PZC We hebben hier een heel dijkje bijna voor onszelf W3 Woonboot in Thoolse Handelshaven Het is iedere dag anders op de Markt Hedactie bijlagen: 0113-315680 www.pzc.nl E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 31, 4460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. zaterdag 2 september 2006 Propos duikt weer op De Boreas is de enige officiële woonboot in Tholen. foto's Ronald den Dekker De Amsterdamse grach ten liggen er vol mee, maar in Zeeland zijn woon- boten uniek. Aan een afgele gen stukje steiger, achter een groene dijk in de Thool se Handelshaven genieten Frits Hendriks (54) en Jelly Walstra (45) al zeventien jaar van het wonen op een boot. Frits: „Hier is het al tijd een beetje vakantie." Even voorbij de witte blin kende jachten geven bruine vissersboten de Thoolse haven een nostalgisch tintje. Daar ligt ook de Boreas (de naam bete kent 'noordenwind') in het kab belende water. Het is de enige officiële woonboot van Tholen. Het voordeel van zo'n afgelegen stukje steiger is dat je 'm kan ge bruiken als voortuin. De ingang van de stuurhut is opgevrolijkt met roze en paarse bloemen. Grote stap de stuurhut in, even bukken en achteruit de trap af naar de kleine keuken. „Dit is de roef"spreekt Jelly in schip perstaal. „het was vroeger het leef gedeelte van het schip. Ach terin waren de slaapkamers. Eén daarvan gebruiken we nog voor logees en de andere hebben we omgebouwd tot voorraad kast." Klusuurtjes Het is moeilijk voor te stellen dat in de ruimte van amper vijf tien vierkante meter ooit een heel gezin woonde. Frits en Jel ly hebben nu bijna de volle der tig meter lengte van het schip tot hun beschikking als woon ruimte. Dat heeft ze wel heel wat klusuurtjes gekost. „Tja, wat hebben we eigenlijk niet op geknapt", vraagt Jelly zich af. „Alleen aan het plafond en de vloer hebben we niks gedaan." Van zo'n oud schip maak je ook niet zomaar een woonhuis. Frits: „Het schip komt uit 1900 en was vroeger een vrachtschip. Het vervoerde schelpen op de Waddenzee. Het heeft tot 1970 gevaren. Ik heb het al 26 jaar. Eerst had ik een ander bootje, dat niet kon varen. Dat was na tuurlijk niet leuk, dus daarom heb ik dit schip gekocht." Later trok Jelly bi j Frits in. „Ik had vroeger ook alveel gezeild, dus ik heb wel wat met boten." Frits: „Dat is wel belangrijk hoor. Je moet boten wel echt leuk vinden. Je bent toch heel wat dagen per jaar bezig met het onderhoud." De patrijspoortjes in de woonkamer bieden zicht op de dijk. De schelpen uit de Waddenzee, die vroeger in het schip huisden, bezorgden het stel zes jaar gele den flink wat ellende. „Eén keer in de drie jaar moet de boot op de werf om gecontroleerd en ge repareerd te worden. Bij zo'n controle bleek dat het zöut van de zee en de schelpen zich hele maal in de bodem had gevreten. Alles was rot. Er bleek zevendui zend liter water in het schip te staan, het was net een vergiet. Ze zeiden tegen ons: nou, gooi die boot maar weg. Maar ja, we hadden nét alles opgeknapt en het is toch je woonhuis. Toen hebben we de bodem laten ver vangen. Dat kostte erg veel geld en we leefden wéken in de keu ken, maar we hebben nu wel een heel goed schip", meldt Frits te vreden. Vanuit de keuken is het een trap je op en een trapje af ('Pas op je hoofd!') naar de woonkamer: houten vloer,, balken aan het pla fond en een oud houtkacheltje in het midden van de ruimte. Frits: „Ja, we proberen de histo rie een beetje in stand te hou den." Als je op de bank zit in de woonkamer, zie je door de pa trijspoortjes mensen lopen op de dijk. „We liggen hier mooi.in de picture hoor. Iedereen heeft het erover. In Amsterdam ben je niet bijzonder, maar hier wel", glundert Jelly. Niet zo gek ook, want het wo nen op een woonboot is verre van alledaags. Gas, water en licht zijn bijvoorbeeld wel aan wezig op de boot, maar niet zo vanzelfsprekend als in een ge woon huis. „We hebben gasfles sen om op te koken, centrale ver warming op dieselolie en een grote tank met 1700 liter water. Die wordt elke week ververst", legt Frits uit. „Soms sta je net met de sham poo in je haar onder de douche Frits Hendriks en Jelly Walstra bewonen al 17 jaar de Boreas. en dan is de gasfles leeg. Of de leiding voor de centrale verwar ming raakt verstopt. En dat ge beurt dan natuurlijk altijd met kerst. Het is ook wel eens voor gekomen dat het heel hard vroor. Toen kon de boot die ons water ververst hier niet komen. We moesten zes weken met 1700 liter water doen. Toen stond ik weer bij mijn moeder met de was", lacht Jelly. Vakantie Zo nu en dan nemen Frits en Jel ly hun huis mee om op vakantie te gaan of op bezoek bij vrien den in Amsterdam. „We zijn net terug uit België. We hebben drie weken rond gevaren. We zijn in Luik geweest, in Gent, in Charle roi en in Namen", vertelt Frits. Het vergde veel werk om de Boreas om te toveren tot woonboot. schilderijen op de bank", vult Jelly aan. „Bovendien ben je het niet gewend om te varen als je het maar zo weinig doet", gaat Frits verder, terwijl hij zijn in verband gewikkelde handen laat zien. „We hebben een onge lukje gehad in de vakantie. We zijn tegen sluisdeuren aangeva ren, omdat er een kabel afbrak, waardoor we niet meer konden remmen. Ik heb geprobeerd het schip tegen te houden met tou wen, maar dat lukte natuurlijk niet. Gelukkig was er bijna niets kapot, maar het was wel schrikken. Op zo'n moment wil je graag naar huis, maar ja, dan is het nog twee dagen varen." Thuis in Tholen hebben Frits en Jelly het helemaal gevonden. Ze genieten van de rust en het con tact met vissers en recreanten. Jelly: „We leren hier zóveel men sen kennen. Andere mensen heb ben dat vooral via hun werk. Wij hebben erg leuk contact met vissers. Tja, iedereen heeft wel eens pech met z'n boot. Dat schept een band." Piano Pech of niet, voor Frits en Jelly blijft het wonen op een boot het mooiste dat er bestaat. Of ze al tijd in Tholen blijven, weten ze niet. Jelly: „We zijn al zo vaak vei'huisd, wij kunnen overal wel aarden, maar hier in Tholen vin den we het heerlijk. De plaats ligt goed beschut, je hoort hier bijna niets. Als Frits midden in de nacht op zijn piano wil spe len, dan kan dat. Wehebben hier een heel dijkje bijna voor onszelf. De mensen zijn aardig en in de zomer is hier altijd wel wat te beleven. Je houdt altijd dat vakantiegevoel." Frits: „Zo lang het kan, willen we in een boot blijven wonen." Cornelleke Blok „Ja, zelfs als we op zomervakan tie gaan, hebben wij onze schaat sen mee. Het leuke is dat je in eens weer een heel ander uit zicht vanuit je keukenraampje hebt. Dan wonen we ineens vier dagen in hartje Gent of we gaan even naast een paar vrienden wonen in Amsterdam. Ik ver geet het soms wel eens dat we ons huis bij ons hebben als we op vakantie gaan. Dan zeg ik 'als we straks weer thuis zijn', maar dan bedoel ik de ligplaats in Tholen", glimlacht Jelly. „Als we tweehonderd uur varen in een jaar, dan is dat heel veel. We zoeken de risico's liever niet op. Het is toch je huis", licht Frits toe. „Pas waaide het hard, dan gaat de hele boekenkast heen en weer. Dan leggen we de DE VOORDEUR De voordeur biedt toegang tot een woning, maar wat daar achter schuil gaat, blijft voor velen onzichtbaar. In deze serie een kijkje achter de voordeuren van Zeeuwse huizen. Iedere week gaat een andere deur open en geeft de bewoner een blik'in zijn of haar leven. foto's Mechteld Jansen Laatste week der opruiming. Th. C. G. Rivière zal het thans nog van vorige saisoenen overgeblevene tot nog lagere prijzen a contant verkoopen. Nieuw ont vangen: Engelsche en Fransche Chitsen en eene eerste bezending kleedingstoffen. Een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 5 februari 1872. De firma Rivière aan de Middelburgse Markt bestaat inmiddels niet meer, maar mevrouw Ti ne Rivière (76) herinnert zich als de dag van gisteren hoe zij en haar man (de achterkleinzoon van Th. Ri vière) de zaak runde. Maar dat is voorbij, vertelt ze spijtig. Een jaar of tien geleden werd het familiebe drijf, inmiddels omgedoopt tot Livera/Rivière, beëin digd. „Ik heb alleen nooit geweten dat de zaak echt het leven van mijn man was. Hij is kort na de sluiting over leden. Hij heeft niet meer in de winkel willen kijken die na ons kwam." Tine Rivière geniet met volle teugen in haar ruime bo venwoning op de Markt. Niet alleen het fantastische uitzicht, maar ook de levendige drukte bekoren haar nog dagelijks. Ze heeft een vast plekje bij het Franse balkon. Als het mooi weer is, gaan de ramen open en klinkt het geroezemoes van 'beneden' door naar boven. „Het is nooit echt lawaaiig. Sinds ik dubbel glas heb, blijft het geluid buiten. Nou ja, laatst was er wel veel lawaai, met die Danceparade, wat een herrie, vreselijk. Last van het uitgaansleven heb ik niet. Als er iets ge beurt, lees ik dat pas de volgende dag in de PZC." De jaarlijkse kermis zorgt ook voor wat extra decibel len, maar dat vindt de Middelburgse niet zo erg. „Daar hou ik wel van. Maar ik vond de kermis vroeger leuker. Zeker het opbouwen, dat was leuk om te zien. Dan wa ren ze écht aan het knutselen. Stukjes hout hier en daar om de boel goed recht te laten staan. Nu gaat er een kar open, er komt een grote kraan bij en de handel staat." Gezeten op een helderblauwe bank diept ze herinnerin gen op. Aan de optredens van Blof ('leuk hoor'), de in tochten van sinterldaas, de concerten van de Tros ('ik zie Ben Kramer nog op zijn motor de Markt op rijden. Maar wat zong hij ook al weer?') en de koninklijke be zoeken. Ja, die bezoeken, daar kijkt ze met plezier op terug. „Ik herinner me nog dat Juliana kwam. Toen had je nog geen televisie. Ik moest de ramen in huis echt 'inde len'. Plier vijf, daar zes personen, want iedereen wilde alles goed zien. Dat is nog zo. Ik geef ze altijd allemaal een vlaggetje en zeg als het bezoek vlakbij is, 'en nu al lemaal hoera roepen en zwaaien'. En ze zwaaien altijd terug. Zeker Maxima, die is zo spontaan." Zwaaien ,doet Tine overigens veel. Glimlachend: „Ik zie altijd wel een bekende langslopen. Als ik daar naar zwaai, wuiven er zeker nog vier andere mensen ook te rug. Die denken zeker dat ik naar hen zwaai." Het leven op de Markt verveelt haar niet. „Het is iede re dag anders, gezellig druk. Zon of geen zon, het uit zicht is altijd prachtig. Alleen 's nachts is het een beet je spookachtig. De verlichting is niet goed. Ik vind de lantaarns mooi ontworpen, maar ze geven te weinig licht." „Ik heb rondom zicht, voor op de Markt en aan de zij kant op de Lange Delft. Schitterend. En af en toe ga ik lekker naar m'n zomerhuisje in Valkenisse in het water wingebied. Maar hier weg, nee dat wil ik echt niet." Annemarie Zevenbergen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 31