Trainer zijn kun je geen hobby noemen I PZC Elkaar helpen is goed voor het voetbal in Zeeland W8 AA A m m Grontm'J Het Zeeuwse voetbal beschikt dit seizoen over drie troeven in de ïoofdklasse van het zaterdagvoetbal, ioek en Kloetinge hebben gezelschap gekregen van SSV'65, dat aan een ivontuur vol vraagtekens begint. Vlak ■oor de start van het nieuwe seizoen lemen de drie eindverantwoordelij ken samen plaats achter de tafel. Ze ■xraten onder meer over het Zeeuwse 'oetbal, teambuilding, randvoorwaar- len en het trainersvak. „Soms hebben Vij het nog zwaarder dan een trainer :n het betaalde voetbal." zaterdag 26 augustus 2006 ïet gesprek is al een tijdje aan de gang, is de droge humor van Diederik Hiensch :omt bovendrijven. Cees Houtepen geeft an dat het zwaar is, veertig uur per week verken en daarnaast ook nog zo'n dertig iur met een voetbalclub als Hoek bezig ijn. „Moet jij er nog bij werken dan, lees?", vraagt de trainer van Kloetinge net een knipoog richting zijn collega Mar- o Groeneveld van het Goese SSV'65. )e lachsalvo's rollen over de tafel in het ■lubhuis van de Goese Golf, de locatie '•oor de ontmoeting met de trainers van de trie Zeeuwse hoofdklassers. En Houtepen ijkt zowaar de draad even kwijt. Terwijl le Oost-Souburger wel degelijk een punt teeft aangesneden dat zijn collega's van iarte onderstrepen. Trainer zijn van een hoofdklasser kun je cht geen hobby meer noemen, het is een ak, het is werk", betoogt de 44-jarige lees Houtepen. „Soms hebben wij het nog waarder dan trainers in het betaalde voet- >al. Zij zijn 's avonds vaak gewoon lekker huis, terwijl wij dan na een lange werk- iag net beginnen." nstemmend geknik van zijn collega's is ijn deel. Diederik Hiensch (46) zegt zelfs: 'Als ik van huis vertrek om naar Kloetin- ;e te-gaan, zeg ik ook altijd: ik ga naar •lijn werk. En al word je in de loop der ja- en wel geroutineerder, stress komt er al- ij d bij kijken." •Voetbal zit nu eenmaal in je systeem", oegt Marco Groeneveld (31) daar aan toe. 'Het zit constant in je kop. Elke pauze op e werk of elk ander vrij moment denk je och weer aan voetbal. En daarbij heb je ijdens een wedstrijd dezelfde spanning ls de spelers. Alleen ben jij als trainer op at moment machteloos." Xouwprocesje ;)at is natuurlijk geen enkel probleem bij 'en overwinning. Maar na een nederlaag is iet andere koek, beweert Hiensch. „Dan naak ik op zondag altijd een rouwproces- e door. Bovendien ben je dan ook direct veer druk met allerlei zaken. Bijvoorbeeld ven een teleurgestelde speler bellen en .em een hart onder de riem steken." )f nadenken over randvoorwaarden die .og (beter) ingevuld moeten worden. Want iet trainerschap bestaat allang niet louter neer uit het verzinnen van oefenvormen, Verken aan de fysieke gesteldheid van de pelers en het uitvogelen van een strategie lie tot succes moet leiden. 'Gaan jullie dit seizoen bijvoorbeeld aan ideo-analyse doen?", gooit Cees Hout een vraag in de groep, om vervolgens antwoord van Diederik Hiensch en Jarco Groeneveld niet af te wachten. Wij wel zo veel mogelijk. Is een mooie ma- der om spelers aan de hand van beelden p bepaalde fouten te wijzen." >ij Kloetinge gebeurt dat incidenteel al. Maar dan moet je wel de juiste man ach- de camera zetten", lacht Hiensch. „Jo- de Goederen heeft het een keer ge- met de specifieke opdracht vooral p de achterste linie te letten. Maar toen /e de beelden terugzagen, kwam de bal er ergens in voor. Tja, als je niet weet hoe pelers ten opzichte van de bal staan, heb niets aan zo'n analyse." het invullen van de randvoorwaarden de een het wel wat makkelijker dan e ander, blijkt tijdens het gesprek. Zo eeft Houtepen bij Hoek, de kapitaal- rachtigste van de drie clubs, de luxe van en vaste scout. Maar Groeneveld moet op at vlak improviseren. „Ik moet gewoon zijn in zulke dingen", zegt de trai er van SSV'65. „Ik heb drie mensen be- gevonden die bij toerbeurt, en voor iets, de tegenstanders gaan bekijken." Itabiele jaren drie trainers kunnen elkaar ook nog de informatie toespelen. Al zal de be- wellicht afnemen naarmate de be- van de clubs in de loop van het sei- uen steeds meer overeenkomen. „Dan eef ik toch gewoon verkeerde informa- e", zo zorgt Diederik Hiensch maar weer voor een kwinkslag. „Maar serieus, ik er geen moeite mee om gegevens uit te isselen. Je moet tenslotte toch allemaal eigen punten pakken." 3ovendien, als ik mijn Zeeuwse collega's sen informatie geef, doet een ander het el", geeft Marco Groeneveld aan dat hij niet van plan is om geheimzinnig gaan doen. „Ik zal niet schromen Cees Diederik te helpen waar dat kan. Je oet elkaar toch helpen? Dat is ook goed >or het Zeeuwse voetbal." et Zeeuwse voetbal ja. Dat kan wel een inke impuls gebruiken, weet het trio. Het ook de vraag of de provincie de luxe van hoofdklassers wel kan dragen. „Het één, twee en misschien drie seizoenen >ed gaan", stelt Hiensch. „Maar een lan- reeks van stabiele jaren met drie hoofd- assers wordt een hele opgave." xpulatie is het sleutelwoord in die proble- atiek, weten de drie trainers. Of liever, Cees Houtepen het gebrek daaraan. Dus is er evenredig veel minder talent voorhanden dan in an dere delen van het land. „Maar het is ook zo dat er te weinig is en wordt gedaan met het talent dat er wel is", vindt Groeneveld. „Bovendien, wat is een talent? Is dat alleen een echte jonge voet baller? Iemand van 21, 22 kan ook nog een talent zijn waar je meer uit kan halen." Ook de geografische ligging van de provin cie helpt niet echt mee aan het niveau van het Zeeuwse voetbal. „Er zijn geen be taald-voetbalclubs in de omgeving", be noemt Cees Houtepen een belemmerende factor. „Binnen de provincie kun je daar om geen ervaring, kennis en vaardigheden opdoen", voegt Diederik Hiensch daaraan toe. „Kijk naar ons drietjes, wij hebben ons op voetbalgebied allemaal buiten de provincie, ontwikkeld." Net als de gebroeders Dennis en Gérard de Nooijer, die hun in heel Nederland goed gevulde voetbalbagage tegenwoordig aan wenden voor de voetbalschool JVOZ. „Dat vind ik een goede zaak richting de toe komst", looft Houtepen de tweeling uit Oost-Soubui-g. Hiensch: „Het is een heel goed initiatief. Behalve het voetbaltechni- sche verhaal komt ook het mentale aspect aan de orde. Want ook daar schort natuur lijk het nodige aan tegenwoordig." Maar op korte termijn biedt dat nog geen soelaas. Dus roeien Hoek, Kloetinge, en SSV'65 met de riemen die ze hebben. Waarbij de Zeeuws-Vlaamse hoofdklasser het voordeel heeft dat het financieel in staat is de betere spelers bij de concurren ten weg te kapen. „Frustrerend", zegt Groeneveld over het vertrek van Björn Langeveld, Dennis van der Welle en Mamadouba Gueye van SSV'65 naar Hoek. „Maar je moet er niet te lang bij stil blijven staan. Gewoon di rect actie ondernemen en proberen op een creatieve manier toch een representatieve selectie samen te stellen." Kloetinge zag Ferry Alfons en Merlijn Swennen naar sportpark Denoek vertrek- Marco Groeneveld ken. „Wil je met Kloetinge ooit eens boven in meedoen, dan moet je een groep lang bij elkaar zien te houden", weet Hiensch. „Dan zou je een soort van Kloetinge-ge- voel moeten zien te kweken. Maar dat be staat niet. Neem Ferry Alfons. Die riep ook dat hij zich zo thuis voelde bij Kloetin ge, maar koos toch voor het geld bij Hoek. En dat kun je hem niet eens kwalijk ne men." Niet frustrerend Dus weet Diederik Hiensch nu al dat hij de komende seizoenen steeds weer hetzelf de kunstje moet opvoeren: louter handha ving in de hoofdklasse. „Nee, dat is niet fi-ustrerend, het is juist een uitdaging. Mijn bevrediging ligt ook niet zozeer in het behalen van een topklassering, maar meer in het voetbalplezier dat je met de groep hebt en in het constateren dat je met z'n allen vooruitgang boekt." Dat zou best eens tot in lengte van dagen bij Kloetinge kunnen zijn. Hiensch heeft foto's Willem Mieras immers geen grote ambities. „Al sluit ik niet uit dat ik eens bij een hoofdklasser buiten de provincie aan de slag ga als die mogelijkheid zich voordoet." Groeneveld heeft concretere toekomstplan nen. „Zonder ambitie vaart niemand wel", luidt zijn credo. „Maar dan denk ik op dit moment nog niet aan een bepaald niveau of een bepaalde club. Ik wil me heel graag op voetbalgebied ontwikkelen en wil daar om het hoogste trainersdiploma gaan ha len. Maar voorlopig voldoe ik nog niet aan de voorwaarden daarvoor." Houtepen kijkt zo nu en dan ook wel eens wat verder dan Hoek. „Mijn trainersloop baan is langzaam opgebouwd. Nu ben ik- in de hoofdklasse aanbeland, en een stapje hoger zou ik best een keer willen overwe gen. Maar het is natuurlijk wel zo dat je op mijn leeftijd bepaalde zekerheden niet zo snel meer opgeeft voor een onzeker avontuur in het profvoetbal." Maar goed, dat is allemaal toekomstmu ziek. Het trio staat eerst aan de vooravond van de nieuwe competitie. Waar bij Houtepen in de voorbereiding veel tijd inruimde voor teambuil ding. „Nu Cees trainer van Hoek is, ga ik me zorgen maken", zegt Hiensch. „Ik vond het wel lekker hoor, al die Belgische txainei*s. Die schonken totaal geen aan dacht aan dat aspect." Terwijl het toch zo wezenlijk is, stelt Houtepen. „We hebben een paar weken geleden bij de Ooster- scheldekering met de hele groep een pijler van zestien meter hoog beklommen. Er was één speler bij die het in zijn broek deed. Een an der hielp hem en uiteindelijk kwa men ze allemaal boven. Op zich is dat al uniek. Dergelijke onderne mingen hebben een enorme im pact op een groep en zijn heel goed voor het onderlinge accepta tievermogen." Ook Groeneveld had tijdens een trainingsweekeinde in Breskens veel oog voor het groepsgevoel bij SSV'65. „Wij hebben een enorme diversiteit aan spelers binnenge haald en daar moet je in relatief korte tijd een echte eenheid van zien te maken. Zo'n weekeinde is daarvoor een heel geschikt mid del. We hebben tal van activitei ten ondernomen, heel veel met el kaar gepraat, ook over privé-za- ken, en vooral ook heel veel gela chen." Nieuwe prikkel Het moet allemaal leiden tot een hecht collectief, toch blijft het in dividu in Hiensch' visie onvermin derd belangrijk. „Het persoonlij ke belang van een speler mag je nooit alleen maar ondergeschikt maken aan het team, dat zou on zin zijn. Neem bijvoorbeeld Er- win van der Woerdt. Die loopt al jaren mee in de hoofdklasse en heeft ook weer eens een nieuwe prikkel nodig. Daarom is hij nu mijn aanvoerder." Die zijn ploeg door de hoofdklas se B van het zaterdagvoetbal moet zien te loodsen. „Ik vind de ze indeling perfect", zegt Marco Groeneveld, die met SSV'65 een heel simpel doel heeft: handha ving. „Ik denk dat de ploegen uit het midden en oosten van het land beter bij ons passen dan die uit de bollenstreek." „Het is een sterke competitie", meent Cees Houtepen, die in zijn vooruitblik voorlopig niet verder wil gaan dan 'aantrekkelijk voet ballen en zorgen dat het een team wordt'. „Het is interessant voor het Zeeuwse voetbal en ook leuk voor het publiek van Hoek dat er weer eens wat onbekendere ploe gen op bezoek komen." „Mij maakt het weinig uit, al speel ik niet graag tegen 'Rotter damse' ploegen", beweert Die derik Hiensch. „Deze indeling heeft voor ons één voordeel: de on bekendheid van de andere clubs met Kloetinge. Daarvan hebben we vorig seizoen geprofiteerd. Maar naarmate het einde in zicht kwam, zag je dat de tegenstan ders steeds beter op ons waren in gesteld. Nu kunnen we er wel licht weer ons voordeel mee doen." Bauke Boersma en Barry van der Hooft 1 I ,-^b JARTA?)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2006 | | pagina 36