Menselijke waardigheid staat voorop Onaangepast naar de militaire keuring SP-leider Jan Marijnissen 25 zaterdag 11 november 2006 In de peilingen is de SP inmid dels de derde partij in zetel aantal geworden. Voorman Jan Marijnissen scoort al jaren het best in onderzoeken naar de be trouwbaarste politicus. „Er is iets fundamenteel veranderd," zegt hij. „Mensen zijn ons serieus gaan nemen." Iedere tweede passant roept iets be moedigends in zijn richting. „Hé Jan, mijn steun heb je hoor! „Dag meneer Marijnissen, succes de 22ste!„Jan, jij bent mijn man! Na een drukke campagnedag geniet SP-leider Jan Marijnissen in Ensche de op een terrasje even van het zachte najaarsweer. Vriendelijk zwaait hij de voorbijgangers gedag. Als hij een slok neemt van zijn koffie, mompelt hij toch timide: „Het went nooit, dat voortdurend herkend worden." De weg naar succes was een lange voor Marijnissen en de SP. Van splin terpartij die vooral lokaal actief was, groeide de SP onder de leiding van Marijnissen uit tot een van de grootste landelijke partijen in ledenaantal en, belangrijker nog, de partij met de meeste actieve leden van allemaal. De partij ontstaat in 1972 uit de Kommu- nistiese Eenheidsbeweging Nederland (Marxisties-Leninisties), afgekort als KEN. De afdeling in Oss, waar de dan nog 20-jarige Jan Marijnissen actief is, wordt al snel de succesvolste van allemaal. „Er is geen deurbel waar ik niet geweest ben, geen fabriek die ik niet van binnen kende. Oss is mijn leerschool geweest", zegt hij terugblik kend. Dat die stad zo vatbaar was voor de ideeën van Marijnissen en de zijnen komt volgens hemzelf doordat de ja ren zestig volkomen aan Oss voorbij waren gegaan. „Daar kwamen ineens van die jonge gastjes de deuren langs met de vraag of ze klachten hadden over de woningbouwvereniging. Dat had nog nooit iemand gedaan." „De lokale PvdA was te elitair en de KVP was van oudsher verweven met de macht. Er lag een enorm gat dat wij konden vullen. In '73 organiseer den we een wilde staking bij een ta- pijtfabriek bij ons in de straat. Het was tegen een cao die de bond had af gesloten, maar die het personeel waar deloos vond. Die staking slaagde nog ook. Hé, dachten de mensen toen, die jochies krijgen nog iets voor elkaar ook." „Dat gaf een enorme boost. Bij de raadsverkiezing in '74 haalden we van uit het niets drie zetels. De KVP ver loor haar absolute meerderheid. De PvdA dacht: het is maar een eendags vlieg. Niet dus." Dogma Toen Marijnissen in 1988 landelijk voorzitter werd van de partij, was een van de eerste dingen die hij deed het afwerpen van de ideologische, marxis- tisch-leninistische veren waarmee de partij zich nog tooide. „Waarom? Om dat je het primaat niet moet geven aan gedateerde theorie." „Te veel regimes hebben de werkelijk heid proberen aan te passen aan hun theorie, dat leidde tot moordpartijen en schijnprocessen. Ik heb er altijd voor gepleit dat de SP reële doelen moet nastreven. Daarom maken we er nu ook geen punt meer van dat Neder land uit de Navo moet of dat het ko ningshuis moet worden afgeschaft." Dat hij zich in de jaren zeventig tooi de met de term marxistisch-leninis- tisch, had volgens hem vooral een elec torale reden. „Wij gebruikten het als een hol predikaat om ons te onder Voorman Jan Marijnissen scoort al jaren het best in onderzoeken naar de betrouwbaarste politicus. foto Charel van Tendeloo/GPD scheiden van de sociaal-democratie, die hadden, zich immers bezondigd aan een verkeerd gebruik van de macht. Van het begin af aan zijn we vooral een heel praktische partij ge weest, met geweldloze acties, het mo biliseren van mensen,-hét organiseren van hulpdiensten. Toen de partij in cle jaren '80 in crisis verkeerde, zeiden we tegen de oude garde: stop met dat theoretische gezeur, kijk hoe wij het doen in Oss en wat voor succes we er mee hebben. Intern heeft dat amper rumoer gewekt. Twee afdelingen zijn op de oude voet verder gegaan, maar daar heb ik al twintig jaar niets meer van gehoord." „Dogmatiek is mij wezensvreemd. Dat zeg ik niet omdat ik de brave Hen drik wil uithangen. Ik heb weliswaar bewondering gehad voor Mao in mijn jeugd, maar al snel afstand genomen van zijn geperverteerde regime. Het is ook de dogmatiek van de katholieke kerk geweest waardoor ik mijn geloof heb verloren." Kostschool Het geloof verloor hij bij de Norber tijnen in Heeswijk. Hij zat daar op kostschool, nadat zijn vader was over leden. Marijnissen was toen tien. Zijn ziekelijke moeder was niet in staat om hem thuis op te voeden. „In het derde jaar dacht ik: is dit het nou? Hoe zit het met die goedertieren heid van de Almachtige? Of hij is een groot cynicus, of het zijn allemaal maar praatjes voor de vaak. Mijn ge loof is toen weggeëbd. Ik ben niet meer religieus, maar de sfeer van het katholicisme is me wel altijd aan blij ven spreken." De gebeurtenissen in zijn jeugd hebben zowel zijn karakter als zijn politieke overtuiging ge vormd. „Ik heb de nodige krassen op gelopen in die periode", vertelt hij er zelf over. „Plet oprakelen van pijnlij ke herinneringen doe ik bewust nooit. Omdat ik dat van mezelf weet, kan ik in alle andere contacten heel open zijn." „Ik ben oprecht geïnteresseerd in an deren, hoe zij hun problemen aanpak ken, hoe zij in het leven staan. Kan ik iets van jou leren? Een paar jaar gele den was dat nog anders, toen-had ik meer moeite met het aanknopen van relaties. Blijkbaar is dat een persoon lijke ontwikkeling die ik heb doorge maakt." Dat besef kwam pas later, toen hij een jaar of 35 was. „Tot dan had ik nooit echt over alles wat me was overkomen nagedacht. Ik kwam terug van de kostschool, was een lasti ge puber, ging werken en werd poli tiek actief. Pas later realiseerde ik me dat ik geen vader had, dat ik niet eens een foto van ons samen heb en wat ik daardoor eigenlijk altijd miste. Toen ben ik er veel over gaan praten met an deren. Inmiddels denk ik dat ik de af fectieve tik die ik heb opgelopen na zijn dood en door mijn verblijf op de kostschool een plekje heb gegeven." Achteraf beseft hij dat ook zijn levens overtuiging in die periode is gevormd. „Ik heb in die tijd geleerd dat ieder mens uiteindelijk zelf verantwoorde lijk is. voor zijn leven en geluk. Het is fijn als anderen je helpen, maar reken er niet te veel op want voor je het weet ontvalt alles je. Het is een gunst als mensen iets voor je betekenen, maar geen vanzelfsprekendheid. Als je het hebt, prijs je gelukkig." On danks die affectieve tik, kreeg hij al op jonge leeftijd iets met zijn latere vrouw Mari-Anne. Hij was vijftien, zij zestien. Volgende maand zijn ze der tig jaar getrouwd. „Je had twee jeugd groepen in Oss: de Puch- en de Kreid- ler-rijders. Ik hoorde bij de eerste groep. Wij hingen vaak rond bij de lo kale ijssalon. Daar kwam Mari-Anne ook met haar vriendin." „Het heeft me al die jaren geen enkele moeite ge kost bij haar te blijven. Ondanks dat ook wij natuurlijk wel eens botsen, heb ik me altijd bij haar thuis ge voeld. Het is natuurlijk ook erg ver bonden met onze dochter, ons huis, het tuintje waar ik erg van houd. Zij is net zo druk als ik als lerares op de basisschool en de politiek. Zij heeft nooit zitten wachten op mij, we had den ieder ons eigen leven en stimuleer den elkaar daarin." De drijfveer in zijn politieke handelen haalt hij naar eigen zeggen uit de ontmoetingen die hij met 'gewone mensen' heeft. „Ik word ontroerd door mensen die zich dienstbaar opstellen. Dat zijn de ware helden! Mensen die recht hebben óm te klagen, dat niet doen maar door gaan en uiteindelijk slagen." „Mensen die hun tegenslag overwin nen en daarbij een lichtend voorbeeld zijn voor anderen. Zoals mevrouw Griffioen, een vrouw die mij ooit een brief schreef die nu al twee jaar wordt voorgelezen in onze tv-spotjes. Eén passage grijpt me nu nog steeds aan als ik die hoor: we hebben het nooit breed gehad, we redden het nu ook wel." Zijn eigen lichtend voorbeeld was zijn moeder. „Zij had een vanzelf sprekende mildheid. Ze was ootmoe dig en barmhartig. Een paar jaar gele den is ze overleden. Ze was 93. Dat ze ooit dood zou gaan, daar was ik al mijn hele leven op voorbereid. In de tijd dat ik op kostschool zat, was ze al erg ziek. Ik dacht voortdurend: Als zij ook dood gaat, ben ik helemaal al leen." „Ze had een zenuwaandoening die de hartspier verlamt. Als 14-jarig jochie moest ik geregeld de huisarts bellen die weigerde te komen, omdat ik een stervende moeder op mijn bed had zit ten. Ik geef het je te doen. Ik heb er voldoende angst om gehad. Ook later moest ik nog vaak 's nachts naar haar toe omdat ze weer een aanval had. De dood is altijd prominent in onze rela tie aanwezig geweest. Dat ze 93 is ge worden, daar ben ik alleen maar dank baar om. Ze had het niet makkelijk. Ze was jong weduwe, ziek, haar kinde ren waren lastig en zijn allemaal iets anders gaan doen dan zij voor hen ge dacht had. De grootheid hoe ze daar mee omging, ondanks ook haar gebre ken, die was altijd heel oké. Natuur lijk snapte zij ook wel dat ze het an ders met eenzaamheid zou moeten be talen, maar sommige mensen kunnen eindeloos vergeven. Zij was ook zo ie mand." Overtuiging Marijnissens levensovertuiging is ook terug te vinden in de standpunten van de SP. „Een paar jaar terug stelden we ons binnen de partij de vraag: waarom doen we dit eigenlijk, wat bindt ons? Onze cruciale waarde was boven alles menselijke waardigheid, nog meer dan solidariteit. Want de so lidariteit van anderen is vaak een gunst en daar moet je het niet van la ten afhangen. Menselijke waardigheid moet voorop staan voor iedereen." „De SP zal nooit beloven dat ze men sen gelukkig zal maken, dat moeten ze zelf doen. De politiek kan wel om standigheden creëren waarin die waar digheid centraal staat. Daarom moe ten we ook van die massale verpleeg huizen af. Ieder mens dat daar komt, krijgt er een aversie tegen. Tegen de lucht, tegen de hele ambiance. Waar aan hebben die mensen het verdiend zo hun laatste dagen te slijten?" „En die massascholen. Kinderen moe ten empathie kunnen ontwikkelen. Dat kan niet op een anonieme grote school. Daarom bepleiten wij al jaren dat de menselijke maat terug moet in de maatschappij." Inmiddels leeft dat thema weer. „In de jaren negentig was er geen oog voor de publieke sector en de publieke moraal. Iedereen ging voor zijn eigen portemonnee. Dat is veranderd." In de loop der jaren is hij milder geworden, zegt hij. Hij heeft meer geduld gekregen voor anderen die niet dezelfde capaciteiten of bevlo genheid hebben als hij. Hij heeft leren accepteren dat de wereld niet in twee jaar te veranderen is en ook niet in twintig jaar. Ook maakt hij zich min der druk om het beeld dat anderen van hem hebben. „Daarom zeggen de peilingen me ook niet zo veel. Natuur lijk vleien ze me, maar ik weet ook welke andere beelden er van mij be stonden tot voor kort. Dictator Zoals het beeld van de almachtige dic tator die alles binnen de SP naar zijn hand zet. „De SP is niet alleen Jan Ma rijnissen. Ilc ben twee jaar veel in het land geweest en ziek geworden, maar het werk ging gewoon door. Of denkt iedereen dat ik vanaf een hotelkamer of mijn ziekbed ook alle debatten zat te coördineren? We hebben heel goede Kamerleden. Ook als ik in Den Haag ben, kijk ik ze niet voortdurend op hun vingers. Ik heb het druk genoeg! Ik ben wel iemand die de dingen be noemt, al doe ik dat steeds minder con fronterend. Ik blijf vriendelijker dan vroeger." Lang kampte Marijnissen met rugklachten en dit voorjaar kreeg hij een lichte hartaanval. Iets waar hij liever niet de nadruk op legt. „Ik ben geestelijk en lichamelijk fit. Toen ik er in de tijd van Paars-2 mee wilde stoppen, heeft de partij me overge haald door te gaan. Alle bijval die we krijgen de laatste jaren heeft me enorm veel energie gegeven. Ook als we weer in de oppositie belanden, denk ik dat we heel waardevol werk kunnen doen. Door het voortdurend agenderen van de problemen van de gewone mensen, door voortdurend te hameren op misstanden nemen andere partijen uiteindelijk toch je standpun ten over." Hans van Soest Tien jaar geleden zwaaiden de laatste dienstplichtigen af. Daarmee kwam niet alleen een einde aan de grote stroom jongens die een tot twee jaar verplicht in het groen gekleed gingen. Bij dienstplicht horen ook de principiële dienstweigeraars en de groep die zich wegens onaangepast gedrag (S5 in militaire termen) onder de dienstplicht wist uit te worstelen. Je moest aan niemand laten merken waar je mee bezig was. Zeker niet op de kazerne. Die tip had hij uit een brochure van de PSP, de Pacifistisch Socialistische Partij. Ze probeerden je toch al klein te krijgen. Werd je in 't holst van de nacht uit je bed gecommandeerd. „Spijkerman! Naast je bed!Dat deden ze om je uit te proberen, om te zien of je niet alsnog door de mand zou vallen. Simuleren was een eenzame be zigheid. Nu is hij 53 en deugdzaam boekhandelaar in Eindhoven, maar toen moest hij in dienst terwijl zijn studie Nederlands drie maan den later zou beginnen. Hij nam zich voor om er zo snel mogelijk weer uit te zijn. „He le dagen lag ik met hoofdpijn op bed. Apa thisch naar het plafond te staren." Hij had er ook elk verlofweekend moeite mee om op zondagavond weer terug te gaan naar de kazerne. „Om op tijd te zijn, moest ik meteen na Studio Sport naar de trein. Vreselijk." Soms bleef hij gewoon thuis, en wachtte hij gelaten tot de marechaussee hem kwam halen. Toen ze hem een UZI in z'n hand duwden, liet hij het wapen prompt vallen. Na drie maanden lieten ze hem gaan. „Ik weet nog dat ik buiten de kazerne poort heel hard 'I'm free' begon te zingen." Dat was een liedje van The Who, uit de rockopera Tommy. Achteraf weet hij eigen lijk niet eens of hij officieel wel S-5 gekre gen heeft. „Ze hebben mij er gewoon uitge schopt." Stijn Spijkerman was niet de eni ge die wegens onaangepast gedrag uit de mi litaire dienst werd ontslagen. Per jaar moe ten het er honderden zijn geweest. Hoewel het leger kennelijk geen statistieken heeft bewaard, heeft het televisieprogramma An- Met S-5 naar huis dere Tijden toch de hand op enkele cijfers weten te leggen. In 1958 bijvoorbeeld wer den tijdens de militaire dienst 881 jongens met S-5 naar huis gestuurd. Dat aantal was in 1966 opgelopen tot 2652 dienstplichti gen. De toename zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met het veranderende tijdsge wricht. Frits Sibille, die nu 61 is, en die, sinds hij Philipsvutter is, zijn haar tot op de schouders draagt en met z'n Frits Phi lips Band hartstochtelijk oud materiaal van Stones, Outsiders en Kinks brengt, studeer de begin jaren zestig aan de Technische Ho geschool in Eindhoven, waar je toen nog uit de collegezaal kon worden verwijderd als je geen stropdas droeg. „Begin jaren zestig moest je er niet aan dénken afgekeurd te worden. Het was algemeen bekend dat het slecht was voor je carrière als je werd afge keurd. Daar werd je voor gewaarschuwd. Door je ouders. Op school." Dat gold na tuurlijk helemaal als je met S-5 was afge keurd. Je hoefde nooit meer te rekenen op een baantje bij de overheid of in het onder wijs. Eind jaren zestig werden de lui met S-5 doorgaans als langharig werkschuw tuig op een hoop geveegd." „Langharigen, die afgekeurd zijn, krijgen wij ook niet aan het werk. De bedrijven wil len hen gewoon niet. Die groep blijft proble men geven. Vaak zijn het homo's of drugge bruikers. Negentig procent van de S-5'en is onbruikbaar", zo liet de toenmalige direc teur van het arbeidsbureau in Bx-eda opteke nen in een brochui-e van het Ministei'ie van Defensie. In de pi'aktijk bleek het echter nogal mee te vallen. Toen Arno Huibers in 1974 al na acht dagen met S-5 uit dienst kwam, had hij de dag daarop alweer een baantje als on derwijzer in Eindhoven. De tijden verandei- den kennelijk snel. Het waren de lui die la ter kunstenaar zouden woi'den. Of weten schapper. Of dichter. Of journalist. Die ge woon niet het leger inwilden. Halverwege de jai'en zestig begon de groep onaangepas ten epidemische vormen aan te nemen. „Liever langharig dan kortzichtig", luidde het parool. Op de keuringsdag zag je ze ï'ond sjouwen met een teddybeer en ze had den hun haar oranje geverfd en beweerden tegen de keuringsai'ts dat ze homo waren, want dan wisten ze zeker dat ze eruit kwa men. Als ze desondanks tóch goedgekeurd werden, probeerden ze het door ziekelijke heimwee te veinzen. Of door niet op te ko men dagen. In de jaren vijftig zouden ze je eerst nog een tijdje als adolescent met aan passingsproblemen hebben opgesloten in het tot Herstel- en Oefencentrum omge doopte Neurosehospitaal in Austerlitz, maar de pogingen om de daarheen gestuui-- de jongens alsnog geschikt te maken voor de dienst liepen doorgaans op niks uit en in 1964 werd het hospitaal dan ook definitief gesloten. Vooi'taan volstond een uitspraak van de psychiater. Peter Ploeger, die zelf als dienst- weigeraar vei'vangende dienstplicht had ge daan, was destijds wei-kzaam bij de Werk groep Vooi-lichting Dienstplicht Eindho ven. Elke dinsdagavond was het spi'eekuur. „Intern was er altijd discussie, of je mensen wel moest helpen onder de dienst uit te ko men met S-5. Je kon immers een beroep doen op de Wet Gewetensbezwaren. Er wa ren natuurlijk altijd jongens die het ont- bi-ak aan de intellectuele capaciteiten die nodig wax-en om met succes een beroep te kunnen doen op die wet. Je moest motive ren waarom jouw geweten zich verzette te gen deelname aan georganiseei-d geweld. Dat kon niet iedereen. Als ze dan half dooi1- gedi-aaid op het spi-eekuur kwamen, nou ja..., maar als iemand zei dat-ie S-5 wilde vanwege zijn studie en carrière en zo, dan deed ik niet mee."- Ed van de Kerkhof 3 dag van de nieuwe lichting militairen in de Kromhoutkazerne (november 1975) Int met het controleren van de inhoud van de plunjezak. foto GPD fT: •X

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 25