart is terug te vinden onder het kopje Ge recht signatuur. Het is een handschrift dat we ook ook al zagen bij de duif, maar nu losgela ten op St. Jacobsschelpen, Coquilles St. Jacques. De schelpdieren worden met wat truf fel en bloemkool-mousseline gegaard in een door zoutdeeg hermetisch afge sloten schelp. Het staat in alle bespre kingen genoemd als een van de hoogte punten van Brevets kookkunsten. Rust „Ik probeer rust te creëren in mijn kaart, zowel voor mijn gasten als mijn medewerkers", zegt Brevet. „Die gast uit Amerika die jaarlijks terugkeert moet weten wat-ie kan verwachten. Ik kan mijn kaart daarom niet telkens radicaal omgooien, maar laat hem meelopen met de seizoenen. Ik sta open voor nieuwe ontwikkelingen, ga mee in nieuwe technieken en volg cur sussen, en pas toe wat bij mijn kook- stijl past. Wat ook betekent dat je mij hier niet aan de gang ziet gaan met - stikstof." Minimaal tachtig uur telt zijn werk week. „Alleen al het vergaren van alle ingrediënten kost me twintig uur." Om vijf uur staat hij op, om zes uur rijdt hij naar de inkoopcentrale. Rond' tien uur is hij terug, waarna de voorbe reidingen voor lunch- en avondmaal tijd verder gaan. Er zijn wel wat uur- tjes bij dat er even niet gewerkt wordt, maar veel zijn het er niet. „Je moet een gezonde kronkel in je her sens hebben", zegt hij er zelf over. Zijn keukenploeg begint rond half tien, maar is vaak al eerder aanwezig. Hij werkt nu al weer een paar jaar met dezelfde mensen, en ze hebben aan een half woord genoeg. „Zonder een goed orkest gaat ook de grootste dirigent ten onder", zegt hij. „Op tv wordt het allemaal erg smeuïg gemaakt, maar ik ken geen keuken waar het er zo aan toe gaat. Als ik mijn personeel zo zou uitkafferen, dan zeggen ze toch: goedendag me neer Brevet, u zoekt maar een ander? Ze zullen me hier af en toe wel streng vinden, maar dat hoort erbij. Ik hou van discipline, vind mezelf streng doch rechtvaardig." Wie in zijn ploeg wil werken moet wel ambitieus zijn, bewust kiezen voor een sterrenrestaurant. „Als je dat niet bent heb je hier niets te zoeken." Heeft hij zelf collega's die hij bewon dert? „Ik bewonder alle collega's", zegt hij diplomatiek. Met enquêtes over welke collega het beste kookt heeft hij moeite. „Om een goed oordeel te vellen, moet ik toch minstens twee tot drie keer per jaar bij ze eten. Daar heb ik de tijd niet voor. Als ik open ben en werk doen zij dat ook. Ik begrijp dan ook niet zo goed hoe die lijstjes tot stand komen." Patrons Van naijver is echter geen sprake. „Je praat veel met collega's. Ik ben lid van Les Patrons Cuisiniers, een club van eigenaren-restaurateurs. Het is een klein wereldje, je weet hoe hard iedereen werkt, en je gunt iedereen het beste." Hij zit nu 35 jaar in het vak en is toch pas 48. Het begon ooit met een vakan tiebaantje, en via het leerlingwezen werd het echt werk. „Ik was niet zo'n schoolganger. Vier dagen werken en een dag naar school paste me veel be ter." Hij was leergierig en leerde het vak in binnen- en buitenland. Zestien jaar geleden waagden Claudia en hij de stap naar een eigen restaurant. Dat viel niet mee: Restaurantgids Lekker boorde zijn zaak de grond in. „Het was mijn eerste bedrijf, en die bespreking was vernietigend. Ik had echt het idee dat het brood me uit de mond werd gestoten, heb nog een ad vocaat ingeschakeld, maar dat liep al lemaal op niets uit." Tussen Lekker en Brevet zit het nog steeds niet lek ker. De gids noemt zijn restaurant ge middeld, maar hij windt zich niet •meer op. „Als je één keer geslagen wordt doet het zeer, na zestien keer voel je het niet meer." De nieuwste Lekker heeft hij nog niet eens gezien, en dat is hij ook niet van plan. Over de nieuwste Michelingids maakt hij zich weinig illusies. Dat zijn naam nu weer wordt genoemd behoort in middels tot de jaarlijkse folklore. „Het is een eer dat je genoemd wordt voor een extra ster, maar ook niet meer dan dat. Want niemand weet wat er in die gids staat. Ik wacht ge woon maar af." Koos van Wees Chef-eigenaar van restaurant Inter Scaldes in Kruiningen Jannis Brevet: „Ik probeer rust te creëren in mijn kaart, zowel voor mijn gasten als mijn medewerkers.' foto Wim Kooyman bedcentrum in Borger. Mulder is directeur van het Herinneringscentrum Kamp Wester- bork. „Geschiedenis is per definitie een ver- telvak, en geschiedenis is in momenteel. Er is een neiging om de romantische benade ring van de geschiedenis te laten herleven." „De tijd is rijp voor een reanimatie van de kunst van het vertellen. Zeker nu we er met elkaar in zijn geslaagd de canon vast te stel len, de hoogtepunten uit onze vaderlandse geschiedenis. We hebben ze benoemd, maar nu moeten ze ook nog echt tot leven worden gewekt. Door meester en juf, die zo mooi kunnen vertellen." Project Mulder en Klompmaker hadden zelf het voorrecht geschiedenisles te krijgen van een echte verteller: hun oude geschiedenisleraar Harm van der Veen uit Veendam. Voor het ontluikende project Verhaal Centraal raad pleegden ze hun oude leermeester. Ook be trokken ze een hedendaagse schoolmeester bij het initiatief: Jelte van der Kooi uit Odoorn, directeur van openbare basisschool De Badde in Musselkanaal, een bevlogen verteller. Klompmaker en Mulder ontken nen niet, dat er onder de tegenwoordige leer krachten wel meer goede vertellers zijn. „Oh, zeker, maar geschiedenis wordt tegen woordig voox-al gegeven aan de hand van de diverse leermethoden. Lesgeven uit een Niets houdt de aandacht van de klas be ter gevangen dan een spannend ver haal. Geen vak op school dat zich daarvoor beter leent dan de vaderlandse geschiede nis. Krijg de leerkrachten weer aan het ver tellen en alles zal beter gaan. De kinderen absorberen kennis die beklijft, geschiedenis is ineens weer léük en wie mooi kan vertel len heeft in de klas geen ordeproblemen. Zie hier heel kort door de bocht het geïnspireer de schoolproject Verhaal Centraal dat lande lijk een rol wil spelen en dat werd geboren in Drenthe. Schoolplaten. Niets was spannender dan wanneer zo'n prachtplaat voor het bord werd gehangen en meester aanstalten maak te zijn praatstoel te bestijgen. Met zijn pret tige stemgeluid en zichzelf begeleidend met de aanwijsstok, leidde hij de klas onbeken de wehelden van lang geleden binnen, die spannend waren en mysterieus. Hij nam ons mee naar het dorp van de hune bedbouwers, wel vijfduizend jaar geleden. We kwamen terecht in de stille, spirituele sfeer van een middeleeuws klooster, waar monniken de hele dag door vlijtig schrijf werk verrichtten; en we hoorden over de Noormannen die 'onze' steden plunderden. Eeuwen later maakten we een tochtje met de dilligence, of we voeren een stukje mee op de trekschuit. Vanzelfsprekend met onze De Noormannen voor Dorestad, een historisch tafereel van J.H. Isings meester als gids. Dagdromen, heerlijk! Verhaal Centraal is ontwikkeld door twee Drentse historici, destijds studiegenoten en nog altijd gezworen kameraden: Hein Klompmaker en Dirk Mulder. Zij zijn bei den begonnen in het onderwijs, maar heb ben dat op zeker moment vaarwel gezegd. Klompmaker is nu directeur van het Hune boekje dus, met de onderwijzer in de rol van coach. Dat is niet echt spannend hè." „We willen dat graag anders en dat bete kent dat we moeten beginnen op de oplei dingsinstituten voor leerkrachten en instel lingen-voor nascholing. Vroeger leerde je dat tijdens de opleiding nog wel, de tech niek van het vertellen. Verhaal Centraal wil dat graag terug. Creëer de verteller van mor gen." „Kijk, sommigen hebben van zichzelf flair genoeg om met verve aan het vertellen te slaan. Heb je die flair piet, dan kun je 't toch leren. Zie je zelf als entertainer." Schoolplaat Als hulpmiddel kan de oude vertrouwde schoolplaat in ere worden hersteld. Het Her inneringscentrum Kamp Westerbork bij voorbeeld, heeft zelf twaalf nieuwe platen ontwikkeld. Ook alle moderne hulpmidde len op het gebied van beeld geluid kun nen in stelling worden gebracht. Dat het ini tiatief voor Verhaal Centraal komt van twee t museumdirecteuren, is niet zo vreemd. Als bij kinderen de belangstelling voor geschie-1 denis wordt aangewakkerd moet zich dat vertalen in de bezoekersaantallen van de toekomst. Bovendien zijn musea bij uitstek de podia om kinderen op lokatie aanschou welijk onderricht te geven. Heel aardig plan, de meester en de juf weer aan het vertellen te krijgen, maar hoe doe je dat? Er is een organisatie uit de grond ge stampt, die wordt gedragen door de twee i musea en het onderwijsveld. De organisatie wil in drie jaar een stevig aantal doelen be reiken: De toekomstige vertellers moeten worden (bij)geschoold, er dient een databa se met alvast 150 verhalen te worden aange legd nog meer verhalen moeten worden i voorbereid, er moet lesmateriaal worden j ontwikkeld voor de lerarenopleidingen, ook I museumpersoneel moet worden bijge- j schoold, binnen het project wordt een jeugd- boek geschreven over de jodenvervolging. Dit alles en nog veel meer gaat een flinke duit kosten, 700.000 euro is wel nodig, denkt Hein Klompmaker. Jan Wierenga Henk Donkers: Verdwenen Nederland. Ne derland in oude schoolplaten - Uitgeverij Wolters-Noordhoff, tot 1 januari 34,95, daarna 39,95.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 24