PZC Een woning voor een partij witte kool Naoorlogse ruilhandel Kunst heeft de paarden verdreven „eoaotie bijlagen: 0113-315680 www.pia.nl E.m> il:redactie@pzc.nl Postbus 31, 4460 AA Goes AHvertentie-exploitatie: J ïen Midden-Zeeland: 0113-315520; E«.VJaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500, zaterdag 9 september 2006 No Frost is uitkomst voor gemakzuchtige mens ÏAIO De Oostenrijkse woning van Els en Henk van der Tuin in Schuddebeurs. foto's Marijke Folkertsma Ze liggen in de zomer een beetje ver scholen in het uitbundige groen aan een van de twee welen die Schuddebeurs rijk is, de twee karakteristieke houten Oostenrijkse woningen. Wie niet beter weet, zou denken dat het stel deel uit maakt van de serie geschenkwoningen die Zuidwest-Nederland ontving na de watersnoodramp van 1953. Ze zijn ook kort na de ramp gebouwd op een droog gebleven deel van Schouwen. Toch is hun herkomst anders. Els en Henk van der Tuin wo nen precies veertig jaar in een van de twee Oostenrijkse woningen aan de Zuiddijk in Schuddebeurs. In 1966 kon Henk, als ingenieurbetrokken bij de voorbereidingen van wat later de Oosterscheldekering zou worden en in dienst van het Rijk, dit huis huren. De wonin gen waren in eerste instantie ge bouwd voor de ambteharen die zich bezighielden met de groot schalige herverkaveling die Schouwen-Duiveland onder ging na de watersnoodramp. Toen de herverkaveling een feit was, kwamen de twee huizen ter beschikking van andere rijks diensten. „Deze woning heeft lang het 'Huis van Van Lent' ge heten, naar de eerste ambtenaar die er gewoond heeft", vertelt Henk van der Tuin. „Wij kregen het huis te huur aangeboden toen ik vanuit Rijs wijk naar Zeeland moest verhui zen. Destijds moest je nog wo nen in het district waar je werk te." Het echtpaar Van der Tuin was direct zeer te spreken over het Oostenrijkse huis en wil nooit meer weg. „Het huis is. van hout, maar fantastisch goed geï soleerd", zegt Els. „We hebben een heerlijke woonkeuken, een ruime tuin en mooi uitzicht." Het huis is eigen bezit geworden nadat Van der Tuin een royale studeerkamer met ouderslaapka mer en een eigen badkamertje heeft laten aanbouwen. Henk: „Tja, we waren met die plannen bezig en bedachten toen dat we beter het huis konden kopen dan zo'n verbouwing voor een huurhuis uit te laten voeren." „Het huis is best royaal, maar met vier kinderen kwamen we toch een slaapkamer en een werkkamer te kort", vult Els aan. „Op deze m,anier was dat slim opgelost. En nu we wat ouder zijn, is het wel prettig om alles gelijkvloers te hebben. Inderdaad zijn, zeker voor die tijd, deze Oostenrijkse wonin gen zeer ruim opgezet. Beneden hebben ze een woonkamer die de hele tuinzijde van het huis be slaat, een wc, kelderkast en een grote woonkeuken. Een makke lijke trap leidt naar de eerste verdieping waar de badkamer (onder de zoldertrap) en drie slaapkamers zijn. De twee groot ste slaapkamers delen het witge schilderde, houten balkon dat over de hele tuinzijde loopt. De zolder, onder het dak, was be doeld als opslagruimte maar Van der Tuin heeft er een kinder kamer van gemaakt. Om meer lichtval te krijgen, is het zolder raampje in de gevel iets groter gemaakt. Isolatie De andere aanpassing is de aan bouw op de begane grond. „Het huis is gebouwd met dikke, zwartgeteerde balken met een spouw", vertelt Henk. „Die maakt dat het zo goed geïso leerd is. En alle tuin- en balkon deuren en ramen warén van oor sprong dubbel uitgevoerd, ook ter isolatie.. In de zomer kon je die uit de.scharnieren lichten zo dat je een stel deuren en ramen overhield.' Een enkel raam heb ben we moeten vernieuwen, daar hebben we dubbel glas op de moderne wijze toegepast." De aanbouw is gebouwd met zwartgeteerde, gepotdekselde planken, dus meer in de stijl van de Zeeuwse boerenschuren. Maar dat past prima bij de wo- Het huis beschikt over een 'heerlijke' woonkeuken, volgens de bewoners. ning. „Nee, eigenlijk zit er niet zoveel extra onderhoud aan dit houten huis", vindt Els. „Het zwartverven, teren mag niet meer, gebeurt om de vijf jaar. We gaan met een flinke borstel over de oude laag heen, dat lijkt meer werk dan het is. Die kozij nen kosten wel iets meer inspan ning omdat ze.dubbel zijn." Het naastgelegen huis is van bui ten gezien vrijwel in originele staat. De enige toevoeging lijkt een extra raampje te zijn, dat een van de eigenaren begin ja ren tachtig" in een van de slaap kamers heeft aan laten brengen om vanuit het bed de vogels te kunnen zien. De twee vrijstaande huizen zijn relatief kort na de ramp, in het voorjaar van 1954, neergezet. Toch is hun herkomst niet di rect gerelateerd aan die storm nacht van het jaar daarvoor. De beide woningen lagen, samen met nog acht andere, als bouw pakket al enige jaren te wach ten op een bestemming. Het Cen traal Bureau Tuinbouwveilin gen (CBT) in Den Haag was op dat moment eigenaar. Nadat de omvang van de ramp duidelijk was geworden, schonk het CBT twee van de Oostenrijkse bouw pakketten aan de Provinciale Di Dubbele ramen ter isolatie. rectie Wederopbouw en Volks huisvesting in Middelburg. De ze instantie wees de huizen toe aan de toenmalige gemeente Noordgouwe en bepaalde dat er ambtenaren van de ruilverkave ling met hun gezinnen gehuis vest moesten worden. Het CBT was op een opmerkelij ke manier aan de woningen ge komen. Na de Tweede Wereld oorlog ontstond er weer snel handel tussen de Europese lan den. Maar de uitwisseling van deviezen met landen dié onder de invloedssfeer van de Sovjet Unie verkeerden, zoals Oosten rijk, verliep moeizaam. Ruilhan del was dan ook niet ongebruike lijk en het CBT stond expor teurs in groente en fruit gere geld bij in deze transacties. Woningnood Twee Noord-Hollandse expor teurs zagen kans om een grote partij witte kool (waarschijnlijk ging het om 500.000 kilo, be stemd voor de bereiding van zuurkool) af te zetten in Oosten rijk. De tegenwaarde bleek te bestaan uit tien bouwpakketten voor houten huizen. Nederland kende een enorme naoorlogse woningnood en ongetwijfeld gin gen de betrokkenen ervan uit dat deze woningen goed te ver kopen zouden zijn. Toen de tien bouwpakketten eindelijk in Ne derland arriveerden, was er ech ter geen belangstelling voor, on danks dat de woningnood zeker nog niet opgelost was. De expor teurs raakten in financiële pro- blemen en het CBT nam de wo ningen over. De pakketten wer den opgeslagen in Amsterdam en daar lagen ze op 1 februari 1953 nog steeds. Ondanks de vlotte schenking en het feit dat de woningen per di rect beschikbaar waren, duurde het toch nog een jaar voordat de twee woningen op de afgegra ven Zuiddijk van Schuddebeurs gebouwd werden. In eerste in stantie verliep alles soepel, de twee pakketten lagen in juli 1953 al in Schuddebeurs te wachten om in elkaar gezet te worden. Drie aannemers had den hun inschrijving ingediend. Maar in september liet het mi nisterie van Wederopbouw en Volkshuisvesting weten geen fi nanciële bijdrage te willen leve ren, terwijl de dienst Landbouw- herstel geen belangstelling meer voor de huizen had. Het ministe rie van Landbouw en Visserij nam de twee woningen over, maar stelde aanvullende eisen. Kortom, het duurde tot het voor jaar van 1954 voordat aannemer Breas uit Goes, de laagste in schrijver, aan de slag kon, maar toen stonden de beide woningen in korte tijd overeind. Er werd een stenen schuurtje (met kolen hok) bij gemetseld, de twee roya le tuinen werden vol snelgroeien de populieren en abelen gepland en de eerste rijksambtenaren trokken er in. En zo heeft Schuddebeurs dank zij die. vele kilo's witte kool uit Noord-Holland, die in die tijd op de veiling vaak werd doorge draaid, er in de jaren vijftig twee fraaie houten woningen met een eigen historie bij gekre gen. D.e andere acht bouwpakketten uit Oostenrijk zijn uiteindelijk terecht gekomen in Sint Philips- land, 's-Gravendeel, Klundert, Raamsdonkveer en Dubbeldam. Inge Heuff Met dank aan Betty Blikman- Ruiterkamp voor het archiefon derzoek. DE VOORDEUR De voordeur biedt toegang tot een woning, maar wat daar achter schuil gaat, blijft voor velen onzichtbaar. In deze serie een kijkje achter de voordeuren van Zeeuwse huizen. Iedere week gaat een andere deur open en geeft de bewoner een blik in zijn of haar leven. foto's Mechteld Jansen Trapjes, gangen en onverwachte hoekjes en kamers geven het huis van Ben (66) en Inemarie van Tri rum (60) aan de Goese Westwal een aparte sfeer. De be baarde Goesenaar opent gastvrij de voordeur van wat vroeger waarschijnlijk een smidse is geweest. Nu heeft het kunstenaarsechtpaar er zijn domicilie gevonden. Al een jaar of dertig, naar volle tevredenheid. Waar ooit paarden werden beslagen, wordt nu kunst ge maakt. Ben: „Ik weet dat het pand in 1873 is verbouwd. Het is wel logisch dat het een smidse is geweest, de stads poort lag hier vlakbij. De paarden die daar door kwa men, konden hier dan nieuwe hoefijzers krijgen." Opvallend binnen is het niveauverschil. „Het is ge bouwd als een soort dijkhuis." Van de voorkamer naast de voordeur leidt een brede, blauw gestoffeerde trap naar wat Ben de 'kitschkamer' noemt. Deze ka mer ('met goud en glitter') in het achterhuis wordt ge domineerd door een bank in pantermotief en goudkleu rige kussens, met daarboven Turkse miniaturen gevat in antieke lijstjes. „Die miniatuurtjes hebben we op de kop getikt in Istanboel. De lijstjes zijn van de ouders van Inemarie. Zij waren ook kunstenaars. Grappig, blijkbaar zit dat kunstzinnige toch een beetje in je ge nen. Ik heb bijvoorbeeld een broer die operazanger is. Professioneel. Vroeger dorst ik m'n mond nooit te ope nen als hij in de buurt was, maar op een gegeven mo ment ben ik ook gaan zingen. Inemarie speelt piano, ik bespeel geen instrument, dus zingen leek wel wat. En dat ging. Ik heb wel concertjes met Schubertliederen gegeven. Ik ben ook een tijdje bij een muziekvereni ging geweest, maar ja, daar deed ik snel veel, decor ont werpen, scripts schrijven en zo." Vanuit de 'kitschkamer' leiden een gangetje en een trapje naar een logeerkamer. Twee fraaie schuifdeuren en een trap naar beneden voeren weer naar de muziek kamer. Helemaal beneden zijn de keuken en de ruime aangebouwde serre.'De serre is een grote, lichte ruimte waar een tweede piano een plekje heeft gevonden. Er naast staat een aantal vaten. „Die zijn voor de wijn die ik zelf maak. Deze keer vlierbloesemwijn", legt Ben uit. Vanuit de serre is de tuin, die rondom de woning ligt, te bereiken. „Niet zo groot, maar groot genoeg. We heb ben nog een tuin van 1500 meter even buiten de stad." Een pad gaat naar een aanbouw waar Ben zijn kera miek maakt. Hij is er dagelijks te vinden. Aan de straat kant zit ook een ingang tot dat atelier. Compleet met een timpaan in een wat vervallen staat. Ben raapt een stukje hout van de stoep op: „Ja, ik moet het echt gaan opknappen. Ook de tekst 'naturam si sequemur ducem, numquam aberrabimus' boven de deur is gedeeltelijk verdwenen. „Die heb ik er zelf opgezet, 'wie de natuur volgt, verdwaalt niet'. Hij wijst naar de grote vijver aan de overkant van de straat. „Vroeger viste ik daar wel. Op karper. Maar dat doe ik niet meer, te weinig tijd. De vijver hebben ze uit gebaggerd en daarna zou er 'natuurherstel' plaatsvin den. Dat is jammer genoeg nooit gebeurd. Die karpers, ooit uitgezet, woelen de bodem om waardoor het water altijd troebel is. Sportvissers halen er wel veel vis uit, die gooien ze echter weer terug. Dus die karpers wor den steeds groter en groter. Er zitten echt van die joe kels vol littekens tussen. Ik hoor de vissers wel eens roepen, 'hé, heb jij Dik Trom gevangen'." Anncmaxie Zevenbergen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 27