Ik ben niet zo'n big star-troel
Thursday
23
Zangeres
Monique
Klemann
Maeve Brennan
woensdag 30 augustus 2006
n Patrol heet het so
loalbum van Moni
que Klemann, waar
op de Amsterdamse zangeres
zich een weg baant tussen
jazzstandards, bossa nova en
popklassiekers. Hetgeen
geenszins het einde betekent
van de band Loïs Lane, waar
van zij en haar zus Suzanne
meer dan alleen maar de ge
zichtsbepalende factoren
zijn. Monique Klemann over
modellen, moederschap en
meedoen aan Idols. „Ontdek
je stem en wat je ermee kunt
doen, voordat je iemand gaat
kopiëren."
In de Talpa-misdaadserie Pa
rels Zwijnen speelde ze de
exotische Lynn Bloem, de myste
rieuze eigenaresse van en zange
res in een nachtclub. Die rol be
tekende de opmaat voor haar
eerste soloalbum. Want in elke
aflevering zong Monique Kle
mann liedjes die ze zelf had uit
gekozen en haar na aan het hart
lagen: klassiekers uit het jazzre
pertoire. Dat beviel haar zo
goed dat een album niet langer
kon uitblijven. „Het is geen hip
pe plaat geworden, maar dat
was ook het uitgangspunt niet.
Het klinkt als een cliché, maar
On Patrol is de vervulling van
een lang gekoesterde wens",
zegt Klemann.
'Ergens' tussen haar veertiende
en zestiende jaar begon ze met
zingen. „Ik heb een hele zachte
stem, maar ik merkte wel dat ik
heel makkelijk in het hoog en
het laag kon bewegen en ook zui
ver was. Ik ontdekte dat mijn
stem zich leent voor die softe,
melodische dingen. Maar ja, ik
kwam terecht in de mallemolen
van de popmuziek, ik startte
een bandje en daarin werd mijn
stem steeds meer een onderdeel
van het groepsgeluid. Maar die
rol in Parels Zwijnen kwam,
het concept voor de liedjes lag
er. Dus het werd: niet lullen
meer, dat album móest er nu ko
men."
Aretha Franklin vindt ze te gek,
maar ze komt naar eigen zeggen
niet in de buurt van de soul en
blues in de vocalen van deze le
gende, Het meest verwant voelt
ze zich nog met de 'eerlijke' en
'blanke' stem van Dusty Spring
field. „Wellicht is het daarom
dat er ook liedjes op de cd staan
die op het eerste gezicht een
beetje tuttig en ouderwets zijn.
Zoals In The Land Of Make Be-
lieve van Burt Bacharach. Het
nummer past eigenlijk nergens
bij, maar het is zo beeldschoon,
het heeft zulke mooie melodie
ën." Andere evergreens zijn
Bacharachs The Look of Love
en Cry Me A River van Arthur
Hamilton.
Als tegenhanger nam Klemann
ook fraaie popklassiekers op als
The Wild Places van Duncan
Browne en David Bowies What
In The World. Nieuwe composi
ties van haarzelf en haar man
Jeroen den Hengst maakten het
album compleet. „Jeroen komt
eigenlijk uit de hoek van de har
de rockmuziek, maar het ging
allemaal heel goed. Heel vanzelf
sprekend." Ze koos bewust niet
voor het perfecte geluid. Tijdens
de opnamen in een klein studio-
tje in Scheveningen stond een
oude Neumann-microfoon voor
haar neus om die wat warme
sound uit de jaren zestig te bena
deren. „We namen alles in één
take op. Als je goed luistert, ont
dek je zeker fouten. Er zitten
een paar valse noten in, die ik
nu bijna niet meer kan aanho
ren. En er staan wat rommelige
roffels op. Maar het maakt het
allemaal wel echter. Tegenwoor
dig wordt alles maar rechtge
trokken en door de computer ge
haald. Het komt dan zo steriel
over."
Monique Klemann mag dan
even los zijn van Loïs Lane, dat
betekent niet dat de groep ten
dode is opgesc-hreven. Integen
deel, er wordt gewerkt aan een
dvd met een overzicht van de af
gelopen ruim twintig jaar uit de
geschiedenis van de band. „En
wé spelen nog steeds heel veel.
We hebben een soort vaste klan
tenkring in het bedrijfscircuit
opgebouwd. Ze weet dat Loïs
Lane 'in de pers' niet meer leeft.
„De radio draait ons niet zo veel
meer en op tv komen we ook
niet. Maar ik heb nog altijd wel
ideeën om nieuwe dingen te ma
ken. Misschien wordt het wel
makkelijker als die dvd is uitge
bracht en de interesse weer be
gint te groeien."
Ze begon de groep in 1985 en
vroeg later of de drie jaar oude
re Suzanne de gelederen wilde
komen versterken. Haar zus
twijfelde, ze was immers net
met een studie rechten begon
nen. Maar Suzanne had buiten
Caroline gerekend, de oudste
dochter in het gezin Klemann.
Caroline dwong 'Suus' bijna om
in Loïs Lane te stappen. „Als jij
het niet doet, doe ik het zelf
wel", zei ze. Caroline heeft het
succes niet kunnen meemaken:
ze verongelukte in 1985 met een
helikopter in Zwitserland.
Angsten
Zonder 'Suus' zou Monique al
lang de muziekindustrie hebben
verlaten, erkent ze. „Zij heeft
me over zo veel angsten heen ge
holpen. De angst voor het po
dium, de kwetsbaarheid, al die
eikels die je in het wereldje te
genkomt. In het begin moest ik
er heel erg aan wennen dat men
sen alles van je willen weten. Ik
vond het een enorme inbreuk op
mijn privacy. Zij had daar geen
last van, heeft lak en schijt aan
dingen waar ik veel te lang over
nadenk. Kortom, ik ging mee in
haar stroom. Zij is toch mijn
oudere zus," Geen kwaad woord
over Suzanne derhalve. „Zij kan
mensen zo veel kracht en ener
gie geven. En niet alleen op het
podium."
Monique heeft niet veel op met
de huidige mores in de popbusi-
ness, die in steeds grotere mate
bepaald lijkt te worden door ta
lentenjachten als Idols. „Die kin-
deren willen alleen maar be
roemd worden. Ik vermoed dat
iedere artiest die in een andere
tijd is begonnen, er hetzelfde
over denkt als ik. Het klinkt een
beetje ouwelullig, maar die jon
ge gasten moeten gewoon gaan
beginnen in een oefenruimte.
Ontdek je stem en wat je ermee
kunt doen, voordat je iemand
gaat kopiëren. Tegenwoordig
wordt alles zo opgeblazen: The
Next Top Model, The Best Sin
ger. Ik vind het afschuwelijk. Ik
zag de finale van Idols en dacht
bij mezelf: o, is dit het 'level'?
Het is een beetje plat, maar
blijkbaar is er behoefte aan. Mis
schien denkt het merendeel van
de bevolking dat je zo beroemd
wordt. Jim en Jamai zie je nog
wel eens, maar we horen nooit
meer wat van Dewi."De Kle-
mann-clan is een muzikale fami
lie. „Mijn ouders zijn dol op
klassiek", zegt Monique. „Daar
werden wij ook mee opgevoed,
totdat wij zelf plaatjes gingen
kopen en de popmuziek ontdek
ten." Haar overgrootvader was
violist. Vader, die ambtenaar
was, en moeder, die in het onder
wijs zat, zijn beiden gezegend
met een goede stem, aldus de
dochter. In de familie van haar
moeder, die van Indische af
komst is, werd ook veel muziek
gemaakt. „Wij zongen altijd bij
de afwas, totdat de vaatwasser
kwam. Toen deden we het in de
auto." Dat hun dochters voor
een carrière in de muziek kozen,
hebben vader en moeder Kle
mann met enthousiasme onder
steund. „Vanaf het moment dat
ik op mezelf ging wonen, heb ik
mezelf onderhouden. Die tijd be
gon ook het Grote Loslaten, ver
telt mijn moeder altijd. Mijn
ouders waren vreselijk be
nieuwd hoe him dochters het
zouden doen. Suus heeft nog
een tijdje rechten gestudeerd,
maar dat sloeg nergens op. Ze
wilde eigenlijk filmacademie
doen, maar werd er telkens voor
Zelf had Monique geen aspira
ties om te studeren. „Ik was to
taal ongelukkig op school,
kwam niet uit de verf. Ik heb
mijn havo gedaan en toen dacht
ik: het moet niet langer duren,
want nu word ik gek. Het was 'a
waste of time'. Bovendien had
ik net auditie gedaan voor een
bandje en"deed ik al wat model
lenwerk. Ik ging toen pas het
echte leven leren." Tot haar vie
rentwintigste heeft ze modellen
werk gedaan. „Toen kreeg ik
het zo druk met muziek maken
dat leuke klussen in het buiten
land erbij inschoten." De liefde
voor muziek ging prevaleren bo
ven de fotoshoots.
„Als ik me vol in het modellen
werk had willen storten, zou ik
in Milaan of Parijs moeten gaan
wonen en alles achter me laten.
Daar had ik geen zin in. Ik kon
en kan me echt maar op één
ding concentreren en dat is de
muziek. Als je iets gevonden
hebt waar je passie ligt, dan is
er geen haar op je hoofd die
denkt om dan toch maar iets an
ders te gaan doen. Muziek was
een echte ontdekking. Ik word
nog steeds zo blij van zingen. Er
komt een energie vrij waar je
aan verslaafd raakt." Ook acte
ren haalt het volgens Monique
bij lange na niet bij het plezier
van het zingen. Parels Zwij
nen was leuk, maar ze werd er
bloednerveus van. „Als acteur
mag je nooit twijfel uitstralen.
Daar word je op afgerekend.
Met zingen kan ik een seconde
van tevoren nog bedenken hoe
ik zal inzetten. Dat geeft zo veel
meer vrijheid."
Twee kinderen heeft ze, een
meisje van tien en een jongen
van vijf. Het moederschap heeft
onmiskenbaar een impact gehad
op haar carrière. „Er vindt wel
een verschuiving plaats, ja. Die
liefde en aandacht die je hebt
voor je werk, 'is rechtstreeks ge
gaan naar de kinderen. Er is
niets belangrijkers dan die
twee.
Optater
De creativiteit heeft daar een op-
tater van gekregen. De muziek
is even op een lager pitje geko
men. Dat is de keuze die ik heb
gemaakt. Ik acht het mijn plicht
om daar heel gelukkige mensen
van te maken." Kinderen krij
gen is heftig, heeft ze ervaren.
„Ik snap niet dat Anouk er drie
kan krijgen en nog steeds kei
hard doorgaat. Ik vind het heel
knap van haar. Ik ben zo'n sof
tie, ik moet erop zitten. Dat is
mijn nest." Ze stelt zich tevre
den met een optredentje hier,
een optredentje daar. „Ik ben
niet zo'n big star-troel. Dat heb
ik nooit gehad, eigenlijk."
Lachend: „Anders hadden we
destijds dat album met Prince
wel gemaakt." Het album On
Patrol van Monique Klemann
verschijnt 4 september bij CNR
Entertainment.
Peter Kuijt
TT1 T 77* ATT T TT^" begon het met haar foto. Nee,
r J J. v_X J -LN JLJ JLeJ _L\.met een stukje over een foto
van een vrouw. Toen ik het stukje las, wilde ik de foto zien. Toen ik
de foto gevonden had, wist ik dat ze een Ierse schrijfster was, uit
Dublin.
Maeve Brennan - ze was de dochter van een Ierse vader en moeder.
1-Iaar vader deed publiciteitswerk voor het Ierse verzet tegen de En
gelsen en was tijdens haar kinderjaren voortdurend op de dool. Die
vader schreef ook toneelstukken die niet zonder succes werden op
gevoerd, maar de strijd tegen de perfide overheerser eiste vlammen
de krantenstukken en veel organisatie. Ze is opgegroeid met huis
zoekingen en ondervragingen. In 1917 werd ze geboren in Dublin,
in een aardige wijk ten zuiden van het stadscentrum. Op een zeer
katholieke kostschool bracht ze haar leerjaren door. Ze heeft er een
prachtig verhaal over geschreven, De duivel in ons.
Toen de strijd gestreden was, werd haarvader naar de Verenigde
Staten gestuurd om vertegenwoordiger van het Vrije Ierland te wor
den. Zeventien was ze toen het gezin in Washington arriveerde. Ze
deed haar studies en kwam in de journalistiek terecht. Ze schreef
over mode in Harpar's Bazaar. Je zag het haar aan.
Later kwam ze bij The New Yorker en belichaamde daar temidden
van het puikje van de nieuwe Amerikaanse journalistiek de vooruit
gang, het feminisme, de verwachting, het nieuwe leven, de Kenne
dy's, tot diep in de jaren zestig. Voor The New Yorker schreef ze co
lumns en van tijd tot tijd korte verhalen over haar jeugd in Ierland,
haar ouders, het Ierse platteland rond Wexford waar haar familie
vandaan kwam. Toen ze in de jaren zestig en zeventig af en toe in
Ierland kwam, rokend,
zwaar opgemaakt, in lange
broek, leek ze daar iemand
van een andere planeet. Ze
schreef onthutsend mooi en
sober, en melancholiek.
Voor de rubriek Talk of the Toion in The New Yorker bedacht ze
korte stukjes met the Long winded Lady.
Ze was klein en fragiel, dronk te veel, was niet gelukkig, had geen
vaste verblijfplaats maar bewoonde tijdelijk appartementen van
vrienden in Manhaften of een vakantiehuis aan de kust. Wonen kan
je het niet noemen, ze leefde uit een reistas, met Bluebell de Labra
dor, en een stel katten, in huizen van anderen, en tussendoor zat ze
in bars en restaurants. Ze ging ten onder, begon depressief te wor
den en vreemd te doen. Aanvankelijk kwam ze nog wel op de redac
tie van The New Yorkerverbleef daar af en toe in een rustvertrek
bij het damestoilet maar de psychiatrische inrichtingen en de een
zaamheid van het verzorgingstehuis was haar toekomst. Ze stierf
vergeten in 1993. Plaar leven is een roman. Pas in 2000 verzamelde
een uitgever weer iets in The Springs of Affection. Van Dublin - een
onlangs in vertaling verschenen bundel verhalen - is de helft aan
dat boek ontleend. Ondertussen is er ook een biografie over haar.
Op beide boeken staat haar foto, die bewuste.
Haar verhalen zijn weergaloos somber, nooit larmoyant en ze heb
ben geen spotlust of effectbejag, ze beschrijven situaties van gewo
ne mensen. Ze lijken oppervlakkig en simpel - de moeilijkste stijl.
Op wonderlijke wijze past Maeve Brennan de techniek van de klei
neherhaling toe. Steeds wordt hetzelfde net iets anders verteld. En
de verhalen overlappen elkaar.
Het eerste deel van Dublin, de bundel vertaalde verhalen, is autobio
grafisch, het tweede deel vertelt in fragmenten de droevige geschie
denis van Rose en Hubert Derdon. Hubert werkt in een zaak voor
herenkleding, Rose doet het huishouden. Him enige zoon John is
priester. Rose heeft niets, behalve het woord vóórhaar vader en het
gemis van John. Als ze dood is, huilt Hubert: hij huilt omdat hij
haar niet mist. Het is al eenzaamheid en leegte, bij leven en sterven.
Lo van Driel
Maeve Brennan, The Spririgs of Affection. Stories of Dublin. London 2000.
Maeve Brennan, Dublin. vertalingRosalien van Witsen). Uitgeverij Hoog
land Van Klaveren 2006.
Angela Bourke, Maeve Brennan - wit, style and tragedy: an Irish Writer in
New York. (2004) Pimlico paperback 2005.
Bij gelegenheid van zo'n aardver
schuiving als zich soms plotse
ling in het landschap van de werkta
fel kan voordoen kwam er opeens
een map met vergeten dingen aan
liet licht: twee onbetaalde rekenin
gen, een verlopen lidmaatschaps
kaart, een briefje met de woorden
Tuesday arrive 4:45 Sunday leave
1:40', en 'ook een boekje met pas
poortfoto's van mijzelf. Wanneer die
z'jn genomen en waarvoor weet ik
"iet precies meer, maar wat opeens
mijn aandacht trok was hoeveel ik
°p die foto's op mijn vader lijk.
Toevalligerwijze had ik kort daar
voor van mijn moeder een pak fami-
>vervang<
liefoto's gekregen, zodat ik geen ge-
orek aan vergelijkingsmateriaal had.
Ei' bestaat ook een foto van mijn
broer, genomen op de boot naar Ier-
lood vele jaren geleden, waarop hij
mol te onderscheiden is van mijn
moeder. Op groncl van die foto werd
111 mijn familie altijd aangenomen
dat hij op mijn moeder en ik op mijn
.Vader leek. Maar de laatste tijd be-
een paar die ik er uit haal: die komen
mij vaag bekend voor, maar ik denk
niet dat ik ze zou herkennen als ik ze
op straat zou ontmoeten. Terug
gaand in de tijd, zoals iedereen die
de film Back to the Future heeft ge
zien zich wel eens voorgesteld zal
hebben, zou ik mijn ouders straal
voorbij zijn gewandeld.
Ik kijk andere stapels familiefoto's
door, veel ervan zonder enige identi
ficatie. Hoe meer je er bekijkt hoe
meer je ziet: ik ben er nu in geslaagd
verschillende mysterieuze figuren
thuis te brengen waarvan ik dacht
dat zij tot onbekende wildvreemde
families behoorden. Een ervan bleek
de ongetrouwde zuster van mijn
Franse bet-overgrootmoeder te zijn;
een andere was hun moeder, dus
mijn bet-bet-overgrootmoeder, die
haar hele leven hetzelfde weinig flat
terende Victoriaanse kapsel bleef
dragen, herkenbaar op haar vroegste
(getekende) portret, tot op een foto
die genomen moet zijn niet lang voor
haar dood in 1889. Het ogenblik dat
tot mij doordrong dat dat kapsel mij
in staat stelde ook latere foto's te
identificeren, was als een moment
van hoger inzicht, een herkennings
melodie in het brein.
Hoeveel beter zou de wereld er aan
toe zijn als portretfoto's altijd en on
der alle omstandigheden meteen ach
terop werden voorzien van naam en
datum; dat zou het mogelijk maken
om vast te stellen of en zo ja wan
neer we op onze voorouders zijn
gaan lijken. Wat ondergronds mee
speelt zijn ook andere gelijkenissen -
stem, handschrift, gebaren: hoe ver
gaan die terug in de tijd? En in hoe
verre verbergen zich achter de trek
ken van onze ouders misschien ook
denkbeelden waar wij hetzelfde ge
zicht bij trekken? Ik betrap mij er-
soms op dezelfde dingen te zeggen
als mijn vader, al introduceer ik die
meestal met een al of niet hoorbaar:
'zoals mijn vader vaak zei',
Maar hoe zit het met alle keren
dat ik mij er niet van bewust
ben? Geen series met paspoortfoto's
die dat kunnen tonen. Er zijn trou
wens geen mensen in de buurt die
het zouden merken; voor wie mijn va
der nooit heeft gekend zijn mijn ge
dachten en uitspraken van mij per
soonlijk. Daarom is het geruststel
lend wanneer je ouders iets vreemds
doen, al is het postuum. Niet zonder
opwinding vond ik tussen de docu
menten van mijn vader een enorme
envelop met de naam van een fotostu
dio 'for High Grade Portraiture'.
Ademloos maakte ik hem open, ver
wachtend een groepsfoto te vinden,
of wie weet opnieuw een portret dat
de oplossing zou geven van een mys
terie. Maar nee, het was een hond,
een zorgvuldig geposeerd studiopor
tret van een hond. Geen identifica
tie, geen datum, niets, alleen maai
de prijs op de envelop - twee shil
lings en elf pence.
Wiens trouwe viervoeter was dat?
Bij ontstentenis van beter bewijsma
teriaal ga ik er maar van uit dat dit
het dier is waar mijn vader vaak
over vertelde, de hond genaamd
Thursday, die vaak alleen en onbege
leid de tram nam naar Sandymount
en terug. Hij ziet er slim genoeg voor
uit. Ik kan mijn vaders stem horen
die zijn naam zegt, vertellend over
de tram, en ik staar naar deze foto,
verlangend er bij te zijn geweest, ze
allemaal jong te hebben gezien en de
ze wonderhond te hebben gekend.
Over de jeugd van onze kinderen we
ten we alles, en over die van onze
ouders niets.
Sarah Hart
gon hij juist steeds meer weg te heb
ben van mijn vader, zodat ik van de
weeromstuit dacht dat ik op mijn
moeder was gaan lijken; dat was tot
ik deze foto's terugvond.
Hoe vreemd dat onze ouders altijd
hetzelfde blijven, ondanks de rava
ges van de tijd, terwijl wij kinderen
voortdurend veranderen. Ik zie dat
ook bij de kinderen van leeftijdgeno
ten, in de familie en daarbuiten: de
ene keer lijken ze op hun vader; dan
zie je ze een paar weken later terug
en waarachtig, nu zijn ze het even
beeld van hun moeder. Het zijn al
tijd de kinderen die veranderen, ook
wanneer ze zelf al van middelbare
leeftijd zijn; ouders die op hun kinde
ren gaan lijken, dat zie je nooit.
Het moet een vorm van patroon
herkenning zijn, en wel een
waar het menselijk brein geen weer
stand aan kan bieden. Zoals wan
neer je onverwacht bloedverwanten
van vrienden ontmoet: die had je tot
dat moment voor unieke individuen
aangezien, maar die blijken dan plot
seling een synthese van elementen
uit al die verschillende bronnen te
zijn. Zo hebben zelfs kleine kinderen
het vex-mogen om dieren die zij nooit
eerder hebben gezien, bijvooi-beeld
chihuahua's en St Bernards, toch te
herkennen als honden - zoals trou
wens ook die honden zelf.
De oude foto's van mijn Ouders be
kijkend probeer ik te zien wanneer
zij begonnen op zichzelf te lijken -
dat wil zeggen op hoe zij er uitzagen
toen ik ze voor het eerst bewust zag.
In hele series foto's zijn er telkens
Monique Klemann: „Ik kan me maar op één ding concentreren en dat is muziek.