Zonder werknemers zijn we wat vrijer Het zand waaide ver het land in IQ Nostalgie in mini van eigen fabrikaat 23 De Collectie dinsdag 14 november 2006 In De Collectie staat wekelijks een museum in Zeeland centraal. De collec ties van de kleinere musea in de -provincie worden in deze serie belicht. Deze week: Miniatuur Museum in Goes ge eeuw maak, blijf ik net zo lang zoeken tot ik misschien wel tien kapperszaken-oude-stijl heb gevonden om er rond te kij ken en er de sfeer te proeven. Het moet zo authentiek moge lijk zijn. Als je 's wist hoeveel foto's we maken. Dat grachten huis - we zijn op een zondagoch tend naar Amsterdam gegaan om niks anders te doen dan te fotograferen: de treden, de over loopjes, het hekwerk, de dakgo ten, de leuningen. Dan zie je die Amsterdammers denken: 'Toeris ten zijn gek, maar dat stel is su- pergek'." Over belangstelling hebben ze niet te klagen. „En de bezoekers komen van heinde en verre. Mijn man is voor zijn werk vaak op reis. Hij sliep in Arnhem, in een Van der Valk, en liet daar een paar foldertjes achter. Van de zomer komt er een mevrouw binnenlopen en die zegt: 'Het heeft even geduurd, maar hier zijn we dan.' Die had zo'n folder tje meegenomen en was speciaal voor ons museum helemaal van uit Groningen naar Goes geko men." In een verre hoek van de Vroonlandseweg in Ka- pelle telen Ivo van Gaal- en (40) en Janette van Gaalen-Doppenberg (38) aardbeien onder ruim een halve hectare glas. Ze telen ook kersen, frambozen en bessen en verderop in het dorp pe ren en appels. De kinde ren, Wilco, Lilian, Jan, Annemieke, Miranda en René helpen af en toe een handje. In Onder glas volgen we het ge zinsbedrijf van week tot week. Het wordt steeds ingewik kelder. Bij Van Gaaien hebben ze de eerste kas, de twee de kas, de oude kas, de gewone schuur, de groene schuur, de achterste tunnel en de voorste tunnel. En nu komt er nog een tunnel bij. Hoe die moet gaan heten, weten ze nog niet. „We moeten hem eerst bouwen", zegt Ivo. Om daaraan te kunnen begin nen is al een heleboel werk ver zet. De spullen die tussen de groene schuur en de boomgaard lagen, vooral oude ijzeren pij pen waarvoor Ivo op termijn best nog wel een bestemming heeft, zijn opgeruimd en gerang schikt. Het terreintje is ge maaid en niks staat nog de komst van een tunnel in de weg. Wat erin zou moeten gaan groeien, is nog de vraag. „Dat hangt helemaal af van het expe riment met de stekjes. Als dat goed gaat, gebruiken we de nieuwe tunnel voor het vermeer deren van plantgoed. Lukt dat niet, dan zetten we er rode bes sen in." Ivo heeft nog niet veel zicht op het verloop van de proe ven. De plantjes staan er floris sant bij, maar het is niet duide lijk of ze voldoende worteltjes ontwikkelen. De bouw van een nieuwe tunnel is onderdeel van een veel groter herinrichtingsplan. De boom gaard moet helemaal vol komen te staan met peren, de core busi ness van Ivo. Daarvoor moeten ruim honderd appelbomen wij ken, maar Ivo wil ze niet echt kwijt. „Ze verhuizen gewoon naar een deel van mijn mooie siergazon", zegt Janette. „Ho, ho", roept Ivo, „je kippenweid- je, zul je bedoelen." In het boom- gaardje staan nog goudrenet ten, jonagolds, delcorfs en el- stars. „Wij gaan niet met appels naar de veiling, maar we heb ben ze speciaal voor het winkel tje, een paar winkels in de buurt die ze afnemen en voor de pompoenendag die elk jaar bij mijn broer in het noorden wordt gehouden. Daar leveren we ook elk jaar appels." Een deel van de peren in het huisboomgaardje is een jaar ge leden al ingeplant. Ivo heeft ze op een hele. speciale manier ge snoeid en Janette heeft de mees te al vastgebonden. „Ik snoei ze zo dat twee takken in een V-vorm komen te staan. Die worden aan een soort lei-systeem vastgebonden. Op die manier verwacht ik weinig snoeiwerk en ik kan er gemak kelijk met een trekkertje bij om te spuiten." Ivo vertelt dat ze er op uit zijn om zo weinig mogelijk hand werk te doen. „Arbeid is veruit de prijzigste factor in ons be drijf, dus moeten we proberen zoveel mogelijk zelf te doen. Dan moet je de omstandigheden optimaal maken voor machines. We doen dat buiten en ook in de kas." Zere vingers Van het binden zijn Janettes vingers behoorlijk zeer gaan doen. „Je legt een paar duizend strakke knoopjes en dat ga je wel voelen. Gelukkig gaat het met mijn been ietsje beter en van lezers heb ik hele goede tips gekregen." Nu er geen enkele werknemer meer rondloopt, komt het op de twee maten zelf neer en in zeke re zin nemen ze het ervan. Janet te: „We zijn bijvoorbeeld om kwart voor twaalf gaan eten, in plaats van om twaalf uur. We hadden honger. Als er werkne mers zijn, kun je dat niet doen. Dan moet je zelf ook vaste pau zetijden aanhouden. Als we nu zomaar doen waar we zin in hebben, voelt dat dus als luxe." Naar het in elkaar zetten van de tunnel, ziet Janette wat minder gretig uit. „Volgens mij is het net zoiets als behangen: je kunt het eigenlijk beter alleen doen. Ivo is hier de techneut in huis, dus moet ik precies doen wat hij zegt. Probleem is, dat ik al tijd wil weten waarom ik iets doe." „Ja", roept Ivo, „dan heeft ze een vraag en van tevo ren weet ze al dat het geen slim me vraag is. 'Het zal wel stom klinken', hoor je dan en ja, dan klinkt het ook stom. Ik kan het dan weer niet laten om Janette daarmee op de kast te jagen. Maar, even serieus, die tunnel krijgen we met z'n tweetjes makkelijk overeind. Als die rin gen maar eenmaal staan, dan trekken we het plastic er zo overheen." Maar eerst moet de auto schoon. Janette heeft er flink werk aan, want Ivo gebruikt hem als een grote asbak. „Mi randa moet met de kindercanto- rij gaan zingen in Heinkens- zand. Wij hebben een grote au to waarin je veel kinderen kan vervoeren, dus ik moet rijden. Met zo veel nachtegalen achter in moet het vervoermiddel wel een beetje schoon zijn." Mieke van der Jagt Duinen bij Burgh-Haamstede foto Marijke Folkertsma Met de verdediging van zijn proefschrift, op 21 november, wordt een bij zondere periode in het leven van Frans Beekman afgeslo ten. Tien jaar lang werkte hij 's avonds en in het week einde aan zijn dissertatie; overdag gaf hij aardrijks kundeles aan de RSG in 'Zie- rikzee. Pas na zijn pensione ring, in 2001, en de verhui zing naar Den Haag kon hij zijn werk afronden. Zijn proefschrift gaat over de duinvorming en het duinge- bruik op Schouwen. Bijna vijf jaar wonen Frans en Ank Beekman in Den Haag. Maar waar Ank als Zeeuwse inmiddels helemaal in het Haagse leven geïntegreerd is, zit Frans (van oorsprong Haags) nog vaak in Zeeland voor onderzoek. Nu de disserta tie bij de uitgever ligt, hopen bei den gewoon voor de ontspan ning op Schouwen te kunnen verblijven. Frans Beekman: „Toen ik in 1990 door professor Borger, hoogleraar historische geografie aan de Universiteit van Amsterdam, gevraagd werd te promoveren, voelde ik me wel gevleid. Ik heb de Katholieke Leergangen in Tilburg gevolgd en ben geen doctorandus. Dat bleek geen probleem te zijn." Beekman was geïnteresseerd, overlegde met zijn vrouw en be sloot het te doen. De ogenschijn lijk simpele vraag van Borger zou het leven van de Zierikzeese aardrijkskundeleraar de volgen- Christi van Soelen: „Je hebt er engelengeduld voor nodig." foto Willem Mieras De brutaliteit! Komt er een man het museum binnenlo pen, kijkt wat om zich heen, ziet dat schattige fourniturenwinkel- tje staan en vraagt op dwingen de toon aan Ad van Soelen: 'Moet dat winkeltje kosten?' 'Dat is niet te koop', zegt Ad. De man, met de bravoure van ie mand die weet dat voor geld al les te koop is: 'Ik geef er 15.000 euro voor.' 15.000 euro! Voor een poppen huisje! Echt gebeurd hoor, verzekert Christi van Soelen. En geloof haar maar, het komt veel vaker voor dat bezoekers van haar mu seumpje een vragend gezicht én hun portemonnee trekken. Ze vertelt het met een blik vol onbe grip. Snap jij dat nou? Je zegt toch ook niet in het Rijksmu seum: 'Pakt u die Rembrandt maar even voor mij in?' Nee, na tuurlijk heeft Ad dat winkeltje, niet verkocht. Je denkt toch ze ker niet dat hij thuis had durven komen met de boodschap: 'Zeg Christi, ik heb je fournituren- winkeltje van de hand gedaan.' Christi van Soelen: „Ik maak wel eens wat dingetjes voor de verkoop, maar de belangrijke stukken in onze collectie zijn niet te koop. Absoluut niet. Veel mensen hebben geen idee hoe lang je er mee bezig bent ge weest; dat je er je hele ziel en za ligheid in hebt gelegd." Ongeveer anderhalf jaar gele den openden Ad en Christi van Soelen in een bescheiden ruimte in het ambachtscentrum van De Hollandsche Hoeve in Goes hun Miniatuur Museum. Daar, aan de Kattendijksedijk, bieden zij, zoals ze het zelf in een foldertje omschrijven, nostalgie in mini. Ze tonen er poppenhuizen, win keltjes, stijlpopjes, meubeltjes. Allemaal eigen fabrikaat, alle maal handwerk - priegelwerk op de vierkante millimeter. „Als ik een stoeltje bekleed; dat zijn zeseneenhalfduizend steekjes. Je moet er engelengeduld voor hebben, ja." Het poppenhuis ('Mijn klein zoon heeft er van de week nog mee gespeeld') van haar vader heeft ze nog altijd. Van hard board gemaakt. Vier kamers. De meubeltjes komen bij haar oma vandaan. Christi, van Soelen kreeg het in 1951, voor haar vijf de verjaardag. In Amsterdam woonde ze toen. „In de winter gingen we vaak naar het Rijks museum, naar de poppenhuizen kijken. Als mijn vader 's zon dags riep: 'wat zullen we van middag eens gaan doen?', wilde ik altijd naar de poppenhui zen." Goed beschouwd is het met het poppenhuis van haar vader be gonnen. Waarom, opperde Ad, ga je dat poppenhuis niet eens opknappen? Van het een kwam het ander, en zo was een hobby geboren. Bij haar thuis, op de lo de vijftien jaar gaan beheersen. Ank: „Het promoveren had best gevolgen. Frans ging een dag minder werken terwijl twee van onze dril zoons al .aan hetstude- ren waren. Hij moesfregelmatig naar Amsterdam en veel vrije tijd, ook de vakanties, ging in de promotie zitten. Maar het was ook een intellectuele uitdaging waar hij wel aan toe was." Beekman richtte zich op de ont wikkeling van de duinvorming in de Kop van Schouwen en het gebruik van die duinen door de mens. Hij herleidde de ontwikke ling van de oudste duinen, die tot Haamstede lopen, vooral aan de hand van scherven gevonden in de diep uitgewaaide duinval leien; geschreven bronnen zijn Duinafslag bij Westenschouwen foto Marijke Folkertsma Frans Beekman verdedigt 21 no vember om 14.00 uur in de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam zijn dissertatie over duinen ten overstaan van een historicus, ar cheoloog, naamkundige, geo loog en geomorfoloog (die de vormen van het landschap bestu deert). Deze verdediging is open baar. geerkamer, staan schoenendo zen vol friemels en frutsels hoog opgetast. Christi van Soelen kan werkelijk alles gebruiken. Van oude agenda's fabriekt ze schoentjes, fonduevorkjes kun nen uitstekend dienst doen als poten voor een ledikantje, een metalen kokertje waarin eens vanillestokjes zaten doet het pri ma als geiser. Een Amsterdams grachtenhuis ('Daar heb ik vijfeneenhalf jaar aan gewerkt'), een drogisterij, een bloemenkraam, een kappers zaak, een bodehuis, een kruide nierswinkeltje - ze heeft het alle maal gemaakt. En wat ze maakt moet kloppen. Tot in de kleinste details. „Als ik een kappers win keltje uit het begin van de vori- Frans Beekman promoveert op duinvorming en duingebruik op Schouwen. foto Dirk-Jan Gjeltema nauwelijks beschikbaar. Voor de latere periode kon hij terug vallen op veldboeken en het Zeeuws Archief, maar bijvoor beeld ook op een bijzondere Spaanse zeekaart. Uit zijn dissertatie blijkt het be lang van de Oosterschelde op de ontwikkeling van nieuwe dui nen. „De stroomveranderingen, geu len en afslag van platen zoals de Banjaard zorgden voor erosie van zand, dat deels de duinen inwaaide. Zo verdwenen haven plaatsen en cultuurland en kwa men resten van de kapel van On ze Lieve Vrouwe op Zee onder' het zand te liggen. In de twaalf de eeuw overstoven de jonge dui nen de oude duinen per jaar zo'n 25 meter landinwaarts. La ter werd dat minder omdat de bevolking ingreep en bijvoor beeld rijshout en helmgras plant te." Net als iedere andere promoven dus kende ook Beekman zijn dieptepunt. „Na tien jaar hard werken, leverde ik mijn manu script in bij Borger. Zijn ant woord was dat ik er nu maar eens een wetenschappelijk werk van moest gaan maken", vertelt hij rustig. Zes jaar geleden was hij minder nuchter. „Ik zat in mijn laatste lesjaar en zou met allerlei klassen op buitenlandse excursies gaan. Ik zag dat hele proefschrift niet meer zitten en heb het een jaar laten liggen. Pas na onze verhuizing naar Den Haag had ik, mede door aansporingen van anderen, weer energie om de draad o.p te pakken." Inge Heuff Miniatuur Museum, ambachts centrum recreatiepark De Hol landsche Hoeve, Kattendijkse dijk 27, Goes, geopend: iedere woensdag en zaterdag van 13.00 tot 16.30 uur, in de maanden juli en augustus ook op dins dag- en donderdagmiddag, gra tis toegang.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 23