Wim Guns
bouwt auto's
in Ethiopië
'Hamecourt was toeschouwer in een gekkenhuis
Een druppel
die een
olieplas kan
worden
Het Russische volk is niet gek
zaterdag 11 november 2006
Z/
Ondernemen in Afrika heeft zo zijn eigenaardigheden, merkte
Wim Guns. Zo weet hij na jaren nog steeds niet in welke stad
zijn fabriek staat. Moddjo, Modjjo, Modjo of gewoon Mojo? „Ieder
een schrijft het anders, ook het gemeentebestuur. Wat dan weer aar
dig is van Afrika: het maakt niet uit. Schrijf het zoals je wilt. In Ne
derland zou je onmiddellijk alle papieren terugkrijgen en een maand
vertraging oplopen. Hier geeft het niet."
De Afrikaanse mentaliteit is mooi.
Mede daardoor heeft Brabander
Wim Guns, met zijn Ethiopische part
ner Tadesse Tessema Alemu, in record
tijd een fabriek gebouwd. Zij hebben
ook de productie opgestart én de eer
ste lichting verkocht van de aller
nieuwste echt Nederlandse auto: de
DOCC. Dat alles binnen een jaar, ter
wijl anders de bouw van de hal alleen
al zo'n vier jaar duurt.
„We willen vooruit", zegt Guns, „en
de rest gelukkig ook. "Zo kon hij in
het Hilton van Addis Abeba met
Tessema het doek van de allereerste
DOCC trekken. Een donkergrijze. Al
lang verkocht, net als de andere 47
van de eerste productieserie, hoewel
die nog in elkaar gezet moeten wor
den. Sterker: pas na de auto kon Guns
de prijs onthullen: 139.500 birr, zo'n
12.500 euro. Ter vergelijking: een
twintig jaar oude Corolla doet daar
zo'n 10.000 euro ;,en de onze rijdt ook
nog eens zuiniger", lacht Guns.
Hij oogt heel wat jonger dan de 58 ja
ren die hij achter zich heeft. Hij is he
lemaal op zijn gemak in het state-of-
the-art huiskantoor, maar heeft in'
zijn agenda voor die avond nog een op
treden staan met the Vitals, de rock
groep waar hij al ruim veertig jaar in
bast. Hij hield niet eens van techniek.
Een test raadde de kweekschool aan,
liefst gymleraar, daar hoefde je niet
veel voor te leren. Bij de hts bleek hij
bovennormaal ruimtelijk inzicht te
hebben en als geen ander problemen
uit elkaar te kunnen rafelen. Hts?
TH-materiaal! Opeens zat hij in de au
to's. Werkte 17 jaar bij Volvo, waar
hij als hoofdverantwoordelijke het
440/460-model van ontwikkeling tot
productie bracht. Iets wat hij later her
haalde voor vrachtwagenfabrikant
DAF, waar hij de 75/85-serie en de
95XF naar buiten liet rollen.
Uitdagingen
„Ik houd van uitdagingen, zocht iets
nieuws en trucks zijn weliswaar au
to's, maar van een geheel ander kali
ber." Toen ook die de deur uitvlogen
ging hij opnieuw op zoek. Het werd
een eigen automotive adviesbureau,
maar dat bevredigde niet. „Ik kon wel
adviseren en helpen, maar had geen
invloed op wat er vervolgens met dat
idee gebeurde. Te vaak belandde het
in een onderste la. Dat is niet mijn
stijl, ik wil dat iets werkt." Wat hem
bij Trento bracht, een bedrijf dat pro
ductie- en automatiseringsproblemen
oplost, bij voorbeeld robots bedenkt
Wim Guns en zijn Ethiopische partner Tadesse Tessema Alemu van Holland Car waar de DOCC-auto wordt gemaakt.
en aan lopende banden plaatst, of het
nu om auto's of wc-potten gaat. Elk
bedrijf een eigen probleem, elk pro
bleem een eigen oplossing: spekkie
naar Guns bekkie.
Op een dag kwam Tadesse Tessema
langs. Een Ethiopiër die een bloeiend
zaakje had opgebouwd door in Neder
land oude Lada's op te kopen, naar
Ethiopië te verschepen en daar te ver
kopen. Zijn probleem: de Lada's wa
ren op. Dus kwam hij Trento vragen
wat een fabriek kostte om ze zelf te
Fabriek van Holland Car in Ethiopië waar de DOCC-auto wordt gemaakt.
maken van oude onderdelen. Guns:
„Dat plan was aan alle kanten lek te
schieten, maar ik vond het wel span
nend klinken." Van het een kwam het
ander. Guns ontdekte een subsidiepot
bij EZ, die ter bestrijding van armoe
de in Afrika daar duurzame industi'ie
wil opzetten met kennis uit Neder
land. Hij ontdekte dat op auto's een
importheffing zit van 35 procent, en
op onderdelen maar 5. „Dus als je een
auto daar in elkaar zet, is hij meteen
eenderde goedkoper."
Een echt nieuwe auto ontwikkelen is
geen doen, wist Guns uit ervaring.
„Dat kost miljarden en vele jaren."
Dus gingen ze op zoek naar een be
staand model. Wel met een apart eisen
pakket voor Afrika. „Een robuust on
derstel en hoog op de wielen, want als
er al sprake is van een weg, dan is het
nog altijd merendeels kuil."
Simpel
Zeker zo belangrijk: simpele techniek.
„Geen elektronica, daar kunnen ze
niks mee. Als een auto in de bush ka
pot gaat, moet je hem met wat vijlen
en schaven aan het onderdeel weer
aan het lopen krijgen."
Ook: geen plastic maar metaal. „Plas
tic kun je niet uitdeuken." Vrijwel al
le moderne auto's vielen daarmee af
en ze kwamen uit bij de Sahin, een mo
biel van het Turkse Tofas. Die bou
wen al jaren in licentie Turkse Fiats,
en inmiddels ook Alfa's, Peugeots en
Citroëns. Het idee de auto helemaal in
Ethiopië te maken werd verlaten.
„Vooral de lakvoorbereiding is een
waanzinnig duur proces. Ook het per
sen en de carrosseriebouw komen erg
nauw kijken en vragen hoge investe
ringen." Uiteindelijk werd besloten
om de auto's in Turkije te laten ma
ken, dan als onderdelen te versche
pen, en ze uiteindelijk in Mojo (of
Moddjjo) af te bouwen en te spuiten.
CKD heet dat, 'completely knock
down'.
Guns zat net zo lang te puzzelen tot
dat hij 48 wagens in 15 zeecontainers
kreeg. „Onder andere door het chassis
zelf ook vol te laden. Geen hoekje is
onbenut gelaten." Er kwam een apar
te joint-venture, Holland Car (eigen
lijk is de auto niet helemaal Neder
lands). Intussen werd ook in Ethiopië
hard gewerkt. Grond geleast, alle ver
gunningen kwamen af (Guns: „Nee,
geen corruptie. Dat verbaasde mij aan
vankelijk ook, maar Ethiopië is een
van de eerlijkste landen in Afrika.
Dat zeggen ze zelf in alle folders,
maar het klopt. Geen rare bezoekjes,
geen envelopjes:") Een fabriek bou
wen is een gigantische klus, maar niet
als je Guns heet. Hij kocht een oude
loods in Rotterdam op, schroefde die
uit elkaar en in recordtijd stond-ie
weer overeind in Modjjo (of Mojo). Na
tuurlijk zaten er haken en ogen aan:
de kantoren zijn er nog niet, want
Guns gaf voorrang aan de productie-
ruimte. „Eerst maken, dan zitten."
Hutten
Er waren wat probleempjes met de
plaatselijke bevolking. Er stonden hut
ten op het terrein die wegmoesten. De
overheid zou ze elders laten herbou
wen, maar dat wisten de bewoners
nog niet, waarop Guns ze baantjes gaf
en zo alle harten weer won.
En de verkoop? Daar maakt Guns zich
voorlopig weinig zorgen over. „Con
currerende dealers hebben geen
showrooms, die staan met een fotootje
op de hoek van de straat." Guns heeft
ze niet nodig want de DOCCs verko
pen zichzelf. Hoewel hij nog niet eens
een verkoopprijs had, trok een enkel
tv-spotje een lange wachtlijst. Die eer
ste hausse gaat natuurlijk naar de hap
py few. „Het is het daar het equiva
lent van een huis kopen." Guns heeft
zijn markt al in het snotje. „In Addis
Abeba alleen rijden al 15.000 taxi's.
Allemaal oude Lada's. Die hebben een
zwakke voortrein, om de paar maan
den vallen de voorwielen er vanaf en
staan ze twee maanden stil." In tien
jaar kan hij de hele vloot vervangen.
„Omdat de DOCC weinig onderhoud
nodig heeft en ook nog eens twee keer
zo zuinig rijdt, hebben de onderne
mers al meteen een exploitatievoor
deel van 25 procent", rekent hij gul
voor.
Wat nu? De Westerse markt? Die zit
niet echt op de DOCC te wachten,
weet Guns, maar hij heeft wel vergun
ningen voor Kenia en Djibouti. Ook
voor Somalië maar daar zitten ze nog
niet te springen om auto's.
Ondertussen wil hij het productiepro
ces verder stroomlijnen. „Kijken waar
het sneller of beter kan." Voorbeeldje:
er'is geen lopende band of productie
lijn. Guns zorgt dat er zo snel moge
lijk wielen onder het chassis zitten,
dan kunnen de arbeiders de wagens
zelf vooruit duwen.
Waar ook veel kansen zitten: wat hij
plaatselijk kan halen. Hij hoopt op
een toeleverindustrie. „Dit is het bes
te dat een land kan overkomen. Het is
een druppeltje dat een hele olievlek
kan worden." Een laatste vraag. Waar
om de DOCC en niet de EOCC. Waar
om Holland Car en niet Ethiopian
Car? Zouden de Afrikanen niet nog
sneller warmlopen als ze een echt Afri
kaanse auto konden kopen. Guns:
„Niet echt. Nederland heeft een goede
naam sinds de vriendschap tussen
Juliana en Haile Selassi. Als het uit
Nederland komt, dan is het goed. Dat
wist Tadesse. Die kocht zijn Lada's ex
pres in Nederland en niet in Rusland.
Zodra er een uit Rusland kwam, kel
derde de prijs."
Max Steenberghe
chttien jaar geleden, toen het Sovjetim-
.perium nog onwrikbaar leek, trok
N d'Hamecourt naai' Moskou. Als corres-
ttlent voor onder meer de NOS werd hij
•t Nederlandse gezicht van Rusland. In
nboek Moskou is een gekkenhuis vertelt
Hamecourt waarom hij zich na al die ja-
ia nog steeds een toeschouwer in het thea-
ivoelt.
Heb je het al gezien?", vraagt Peter d'Ha-
Kourt. „Die witte marmeren pilaren, die
"Hdakijnen? Het gesloopte Intouristhotel
aseen vervloekte betonbak, maar die ne-
^Jfntiende- eeuwse namaak die ervoor in de
- gekomen, dat kan toch niet?
f bevinden ons in restaurant Poesjkin,
etablissement dat de sfeer uitademt
511 het tsaristische Rusland. Toch is alles
•P- „Net echt is goed genoeg in Moskou",
°dt d'Hamecourt. „Achter dit restaurant
zich trouwens een drama voltrokken.
Historische panden zijn gesloopt, omdat ze
nodig een ondergrondse parkeergarage
dlden hebben."
Hj is opgegroeid in Rotterdam. „Dat is plat-
fbombardeerd in de oorlog, maar de we-
jfopbouw is in harmonie uitgevoerd. Ook
is door de eeuwen heen bezocht
Voorlogen en branden, maar er lijkt
wo enkele planologie te bestaan voor wat
s'°pen en bouwen. Voortdurend worden
faanslagen op de stad gepleegd en op de
lof andere manier past Moskou zich tel
ls aan. Wat je ook met de stad doet, men-
r blijven er toch van houden."
Hamecourt blijft zich verwonderen en op-
den over de stad die nooit echt hele
maal de zijne zal worden, net als in die eer
ste dagen in 1988: Er is een radiator, maar
geen knop om de gloeiend hete verwarming
te temperen. Dan maar de grote dubbele ra
men openzetten. De sneeuwstorm neemt de
gordijnen mee en een sluier van sneeuw
vlokken vult de kamer. De ramen gaan
weer dicht.
De telefoon gaat. Een stem van een dame:
„Hello, you want company?" Is dit een bor
deel of, zoals het staatsreisbureau Intourist
zegt, het beste hotel in de stad? Nog maar
„In het Kremlin wordt alles besloten, daar
wordt je leven bepaald. Het primaat van de
willekeur heerst, er is een man die het toe
vallig voor het. zeggen heeft. Ze houden het
imago op van een democratie, maar in wer
kelijkheid heeft de burger helemaal niets te
vertellen. Sterker: de burger moet ongeloof
lijk snel zijn mond houden, anders slaat
men hem dicht. Het volk is natuurlijk niet
gek. Het zegt ja en amen en gaat toch zijn
eigen weg. Dat moet ook als je in dit land
wil slagen."
een paar uur in Moskou en de verbazing en
verwarring strijden om voorrang. Een ge
voel dat bijna twee decennia later nog niet
is verdwenen.
D'Hamecourt: „Ik voel me wel thuis in een
gekkenhuis. In mijn jeugd droomde ik er al
van weg te gaan uit Nederland. Ik ben gebo
ren in Vlaardingen en daar zag je de oceaan
stomers het zeegat uitgaan. In Moskou raak
je soms ook door twijfels bevangen, een
beetje depressief, maar de gemiddelde Rus
vraagt zich net zo goed soms af of dit wel
het land is waar hij wil wonen."
„Soms heb ik het idee dat ik meer ben inge
burgerd dan mijn Russische vrienden. Die
kijken niet naar het nieuws, leven buiten de
werkelijkheid. Poetin is voor hun een pretti
ge president. Want zo lang je je nergens
mee bemoeit, kun je redelijk rustig leven."
Moskou probeert de warrige geschiedenis
zo goed mogelijk te verpakken. Het wil zijn
tsaristische grandeur terug, maar kan ze
ventig jaar communisme niet verloochenen.
„In Moskou kun je zien dat ze niet klaar
zijn met hun geschiedenis. Bij de herden
king van de stalinistische repressies komen
twee- a driehonderd mensen bijeen bij een
kei, één van de kleinste monumenten. Tot
mijn woede staan er soms meer mensen bij
het graf van Stalin om zijn geboortedag te
herdenken."
Schandalen
„In andere landen zou dat tot schandalen
leiden. Stel je voor dat er meer mensen bij
het graf van Hitier zouden komen dan bij
een Holocaustherdenking. Daar kan alleen
iets aan veranderen als de media vrijer wor-
Het Rode Plein in Moskou
den, maar daar heeft de zittende macht
geen behoefte aan."
„Er is geen protest tegen de teloorgang van
die suffige pers, terwijl journalisten in Rus
land pas echt risico lopen als ze hun nek uit
steken. Daar betalen sommigen met hun le
ven voor. Je hebt hier het gevoel dat het
morgen afgelopen kan zijn. Dat fatalisti
sche vind ik boeiend."
„Laatst was ik in New York. Twintig jaar
foto GPD
geleden dacht ik: als ik hier toch eens zou
mogen wonen, in deze wilde, onberekenba
re stad. Moskou is eigenlijk spannender."
„In Nederland leven de stereotypen voort.
Daar is geen kruid tegen gewassen. Kijkers
weten zeker dat ik altijd met mijn bont
muts op voor het Kremlin Nederland toe
spreek. In mijn hele carrière heb ik de
muts, in beeld, wellicht tien keer op gehad.
Dat is wel frustrerend. Ik krijg ze nog
steeds, de e-mails: waar kan ik zo'n bont
muts kopen, waarom draagt u een rode vos?
Het is inderdaad een rode vos. Ik heb die
muts al gekocht in 1988 en het is dus maar
één rode vos. Daar heb ik bovendien 400
oude Russische roebels, dus een paar hon
derd euro, voor betaald. Ik dacht toen ook:
het wordt hier hartstikke koud, dus dan
moet ik wel zo'n cling hebben om op mijn
hoofd te zetten. Als ik een item maak over
de walrussen, mensen die in de winter een
wak hakken in het ijs om erin te gaan zwem
men, dan heeft dat natuurlijk een enorme
impact. Wij doen dat niet, zwemmen in ijs.
Wij schaatsen erop. Toch krijg je daardoor
wel eens het idee dat Nederlanders denken
dat om de hoek van het Kremlin mensen op
berenjacht gaan of aan het wodka-infuus
liggen."
D'Hamecourt: „Het is niet mijn bedoeling
geweest een negatief boek te schrijven.
Soms probeer je een realistisch beeld te ge
ven en is het resultaat hilarisch. Dat past
bij deze stad. Die intieme warmte ervaar ik
zelf niet vaak, nee. Daarom heb ik ook een
hoofdstuk toegevoegd waarin mijn vrouw,
die in Moskou is geboren, over haar stad
vertelt. Ik blijf een Rotterdammer die ver
dwaald is in deze stad. Na al die jaren ben
ik toch nog steeds een bezoeker, een toe
schouwer in dit theater. Raar? Ach, dat
past wel bij dit gekkenhuis."
Remco Reiding
Peter d'Hamecourt, Moskou is een gekken
huis - Verhalen over een wereldstad, uitge
verij Conserve, ISBN 90 5429 228 8, prijs:17
euro.