PZC
In Zeeland wordt anders gevogeld
Die typische perkoenpaaltjes blijven gespaard
V ogel werkgroep
De Bevelanden
weerwoord
namen
Aanmeren
gdactie bijlagen: 0113-315680
nfiv.pzc.nl
:,-nail:redactie@pzc.nI
putbus 31, 4460 AA Goes
yvertentie-exploitatie:
foord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Tguws-Vlaanderen: 0113-315570;
fatoriaal: 020-4562500.
jinsdag 14 november 2006
De leden van vogelwerk
groep De Bevelanden
zijn er best trots op. De ei
gen website is sinds kort in
bedrijf. Dat mag tegenwoor
dig niet bijzonder meer he
ten, het geeft wel aan dat de
club springlevend is. En als
werkgroep van KNNV De
Bevelanden - vereniging
voor veldbiologie - treden
de vogelaars ook wat meer
uit de anonimiteit.
De kennis over vogels en
hun leefgebied vergroten.
Het waarnemen en tellen van
soorten. Zo vat voorzitter Ton
Stapels de activiteiten van vogel
werkgroep De Bevelanden sa
men. „Het is een actieve club,
we hebben 53 leden, dat is onge
veer eenderde van het ledenbe
stand van KNNV De Bevelan
den. Onze doelstelling vertalen
we zoveel mogelijk in concrete
acties en daaraan wordt goed
deelgenomen."
Hij is blij met de nieuwe websi
te, die door werkgroeplid les
Meulmeester in elkaar is gezet.
„De meeste vogelwerkgroepen
in de provincie hebben al zo'n
site. Bedoeling was. een gezamen
lijke via het Zeeuws Vogelaars-
overleg te maken. Dat kwam
niet snel genoeg van de grond.
We hebben zelf onder onze le
den gezocht naar kennis. De site
levert meteen al flink wat con
tacten op. Er is één kritiekpunt:
het ontbreken van een vogelgale
rij. Daar doen we wat aan; we
hebben goede fotografen, onder
wie Niels de Schipper en Niek
Oele."
Stapels is vanaf maart 2004
voorzitter van de werkgroep.
Als ambtenaar op de afdeling
ruimtelijke ordening en milieu
van Borsele, belandde hij vanuit
het oosten des lands in Zeeland.
Hij is van jongs af aan vogelaar
„Het begon met het uithalen
van een merelnest. Dat was heel
spannend, maar ook zielig. Ik
ben lid geworden van de NJN,
de jeu 4 lbond voor natuurstu
die. Eiv. prachtige tijd, waarin
ik veei Li°b geleerd. Later sloot
ik me aan bij de KNNV in Doet-
inchem en bij mijn verhuizing
naar Goes werd ik lid van de af
deling De Bevelanden."
Stapels is zo iemand die altijd
een verrekijker in de auto heeft
en als het even kan op plekken
gaat kijken waar vogels zitten.
Wat dat betreft heeft Stapels
het in Zeeland getroffen. „Het is
hier voor de vogelaar een para
dijs, vergeleken met het oosten
van het land. Soorten als tapuit,
paapje en putter broeden hier
zelfs. De zanglijster overwin
tert, de groene specht kun je el
ke dag horen. Het aantal en de
variëteit aan soorten zijn onge
kend, het is zonder meer verge
lijkbaar met de Wadden."
Stapels moest zich wel aanpas
sen; het 'vogelen' is in Zeeland
anders. „Je moet natuurlijk reke
ning houden met het getij, een
goede timing is belangrijk. In de
Achterhoek ga je wandelen door
weilanden en bossen. Hier zet je
Vogels in de Yerseke Moer.
een telescoop neer, je kijkt een
tijdje en gaat verder naar een an
dere plek. Je hebt beslist een te
lescoop nodig in Zeeland. Plek
ken om te kijken zijn er genoeg,
zowel 's zomers als 's winters. Ik
was meer een zangvogelaar,
goed op het gehoor. Ik moest-me
nu vooral steltlopers eigen ma
ken."
Tellen
Het waarnemen en tellen van
soorten ziet de voorzitter als één
van de voorname activiteiten
van de werkgroep. Dat levert ge
gevens op die onder meer van be
lang zijn voor natuurbeheer en
-beleid. Het levert een beeld op
van de ontwikkeling over een
langere periode. Tellen gebéurt
in nauw overleg met Sovon, de
landelijke stichting voor vogel-
onderzoek. Het gaat om ganzen-
en zwanentellingen (maande
lijks van september tot april),
midwintertelling van watervo
gels (half januari), broedvogelin-
ventarisaties van steen- en kerk
uil en roofvogels, slaapplaatstel
lingen van kleine zilverreigers,
onderzoek naar zeldzame soor
ten en het tellen van kolonievo
gels de huiszwaluw en blauwe
reiger.
Roofvogelgroep
Met zichtbaar plezier vertelt
Stapels over het huiszwaluwen-
project. „We hebben dit jaar
flink gescoord. Het was een
goed huiszwaluwenjaar, er zijn
op de Bevelanden 2041 broedge-
vallen geteld." Bij de steen- en
kerkuilen is het niet alleen tel
len (dit seizoen 25-27 broedpa-
ren in de Zak van Zuid-Beve
land), maar ook het plaatsen en
onderhouden van nestkasten.
Stapels is blij met de opleving
die de roofvogelgroep onder
gaat, mede dankzij de komst
van kenner Wannes Castelijns.
„Die bracht nieuw leven in de
brouwerij. Er is een roofvogel
cursus opgezet, waar een flinke
belangstelling voor bestond. De
bedoeling is ook de roofvogelin
ventarisatie weer op te pak
ken."
foto Niek Oele
De voorzitter erkent dat de
werkgroep niet zoveel naar bui
ten treedt. „We zijn echt gericht
op het plezier hebben in voge
len, het doen van onderzoek en
het doen van waarnemingen.
We zijn niet zozeer gericht op
politieke beïnvloeding. De vogel
werkgroep is geen actiegroep."
Toch vindt Stapels het een goe
de zaak om wat meer naar bui
ten te treden en de gegevens die
nu dikwijls binnen een kleine
club blijven, te delen. „Daarom
hebben we ook de website opge
zet."
Rinus Antonisse
zie www.vwgdebevelanden.nl.
foto Niek Oele
foto Niek Oele
foto Mechteld Jansen
Voorzitter Ton Stapels
Als november
's morgens
broeit, weet dat
de storm dan
's avonds loeit
3\U.(JIjE.%
Misschien zijn het er
veertig, hooguit vijf
tig families. De families De
Kubber concentreren zich
in het midden van
Zeeüws-Vlaanderen en het
noorden van midden
Zuid-Beveland. Uiteraard
zijn er zwervers en dwaal
gasten, verscholen naam-
dragers. Een enkele gast
heet De Cubber, hij zal mee
geteld worden. Als het zo
ver is.
Vlaanderen levert ook wei
nig De Kubbers op. Helaas,
althans met een K. Daaren
tegen groeien en bloeien de
lui die zich De Cubber noe
men. Ga langs het kanaal
van Terneuzen naar Gent
en ga zuidelijker, kijkt
links en rechts en het stikt
van de De Cubbers. Op een
winderige dag tel je daar
bijna zeshonderd families.
Zeshonderd, kom daar te
genwoordig eens om.
De naam is dan ook in oor
sprong Oost-Vlaams, nog
verder weg eigenlijk:
Vlaams-Brabant. De
Zeeuwse De Kubbers zal
dat niet nagedragen wor
den. Het zijn de feiten.
Voor de betekenis moeten
we dan ook naar het dialect
van Vlaanderen en
Zuid-Brabant. Daar is een
kobber, kubber een manne
tjesduif, een doffer dus.
Het woord komt in andere
vormen overal voor. Zo is
in het Fries-Gronings een
kob(be) een meeuw.
De Kubber zou in oor
sprong een beroepsnaam
kunnen zijn van iemand die
in de duiven zit. Maar er is
nog een andere mogelijk
heid. Reeds aan het eind
van de middeleeuwen is
een kubber ook figuurlijk
gebruikt voor een mansper
soon die met lust de vlee-
schelijke omgang zoekt:
ghy zult de duyvinne bij de
kubber vinden, staat er ge
schreven.
Kijk, wat het in ieder con
creet geval precies zal zijn,
een duivenmelker of een
minnend man, is ongewis.
Men kan tenslotte niet iede
re De Kubber nagaan.
Lo van Driel
De Corné is het enige vissersbootje dat
nog in het haventje van Strijenham
ligt. „Die eigenaar moet ik nog eens bel
len, want als het echt gaat stormen, slaat
de wind zo'n bootje aan stukken op de
kant." Jo van 't Hof (72) weet hoe het te
keer kan gaan bij Strijenham. Al 48 jaar
heeft hij een bootje in het haventje liggen.
Het haventje aan de zuidkust van Tholen
is genoemd naar de oude rivier de Striene.
Deze vormde ooit de grens tussen Zee
land, Brabant en Zuid-Holland. „Nog eer
der werd het de Striona genoemd, daar
heb ik mijn houten zeilbootje naar ver
noemd, want de camping hier heet al De
Striene, dus moest ik wat anders beden
ken", zegt Van 't Hof.
Wie met de auto naar het gehucht Strijen
ham komt, hoeft niet naar een parkeer
plaats te zoeken. Onderaan de havendijk
ligt een parkeerterrein met maar liefst 36
plaatsen. Wie niets van de geschiedenis
van het plaatsje weet, vraagt zich mis
schien wel af of de inwoners van Strijen
ham in een ver verleden een zelfde stroom
toeristen verwachtten als Renesse en Dom-
burg.
De werkelijke reden van het overmaatse
parkeerterrein ligt in het verleden, toen er
nog geen asfalt lag en het nog gewoon een
peeveld werd genoemd. Van 't Hof kan het
zich maar al te goed herinneren: „De boe
ren uit de omgeving kwamen de suikerpee
ën hier lossen. Ik heb nog geholpen om ze
in de schepen te laden. Dat was zwaar
werk, vooral bij laag water, dan moesten
we alles met karren vervoeren."
Wat minstens even zwaar was: het sluiten
van de coupure in de havendijk. Om de
schepen te beladen moest de coupure
open, maar voor het hoogwater kwam
moest de dijk weer gesloten zijn. De ruim
te tussen de bielzen van de coupure werd
opgevuld met de klei die op het peeveld
achterbleef.
Van 't Hof groeide op in Strijenham, maar
woont al jaren in Tholen-stad. „De vrouw
kwam uit de stad en die wilde niet in Strie
ne wonen. Ze was water, gas en elektrici
teit gewend. Ze was niet van plan om ge
noegen te nemen met een peutlamp en een
regenbak."
De dertien leden van Watersportvereni
ging Strijenham komen meest van het ei
land of uit West-Brabant. Degenen die
van verder komen, zijn 's zomers op de
camping aan de kust te vinden.
Als de vissersbootjes in april weer het wa
ter in gaan, beginnen ingrijpende werk
zaamheden aan de dijk. Maar, als alles
achter de rug is, zal daar weinig meer van
te zien zijn, voorspelt Ronald den Hoed
van het Projectbureau Zeeweringen. Dat
bureau zorgt er voor dat kilometers zee
dijk worden voorzien van nieuwe bekle
ding die beter bestand is tegen hevige stor
men. „Onder het havenplateautje komt
een verborgen constructie. De bovenste as-
faltlaag krijgt een streetprint. Dat wordt
ook wel toegepast in winkelcentra. Het is
gewoon asfalt, maar door een tekening en
een kleur aan te brengen, lijkt het net als
of er bijvoorbeeld klinkers liggen." In
Strijenham komen zodoende nep-kinder-
kopjes te liggen. „Dat sluit aan bij het cul
tuur-historische karakter van Strijenham,
dat we graag willen behouden", zegt Den
Hoed.
Zo worden ook de typische perkoenpaal
tjes (op de voorgrond van de tekening) ge
spaard. Den Hoed: „Ze hebben geen nut
meer, maar horen bij het haventje, dus
plaatsen we ze terug."
Joeri Wisse
Zeeland grossierde vroeggrvn 'i?
haventjes. Veel zijn er verdwe
nen, in onbruik geraakt óf heb
ben een andere bestemming ge
kregen. In de serie Aanmeren
aandacht voor dit maritiem, erf
goed, met illustraties van Adri
Karman. Deze week: het haven
tje van Strijenham.