Lamenteren over Sicilië PZC Sta op visioen 26 Rosita Steenbeek Pieter Boskma »>v MS* woensdag 4 oktober 2006 proza Peter Middendorp: Eerst had. ik een leuke vriendin - Onder aan voering van Joost Zwagerman en Frénk van der Linden wordt hartstochtelijk gepleit voor meer straatrumoer in de Neder landse letteren. In dat licht komt het nieuwe boek van Peter Middendorp (Emmen, 1971) pre cies op het juiste moment. Na dat hij eerder twee romans pu bliceerde Noordeloos2002 en Amateur, 2005) en vorig jaar een bloemlezing met verhalen sa- menstelde Immer met moed, 2005) komt hij nu met een bun del verspreid gepubliceerde 're portages'. Om Zwagerman en de zijnen te bedienen wordt Mid dendorp op het achterflap van Eerst had ik een leuke vriendin gepresenteerd als observator in de traditie van Tom Wolfe, Rys- Zard Kapuscinski en Frank Wes terman. In vergelijking met die namen is de literaire journalistiek van Middendorp opvallend beschei den. Hij duikt niet in archieven om wereldbeelden omver te trek ken en reist niet de hele wereld over, maar gaat gewoon per au to bij de mensen in Emmen, Sint Willebrord, Helmond en Gronin gen langs. Hij praat met vrou wen die niet bij de begrafenis van hun minnaar aanwezig mo gen zijn, doet aan internetda- ting, bezoekt prostituees en on derzoekt de invloed van Joop van den Ende op een veiling dorp. Het resultaat is soms hilarisch en absurdistisch, zoals in 'Mo derne naturisten' en 'Plato houdt niet van schrijvers', als het leven niet al te serieus wordt genomen. Uitgeverij Promet- heus, 256 pag., 16,95. Mike Nicol: Nelson Mandela, j het geautoriseerde portret. Het is 1999. Bill Clinton, president van de Verenigde Staten van Amerika, voelt zich opgejaagd wild. De Republikeinen kunnen - het niet verkroppen dat er een 'liberal' in het Witte Huis zetelt. _Éen onfortuinlijke affaire met Monica Lewinsky grijpen ze aan om een 'impeachment' te star- ten. Koste wat kost moet de pre sident weg. Clinton vertelt in het boek -Nelson Mandela, het geautori seerde portret dat hij zich in de ze moeilijke periode verwant voelde met de Zuid-AJrikaanse leider, Zoals Mandela een loop gravenoorlog heeft gevoerd te gen het Apartheidsregime, zo ziet Clinton zich geconfronteerd met een oppositie die van meet af aan werkelijk alles uit de kast haalt om hem weg te krij gen. Alleen duurt de strijd van Mandela een mensenleven lang en die van Clinton twee ambts termijnen van een Amerikaanse president. Het leven van Nelson Mandela bevat alle ingrediënten voor een spannend boek en dat is zijn rijk geïllustreerde biografie dan ook geworden. Schrijver, journa list en dichter Mike Nicol be schrijft het veelbewogen leven van de Zuid-Afrikaanse leider. Daarnaast bevat het interviews met menigeen die Mandela heeft gekend. Behalve Clinton komen ook Tony Blair, popzanger Bono en vele anderen aan het woord. Uitgeverij Terra Lanno, 39,95. r bestaat verhalend proza dat op je af komt als een reisfol- der. Neem Rosita Steenbeeks Siciliaans testament. Vanaf bladzij één voert die roman ons mee 'over wegen van la vasteen, tussen groene pirami des van kolossale watermeloe nen door, langs vervallen flat gebouwen en statige palei zen'. In Steenbeeks weergave van het pittoreske eiland on der aan de punt van Italië's laars kringelt uit de Etna on veranderlijk een rookpluim, weerkaatst de azuren zee een blikkerende zon en is de don kerrode wijn even vurig als het temperament van de Sici- lianen. Zijn ze functioneel, de wer vende beschrijvingen die afkomstig lijken van de copywri ters van Neckermann en Hotel International? Ja en nee. Ja, want Steenbeeks heldin, journa liste van professie, wil de erva ringen van haar mediterrane ver blijf maar al te graag verwerken in een reisreportage. Geen won der dat we worden onthaald op een overdosis toeristische info. Nee, want het onderwerp van het verhaal (een vrouw die jaren lang de minnares is geweest van een oudere man komt afscheid van hem nemen, in de weten schap dat hij niet lang meer te leven heeft) valt evengoed te si tueren in New York, Lutjebroek of Timboektoe. Of moeten we aannemen dat Steenbeek ons wil onderhouden over het toeris tische cliché van de Latin lover? Het antwoord is een dubbele be vestiging. Siciliaans testament laat zich lezen als een roman over een paradijselijk eiland én over een Latin lover. Allebei zijn ze op hun retour. Roberto, de krikkemikkige grijs aard met wie de Hollandse Su zanne vele jaren een liaison heeft gehad, loopt letterlijk op zijn laatste benen. Om hem voor zijn dood nog eens te kunnen zien vliegt ze tweemaal achter een naar Catania. Niet dat daar hun liefdesnestje van weleer ge legen is. De twee consumeerden hun overspelige betrekkingen in het mondaine Taormina. In Ca tania woonde een echtgenote die zo veel mogelijk moest wor den ontzien. Maar die is inmid dels overleden, dus kan Suzan ne Roberto ongehinderd bezoe ken in het huis waar hij al meer dan tachtig jaar verblijft. Wat ze daar aantreft ontstelt en ont nuchtert haar. De bon vivant van vroeger is veranderd in een kromgetrokken hypochonder, die met een mengsel van verlan gen en angst uitziet naar de dood. In zijn gezelschap verkeert zoon Enrico, een paranoïde schizo freen die bang is dat hij door de Indiase butler zal worden vergif tigd en daarom leeft als een ex centrieke kluizenaar. Om te ont komen aan de versomberende invloed van dit tweetal zoekt Su zanne verstrooiing in de feesten rondom de plaatselijke heilige, Sint Agata. De kleurrijke folklo re van dit evenement verschaft Steenbeek de mogelijkheid extra diep in het reisfolderj ar gon af te dalen. Bij wijze van bo nus worden we ook nog eens ge- tracteerd op een Siciliaanse spe cialiteit: piepkleine ansjovisjes in bloem gebakken. Het recept van deze kannibalistische lek kernij is kunstig vervlochten met een dialoog tussen Suzanne en de buren over het wel en voor al het wee van Roberto. Siciliaans testament is opge bouwd in drieën. De eerste twee delen handelen in hoofdzaak over Suzannes visites aan de af takelende Roberto. Het slotdeel speelt zich af na zijn dood, waar over een sluier van geheimzin nigheid ligt. Zijn de oude man en zijn geestelijk gestoorde zoon het slachtoffer geworden van moord, beraamd en uitgevoerd door hebzuchtige erfgenamen? Of is de verbeelding van Suzan ne overprikkeld geraakt door de nabijheid van de maffia? Dank zij de suggestie van geweld sluipt er op het laatste ogenblik nog een thrillerachtig element in het verhaal. Maar ondanks dat blijft de toeristische preoccu patie het geheel domineren. Nu Roberto er niet meer is, begint Suzanne oog te krijgen voor de teloorgang van Sicilië's charme. Waar eens de jetset het alleen recht op het zoete leven genoot, overspoelen nu horden ordinair geklede en plat pratende reizi gers het paradijs. Chique hotels gaan over in handen van ongeïn teresseerde en winstbeluste uit baters, ooit gerenommeerde res taurants serveren smakeloos voedsel. Er wordt niet meer ge flaneerd maar gesjokt, niet meer gedineerd maar gevreten, niet meer gedanst maar gehost. Het is maar al te duidelijk dat Suzannes waarnemingen en waarderingen stuk voor stuk voor rekening komen van Rosita Steenbeek, Italofiel van profes sie. De doorzichtige inkleding van de liefdesgeschiedenis in een reisverhaal is niet erg bevor derlijk voor de geloofwaardig heid. En het gelamenteer over de teloorgang van Sicilië's exclu siviteit is ronduit ergerlijk. Waarom is het filmdiva's, ges jeesde markiezen en scheeps- magnaten toegestaan om zich mee te laten deinen op de lome golfslag van la dolce vita en moet het klootjesvolk genoegen nemen met een dagje Zand- voort? Steenbeek geeft er geen antwoord op en daarmee maakt ze zich kwetsbaar voor het ver wijt dat ze de belichaming is van een stereotiep snobisme. Er zal vast wel een publiek bestaan dat daar in mee gaat, want de wereld wil bedrogen worden, maar ik zoek mijn heil liever op de hellingen van de Holterberg. Jaap Goedegebuure Rosita Steenbeek: Siciliaans testa ment - Uitgeverij De Arbeiderspers, 270 pag., 18,95. De schrijfster geeft dinsdag 10 okt. een lezing in Porgy Bess Terneuzen, 20.15 uur. Sneller zwelt de duizeling Naast de klok die elke tel Verdubbeld wegtikt. Ben je wel? Of besta je als fantoom? Soms vrees ik je als tralies, Als de gril van een vergeten droom - Het drinken maakt mij panisch. En als de laatste fles met harde Galm tegen 't manner slaat, Kijk ik op, verwarder Dan ik ooit tevoren was: Jij die uit de nacht opstaat Bent niets dan scherf in as. Pieter Boskma (geb.1956) Toverballen, zouden die nog" bestaan? Waarschijnlijk zijn ze verdwenen, tegelijk met het snoepwinkeltje waar ik ze kocht. Ach, dat snoepwinkeltje, recht tegenover de fel antipaap se Nassau-school, waar ik de zelfde onderwijzer trof die der tig jaar eerder mijn vader in de klas had gehad en waar de leer boeken sindsdien evenmin wa ren vervangen. De snoepwinkel was in die tijd ook nauwelijks veranderd, zo proefden de drop jes temninste, vijf voor drie cent, tien voor een stuiver. Hoe kom ik er eigenlijk bij aan de snoepwinkel Van Zeist en aan toverballen te denken bij het lezen van Altijd weer dit le ven, een keuze uit het werk van Pieter Boskma, met een na woord door Joost Zwagerman? Is het omdat ik de poëet heb weggetoverd in mijn vorig jaar verschenen Spiegel van de mo- derne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst? Hij behoort in dat boek tot de drommen dichters met één gedicht. Dat is, zie ik nu in, te weinig voor een zo boeiende dichter. Een grote spot ter die toch naar het meest heili ge streeft. 'Ik zocht het woord dat alles vertelt', zegt hij in het begin van deze bundel. Hij blijft een heel oeuvre verder zoeken, ondanks het besef dat het een vergeefse en belachelijke onder neming is. Zwagermans nawoord is om vangrijk en belangrijk. Hij ge niet van de poëzie van Boskma én van het eigen gelijk. De Maximalen, zijn Maximalen, in 1987 zo gehoond en gevreesd, hebben het gehaald met hun ver zet tegen 'braaf gefiguurzaagde stilleventjes van sneeuw en wit.' De poëzie heeft het door hen ge wenste aanzien gekregen. Maar moesten we indertijd wel zo bang zijn voor bijvoorbeeld Boskma? Hij is erg stil voor een onruststoker. Een hemelbestor mer lijkt hij zeker, haast in let terlijke zin. 'In godsnaam sta op visioen', kan hij zelfs bevelen. Wonder is bij hem een wonder lijk vaak terugkerend woord maar het gaat dan wel over 'hel falende wonder'. Messiaans is zijn werk soms, maar dan Messi aans in het jaar 2006 en in een overvol 'land door sinterklazen falende/' bedekt en aangesla gen'. Een profeet die zich realiseert 'de kringspier van het moderne leven' te zijn. Zijn altaar is van staal, maar 'mijn taal/ bezingt een pak vanillevla'. Het woord dat alles vertelt vindt hij bijna, bijna in het lange gedicht 'In tongen'. Een onvervalst pink stergedicht, iets waaraan verder geen dichter zich waagt. Het te ken komt, maar de enige die het ontwaarde kon niet lezen. 'Dat zul je altijd zien', tekent de dich ter aan die vaker mystiek en ca baret combineert. Religie is vol gens hem niet het domein van! een 'ouwe Roomsche Ruckdol- fijn.' Dat klinkt of ik weer gods dienstles krijg op de Nas sau-school. Inmiddels breekt het gedicht 'door de barrière van de feiten'. Het neemt on waarschijnlijke kleuren aan, je ziet vooral oranje en roze. En ten slotte is er niets meer, slik, weg. Een toverbal dus, een ge dicht als een toverbal. Dat ze nog bestaan. Mario Molegraai Pieter Boskma: Altijd weer dit leven Een keuze uit de gedichten. Samenge steld door Joost Zwagerman - Uitge verij Prometheus, 376 pag., gebon den, 29,95. Rudy Kousbroek 'ntïü' Automaten et mysterie van de rat is niet zo lang geleden al eens aan de orde geweest; wat daarbij speciaal de aandacht trok waren de mense lijke handen die dit dier zijn gegeven. Het te genkomen van de bijgaande foto was daarom een apotheose waar niet aan was te ontkomen. Ik kwam deze foto tegen in het nog steeds ver krijgbare boek Ratten van Maarten 't Hart (4de druk, AP 2000). Nu zijn de meeste foto's in dat opmerkelijke boek, waarvan de eerste druk al in 1973 verscheen, gemaakt door Maar- tens eegade Hanneke van den Muyzenberg. Zij bleek de betreffende foto nog in haar bezit te hebben en zo kwam hij in deze rubriek te recht. Het is ook werkelijk een weex-galoos beeld, nummer 14 in het boek, met het bijschrift 'Het wassen van een jonge rat, vooraanzicht'. Nauwkeurige beschouwing leert dat dit won derdier bezig is zijn oren te wassen. Zijn ar men zijn stevig en menselijk behaard, herinne rend aan een voetballer die bezig is zijn hemd uit te trekken. Wat daar ook bij past zijn de flink uit de kluiten gewassen voeten waar het dier op staat. Maar het opmerkelijkst blijven toch die han den en armen: ook het gebaar is volkomen menselijk. Als van een pianist die bezig is de slotaccooi-den van de Sonate in B mineur van Liszt aan te slaan. Ratten, schreef ik al, zijn betoverde mensjes. Dit is een van de eerste foto's uit een serie die het hoogtepunt vormt van het boek, Hoofd stuk 5, 'Het gedrag van de rat'. Wat je je als leek afvraagt is hoeveel nieuwe en oorspronke lijke ontdekkingen er zijn bijgekomen sinds 1973, toen 't Hart deze beschrijving gaf van het gedrag van de bruine rat. Het lijkt alle maal sluitend en volledig, maar bij nader in zien blijken er meerdere onderdelen te zijn waarbij 't Hart aantekent dat nader onder zoek noodzakelijk is, dat verdere waarnemin gen ontbreken, dat een verklaring voor deze of gene handeling nog niet is gevonden, dat nog niet ontdekt is of een bepaalde wijdverbreide mythe al of niet op waarheid berust. Een voor beeld is het populaire geloof dat ratten met z'n tweeën, een ei kunnen vervoeren: één rat gaat op zijn xug liggen met het ei in zijn ar men, en de andere trekt hem voort aan zijn staart: 'Fontaine schreef een fabel over deze wijze van vervoer, maar het verhaal is al veel ouder. Zelfs in een tijdschrift als De levende natuur wordt het herhaaldelijk verteld en ik heb er een slechte foto van gezien. Men kan het twee ratten in elk geval wel leren, hoewel dat allesbehalve eenvoudig is. Maar dit be wijst nog niet dat ze het in de natuur ook kun nen leren Ratten kunnen een ei, mits het niet al te groot is, vervoeren door twee kleine gaatjes in de eierschaal te bijten. Vervolgens haken ze hun tanden in de eierschaal, waarna ze het ei met opgeheven kop naar een veilige plaats brengen. Voor deze wijze van vervoer hebben ze elkaar niet nodig. Ook bij allerlei andere complexe situaties, waar samenwer king zeer voordelig zou kunnen zijn, heb ik nooit iets van enige gemeenschappelijke actie gezien...' Allerlei fascinerende handelingen van ratten passeren de revue, met schilderachtige namen als 'kopwiegen, kop schudden, rillen, vibre ren, poot opleggen, drukken, afdeinzen' en co dewoorden als 'ovri' en 'devri' (voor 'offensief tegenover rivaal' en defensief idem), maar een van de intrigerendste observaties van 't Plart is dat bij het 'onderkruipen' van vechtende rat ten niet de bovenliggende maar de onderkrui per de overwinnaar is. Wat mij nu nogal intrigeert is dat je van al der ze en dergelijke observaties totaal niets terug vindt in populaire boekjes en handleidingen voor kinderen ('Stap-voor-stap verzorging van je lievelingsdier') over de verzorging van ratten. Ik kocht uit nieuwsgierigheid een exemplaar van Tamme ratten door Monika Lange, uitga ve Tirion 2003. Een practische handleiding met tientallen alleraardigste foto's, maar ob servaties als klappertanden, staartratelen, toe springen, kop tikken of de andere daarstraks genoemde omschrijvingen ontbreken volledig, *~v Foto Van den Muyzenberg 1973 bijna alsof het over een andere diersoort gaat. Maar het basisgegeven blijft voor mij dat er binnenin die automaatjes met al hun over- sprongshandelingen en geconditioneerde re flexen kleine mensjes zitten - adorabel, onbe grepen en eenzaam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 26