PZC Geen zorgen over Zeeland Twintig jaar zeeland zal wel saai blijven, maar toch wel leuk 1. Ellen Kwant 2. Frangoise Luteijn 3. Ylona Oosthoek 4. Dorien Rypkema 5. Vincent Glerum 6. Ira Spannenburg 7. Erik Vergouwe 8. Lennert van Arenthals 9. Marcel Verstelle 10. Dimitri Dagevos 11Wietske Heerebout 12. Andrévan Oosten 13. Arjan Sipkema 14. Huibvan Nieuwenhuijze 15. Niek Reijne 16. Pierre Buysrogge 17. Jaap Karelse Twintig jaar geleden vroeg de PZC zeventien leerlingen uit de vijfde klas van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs van het Goese Lyceum hun vi sie te geven op Zeeland na(ar) 2000. Aanleiding: een symposium met hetzelfde thema dat de Maatschappij voor Nijverheid en Handel in Zeeland eind november 1986 hield. Vandaag kijken vijftien van hen terug op hun voorspellingen van wel eer. En ze blikken twintig jaar vooruit. Opnieuw: de wereld volgens 5 vwo 1986. Het zal wel loslopen met veranderingen in Zeeland. Twintig jaar geleden ging klas 5-vwo van het Goese Lyceum er niet van uit dat Zeeland in de eerste jaren van het nieuwe millennium ingrijpende wijzigingen zou hebben ondergaan. Een enkeling voorzag een achtbaans A58, de kandidatuur van Goes voor de Olympische Spelen - in 2092 welis waar - of een door toerisme en woningbouw volkomen dichtgeslibde provincie. Maar de meesten hielden het op minder spectaculaire ontwikkelingen. Volgens de een zouden re creatie en toerisme een grote vlucht nemen, de ander verwachtte veel van havens en in dustrie. Sommigen maakten zich zorgen over de toekomst van de landbouw in Zeeland, maar anderen zagen juist volop kansen voor deze sector. De nuchterheid zat er bij sommige vwo'ers in 1986 al vroeg in. „Ik heb niet het idee dat Zee land de afgelopen veertien jaar zo drama tisch is veranderd, dus waarom zou er dan de komende veertien jaar zoveel gebeuren", re deneerde Jaap Karelse. En ook tegen Ira Spannenburgs vaststelling valt weinig in te brengen: „Tweeduizend is niets anders dan twintighonderd, een logisch vervolg op negen tienhonderd en derhalve niets om je zorgen over te maken." Anderen lieten hun fantasie wat meer de loop. Arjan Sipkema ging ervan uit dat Noord-Beveland kort na 2000 zou zijn aange sloten op het spoorwegnet, Dimitri Dagevos waarschuwde dat de in zijn ogen 'belachelij ke' ruilverkavelingen Zeeland in een maan landschap zouden veranderen en Niek Reijne zag Zeeland als de waterspeeltuin van Neder land en misschien zelfs van Europa. Ten wes ten van de Zeelandbrug zou in de Ooster- schelde in de visie van Erik Vergouwe een ha ven worden aangelegd die na een milieu schandaal in de Randstad zou uitgroeien tot de grootste van de wereld. Huib van Nieu wenhuijze voorspelde een samenleving waar in iedereen op 55-jarige leeftijd met pensioen gaat, maar na het bereiken van deze leeftijd wel vast zit aan vijftien jaar kinderopvang of andere nuttige maatschappelijke taken. Naar het idee van Marcel Verstelle zou Zee land zich tot dé provincie van Nederland ont wikkelen dankzij belangrijke industriële im pulsen in Middelburg, Vlissingen en Goes. André van Oosten zag de landbouw in de ver drukking komen door de mate waarin de sec tor reislust en verpozing uitdijt. Vincent Gle rum achtte de Zeeuwse klederdrachten en dialecten ten dode opgeschreven. Ellen Kwant voorspelde dat de mossel- en oester cultuur goeddeels uit Zeeland zou verdwij nen. Zorgwekkend? Ach, welnee, meende Jaap Ka relse. „Zeelapd zal wel saai blijven, maar toch wel leuk." En Huib van Nieuwenhuijze orakelde: ..Het leven in Zeeland is ook in de 21ste eeuw zo slecht nog niet." De 5-vwo'ers van het Goese Lyceum in 1986 foto Wim Rieme r. Ze vrezen het ergste voor de land bouw en voor bedrijven die teveel dingen vervaardigen. De Zeeuwse land bouw raakt steeds verder in de ver drukking; de maak-economie loopt in Zeeland op zijn laatste benen. De oud-leerlingen van het Goese Lyceum uit klas 5 vwo verwachten dat Zeeland het in 2026 vooral van recreatie en toe risme moet hebben. En van zijn aan trekkingskracht op pensionado's, die in een aangename omgeving rust zoe ken en naar mate de jaren verstrijken een toenemende behoefte krijgen aan zorgvoorzieningen van een hoog ni veau. Of dat een doelgroep is die een stevig fundament onder de Zeeuwse economie vormt, is maar de vraag. „Want", zegt Wietske Heerebout, „niet alle Randstedelingen kunnen tegen Zeeland". Huib van Nieuwenhuijze ziet een be langrijke verschuiving: „Zeeland raakt zijn betekenis voor de voedselvoorzie ning kwijt en daarvoor in de plaats komt de oudedagsvoorziening." Maar één van de vijftien futurologen van de koude grond ziet wél toekomst voor de Zeeuwse landbouw: Lennert van Arent hals. Die heeft dan ook in de landbouw doorgeleerd. Hij veronderstelt dat bij voorbeeld door genetische manipulatie gewassen worden ontwikkeld die beter aangepast zijn aan het veranderende klimaat. Van Arenthals is boerenzoon. Dat verklaart misschien waarom hij weinig op heeft met ontpoldering om nieuwe natuurgebieden te kunnen aan leggen. Daar zijn toch mooie resultaten mee bereikt; kijk maar naar het Ture luur-project op Schouwen-Duiveland en Tholen. Van Arenthals: „Ik zie er de meerwaarde niet van." André van Oosten voelt zich ook be trokken bij het wel en wee van de land bouw, maar hij begrijpt het massale verzet tegen ontpoldering niet. „Oever loos geneuzel. We hebben het over een paar boerenbedrijven. Voor de mensen die het betreft, is het natuurlijk een persoonlijk drama, maar je moet dit soort dingen groter zien." Dat doet Ar jan Sipkema ook. Hij vindt het niet no dig met het oog op de zeespiegelrijzing steeds verder te gaan met dijkverhogin gen of aan de Westerschelde polders aan te wijzen die eventueel mogen over stromen. Sipkema ziet mogelijkheden om de kwestie van de zeespiegelrijzing op mondiale schaal aan te pakken. „Laat delen van Afrika maar onderlo pen. Dat heeft pas echt effect." Ook twintig jaar geleden was Sipkema al een voorstander van onorthodoxe maatregelen. Na 2000 zou een acht baans autoweg van Bergen op Zoom naar Vlissingen lopen en de verbinding Goes-Zierikzee zou zesbaans zijn over een nieuwe Zeelandbrug. „Ach, ik heb te weinig rekening gehouden met de po litieke haalbaarheid", zegt hij daar nu over. De brede Zeelandbrug die Sipke ma in 1986 al voor ogen had, moet El len Kwant aanspreken. Ze vindt de be staande overbrugging van de Ooster- schelde 'vreselijk smal'. „Altijd al ge vonden. Het is hoog tijd dat er een nieu we bredere Zeelandbrug komt. En nu we daar toch over bezig zijn, op een bredere brug kan de weg worden ge combineerd met een light rail van Rot terdam via Zierikzee naar Goes." Francoise Luteijn opperde twintig jaar geleden dat de overheid en de bouwsec tor eens aan paalwoningen zouden moe ten denken. Ze doelde daarbij op een efficiënter gebruik van de ruimte. In ind- middels zijn die paalwoningen bijzon aa der actueel. Door hoger te gaan wons :d; valt overlast en schade te voorkomen ia a bij extreme waterstanden waarmeeö samenleving in de toekomst steeds en meer rekening moet houden. „Ik ben ervan overtuigd dat er ook vraag nan :d zulke woningen is. Mensen wonen nn ::ei eenmaal graag op en aan het water." Daarvan is ook Ylona Oosthoek over tuigd. Ze ziet het ervan komen dat de «tl wijk Het Goese Meer bij Goes enkele a' keren zal worden gekopieerd. ikli In 1986 zag Dimitri Dagevos Zeeland öu\ als een long die langzaam maar zekei racl wordt aangetast door nicotine en teer [»ai „Ik ben wel een beetje cynisch van aard", erkent hij. „Enige overdrijvifl ici is me evenmin vreemd." Inmiddelsis eer hij niet alleen ouder maar ook milder gi; geworden. „Zeeland zal echt wel gr» :eht blijven, maar wel voller en drukker. :rer Pierre Buysrogge is ervan overtuigd eer dat Zeeland ook over twintig jaaree gebied is waar het fantastisch wonen en recreëren is. Een gebied waar vol- ere gens Niek Reijne steeds meer waarde ith aan de natuur wordt gehecht en steed ak Frangoise Luteijn Ylona Oosthoek Ira Spannenburg zaterdag 18 november 2006

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 26