Weergaloos dun en uitvoerig De schilder had een verkleedkist Zeeuws Museum toont portretten De verleiding van Flora Redactie bijlagen: 0113-315680 vvww.pzc.nl E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 314460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0113-315570; Nationaal: 020-4562500. woensdag 8 november 2006 Zingen in Zeeland blijft thuiskomen Op een veiling in 1749 - zijn sterfjaar - bracht 'Een extra fraye Bloempot' van Jan van Huysum 1245 gulden op, terwijl 'Een oude Troni' van Rembrandt voor 25 gulden werd afgehamerd. Door de roem van Rembrandt en de geringe bekendheid van Van Huysum lijkt dit verschil moeilijk ver- klaarbaar.Op de expositie 'De verleiding van Flora' in Het Prinsenhof in Delft blijkt het gemakkelijk: geholpen door zijn grote talent voor public relations werd Van Huy sum de best betaalde schilder van de acht tiende eeuw. Het Prinsenhof - bekend als plek waar Wil lem van Oranje in 1584 werd vermoord door Balthasar Gerards - bracht met The Mu seum of Fine Arts in Houston zoveel bijzon dere bloem- en fruitstillevens bijeen dat het niet verbaast dat Van Huysum (1682-1749) m de achttiende eeuw in één adem werd ge noemd met de grote schilders uit de Gouden Eeuw. De Europese elite behoorde tot zijn klantenkring en in veilingcatalogi uit Parijs en Amsterdam werd zijn stijl geroemd als weergaloos dun en uitvoerig, alderfijnst ge- schildert at' zeer delicaat en transparant'. Jan van Huysum: Stilleven met vruchten, 1736 Van Huysum vond inspiratie in zijn eigen tuin aan de Leidsegracht in Amsterdam en liet zich van 'basismateriaal' voorzien door kwekers uit Haarlem die hij bovendien tot de ontwikkeling van niéuwe soorten aan spoorde. De flora op zijn schilderijen is zo specialistisch dat de meeste bezoekers blij zullen zijn met de helpende hand van de ge nummerde silhouettekeningen in het - gra tis - tekstboekje. Zo schilderde Van Huysum op een werk dat nu in een Britse particuliere collectie zit, een glazen vaas met maar liefst vijfentwin tig soorten. Waaronder de gele honingkla- ver, gouden knoopjes, provenceroos, lila dubbele tuinanemoon en langbladige ere prijs. Precisie Dit kleurrijke tableau verlevendigde hij met vlinders - blijkens de informatie het icarus- blauwtje en de satijnvlinder - en insecten als de bessenzweefvlieg en gele weidemier. Terugkerend op veel andere schilderijen prijkt ook op dit werk een vogelnestje, met uiterste precisie wist Van Huysum de ge spikkelde eitjes en vastgekleefde donsveer tjes in verfstreekjes te 'vangen'. Het bloemstilleven als apart onderwerp da teert in de Nederlanden uit de tweede helft van de zestiende eeuw, informeert Elmer Kolfin in de publicatie bij de expositie. Snij bloemen waren duur en vergankelijk en als decoratie voor in huis kwamen ze dan ook nauwelijks voor: „Een bloemstilleven in de vorm van een schilderij of ingekleurde prent was veel goedkoper en ging nog lan ger mee ook. Niet alleen waren er combina ties te maken van bloemen die in werkelijk heid in verschillende seizoenen bloeien, men kon er ook 's winters van genieten." De populariteit van het bloemstilleven kon in de eerste helft van de achttiende eeuw zo'n grote hoogte bereiken omdat de Europe se elite in die tijd niet op oorlogspad hoefde. Er werd ongestoord veel geld uitgegeven ter decoratie van paleizen en (land)huizen en daar hoorden ook schilderijen van Holland se meesters bij. Van Huysums biograaf Johan van Gooi ver meldde in 1750-1751 dat zijn werken zich bevonden in de collecties van de hertog van Orléans, de koningen van Polen en Pruisen en de keurvorst van Hessen Kassei. Met twee aankopen door de eerste minister Ro bert Walpole illustreert Kolfin dat Van Huy sum ook in Engeland populair was. Bij de verkoop na zijn dood in 1745 zag tsarina Ca- tharina haar kans schoon en voegde de stille vens aan haar collectie toe. Op deze exposi tie hangen ze als bruiklenen uit de Hermita ge in St. Petersburg. Van Huysum was tot 'algemeen schilder' op geleid door zijn vader Justus, die in Amster dam een werkplaats dreef waarin hij naast bloemstukken ook wandschilderingen, bo vendeurstukken, schoorsteenstukken en ka- merschermen produceerde. Zijn zoon koos er na zijn huwelijk in 1704 echter voor zich te specialiseren, naar Van Gooi noteerde om dat hij had geconstateerd dat de aanpak van zijn vader 'wel een dagelyksche winst gaf, maer hem den weg niet baende om een verheven naem te verkrygen'. Met een lichte in plaats van donkere achtergrond voerde ij Van Huysum in de jaren twintig een vemieu-I wing door die zeer in de smaak viel bij zijn opdrachtgevers en zijn werk nog gewilder maakte dan voorheen. Daarbij had hij een groot talent voor - naar hedendaags spraak- gebruik - het behartigen van zijn public re* lations. Toen prins Friedrich van Mecklen- 1 burg zich in 1737 tijdens zijn Grand Tour i bij Van Huysum meldde, spande de kunste- naar zich buitengewoon in om het zijn gast naar de zin te maken. De prins noteerde in zijn dagboek ook zijn wederdienst: „Giste- ren heeft J. Huysum bij mij gegeten en we waren zeer vrolijk.Postuum kan Van Huy* sum dat ook zijn: na een lange dip brengen zijn werken op veilingen tegenwoordig weer hoge prijzen op. Frangoise Ledeboër J De expositie 'De verleiding van Flora' in Museum Het Prinsenhof (Sint Agathaplein 1, Delft) duurt tot en met 7 januari. De catalogus (Waanders Um gevers) kost 49,95 euro en 'Voor koningen en ptifi sen' van Elmer Kolfin 9,90 euro. et is veelal verstilde statigheid, gevan gen in olieverf. Het Zeeuws Museum in Middel burg toont in zijn Wonderka- mer een maand lang een selec tie uit haar collectie zeven- tiende-eeuwse portretten. De tentoonstelling, Suite 17 ge noemd, gaat vrijdag open. De Wonderkamer heeft de afgelopen twee jaar ge diend als tijdelijke dependance maar vooral ook als laborato rium voor het nieuwe Zeeuws Museum. In een reeks korte en langere tentoonstellingen is vol op geëxperimenteerd met eigen tijdse tentoonstellingstechnie ken. Omdat de komende tijd al le aandacht nodig is voor de her inrichting van het grondig ver bouwde museum - de herope ning is medio 2007 - gaat De Wonderkamer volgende maand dicht voor het publiek. De afsluitende expositie moest in elk geval een bijzondere wor den. Daarvoor werd Marianne Kleijwegt uit Dreischor ge vraagd. In opdracht van direc teur Valentijn Byvanck van het museum werkt zij al twee jaar aan een inventarisatie van Zeeuwen die zich tussen ruw weg 1600-1850 hebben laten por tretteren. De tentoonstelling is een bescheiden keuze geworden uit wat het museum op dat ge bied zelf in huis heeft. Kleijwegt wilde de expositie vol ledig laten draaien om het gezin van Adriaan de Looper (1579-1652), die schepen en raad en later baljuw van Middel burg was. Alle leden van het ge zin werden in de jaren twintig en dertig van de zeventiende eeuw vastgelegd door Abraham Rombouts, een schilder van wie nauwelijks iets bekend is. Wel is duidelijk dat hij een zwager van de familie was. De acht portretten die Rom bouts maakte, kwamen in 1730 in handen van Samuel Raderma- cher, die een omvangrijke verza meling had in het Huys Antwer pen in de Lange Noordstraat in Middelburg. Na diens dood ging de collectie naar het Huys Den Grooten Sint Christoffel van zijn zoon Daniël aan de Dam. Hij overleed in 1803, waarna de collectie werd verdeeld en de verzameling De Looper-portret- ten uiteenviel. In 1976 schonk het Delftse echt paar Boddaert-Mouton drie schilderijen uit de De Looper-se- rie {"t Zijn aardig portretten, vrij goed en karaktervol geschil derd', werd erbij gezegd) aan het Zeeuws Museum. Deze zijn de afgelopen periode gerestau reerd in het bekende atelier van Wil Werkhoven in Friesland. Vooral de resultaten bij het por tret van Stephanus de Looper (1608-1665), zoon van de fami lie, zijn ronduit spectaculair. Portret van Stephanus de Looper, 1627 (vóór restauratie) Abraham Rombouts: Anna de Looper, 1627 slechts één dag eerder dan An na), voorzien van mutsen van kant en weelderige kragen. Op vallend is ook het familiewapen dat steeds is afgebeeld en waar op volgens de deskundigen on der meer zilveren rapen met groen loof zijn te zien. Voor de tentoonstelling bleek het niet haalbaar te zijn om de familie De Looper compleet te krijgen, zoals aanvankelijk de intentie was. „De portretten van de beide ouders bevinden zich bijvoorbeeld in een particuliere collectie in Amerika. Die fami lie vond langdurige bruikleen helaas geen optie. Een portret van een van de andere kinderen bleek zelfs compleet zoek te zijn." De kledingstukken en accessoi res die op de portretten te zien zijn, waren lang niet altijd van de afgebeelde persoon zelf, weet Kleijwegt. Zij wijst erop dat be paalde kledingstukken soms op andere schilderijen terugkeren. „Het was niet ongebruikelijk dat schilders in die tijd een soort verkleedkist hadden." In De Wonderkamer zijn ook kledingstukken en sieraden uit de eigen collectie te zien die aan sluiten bij de portretten. Materi aal uit die periode zelf is helaas niet meer voorhanden. „Er is bij voorbeeld nog maar één zo'n kraag op de wereld en die be vindt zich in het Rijksmuseum in Amsterdam." De getoonde voorwerpen liggen wel in het verlengde van de kle dingstukken en sieraden uit de zeventiende eeuw. „Het is alle maal een afgeleide ervan", zegt Karina Leijnse van het Zeeuws Museum. „Je kunt zien dat de mode als het ware "doorloopt." Het gaat bijvoorbeeld om een korset. „Dat regen ze dicht met een naald die ze vervolgens on der hun muts staken. Zo'n rijg- naald groeide later steeds meer uit tot een sierelement", vertelt Leijnse. De verzameling telt ver der onder meer zilveren en gou den mutsenbellen, bloedkora len, losse mouwen en broekges pen. De portretten, kledingstukken en sieraden komen allemaal in de vitrine van De Wonderka mer. Voor de inrichting daarvan heeft Kleijwegt met succes een beroep gedaan op Dorine de Vos, die vooral bekend is gewor den als vormgeefster van Hotel New York in Rotterdam. Van daag wordt de laatste hand aan de tentoonstelling gelegd. In de achterkamer maakt Kleij wegt zelf een muurbrede collage van oude en hedendaagse por tretten, door onder meer veel fo to's te gebruiken. Ook is er ach tergrondinformatie te raadple gen over Abraham Rombouts. Verder is aan de hand van foto's het restauratieproces van de af beelding van Stephanus de Loo per te volgen. In de ruimte is tevens een film te zien die een student van de kunstacademie Sint Joost in Bre da deze week maakt van de in richting van de expositie. Kleij wegt: „Op die manier krijg je als bezoeker ook een beeld hoe een depot ei*uitziet, hoe de portret ten van daaruit naar De Wonder kamer worden gebracht en hoe daarmee een tentoonstelling wordt gemaakt." Rolf Bosboom Expositie: 'Suite 17. Portretten uit de zeventiende eeuw', van 10 novem ber t/m 10 december in De Wonderka mer, Bogardstraat 33, Middelburg. Geopend: woensdaq t/m zondag, 13-17 uur. Abraham Rombouts: Portret van Stephanus de Looper, 1627 (na restauratie) „Vooraf zag je alleen het ge zicht, een kraag en een familie wapen. De rest was diepzwart", zegt Kleijwegt. „Daar bleek een heel kledingstuk onder te zitten. Toen Wil Werkhoven mij de eer ste foto's stuurde, wist ik niet wat ik zag." Het museum bezit ook prachtige afbeeldingen van Anna de Loo per (1611-1665) en haar zus Jan- nekè (1616-1665; zij overleed Abraham Rombouts: Portret van Janneke(n) de Looper, 1627

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 19