Veilig thuis in een gezinshuis
Werken aan werk
Alles in de wind, alles in de wind...
/./^.balans
/^balans
met Taskforce Jeugdwerkloosheid
Donderdag 9 november 2006
Mirjam en Menno Verwoerdt staan aan het
hoofd van een gezinshuis in het Walcherse
Serooskerke. Aan hun eigen twee kinderen,
vier gezinshuiskinderen en een bonte stoet huisdieren
hebben ze de handen vol. Maar de formule werkt en
iedereen vaart er wel bij.
De oude boerderij werd verbouwd en biedt nu volop
ruimte aan het grote, samengestelde gezin dat er
woont. Het erf lijkt wel een kinderboerderij, vol kake
lende kippetjes, een geitenwei, snaterende eenden
en een konijnenflat. Een Basset Hound scharrelt rond
bij de paardenstal en in de woonkamer kletst de
papegaai er lustig op los. Op het gazon staan schom
mels, een trampoline en ander speeltuig. "Er is hier
altijd wel iets te beleven voor de kinderen. Ze zijn in
de buurt en toch hebben ze hun vrijheid. Zo kan ik
een vinger aan de pols houden, zonder dat ze zich
gecontroleerd voelen." Mirjam Verwoerdt en haar
man Menno, beiden werkzaam bij het Agogisch
Zorgcentrum Zeeland, vangen sinds vijf jaar in hun
eigen gezin kinderen op die wegens een moeilijke
thuissituatie uit huis zijn geplaatst.
Fulltime baan
Vier gezinshuiskinderen telt het gezin nu, van 14, 15,
16 en 17 jaar. Met de eigen zoon en dochter (5 en 8
jaar) van Menno en Mirjam erbij, zit er tijdens de
avondmaaltijd dus acht man aan de houten tafel in de
gezellige woonkeuken. Een drukke boel, maar Mirjam
en Menno gaan ervoor. "Wat ons drijft? Wij willen de
goede dingen die op ons pad komen delen met ande
ren, die minder geluk hebben". Opvang binnen het
gezin betekent dat privé en werk elkaar voortdurend
kruisen. Mirjam werkt thuis en Menno buiten de deur,
maar als hij thuiskomt gaat het zorgen door. Ze zijn
dus eigenlijk constant aan het werk. Dat is niet altijd
makkelijk, geeft Menno toe. "Maar we hebben
geleerd daarmee om te gaan. Verder hebben we
natuurlijk onze professionele bagage en een gezins
huisbegeleidster van het AZZ ondersteunt ons daarbij
ook nog eens uitstekend." Sinds hun komst in het
gezin zijn de gezinshuiskinderen zichtbaar opgeleefd,
vertelt Menno. Rust, reinheid en regelmaat, maar ook
eerlijkheid en openheid hebben hun uitwerking niet
gemist. Mirjam voegt daaraan toe, dat het niet de
bedoeling is dat zij de biologische ouders vervangen.
"Wij willen juist zoveel mogelijk met hen samenwer
ken en rust en ruimte bieden voor contacten tussen
ouders en kind."
Heeft u interesse in de opvang van pleeg- of gezins
huiskinderen? Neem dan contact op met het AZZ, tel:
0118 635510. Landelijk wervingsnummer pleegzorg:
0800 0223432.
Het blijft schipperen, voor schipperskinderen
en hun ouders. Elk weekend weer is het een
komen en gaan, aan boord van de binnen
vaartschepen en in de diverse schippersinternaten.
Een kennismaking met het reilen en zeilen in
Schippersinternaat Koningin Juliana in Terneuzen.
Knusse kamers met aan de muur Spongebobje, snelle
auto's en popidolen. Luie zitbanken waar minstens tien
kinderen tegelijk op onderuit kunnen zakken. En overal
sfeerelementen die de verbinding leggen met dat ande
re leven van de bewoners van het schippersinternaat:
het leven aan boord. Op het speelplein buiten bijvoor
beeld staat het paradepaardje van de kinderen: een
sluizencomplex op schaal, dat echt werkt. In de recrea
tieruimte staan prachtige modellen van een rijnrader-
sleepboot en een laadstation voor zand en grind. Er zijn
doorkijkjes in de vorm van patrijspoorten en trapleunin
gen die doen denken aan een reling.
Schippersinternaat Koningin Juliana doet er alles aan
om de 47 schipperkinderen die er, voornamelijk door
deweeks, wonen een echt thuis te bieden. Want het valt
niet mee om telkens weer, jaar in jaar uit, afscheid te
moeten nemen van je vader en moeder. Toch zit er niets
anders op: vanaf zijn zesde tot zijn achttiende is elk
schipperskind verplicht om aan de wal onderwijs te vol
gen. En dan komt onherroepelijk het internaat in zicht.
Een hectisch bestaan
In 2007 bestaat de Stichting Hervormde Internaten
voor Schippersjeugd zestig jaar. Acht vestigingen heeft
de stichting, waaronder een in Terneuzen. Ooit woon
den er jaarlijks wel 120 schipperskinderen in het
Zeeuwse schippersinternaat. Maar die tijd is voorbij;
het aantal zelfstandige binnenvaartschippers nam de
laatste decennia drastisch af. Veel schippers kiezen
voor een baan in vaste dienst, met kortere trips. Daarbij
besluiten schippersechtparen steeds vaker tot een
thuisbasis op het vasteland: vader is kapitein op het
schip, moeder is de stuurvrouw aan wal. Het woord
internaat doet voor een buitenstaander misschien wat
(kind)onvriendelijk aan. Maar in Schippersinternaat
Koningin Juliana hangt een warme, huiselijke sfeer. De
kinderen gaan naar scholen in en rond Terneuzen. Ze
hebben net als landrotten hun sport- en hobbyclubjes,
zodat ze leren omgaan met anderen en niet in een soci
aal isolement raken, leder heeft zijn eigen kamer, soms
slapen broertjes en zusjes bij elkaar. Er wordt geza
menlijk gegeten, er is een huiswerkconsulent en de
vaste groepsleiders (met minimaal SPW4 op zak) creë
ren een leefomgeving waarin ieder kind zichzelf kan zijn
en zich optimaal kan ontwikkelen.
Heimwee...
Altijd maar afscheid nemen: je zou er nog wat van krij
gen. Het is dan ook een factor waar alle medewerkers
van het schippersinternaat met veel begrip mee
omgaan. Het gemis waar de kinderen en hun ouders
in meer of mindere mate mee worstelen krijgt de aan
dacht die het verdient. De bijzondere levensomstan
digheden van de schipperskinderen hebben duidelijk
hun voor- en nadelen: aan boord is er de beschutting
van het hechte gezin, waarvan de leden sterk op
elkaar zijn aangewezen. Dat kan prettig zijn, maar ook
benauwen. En het schippersbestaan mag dan zo zijn
vrijheden hebben, het schip en de havens waar het
aanlegt zijn meestal geen ideale speelplekken. Het
internaat biedt dan het nodige tegenwicht, met een
vertrouwde groep anderen die allemaal in hetzelfde
schuitje zitten. Maatjes met wie je uitgebreid kunt
spelen op een veilig speelterrein en op wie je in alle
vrijheid je sociale vaardigheden kunt oefenen, om
later goed voorbereid zelf het ruime sop te kunnen
kiezen, aan de wal of op het water.
Donderdag 9 november 2006
"En, wat wil je later worden?" Typisch zo'n vraag waarop de gemiddelde tiener niet direct
het antwoord paraat heeft. Toch doen met name ouders er goed aan het onderwerp
beroepskeuze tijdig aan de snijden. De Taskforce Jeugdwerkloosheid ontwikkelde hiervoor
een speciale enquête. Het is een van de krachtige instrumenten die de Taskforce inzet
ter voorkoming van werkloosheid onder jongeren.
Onderzoek van de Taskforce
Jeugdwerkloosheid wijst uit, dat veel jonge
ren nauwelijks weten wat bepaalde beroe
pen inhouden, welke kansen ze ermee hebben op de
arbeidsmarkt en wat ze ermee verdienen. Ook heb
ben ze vaak geen idee waar hun sterke kanten liggen.
Het gevolg is dat ze een onrealistische beroeps- of
studiekeuze maken. Of ze schrijven zich te laat in voor
een opleiding, zonder een alternatief te hebben voor
het geval ze niet worden toegelaten. Goede voorlich
ting en een brede oriëntatie kunnen die problemen
voorkomen. Daarbij is een hoofdrol weggelegd voor
de ouders. De enquête Wat gaat uw kind doen na het
vmbo? van Taskforce Jeugdwerkloosheid (zie
www.jeugdwerkloosheid.nl) vormt daarbij een prakti
sche leidraad. Het is slechts een van de vele initiatie
ven van de Taskforce om de werkloosheid onder jon
geren terug te dringen en hun perspectief te bieden
op werk en daarmee een goede toekomst.
Maatwerk in werk en scholing
Sinds de Taskforce Jeugdwerkloosheid in 2003 werd
ingesteld, zijn bijna 40.000 extra banen voor jongeren
tot 23 jaar gerealiseerd. Voorzitter Hans de Boer zet
de beleidslijnen uit voor de Taskforce en sluit bond
genootschappen met organisaties, bedrijven en
gemeentelijke instellingen die kunnen bijdragen aan
de doelstellingen. "De aanpak van jeugdwerkloosheid
en voortijdig schoolverlaten vraagt om een goede,
duurzame samenwerking", zegt De Boer. "Alle
betrokken partners op het gebied van onderwijs,
(jeugd)zorg en arbeidsmarkt moeten hun activiteiten
nauw op elkaar afstemmen. En aangezien de arbeids
markt overal anders is, is telkens een lokale of regio
nale aanpak nodig." De Taskforce Jeugdwerkloosheid
wil jongeren oplossingen op maat bieden. Daarvoor
beschikt men over een bijzonder fijnmazig netwerk
van ambassadeurs en accountmanagers die op elk
relevant gebied hun contacten hebben.
Acties en initiatieven
De energieke werkwijze van de Taskforce
Jeugdwerkloosheid heeft zijn effectiviteit inmiddels
ruimschoots bewezen. De Boer: "Werkgevers worden
aangemoedigd om jeugdbanen beschikbaar te stellen
en vacatures voor jongeren te melden bij het CWI.
Verder stimuleert de Taskforce de samenwerking tus
sen arbeidsmarkt en onderwijs. Met regionale acties
en initiatieven willen wij jongeren helpen aan een
structurele baan, een stageplaats of een leerbaan. Ook
doen we onderzoek en stellen kennis ter beschikking."
Blijf in Beeld
Sharon Buikmans uit Breda is in haar nopjes met de
iPod die haar onlangs werd overhandigd door wet
houder Snier van Onderwijs. Na het behalen van haar
vmbo-diploma deze zomer, vulde zij de antwoord
kaart van de actie Blijf in Beeld in. "Het ging om een
actie van de Gemeente Breda, die graag van pasge-
diplomeerde vmbo-leerlingen wilde weten wat hun
toekomstplannen waren. Ik heb de vragen beant-
"Op de voet volgen
van studenten loont"
woord en de kaart opgestuurd. Als je meedeed kon je
een iPod winnen. Nou, dat is gelukt. Leuk! Mijn toe
komstplannen? Ik volg sinds september de opleiding
Paardenhouderij, aan het Prinsentuincollege van ROC
West-Brabant in Breda." Liesbeth van der Lee is coör
dinator van Blijf in Beeld. "De overgang van vmbo
naar mbo is een moment waarop veel jongeren drei
gen te stoppen met het volgen van onderwijs. Ze
raken uit beeld, omdat ze nog niet weten wat ze wil-
Het loont om jongeren die hun weg niet vanzelf vin
den op de voet te volgen. Daar gaan we dan ook
zeker mee door."
Sociale problematiek
Henk Loof is de vertegenwoordiger van de Regionale
Meld- en Coördinatiefuncties in Zeeland. De RMC's
door heel Nederland vormen belangrijke schakels in
het netwerk van de Taskforce Jeugdwerkloosheid.
Ook Loof is overtuigd van het nut van een volg
systeem. "Een goede registratie van (potentiële) uit
vallers en 'dwalenden' is uiteraard cruciaal. Daarbij
spelen de scholen en opleidingscentra een sleutel
functie. Wij richten ons op kinderen en jongeren van
len gaan doen. De meeste gemeenten ontwikkelen
projecten om een vinger achter dit probleem te krij
gen, aangestuurd door de Taskforce
Jeugdwerkloosheid. Breda koos voor Blijf in Beeld.
We wilden in een vroeg stadium weten of de voorma
lig vmbo-ers al waren aangemeld en/of aangenomen
op een vervolgopleiding. Na de vakantie namen we
(soms meermalen) contact met hen op, voor eventue
le stimulering en begeleiding op het vervolgtraject.
Van de 577 Bredase jongeren die we volgden zijn er
vervolgens 492 doorgestroomd naar een vervolgop
leiding en/of leerbaan. Van de overige 85 leerlingen
wordt nog nagegaan waar ze mee bezig zijn. In de
laatste fase van het project bekijken we nog welke
leerlingen al dan niet met een leerbaan zijn begon
nen. Zij kunnen eventueel hulp krijgen via het leerba-
nenimpuls-project. En dan is de cirkel rond. Onze
activiteiten hebben tot nu toe een prima resultaat.
12 tot 18 en van 18 tot 23 jaar. Beide groepen vragen
om een specifieke, leeftijdsgerichte aanpak." De
schaalvergroting in het onderwijs krijgt nogal eens de
zwartepiet toegeschoven als jongeren niet kunnen
aarden op school en die voortijdig verlaten. Maar Loof
noemt nog een andere, volgens hem veel zwaarwe
gender oorzaak: "Wij zien heel veel sociale problema
tiek, waarbij kinderen met de vingers tussen de deur
komen. Massa's jongeren worden geacht het allemaal
maar zelf te kunnen. Maar een kind blijft een kind en
heeft nu eenmaal steun en sturing nodig. Loopt het
mis, dan moet je er als samenleving rap bij zijn, om
vastlopers bijtijds weer in de running te krijgen. Dat
kost veel energie en geld, maar de resultaten mogen
er zijn. De RMC's en alle andere bij de Taskforce
Jeugdwerkloosheid betrokken personen en instanties
hebben voor duizenden jongeren de deuren naar een
toekomst met perspectief weer wijd opengezet."