Armoede kweekt geweld
In de menselijke krochten is Marai op zijn best
23
George Pelecanos
Rubens
aan huis
De nacht voor
de scheiding
woensdag 22 november 2006
George Pelecanos: „Ik schuim de straten af en daarna rijd ik in mijn dikke auto naar mijn mooie huis."
foto Phil Nijhuis/GPD
ijn boeken staan in
de kast met mis
daadromans. „Dit is
geschiedschrijving. Ik be
klaag de lezers die mijn werk
overslaan omdat ze denken
dat het niet literair is."
George Pelecanos is de stads-
chroniqueur van Washington
en dat is nu eenmaal de
meest gewelddadige stad van
de VS.
Zoals de thrillers van Karin
Slaughter spelen in Atlanta
en die van Ian Rankin in Edin
burgh, zo is Washington de vas
te biotoop van George Peleca
nos (1957).
Hij kent de stad op zijn duimp
je. „Ik weet zelfs wat er zich in
achtertuintjes afspeelt." Hij
gaat op het puntje van de leren
fauteuil in zijn Londense hotel
zitten. Hier komt iets ter sprake
waar hij geen twijfel over wil la
ten bestaan. „Ik zou deze boe
ken niet schrijven als ik iets
moest bedenken. Dat is respect-
loos. Alles moet kloppen. Straat
namen, alles."
Zijn oude romans, waarvan een
aantal in de jaren zeventig was
gesitueerd, hebben hem daar
door veel research gekost. „De
titels van de films die die week
in de achterafbioscopen draai
den, heb ik allemaal opgezocht.
Ik wil een verslag achterlaten.
Dit is geschiedschrijving. Fictie,
maar wie over honderd jaar wil
weten hoe Washington erbij lag
in 1986 moet mijn boek The
Sweet Forever hebben. Tot aan
de taal aan toe, de 'slang', klopt
d.at allemaal. De mode van die
dagen, noem maar op."
Dus geeft Pelecanos ook in zijn
nieuwe literaire thriller Tuinier
van de nacht zelfs de huisnum
mers van de panden in Washing
ton waar het boek speelt. Zijn
stijl is direct, zonder opsmuk.
„Ik heb alle moraal uit mijn boe
ken weggesneden. Kaal en re
gistrerend moet het zijn. De we
reld zoals-ie is. Geen moraal
van mijn kant." Dit is zijn eer
ste politieroman. Drie agenten.
The good, the bad and the ugly.
Twintig jaar na een onopgeloste
moord wordt iemand op dezelf
de specifieke manier vermoord.
De geesten van toen komen als
nog uit de beerput.
„Het is mij eindelijk-gelukt. Ja
renlang heb ik geprobeerd con
tact te leggen met de afdeling
moordzaken. Ze wilden me niet
toelaten. Een schrijver? Ze had
den nog nooit van mij gehoord.
Waarom zou een agent mis
daadromans lezen terwijl hij er
de hele dag middenin zit?" De
deuren gingen voor hem alsnog
open toen hij ging meewerken
aan The Wire, een politieserie
op televisie bij HBO, de betaal
zender van onder andere The So
pranos en Six Feet Under. „Le
zen doen ze niet, kijken blijk
baar wel." Geen spoortje sarcas
me in zijn stem. „Toen lieten ze
me toe. Dat was mijn kans. Ik
heb een moord gevolgd. Vanaf
de melding, de speurtocht, het
onderzoek, de gesprekken met
getuigen, de arrestatie, de beken
tenis. Als een vlieg op de muur.
Ik was heel verbaasd dat ik over
al bij mocht zijn, zelfs bij de ver
horen."
Het ging hem niet om de mis
daad, maar om de agenten en de
cultuur op de afdeling. „Ik wil
de over politie schrijven in rela
tie tot een zaak die ze niet kun
nen oplossen. Wat doet dat met
hen? Dat was het idee. Een bu
reau met links de foto's van hun
gezin en rechts de foto's van de
misdaad waar ze mee bezig wa
ren - dat waren de details die ik
zocht."
Als rechercheur Gus Ramone,
de centrale figuur in Tuinier
van de nacht, op iemand is geba
seerd, dan op Pelecanos zelf.
„Op zo'n bureau vind je allerlei
figuren. Religieuzen werken
met atheïsten, dronkaards met
geheelonthouders. Daarom ga
ik ook zo diep in op het privéle-
ven van Ramone. Omdat het cli
chébeeld van de agent, dat van
de loser met een slecht huwelijk
of een drankprobleem, lang niet
voor iedereen opgaat. Er zijn
ook veel agenten die 's avonds
naar huis gaan, het allemaal
van zich af kunnen zetten en
zich op het gezinsleven concen
treren. Ik had nooit eerder over
zo'n familieman geschreven. En
dat ben ik zelf."
Straathoek
Afgelopen zomer werd in Was
hington een avondklok inge
steld voor jongeren. „Wantin
Georgetown werd een blanke
Brit het slachtoffer van het ge
weld tussen gangs. De vrouw
met wie hij op straat liep werd
gemolesteerd. Bij hem werd de
keel afgesneden.
Eigenlijk is het verbazingwek
kend dat niet meer toeristen
worden getroffen, want dat zijn
is. Maar politiek gezien is het ge
makkelijker om te zeggen dat ze
meer politie op straat gaan bren
gen. In plaats van het ware pro
bleem aan te pakken. En dat pro
bleem is niet alleen onderwijs
en armoede. Die vooral, maar
het is ook familie en het gebrek
aan vaders thuis. De onderlig
gende reden dat kinderen naar
een straathoek gaan is niet om
drugs te verkopen, maar omdat
ze op zoek zijn naar familie.
Thuis is er niemand. Hadden ze
een vader thuis, die greep ze wel
in hun nekvel en hield ze bin
nen. Moeders kunnen het niet
alleen. En voordat iemand mij
verkeerd begrijpt: vaders kun
nen het ook niet alleen. Thuis is
George Pelecanos, Washington 1957, schrijver, televisiemaker.
Debuteerde in 1992 met de eerste van drie romans over privéde-
tective Nick Stefanos.
Introduceerde in 2001 nieuw koppel: Derek Strange en Terry
Quinn. Vier romans rond deze speurders.
Zijn beste' boek, naar eigen zeggen: Hard revolution. Speelt in
Washington in 1968, in de nasleep van de moord op Martin Lu
ther King en de Vietnam-oorlog. „Zelfs meer dan mijn ziel en
zaligheid zit in dat boek." Vertaald in 2004 als Harde revolutie.
Verder in vertaling beschikbaar: De grote afrekening Hell to
pay, 2002), Drama Stad Drama City).
gemakkelijke slachtoffers. Deze
zomer vielen zestien doden in
vijftien dagen tijd, net als in de
periode van 1989 tot 1993.
Toen lag het aantal moorden in
Washington ook net boven één
per dag. Vierhonderd per jaar.
Dit keer werd er een avondklok
ingesteld in een stad die al veer
tig jaar door misdaad wordt ge
regeerd. Alsof dat iets oplost.
Waarom wordt er niet een oplos
sing gezocht voor de problemen
die maken dat mensen crimineel
worden? Die oplossing is niet
meer agenten op straat of een
avondklok, maar het verande
ren van de cultuur."
„Diep van binnen weten de auto
riteiten best wat er aan de hand
twee mensen, want een thuis bie
den is zwaar werk."
Wie Pelecanos' jongste romans
Drama Stad en Tuinier van de
nacht leest, wordt getroffen
door de uitzichtloze troosteloos
heid van het bestaan in de zwar
te wijken in Washington.
„Van de hoofdstad neemt de
Amerikaanse overheid een paar
vierkante kilometer in beslag.
Er zijn drie rijkere wijken. De
rest van de stad is working
class. En armoede kweekt ge
weld."
Helden
Het drugsprobleem heeft de he
le stad door en door verziekt.
„Iedereen in de arme wijken
van Washington heeft wel een
familielid - broer, oom, neef -
die is opgepakt in verband met
drugs. Dat heeft grote invloed
op de manier van werken van de
politie. Mensen praten niet meer
met agenten. Terwijl dat toch
echt de manier is om misdaden
op te lossen. Misdaden worden
niet opgelost door forensisch on
derzoek, maar door mensen die
praten. De wijk moet er achter
staan. Maar nu is de politie de
vijand. De oplossing voor het
drugsprobleem is niet mensen
opsluiten. Marihuana uit het cri
minele circuit halen is een be
gin."
„Mensen opsluiten die drugs ge
bruiken of verhandelen heeft
slechts tot gevolg dat hun leven
en dat van hun families ont
wricht raakt. Lost niets op."
„Met politici praten? Ik? Ik ben
a-politiek. Ik heb het vertrou
wen in de politiek verloren. En
wie ben ik helemaal? Ik maak
het verschil niet. Ik heb geen in
vloed. Ik heb niet het gevoel dat
ik iets goeds doe in die zin. Ik
werp vragen op. Leraren, dat
zijn de helden in de stad, niet de
schrijvers. Je moet je plaats ken
nen." Niet zonder schaamte
rijdt hij 's avonds, na weer een
dag research en praten met
stadsbewoners, naar huis. „Het
knaagt. Al mijn materiaal haal
ik van straat. Profiteer ik van
andermans ellende? Absoluut.
Ik buit het helemaal uit. Ik ver
dien aan ellende. Ik schuim de
straten af en daarna rijd ik in
mijn dikke auto naar mijn
mooie huis. Ik ben het me be
wust en ik kan er niets aan ver
anderen. Het enige wat ik als
het ware terug kan doen is het
onrecht en de ellende en achter
stand zo accuraat mogelijk la
ten zien. Bijvoorbeeld wat het
betekent wanneer mensen die in
de gevangenis hebben gezeten al
hun rechten verliezen. Geen bij
stand, geen stemrecht. Die men
sen staan in één klap buiten de
maatschappij."
Theo Hakkert
George Pelecanos: Tuinier van de
nacht - Literaire thriller. Vertaling:
Sandra van de Ven. Uitgeverij
Anthos, 424 pag., 19,95.
Ii^T ^TVTT TTT<r was ik op weg naar het Haag-
Tj 1 V TTj 1M 1 lid JTV se Mauritshuis voor de ten
toonstelling Rubens Breughel. Maar hoe dichter ik bij Kapelle
kwam, hoe duidelijker ik voelde dat ik in Den Haag niets te zoeken
had. Een half uur later was ik in Antwerpen, tenslotte was daar het
echte Rubenshuis.
In het stadspaleis dat de schilder Pieter Paul Rubens (1577-1640)
aan de Antwerpse Wapper bewoonde, is nu een speciale tentoonstel
ling Vorstelijke Vluchtelingen. Zo was het huis van de grote barok
kunstenaar een mooi alternatief voor een Haagse dagvaart.
De schilder Rubens had veel mee gekregen, een goede afkomst, een
uitstekende opleiding, alles ten dienste van een ambtelijke en diplo
matieke loopbaan. Ook een uitzonderlijk tekentalent. Hij gaat in de
leer bij plaatselijke schilders en vertrekt in 1600 naar Italië. Voor
enkele jaren.
Terug aan de Schelde huwt de kunstenaar-diplomaat Isabella
Brant, dochter van de Antwerpse stadsgriffier en in 1610 koopt Ru
bens het huis, dat hij verbouwt en beroemd maakt. Het atelier moet
spoedig uitgebreid worden. Om de tuin nog imposanter te maken
koopt Rubens nog wat huisjes die grenzen aan zijn erf: een Italiaans
eiland met klassieke beelden, een lustwaranda waar de aardappel
een sierplant is en de tulp een curiositeit.
Na een grandioze carrière in grote luister, wordt het fysiek kwakke
len. Door jicht kan hij ten slotte nauwelijks meer werken en op 30
mei 1640 overlijdt de kunstenaar. Zijn tweede wouw Helene Four-
ment woont dan nog vijf jaar in dit huis. Daarna wordt het ver
huurd aan Loi'd Cavendish, een vertrouweling van koning Karei I
van Engeland.
William Cavendish, hertog van Newcastle (1593-1676), was tijdens
de Engelse burgeroorlog opperbevelhebber van de koninklijke troe
pen. Na de nederlaag vluchtte hij naar het continent en in 1648 nam
hij met zijn wouw Margaret Caven
dish zijn intrek in het vroegere
T^-i-i T?llV\f^riC woonhuis van Rubens in Antwer-
-\J AvUUV/lIij pen Cavendish vestigde er een be
roemde manege waarmee het dres-
suurrijden als kunstvorm geïntro
duceerd werd. Diplomaten, geleer
den en kunstenaars ontving hij aan
huis. Karei II van Engeland en Constantijn Huygens kwamen er op
bezoek. Na het herstel van de monarchie in 1660 keerden William
en Margaret terug naar Engeland.
Aan de hand van schilderijen, portretminiaturen, tekeningen, pren
ten, kleine sculpturen, boeken, zeventiende-eeuws paardentuig le
ren we nu in het Rubenshuis de wereld van het echtpaar Cavendish
kennen. Het is een fraaie, bescheiden tentoonstelling in een huis dat
zelf blijft betoveren. Vooral vitrines met sieraden, penningen, manu
scripten zijn de aandacht waard. De bekoring van de portretten is
groot, ze passen bij de vaste collectie. De paardenschilderijen heb
ik voor kennisgeving aangenomen, hoe functioneel een paard ook is
op deze expositie. De portretten van Helene Fourment, van Rubens
zelf, van de jonge Anthonie van Dijck zijn een bezoek meer dan
waard.
Er hangt een wonderlijk mooi portret van de Engelse filosoof Tho
mas Hobbes (1588-1679), die een tijd bij Cavendish in dienst was en
over zijn bibliotheek kon beschikken. Daarom zien we ook een ge
graveerde titelpagina van Hobbes' hoofdwerk: Leviathan, waarin
deze filosoof de rationele grondslag van de moderne staat uiteenzet
te: burgers dragen wijwillig hun rechten over aan de overheid, die
de individuen bescherming biedt. Tegen armoede, uitbuiting, vij
andschap, tegen de natuurstaat, misschien zouden we nu zeggen te
gen de jungle van de markt.
Een weinig spectaculair ogend boekje ligt er in een kleine vitrine,
ooit eigendom geweest van een van de dochters van de Italiaanse
diamanthandelaar Gaspar Duarte die op de Meir woonde. Francis-
ca Duarte kon volgens brieven van Hooft en Huygens ongelooflijk
mooi zingen. Nu sta ik oog in oog met het boekje vol composities
van haar zus Leonora Duarte. In haar handschrift. En ik mis een
stem, een stem die zingt.
Lo van Driel
Vorstelijke Vluchtelingen. William Margaret Cavendish in het Rubenshuis
(tot 31-12-2006). Antwerpen, Rubenshuis Lange Wapper.
Fatalisme, gefnuikte wiendschap, liefde
en verraad. Het zijn de vertrouwde the
m's van de Hongaarse schrijver Sandor
'hrai (1900-1989), dé herontdekking van
k laatste jaren. Op de golven van het suc-
!fs van Gloed is nu De nacht voor de schei-
Jröff uitgebracht, een roman over een nood-
'hig huwelijk in een burgerlijk milieu.
'errassenderwijs verscheen De nacht voor
k scheiding al vlak voor de oorlog in een
•^erlandse vertaling. Het bleef echter on
bemerkt en raakte net als de schrijver wel-
fra in de vergetelheid. De oude vertaling,
daarvoor het echtpaar Székely-Lulofs in
p9 tekende, bleek echter van zodanige
hvaliteit te zijn dat zij voor deze 'herdruk'
TOts licht herzien hoefde te worden.
■Joofdpersoon van De nacht voor de schei-
is rechter Kristof Kómives, een stijve,
%komende man van tegen de veertig. Hij
K een representant van de hogere burgerij
Boedapest in het begin van de vorige
waar het gebruik is dat (diepere) ge
voelens worden onderdrukt en keuzes op
verstandelijke gronden gemaakt. Hij is be
last met echtscheidingszaken, waaronder
die van zijn oude schoolwiend Imre Grei-
ner, een huisarts. Kómives zelf gelooft ech-
ter „in de heiligheid van het huwelijk" en
acht een scheiding op christelijke gronden
ongepast.
In de eerste honderd bladzijden van De
nacht voor de scheiding weidt Marai vooral
uit over het wel en wee van de rechter en de
intussen vrijwel verdwenen Midden-Europe-
se cultuur met zijn gezeten burgerij en am
bachtslieden, rangen en standen. Na een
theevisite bij een oudere rechter volgt het
keerpunt, een stijlbreuk, als de schrijver de
verleden tijd voor de tegenwoordige ver
ruilt. Marais bloemrijke proza krijgt dan
even iets machteloos, wordt kitscherig. Het
verhaal krijgt echter vleugels als de rechter
's nachts bezoek krijgt van zijn oude school
kameraad Greiner.
In een lange bedwelmende monoloog vertelt
de arts aan de rechter over zijn fatale huwe
lijk, het is zowel een louterende biecht als
een bekentenis. Gaandeweg dringt het tot
de verbijsterde rechter door dat hij in de te
loorgang van dat huwelijk een cruciale rol
heeft gespeeld. Dan is de poëtische verteller
Marai op zijn best, als hij in de menselijke
krochten afdaalt en zijn personages afwisse
lend gepassioneerd en koel beredenerend
laat terugblikken op hun leven.
De overeenkomst tussen De nacht voor de
scheiding (1935) en de bestseller Gloed
(1942) is frappant. De thematiek is dezelfde:
twee vroegere vrienden en hun liefde voor
dezelfde vrouw. Wat volgt is een 'duel' tus
sen twee welbespraakte heren op het scherp
van de snede. De compacte roman Gloed is
vooral een briljante studie over vriendschap
en verraad. Het wijdlopige De nacht voor de
scheiding analyseert de verstrekkende gevol
gen van een echtscheiding in de deftige, ho
gere kringen in het Midden-Europa in de ja
ren dertig. In die tijd is de stemming allesbe
halve hoopvol. Er hangt een sfeer van doem
en oorlog in de lucht, als op de vooravond
van de Apocalyps. Marai weet die stemming
perfect op te roepen.
Ontheemd
Het is bekend hoe het de schrijver kort daar
op zelf is vergaan. In de jaren veertig ont
vluchtte hij zijn vaderland en kwam uitein
delijk in de Verenigde Staten terecht. Toen
de ontheemde auteur na de dood van zijn
vrouw en aangenomen zoon in 1989 in het
Californische San Diego een pistool tegen
zijn slaap zette, kende vrijwel niemand hem
(meer). Pas na zijn dood, die samenviel met
de val van de dictatuur in zijn land, werd
zijn werk in Hongarije (her)uitgegeven.
De wereldwijde doorbraak volgde tien jaar
na zijn dood.
In Nederland zijn bij de Wereldbibliotheek
zeven boeken van Marai verschenen - zes ro
mans en de superieure autobiografie Land,
land! Naar verluidt is de voorraad aan lite
raire kleinoden nog lang niet uitgeput. En
al mag de verrassing er nu een beetje vanaf
zijn, ook in De nacht voor de scheiding laat
Marai zich gelden als een bijzonder schrij
ver. Zijn werk kan de vergelijking met ande
re grote Midden-Europese schrijvers uit de
vorige eeuw - Joseph Roth, Elias Canetti,
Robert Musil - met gemak doorstaan.
Nico de Boer
Sandor Marai: De nacht voor de scheiding (Vdlds
Buddn, 1935), roman. Vertaald uit het Hongaars
door L. Székely en M.H. Székely-Lulofs. Uitgeve
rij Wereldbibliotheek, 207 blz., 17,90.
Omslagillustratie van De nacht voor de schei
ding