Historische foto's vragen kritisch oog
De Indiase olifant komt in beweging, als een tijger
De verleiding
van dat ene
moment
zaterdag 2 september 2006
Sommige foto's zijn gewoon te
mooi om waar te zijn. Zijn ze
wel echt? Zijn ze geposeerd? Was
de fotograaf op het 'moment su
prème' aanwezig, of heeft hij het
achteraf in scène gezet?
Enkele foto's die wij als 'iconen'
zijn gaan zien, zoals een beroem
de foto van de kortgeleden overleden
Joe Rosenthal (Amerikaanse mari
niers die de Stars and Stripes plaat
sen op Iwo Jima na de nederlaag van
de Japanse troepen op dat eiland) dra
gen de wrange smaak van 'nep' met
zich mee. Ten onrechte, zoals in de
meeste gevallen is komen vast te
staan. „Onze nobele daden worden in
water beschreven, maar de slechte ge
graveerd in koper", schreef Shake
speare al eens. Als aan een foto - zoals
van de gesneuvelde Spaanse republi
kein uit 1936 van Robert Capa - een
maal de kwade reuk van bedrog
hangt, is de bewuste foto voor altijd
gedoemd.
Maar soms is de verdenking terecht,
zoals in het geval van Robert Dois-
neaus 'De Kus voor het Stadhuis', uit
1950. Voor die foto had het kussende
stel wel degelijk geposeerd. Op aanra
den van het tijdschrift 'Life', waar
voor Doisneau de foto maakte, had hij
acteurs ingehuurd, om juridische pro
blemen te voorkomen. „Maar", zou hij
tijdens een bizar proces in 1992 verkla
ren: „ik heb altijd heel goed geobser
veerd hoe verliefde stellen zich in der
gelijke situaties gedragen." Het pro
ces was aangespannen door een man
en een vrouw die beweerden het gefo
tografeerde stel te zijn en honderddui
zend dollar achterstallige royalty's eis
ten. Doisneau kwam toen met de be
kentenis dat hij een aankomend actri
ce en haar vriend had gecontracteerd
voor de opname.
Ook rond de foto van Jevgeni Chaldei,
van Sovjet-soldaten die in 1945 de
vlag met de hamer en sikkel op de
Rijksdag plantten, deed het gerucht
de ronde dat die geposeerd was. Vlak
voor zijn dood in 1997 vertelde Chal
dei aan de Britse historicus Brian Moy-
nahan het ware verhaal.
Het Rode Leger zat een paar dagen
voor de Val van Berlijn zonder rode
vlaggen. Chaldei ging daarop terug
naar Moskou. Maar ook daar waren
geen vlaggen meer. Toen vorderde hij
bij het persbureau Tass waarvoor hij
werkte drie rode tafelkleden. Daar
mee vloog hij terug naar Berlijn, na
dat een oom van hem hamers en sik
kels op de tafelkleden had gestikt.
Eén 'vlag' fotografeerde hij boven op
het Rijksluchtvaartministerie en een
andere op de Brandenburger Tor. De
laatste nam hij mee, terwijl hij een
aanvalsgroep volgde, die zich een weg
vocht naar het Rijksdaggebouw.
Het kleed nam hij mee naar het dak
dat vervolgens door de soldaten aan
een mast werd gebonden. Natuurlijk
zouden de soldaten zonder zijn toe
doen nooit een vlag hebben kunnen
planten op het Rijksdaggebouw en
daaróm heeft hij veel meer gedaan
dan slechts de werkelijkheid die zich
aan hem voordeed registreren. Hij
greep in die werkelijkheid in en zette
het resultaat op de foto. De eindredac
teur bij Tass eiste bovendien van
Chaldei dat hij op het negatief de
extra (buitgemaakte) horloges verwij
derde aan de pols van de officier die
onder op de foto staat. Ook dat gebeur
de en zo is die officier slechts met één
horloge de geschiedenis ingegaan.
Vietnam
De foto van Hung Cong 'Nick' Ut van
het naakte meisje Kim Phuc dat op 8
juni 1972 net een napalmbombarde
ment heeft overleefd, is symbool ko
men te staan voor de verschrikkingen
van de oorlog in Vietnam. De foto
ging de hele wereld over, maar niet in
de vorm waarin hij gemaakt was. Tal
Sovjet-soldaten op het Rijksdaggebouw in Berlijn, begin mei 1945. Fotograaf Jevgeni Chaldei deed meer dan het registreren van de werkelijkheid: hij voorzag de soldaten van een vlag met hamer en sikkel.
foto Jevgeni Chaldei/GPD
loze redacties van kranten en tijd
schriften maakten een uitsnede van
de foto, zodat Kim veel meer centraal
kwam te staan, een ingreep waarmee
ze hoopten de dramatische kracht van
de foto te vergroten. Maar aan de foto
zelf was op het moment dat die werd
genomen niets geënsceneerd, zoals het
slachtoffer Kim Phuc, na zeventien
operaties te hebben ondergaan, vijf
jaar geleden vertelde. Toch heeft de
toen negentienjarige Ut wel ingegre
pen. Maar achter de schermen. Nadat
hij de foto had gemaakt, heeft hij Kim
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis
gebracht en zo haar leven gered.
„Maar eerst moest hij die foto maken.
Als hij ook maar een fractie van een
seconde geaarzeld had, was hij te laat
geweest. Je eerste verantwoordelijk
heid als fotograaf is je foto. Daarvoor
ben je professional", zei Kim Phuc.
Joe Rosenthals foto van Iwo Jima was
qua compositie perfect. Daardoor
werd zijn foto een icoon van de oorlog
in de Pacific en de overwinning van
de VS op Japan. De foto was zo per
fect dat er al snel geruchten gingen
dat de mariniers en een matroos voor
Rosenthal geposeerd hadden. Het was
niet de eerste vlag die daar gehesen
werd, gaf Rosenthal tien jaar later
toe. Vier dagen eerder was namelijk
op diezelfde plaats op de berg Suriba-
chi een kleinere vlag geplaatst. Maar
de minister van Marine wilde de origi
nele vlag als souvenir. Een woedende
commandant kolonel Chandler
Johson gaf toen zijn mannen opdracht
om een grotere vlag te zoeken, die de
mariniers zouden houden.
Op het moment dat die grotere vlag
werd geplaatst, bereikte Associated
Press-fotograaf Rosenthal net de top
van de Suribachi. Vanaf een stapel
zandzakken nam hij zijn Pulitzer prijs
winnende foto. „Ik heb niets geënsce
neerd", aldus Rosenthal, „want dan
had ik de mariniers wel in de camera
laten kijken." De vlag die werd geko
zen was gered uit één van de door de
Japanners tot zinken gebrachte sche
pen in Pearl Harbor. Symbolischer
kon het niet. De foto diende als basis
voor het in 1954 opgerichte monu
ment voor het Korps Mariniers op de
begraafplaats Arlington in Virginia,
bij Washington D.C.
Prikkeldraad
De foto van Bosnische 'gevangenen'
van 1992 in een kamp bij Trnopolje
die werd genomen uit een video van
de Britse ITN-televisie, ging de we
reld over;als bewijs dat de Serviërs na
zi-methoden hanteerden tegen de
Bosniërs. Het kamp werd zelfs vergele
ken met het concentratiekamp Ber-
gen-Belsen, waar het prikkeldraad en
de uitgehongerde man in het centrum
van de foto niet vreemd aan zijn ge
weest. Uit onderzoek achteraf van de
Duitse journalist Thomas Deichmann
is komen vast te staan dat niet de
Bosnische mannen achter prikkel
draad stonden, maar de cameraman.
Die filmde de mannen vanaf een om
heind terrein dat naast het vluchtelin
genkamp lag. Bovendien waren de
mannen geen gevangenen, maar vluch
telingen die mochten gaan en staan
waar ze wilden. Ploe het verhaal van
'Bergen-Belsen in Bosnië' een eigen
leven ging leiden, is een verhaal op
zichzelf, wat meer heeft te maken met
het toen heersende verwachtingspa
troon ten aanzien van de Serviërs dan
op feiten berustende journalistiek.
Overigens hebben de betreffende ca
meraploeg en de schrijvende journa
list van het Britse dagblad 'The Guar
dian', Ed Vulliamy, nooit beweerd dat
ze de wereld een Servisch concentra
tiekamp lieten zien. Ze hebben colle
ga's, meestal eindredacties die duizen
denkilometers verderop zaten, daar
voor ook bekritiseerd. Maar het ge
rucht was sterker dan de waarheid.
De in 1954 tijdens zijn werk in Viet
nam omgekomen Robert Capa is mis
schien wel dé belichaming van de oor
logsfotografie, hoewel er ook na hem
vele anderen zijn geweest die, in zijn
voetsporen, 'him' oorlogen en de waan
zin ervan op indrukwekkende wijze in
beeld hebben weten te brengen. Maar
toch ontsnapte ook Capa niet aan de
verdenking dat hij een foto had geëns
ceneerd. Het gaat om wat misschien
wel de allerberoemdste oorlogsfoto al
ler tijden is, namelijk de Spaans-repu
blikeinse soldaat die in gevecht tegen
troepen van generaal Franco sneuvelt.
De geruchten werden in de jaren ze
ventig nog eens aangedikt door een
Britse journalist O'Dowd Gallagher,
die verklaarde dat in de tijd dat de fo
to zou zijn gemaakt in Andalusië in
1936, hij met Capa in een hotel ver
bleef vlak bij de Franse grens.
Spaanse Burgeroorlog
Pas in 1995 kwam er licht in de zaak.
In dat jaar publiceerde een Spanjaard
zijn memoires uit de Burgeroorlog.
Mario Brotóns Jorda had gevochten in
de buurt van Córdoba, aan hetzelfde
front waar Capa zijn beroemde foto
had gemaakt. Brotóns herkende de le
ren patroontas aan de schouder van
de soldaat op Capa's foto, een type
dat alleen in het stadje Alcoy werd ge
maakt. Hij deed vervolgens onderzoek
in het staatsarchief in Salamanca en
vond daar dat er op 5 september 1936,
de datum waarop de foto was geno
men één man uit Alcoy was gesneu
veld, namelijk Federico Borrell Gar
cia. Brotón liet de foto vervolgens
zien aan een nog levende broer van de
gesneuvelde die hem inderdaad her
kende als Federico, zijn broer. Daar
mee was een van de vervelendste en
hardnekkigste geruchten uit de we
reld geholpen.
Capa zelf had eind jaren dertig al eens
op de hem bekende laconieke manier
op de geruchten gereageerd. Tegen
over het in New York gevestigde tijd
schrift 'World Telegram' verzuchtte
hij: „Je hebt in Spanje helemaal geen
trucs nodig om foto's te maken, Je
hoeft niets te poseren. De beelden zijn
er gewoon. Je hoeft ze alleen maar te
nemen. De waarheid is de beste foto."
Maar niet iedereen staat zo sterk in
zijn schoenen. Manipulatie van foto's
heeft altijd bestaan en in het digitale
tijdperk zijn de mogelijkheden om
met foto's Capa's waarheid geweld
aan te doen alleen maar groter gewor
den, zoals de omstreden oorlogsfoto's
van een Libanese freelance-fotograaf
hebben laten zien. Met behulp van
Photoshop-software had hij de wol
ken van explosies boven gebouwen
nog wat aangedikt.
Persbureau Reuters verbrak onmiddel
lijk het contract met de man toen hij
werd ontmaskerd. Nieuwsfoto's moe
ten de waarheid weergeven.
Rieks Holtkamp
Een legertje straatverkopers probeert producten te slijten aan het kantoorpersoneel van de
grote multinationals in Gurgaon. foto Peter Boer/GPD
Er heerst een onvoorstelbare armoede en
er wonen de meeste analfabeten ter we-
maar het land heeft wel eenderde van
|Ue softwareontwikkelaars op aarde en de
jp een na snelst groeiende economie op aar-
je. India - meer dan een miljard inwoners -
s zowel olifant als tijger.
|ie in de vroege ochtenduren van Delhi
jaar Agra reist, ziet het openbare en privéle-
jen van India zich langzaam ontvouwen,
wensen slapen op de stoep, op busdaken of
jp de vangrail, vanaf een uur of vijf lopen
ie eerste kinderen blootsvoets naar school,
•ractors rijden volgeladen met arbeiders
par de velden en de weilanden worden be
let door mensen die er gehurkt hun behoef
te doen. Want huizen hebben de meeste ar-
nen niet, hoogstens een paar takken met
:en oud zeil eroverheen. Vrouwen pompen
j water omhoog, doen de was in een plas wa-
■èr en mannen laten zich scheren in de 'kap-
j|alon': een slordige stapel stenen langs de
veg met een spiegel erop.
Jp de weg zelf zijn het driewielige riksja's,
jjetsen met grote bundels rietstengels, brom-
aetsen met complete families (pa rijdt, zoon-
jje voorop en ma met baby in amazonezit
ichterop), luid claxonnerende bussen en
5ont versierde vrachtwagens die om voor-
-'ang strijden. Een hiërarchie waarin de
sterkste overleeft en die wordt aangevoerd
loor de enige onaantastbare verkeersdeelne
mer: de heilige koe. De weg wordt omzoomd
door een armzalige verzameling winkeltjes,
afdaken eigenlijk, waarvan de negotie be
staat uit Pepsi Cola, thee, bananen of tele
foonkaarten, want mobieltjes hebben de In
diërs allemaal wel. De alom zichtbare ar
moede wordt slechts afgewisseld door bid-
tempeltjes en reclameborden voor hypermo
derne appartementencomplexen en de on
vermijdelijke McDonald's filialen. De luxe-
re winkels, restaurants en hotels vormen geï
soleerde, zwaar beveiligde enclaves, waar
overdaad en hygiëne regeren.
Hoe komt dit land ooit vooruit, ben je als
westerse bezoeker geneigd je af te vragen.
Komend vanuit een land waarin elke secon
de wordt afgerekend op efficiency en ar
beidsproductiviteit, lijkt India gedoemd eeu
wig te blijven voortmodderen in overbezette
bedrijven en inefficiency, terwijl de samen
leving kampt met een enorm analfabetisme
(31 procent bij mannen en 54 procent bij
vrouwen), regelmatige stroomuitval, schaar
se gezondheidszorg (minder dan de helft
kan beschikken over essentiële medicijnen)
en een religieuze berusting in ieders lot.
Daarbij verkeert het land in de wurgende
greep van grote interne instabiliteit met ter
roristische aanslagen en spanningen met
buurland Pakistan.
Maar de Indische olifant komt in beweging.
Als een tijger zelfs. Weliswaar moet de helft
van de bevolking rondkomen van minder
dan twee dollar per dag, (het gemiddelde in
komen ligt op 490 dollar per jaar), het land
stoomt gierend op in de vaart der volkeren.
Was India decennia lang gewend aan groei
cijfers van zo'n 3 procent ('Hindoe-groei-
snelheid'), de laatste drie jaar stijgt het na
tionaal product met liefst 8 procent per jaar
(na China de sterkste groei), waardoor het
land nu de twaalfde economie ter wereld is.
Daarnaast is het kastenstelsel aan het wan
kelen. Er is een sterk groeiende middenklas
se in opkomst en in 1997 lukte het Raman
Narayanan, een man uit de kaste der onaan-
raakbaren, het tot president van India te
schoppen. Ook de huidige president, Abdul
Kalam, komt uit een arbeidersmilieu.
Research
De opkomst van India is grotendeels toe te
schrijven aan één sector: de IT. Weliswaar
profiteert het land sterk van de goedkope
textielindustrie, de landbouw, de chemie en
de machinebouw, de laatste jaren verdient
India niet zozeer aan goederen die het land
uitgaan, maar aan werk dat het land binnen
komt. „Het begon met eenvoudig admini
stratief werk, toen volgden de callcenters en
nu wordt ook steeds meer softwareresearch
aan India uitbesteed", zegt Eric Niehe, am
bassadeur van Nederland in India.
Niehe ziet de opkomst van India als econo
mische wereldmacht niet als een bedreiging
voor Nederland. „India is momenteel de ma
chinekamer van de wereldeconomie. Neder
land kan van die ontwikkeling veel leren",
zei de ambassadeur. „Wij zullen daardoor
steeds een stapje hoger moeten in technolo
gie en IT om werk in Nederland te houden.
We zullen daartoe onze creativiteit meer
moeten benutten." Want dat India alleen
maar meer potentie in huis heeft, staat vast.
Van de bevolking is 52 procent onder de 25
jaar en over vier jaar zal dat zelfs 54 pro
cent zijn. Die jongeren kunnen allemaal
naar technologische topinstituten en gaan
India straks nog harder vooruit helpen. Die
combinatie van bevolkings- en economische
groei leidt tot een enorme 'boom' in de on
roerendgoedmarkt. De krant The Times of
India telde twee weken geleden een onroe-
rendgoed-bijlage van tachtig pagina's vol
met advertenties van nieuwe appartemen
tencomplexen en winkelcentra. Volgens rap
porten komt er binnen vier jaar 20 procent
aan winkelruimte bij.
De groei voltrekt zich echter niet evenwich
tig en geleidelijk. De verstedelijking neemt
de komende jaren toe tot, in sommige deel
staten, 75 procent. De regionale ongelijk
heid in welvaart, werkloosheid en toegang
tot onderwijs en gezondheidszorg wordt dus
niet opgeheven door de softwareactivitei-
ten. Maar de IT-toepassingen kunnen er wel
voor zorgen dat de kloof smaller wordt, ver
kondigde topman Ravi Venkatesan van Mi
crosoft India. De softwaregigant heeft er ini
tiatieven ontwikkeld om de digitale kloof te
dichten. Maar de krachtigste armoedestrij-
der is volgens Venkatesan altijd nog de mo
biele telefoon: er worden er in India 5 mil
joen per maand van verkocht en het appa
raat heeft impact op iedereen. Want de ar
men die in hun rieten hutjes wonen, worden
als dagarbeiders wel opgeroepen via hun
gsm.
Jan Ruesink