PZC Boerennatuur krijgt een oppepper Vroeger werd om Sluis gevochten ES«0pK-nl vvssrwoord namen Bevelandse boerderij wordt akkerreservaat Aanmeren R=dactie bijlagen: 0113-31568° .postbus 31.4460 AA Goes ifeffllSeiand: 0113-315520; toiws-Vlaanderen: 0114-372770; Nalionaa': 020-4562500. dinsdag 12 september 2006 Als in september de donder knalt, met kerst de sneeuw in hopen valt Baf/* Murre zat er een beetje mee in zijn maag. Van de zenuwen was hij al een paar keer naar achte ren geweest. Hij had zijn dochter beloofd vandaag bij een paar klanten langs te gaan. Toch zat hij er mee, toen hij op pad ging. Afijn, gewoon afwerken... Eerst maar Baljé. Wie in het digitale telefoonboek Balje intikt zonder streep je, krijgt ongevraagd de Zeeuwse telefoonaansluitin gen van Baljet, Baljé en Baljeu. Een kleine veertig aansluitingen in totaal. Zo te zien vooral Midden-Zee land. Je hebt natuurlijk nog meer ballen-namen, maar dat is voor een andere keer. De naam Baljé wordt door deskundigen afgeleid van een Franse naam: Baillel, Die achternaam zou van het oude Franse woord voor roodbruin komen, ros kleurig dus. Daarom is Bal jé mogelijk in oorsprong de naam van iemand met die haarkleur of iemand met zo'n paard. Nu moest Trudy Murre d'r vader naar Baljet. Die woonde vanzelfsprekend in de buurt, want het is in oor sprong dezelfde naam als Baljé, ze werden zelfs het zelfde uitgesproken. Daar valt dus niet veel meer over te zeggen. De derde bal vin den we in Baljeu. Dat is een gans ander geval. Baljeu komt van het Neder landse woord baljuw, in de Middeleeuwen bekend als bal ju. Het was de naam voor de gerechtelijke amb tenaar, de vertegenwoordi ger van de Heer, in een be paald gebied. Toen Meneer Murre gedaan had wat hij had beloofd, had hij een goed gevoel. En het was bovendien maar voor één keer. Volgende week zou iemand anders haar vervangen. Als ze nu maar een beetje kon genie ten op vakantie en afstand nemen. Ja dat vooral, ze moest meer afstand nemen. Lo van Driel Een lang gekoesterde wens van stichting Het Zeeuwse Landschap gaat in vervulling. De inrichting van het eerste Zeeuwse ak kerreservaat kan beginnen. Terugkeer van 'boerenna tuur' dankzij de aankoop van het bijzondere boeren bedrijf van wijlen Adrie van der Meulen, gelegen op een kreekrug zuidelijk van 's-Heer Abtskerke, richting Nisse. Herstel van de natuurwaar den op het platteland. Stichting Het Zeeuwse Land schap (HZL) is daar al enkele ja ren mee bezig, vertelt hoofd eco logie Chiel Jacobusse. De aan koop van het oude bedrijf van de als zonderling bekend staan de Van der Meulen is dan ook geen 'nieuwe tak van sport' voor de stichting. Jacobusse wijst op de inzet, in samenwerking met boeren, voor de heggen op Wal cheren, de akkerranden a la car te en de genenbank voor akker kruiden. Met de hoeve en landerijen bij 's-Heer Abtskerke (vreemd ge noeg is het complex naamloos; HZL zoekt een aardige Zeeuwse naam en houdt zich aanbevolen voor suggesties) krijgt de boeren natuur wel ineens een forse op pepper Hard nodig, stelt Jaco busse. „De natuur in het cultuur landschap staat onder grote druk. Op de Rode Lijst van be dreigde vogels zie je nu ineens akkervogels als veldleeuwerik, patrijs, grauwe en gele kwikstaart. Vele akkerkruiden zijn verdwenen of zwaar achter uit gegaan." Het bedrijf van ongeveer 26 hec tare (Jacobusse: 'dat is toch een flinke lap als je erover loopt') is indertijd door Van der Meulen buiten de alles vervlakkende ruilverkaveling gehouden. Boer derij en land vormden een na tuurlijke oase temidden van kaalslag. Dat is aan de aantal len en soorten vogels (acht be dreigde soorten broeden op het erf), aan bomen en struiken, aan insecten (zoals een kolonie voor Zeeland opmerkelijke andoorn- bijen) en zoogdieren (er broeden hermelijnen) goed af te meten. Dat plaatst Het Zeeuwse Land schap ook voor een gewetens- waag bij het uitvoeren van de noodzakelijke aanpassingen. „In het braamstruweel zitten ransuilen. Eigenlijk moet je dat struweel opruimen als je de zaak saneert. Maar kun je dat wel doen?", waagt Jacobusse zich af. „Daar zijn we nog niet uit." Vervuild Minpuntje is dat de gebouwen in een vervallen toestand verke ren. Van der Meulen verzamelde van alles op zijn erf, waaronder oude landmachines, trekkers en auto's. De bodem is vervuild en moet worden gesaneerd. De pro vincie, gemeente Borsele, erven Van der Meulen en HZL leggen foto's Ronald den Dekker zich ervan bewust dat sommige boeren met argusogen naar de plannen kijken. Ze zijn bang voor vuulte. „De akkerkruiden zijn heus niet bedreigend. We streven bepaald niet naar melk- distels en hanepoten. We willen spiegelklokje en stoppelleeuwe- bekje terug. Die kunnen abso luut niet tegen de gifspuit; als er wat overwaait, zijn ze zo weg." Het gebied wordt opengesteld voor bezoekers door middel van een wandelroute langs het wa ter en de akkers, over het erf, door de boomgaard en over de weilanden. Jacobusse overlegt met aanpalende grondgebrui kers om het wandelnet uit te breiden. Vanaf de kerk in 's-Heer Abtskerke loopt al een route. Van de ontsluiting van het platteland kunnen boeren ook profiteren. Voor aankoop van het complex en de inrichting tast Het Zeeuw se Landschap diep in de geld kist. Er is ongeveer één miljoen euro nodig. Jacobusse: „We ste ken financieel wel onze nek uit. Met het plan Waterdunen in West-Zeeuws-Vlaanderen, een nieuw hoofdkantoor in Wilhel- minadorp, diverse niet-gesubsi- dieerde aankopen op Walcheren en nu het bedrijf van Van der Meulen komt de bodem in zicht. Maar we krijgen er in het land schap iets heel moois voor te rug." Rinus Antonisse Stichting Het Zeeuwse Landschap gaat een vervallen maar bijzonder boerenbedrijf bij 's-Heer Abtskerke in oude glori| herstellen. daarvoor het geld op tafel. Woonhuis - mogelijk middel eeuws - en schuur worden geres taureerd (in de schuur komen enkele appartementen). De hoogstamboomgaard en de hollebollige weilanden met heg gen blijven. Het aantal knotbo- men (waaronder knot-essen, vroeger voor de stelen van ge reedschap) wordt uitgebreid, evenals de heggen. Drinkputten krijgen een opknapbeurt en er worden nieuwe gegraven. Er ko men verschillende soorten ak kerranden (onder meer gericht op kevers) en randen met over staand koren als wintervoedsel voor vogels. HZL richt een zestal proefak- kers in met gewassen als vlas en boekweit, waar verdwenen ak kerkruiden moeten terugkeren. De patrijzen krijgen een grind weg (de vogels eten grind om graan in hun maag te kunnen vermalen). Aansluitend aan de watergang (die met twee trek- vlotten kan worden overgesto ken) wordt een waterberging in gericht. Ervoor komt een gluur- muur van 150 meter lengte, om lustig naar de vogels te kunnen kijken. Ongeveer vijftien hectare akker land is verpacht. HZL overlegt met de betrokken boer hoe de grootschalige akkers kunnen worden omgevormd in kleine, zodat weer als vroeger een lap pendeken ontstaat. Richting boe rennatuur betekent het ook ge bruik van minder volledig ge schoond zaad (zodat er nog ak kerkruiden in zitten) en grotere verscheidenheid aan gewassen telen: zomer- en wintertarwe, spelt, rogge en haver. Bijvoor beeld de inmiddels kwetsbare veldleeuwerik kan veel baat heb ben bij velden met zomertarwe (korte, open vegetatie tijdens het broeden). Het werkt, zegt Jacobusse zelf verzekerd. Hij weet zich ge steund door vergelijkbare plan nen in het oosten en zuiden van het land en in Engeland. „De vo gels weten nieuw leefgebied snel te vinden als dat door boe- renlandbeheer weer is terugge keerd. Ik heb maar twee keer geelgorzen gezien op Zuid-Beve land. De laatste keer was op ons speltakkertje in de Yerseke Moer. Die geelgors vond letter lijk een spelt in de hooiberg." Het hoofd ecologie van HZL'is Zeeland grossierde vroeger in haventjes. Veel zijn er verdwe nen, in onbruik geraakt of heb ben een andere bestemming ge kregen. In de serie Aanmeren aandacht voor dit maritiem erf goed, met illustraties van Adri Karman. Deze week: het haven tje van Sluis. Middeleeuwse Sluizenaren keken niet raar op als ze op straat een Zweed, Bulgaar of Tunesiër tegenkwamen. Tussen 1375 en 1450 maakte de stad aan de zeearm Het Zwin een gouden periode door. Sluis pik te heel wat graantjes mee van het iets verderop gelegen Brug ge, 's werelds rijkste havenstad in die tijd. De Sluizenaren wilden echter meer zijn dan het kleine broer tje en kwamen meermaals in op stand tegen de beperkingen die de Bruggelingen hen oplegden. Die waren als de dood dat Sluis hun positie zou overnemen en zorgden er met harde hand voor dat die plaats niet méér werd dan een doorvoerhaven. De ru zies leidden een paar keer tot een ware oorlog. In 1323 brand de daarbij bijna heel Sluis af. In de Middeleeuwen wisselde de plaats nogal eens van eige naar. Graven en vorsten kwa men en gingen. Niet zo gek, 'wie Sluis bezit, bezit Vlaanderen', zei graaf van Vlaanderen Philip van Bourgondië eind veertiende eeuw al. Dus werd Sluis eind veertiende eeuw uitgebreid met vestingwerken en twee kaste len. De haven diende regelmatig als maritieme uitvalsbasis. In 1340 leidde een zeeslag in Het Zwin tussen Fransen en Engelsen tot een ware slachting. De Britten hadden sinds kort handbogen en waren geen partij voor de Fransen, die het met ouderwet se kruisbogen moesten doen. Volgens geschiedschrijvers kleurde het water rood van het bloed. In die periode groeide Sluis als kool. Toen Brugge begin vijf tiende eeuw door verzanding van Het Zwin steeds moeilijker bereikbaar werd, was de plaats korte tijd eindpunt voor de han delsschepen. Al snel konden die ook Sluis niet meer bereiken en verloor haar status van grote handelshaven. De plaats bleef op strategisch vlak nog wel een poos van be lang. In de Tachtigjarige Oorlog gebruikten de Spanjaarden Sluis een poosje als thuishaven voor hun vloot. Toen ze in 1604 door prins Maurits werden ver jaagd, werd het ook op dat ge bied rustig. Sluis verloor haar welvaart. Er was alleen nog plaats voor han del in vis en landbouwproduc ten. In 1864 verdween de haven. Nu is daar de Havenpolder. Toch bleef Sluis bereikbaar over water. Napoleon zag een nieuwe toekomst voor Brugge als handelshaven en begon in 1812 aan een kanaal tussen de Vlaamse stad en Breskens. Hij kwam niet verder dan Hoeke. In 1858 werd de waterweg door getrokken tot Sluis. Tot de Tweede Wereldoorlog dreven beurtschippers op deze Damse Vaart op bescheiden schaal han del tussen Sluis, Brugge en het tussengelegen Damme. Naar die plaatsen werden ook passagiers vervoerd. Vanaf 1906 met een stoomboot, daar vóór met de trekschuit. Die deed over het hele traject drie uur. Behalve in het weekeinde, want dan werden er twee paar den voor de boot gespannen. Het verkortte de reistijd met een uur. Martijn de Koning Op de tekening een beeld van de Sluisse haven aan het kanaal naar Brugge, naar een ansicht kaart uit 1946.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 19