Armoede en aids dwingen kinderarbeid af
in de boeien
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
Terwijl wereldwijd het aantal kinderen
dat werkt afneemt, is kinderarbeid in
Afrika juist een toenemend probleem. Een
combinatie van bevolkingstoename, armoe
de en aids hinderen de strijd tegen kinderar
beid. In Kenia bestaan weliswaar succesvol
le projecten om werkende kinderen te hel
pen, maar het blijft een druppel op een
gloeiende plaat.
Michael Oburre zit gehurkt naast een berg
betonafval. Met een hamer slaat hij de gro
te brokken tot gruis. Af en toe gaat hij met
een vertrokken gezicht verzitten.. „Als ik
een andere houding aanneem, verdwijnt de
rugpijn voor een tijdje", zegt de dertienjari
ge jongen. „Zodra ik thuis kom, ga ik eerst
plat op mijn buik liggen om mezelf weer
recht te trekken." Al twee jaar lang doet hij
dit werk. Eén keer in de week stort een
pick-up het beton op een braakliggend veld
bij de katholieke kerk in Ongata Rongai,
een stadje onder de rook van de Keniaanse
hoofdstad Nairobi. Dezelfde pick-up neemt
het gruis mee dat wordt verkocht als grind
voor onverharde wegen. Michael krijgt
voor zijn werk een kleine vijftien euro per
maand.
„Onze ouders zijn kort na elkaar gestorven.
Mijn broer vond deze baan voor me. Hij en
ik zijn de oudsten van vier kinderen, we
zijn de enigen die geld verdienen", vertelt
Michael. De andere twee kinderen gaan
soms naar school.
Basisonderwijs in Kenia is weliswaar gra
tis, maar schooluniformen zijn verplicht en
de twee broers verdienen niet altijd genoeg
om de snel groeiende kinderen elk jaar aan
een nieuw uniform te helpen. Ooms en tan
tes mijden de kinderen, omdat ze vrezen
dat ook zij lijden aan aids, de ziekte die ver
antwoordelijk was voor de dood van hun
ouders.
Michael behoort tot de bijna vijftig miljoen
werkende kinderen tussen de vijf en veer
tien jaar in Afrika ten zuiden van de Saha
ra. Dat blijkt uit een rapport van de interna
tionale arbeidsorganisatie ILO. Dat bete
kent dat twee van de vijf Afrikaanse kinde
ren in die leeftijdsgroep werkt. 'Een combi
natie van grote bevolkingsgroei, extreme
armoede en de aids-epidemie verhinderen
vooruitgang in de strijd tegen kinderarbeid
in Afrika. Kinderen werken vooral in de
landbouw, visserij, huishouding, maar ook
in de prostitutie. Ruim 120.000 kinderen
zijn strijders, dragers, koks en seksslaven
van rebellengroepen op het continent', al
dus het rapport.
In Kenia werken volgens het nationale bu
reau voor de statistiek zo'n twee miljoen
kinderen. Een derde van hen is werkzaam
2003 gaan veel meer kinderen naar school.
Kinderarbeid heeft niet alleen met school
geld te maken, maar ook in grote mate met
aids. De epidemie heeft veel slachtoffers
geëist, waardoor er nu enorm veel gezinnen
bestaan zonder ouders. De kinderen moe
ten daar voor zichzelf zorgen. Voor hen is
het een keuze tussen werken of verhonge
ren", benadrukt Wangui Irimu, een pro
grammaleidster van de ILO in Kenia.
Wezen staan voor de keus: werken of verhongeren
in commerciële landbouwbedrijven en de
visserij. Ruim 23 procent bewerkt een eigen
stuk land, waarop alleen voldoende voedsel
gewassen groeien voor cle eigen behoefte.
18 procent is hulp in de huishouding.
Een samenwerkingsverband tussen de Keni
aanse afdeling van de ILO en lokale organi
saties ondersteunt op de een of andere ma
nier 22.000 werkende kinderen in het land.
„Sinds de invoering van gratis onderwijs in
In Afrika ten zuiden van de Sahara leeft
slechts tien procent van de wereldbevol
king, maar tevens zestig procent van alle
met hiv-géïnfecteerden.
Mishandeling
Agnes Waruguru begon op haar vijftiende
als hulp in de huishouding. Iiaar ouders op
het platteland hebben geen werk en geen in
komen. Agnes vond een baan bij een gezin
waar ze zeven dagen per week werkte, van
half zes 's morgens tot tien uur 's avonds.
„Ik kreeg per maand zo'n 20 euro. Het mees
te geld gaf ik aan mijn ouders, maar soms
hield ik een beetje voor mezelf om een
t-shirt te kopen of zo", vertelt de inmiddels
zeventienjarige vrouw.
Een paar maanden geleden kwam ze bij Un-
dugu terecht. Deze organisatie is in 1973 op
gericht door de inmiddels overleden Neder
landse priester Arnold Grol en zet zich in
voor kinderen in probleemsituaties. Agnes
volgt daar nu een cursus voor automonteur
en werkt als stagiaire in een garage in Nairo
bi.
„Een vrouw die ik kende bracht me naar Un-
dugu. Ik kon het niet meer uithouden in dat
gezin. Ik werd mishandeld maar wist niet
hoe ik eraan moest ontsnappen." Undugu
voorziet negenhonderd kinderen in bet land
van een beroepsopleiding en helpt bij het
zoeken naar stageplaatsen. Er is keuze uit
opleidingen tot kleermaker, timmerman,
kapper en automonteur.Het Undugu oplei
dingscentrum in Nairobi ligt ingeklemd tus
sen twee sloppenwijken. De talloze houten
trappen in het oude gebouw kraken gevaar
lijk. Elke ruimte in het pand is tot het iulc
ste benut. In het kantoortje van rr
pelijk werker David Osogo Shisya passen
ternauwernood een bureau en twee stoele
Bezoekers moeten zijdelings de deur inscho
ven om binnen te kunnen.
„Kinderen, werkzaam in mensonterende om
standigheden, bieden we een uitwèg üitde,
armoede door ze op te leiden en een staats
examen te laten afleggen. Veelal krijgen®
daarna een vaste aanstelling in hetbedriji
waar ze stage hebben gelopen."
Gratis onderwijs
David Osogo Shisya meent dat gratis basis-'
onderwijs behulpzaam is, maar o
de.
„Acht j aar lagere school levert onge
de arbeiders af. Voor hen is het heel moei
lijk werk te vinden. Beroepsopleidingen
den ook gratis moeten zijn. Het kan kinde
ren ervan weerhouden om (voortijdj
beidsproces in te stappen."
Ilona Eveleem